NIEUWE No. 530. Donderdag 27 October 1881. 6e Jaargang. De Katholieke Pers. BUITENLAND. 0,06 i^tlÉ IRIEMSCHI COVRm. ABONNEMENTSPBUS Per 3 maanden voor Haarlem Buiten Haarlem franco per post. Afzonderlijke Nummers 0,85 1,— Dit blad verschijnt Eiken WOENSDAG en ZATEBD A G B EE AU: St. Jansstraat Haarlem. AGHTE MA NON AGITATE. PBIJS DEB ADVE BTENTIÈN Van 1—6 regels 30 Cente Elke regel meer Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant. Advertentiën worden uiterlijk Dinsdag- en Vrijdag avond voor 6 uur ingewacht. Uitgevers KÜPPERS k LAUREY. Wanneer onze brave voorouders, die grootendeels lezen noch schrijven konden, uit hunne graven vermochten op te staan en de voortbrengselen van de koningin der aardemochten aanschouwen, zij zou den even verwonderd staan als bij het zien van de spoorwegen, telegrafen, telefonen, stoomschepen en dergelijke uitvindingen van deu nieu weren tijd. Tien a vijftien jaren geleden bestonden er hier te lande zoowel als in het buiten land slechts enkele Katholieke dag- of weekbladen, doch eene verspreiding, be- teekenis en kracht als ten huidigen dage hadden zij geenszins. Het publicistische veld werd slechts bearbeid door anti-ka tholieke auteurs of door schrijvers, die, al ageerden zij niet tegen de Kerk en het Geloof, hunne stemmen er ook niet voor verhieven. Het Katholieke volk had zijn catechismus, zijn gebedenboek, hier en daar ook een in Christelgken geest geschreven tijdschrift, maar eene pers als ten huidigen dage bezat het niet. Nu wil men wel eens beweren, dat zulk eene pers, toen ouder de wijze regeeriug van vredelievende vor sten Kerk en Staat in harmonie en vol maakte eendracht naast elkander leefden, niet noodig is geweest. Wjj hebben vrede met deze bewering, doch het is zeker niet te loochenen, dat, als wij toen eene zoo zegenrijk werkende Katholieke pers hadden gehad, het liberalisme en de kerk vervolgers nooit zooveel propaganda hadden gemaakt en bijgevolg nimmer zoo veel onheil en ongeluk hadden aangebracht als dit feite lijk het geval was en nog is. Wat anders heeft de Katholieke pers in 't leven geroepen en haar zulk eene ko lossale verspreiding verschaft dan juist de aanvallen der tegenstanders, de hoon, laster en beleedigingen, die zij den Paus en de Bisschoppen, den Clerus en het volk on ophoudelijk toevoegden. Als na een warme Meiregen het onkruid, zoo verrezen de der Kerk vijandige, liberale bladen uit den grond, 't Was dus noodzakelijk dezen het hoofd te bieden en de dwalingen die zij verkondigden te bestrijden. Toen het woord cultuurstrijd* als een dreigende lawine door Duitschland en andere landen rolde, toen alles opstond wat der Kerk en het FEUILLETON. Zonderlinge testamenten. In Londen is een boek uitgekomen, dat door den schrijver uitsluitend werd vervaardigd om zijne lezers te vermaken, doch dat tevens menige belangwekkende bladzijde bevat. Dit boek is ge titeld: Curiosities of the Search-room (London: Chapman Hall) en spreekt over de testamen ten van merkwaardige personen. De schrijver maakt het publiek bekend met de zonderlinge wijze waarop sommige lieden over hun vermogen of hunne goederen hebben beschikt. Sommige dezer wilsbeschikkingen geven blijk van groote dwaasheid, andere van onoprechtheid, vele Yan verkeerd geplaatste geestigheid, terwijl er ook verscheidene onder loopen die onder het masker van scherts, heel wat wraakgierigheid en boos aardigheid verborgen houden. Zekere Dr. Dunlop laat aan een zijner zusters een stuk grond na om haar te troosten dat zij getrouwd is met een man, „dien zij met de pan toffel moet regeeren." Aan eene andere zuster vermaakte hij een zilveren wijnbeker, „gebruik bizonder goed bekend," en aan een zwager een pijp, „uit dankbaarheid dat hij met mijne zuster Maggie getrouwd is, die door geen man van 6maak ooit zou gevraagd zijn." Even boosaardig was het testament van een Duitschen professor, die zijn vermogen nalaat aan een bloedverwant aan wien hjj een hekel had, „op voorwaarde dat Geloof vijaudig was, toen trad zij iu eene uitstekende phalanx ten strijde tegen deze tendentiën. De reeds bestaande orgaueu werden grooter, en er kwamen nieuwe Ka tholieke couranten op 't alignement, groote en kleiue, die over 't ganscbe land ver spreid werden en een plaats vonden in de kleinste gehuchten, in de eenvoudigste hut ten, ten einde hunne heilvolle missie te volbrengen, 't Was er immers om te doen, het vergift dat door de auti-katholieke bladen werd verspreid, onschadelijk te ma ken, de aanvallen af te weren, de leugens der tegenstanders aan het daglicht te bren gen en hun drijven en doel te ontmaskeren. Hoe de Katholieke pers zich, hier zoowel als in het buitenland van hare taak gekwe ten heeft, wij allen weten het; manhaftig, vastberaden, kloekmoedig en goed uitgerust trad zjj te voorschijn, geen andere stem gehoorzamende, dan die van het Katho lieke geweten, van de Katholieke over tuiging en van de onwankelbare grond stellingen der waarheid, der vrijheid en des rechts, een luide stem voor het volk en de Kerk. Veelzijdig was hare taak en ook geen gemakkelijke, want zij stond tegenover eene goed georganiseerde, invloedrijke, door rijke middelen ondersteunde en door hooger hand beschermde macht, zij moest veel terrein heroveren vau hetgeen verloren of twijfelend geworden was. Zij moest hare tegenstanders bestrijden met alle middelen der logika, der overtuiging, aan de baud der geschiedenis en van het historisch recht. Zij moest diep ingewortelde vooroordeelen verwijderen, dwalingen bestrijden, boosheid en laagheid verlammen. Doch naast dien intellectueelen strijd moest zij ook oorlog voeren tegen pbysieke machten, n. 1. togen eene liberale wetgeving. Geldboeten noch gevangenisstraf schrikten de moedige strij ders af; zij brachten dikwijls de grootste persoonlijke offers, zij hadden goed en bloed veil, verdroegen jarenlange kerkerstraf, maar zij verflauwden niet. Ja, onder offers en onder strijd is de Katholieke pers groot geworden. Geldelijke offers brachten het Katholieke volk, de adel, de Geestelijkheid en de leeken 0111 hunne principes en ideeën iu 't openbaar te verdedigen; ontelbaar zijn de plagerijen die de redacteurs, de uitgevers en de druk kers, vooral in het naburige Duitschland, hij het geheele jaar wit linnen bovenkleedcren zou dragen." De vijfde, Graaf van Premboke, die in de 17e eeuw leefde, is uiterst satiriek in zijne wilsbe schikkingen. „Ik geef niets aan lord Saye," schrijft hij, „er. vermaak hem dit legaat gaarne, omdat ik weet dat hij het getrouw onder de armen zal verdcelen." Aan Cromwell vermaakt hij een zijner woorden, „dat deze noodig heeft, omdat hij zijn eigen woord nooit heeft gehouden." E11 aan Thomas May, wiens r.eus hij bij gelegenheid van eene maskerade gebroken had, laat hij 5 shillings na. „Het was eerst mijn voornemen," voegt de Graaf er bij, „hem meer te geven, maar allen die zijne Geschiedenis van het Parlement gelezen hebben zullen begrijpen dat zelfs deze som te groot is." De eigenaardigste erflating van het geheele testament is liet volgende: „Aangezien ik eens een zekeren Henry Wildmay met een pak slaag bedreigd heb, welk dreigement ik niet ten uitvoer heb gebracht, vermaak ik 50 p. st. aan den lakkei, die hem mijne schuld zal be talen." Wij lezen ook in dit boek van een rijk man, die een zoon en dochter tot zijne universeele erfgenamen maakt, welke bleken nooit bestaan te hebben, terwijl hij een landgoed van eenige waarde aan zijn oudsten zoon vermaakt, op voor waarde dat deze zijn knevel zal afscheren en dien nooit weer zal laten aangroeien. Een erflater, die een allerbelachelijkst testa ment gemaakt had, werd aardig verschalkt. Hij te lijden haddengeen middel bleef onbe proefd om het Katholieke volk en zijne pers tot zwijgen te brengen: verbeurdver klaringen, geldboeten, gevangenisstraf, niets baatte; de pers werd sterk gelijk de eik in den storm. Al wat de pen kon voeren, Bisschoppen, Priesters, Professoren en lee ken, nameu deel aan den strijd, eu de peu werd een zwaard; zij verwierf zich achting, zij werd gevreesd. »Ook de Apostelen, als zij in onze dagen leefden, zouden dagblad schrijvers worden,* sprak eenmaal de be roemde eu geleerde Bisschop van Mainz, Mgr. von Ketteler, en hij had gelijk eu wel verdiend waren de loftuitingen die Paus Pius IX z. g. in 1877 gaf aan de verte genwoordigers der Katholieke pers. Veelzijdig, we herhalen het, was de taak der Katholieke couranten, eu met trots durven we te zeggen dat de Katholieke pers op voorbeeldige wijze hare taak opvat eu vervult en sinds haar herleven oneindig veel goeds heeft gesticht. De versterking van het Katholieke bewustzijn, de opwek- kiug van het religieuse eu kerkelijk leven, het discrediteeren en ontzenuwen van het eenmaal zoo overmoedige liberalisme, de achting, welke de Katholieken zelfs van hunne felste bestrijders afpersen dit alles is hoofdzakelijk aan de Katholieke pers te danken; zonder haar zouden zulke uitstekende resultaten nimmer ziju verkre gen. Eu als wakkere boudgenooten der cou ranten, die naar hunnen aard dagelijks of wekelijks verschenen, kwamen nog de bro chures, de kalenders en de periodiek ver schijnende tijdschriften, alle strevende naar hetzelfde doel, alle met dezelfde taak voor oogen. Zoo trad de Katholieke pers in haren veelzijtiigen werkkring, bezield met eene juiste opvatting van hare moeilijke en veel omvattende taak, manhaftig strijdend, iu 't leven; zij heeft gestreden, overwonnen en veel goeds gedaan. Maar nog staat zij midden in den strijd, nog woedt deze van alle zijden, doch de pers mag niet ver flauwen. Elke zwakheid, elk wijken zou een triomf zijn voor de tegenstanders der goede zaak. De Katholieke pers kan echter hare taak slechts volbrengen als zij een euergiekeu, werkdadigen steun bij het pu bliek viudt, als zij door ieder welgeaard bad 2000 p. st. aan een vriend nagelaten, op voorwaarde dat de helft van de som met hem begraven zou worden. Een spotvogel gaf den raad om een wissel van 1000 p. st. aan de order van den ouden heer in zijn doodkist te leggen, aan welken rand terstond gehoor werd gegeven. Een lieer uit Manchester vermaakte aan een chirurgijn 2500 p. st., op voorwaarde dat hij zijn lichaam zou balsemen en dat hij, in tegenwoor digheid ran twee getuigen, eenmaal ii: het jaar naar hem zal komen kijken. Eene oude juffrouw uit New-York verzoekt, dat voor het vermogen dat zij nalaat, eene kerk zal worden gebouwd," „op voorwaarde dat hare overblijfselen met de metselkalk van den eersten steen zullen vermengd worden." Eene andere, zeer zuinige dame, ver langt dat indien zij ver van Braulesome mocht sterven, „hare overblijfselen in eene eenvoudige houten kist zullen gelegd worden er. met een goederentrein naar Poole worden overgebracht." „Laat geene aangifte van den inhoud van die kist gedaan worden," schrijft zij, „opdat er niet meer dan voor gewoon vrachtgoed betaald worde." Een onlangs overleden Fransch reiziger verlangt in een grooten lederen koffer begraven te worden, omdat die „driemaal de reis om de wereld met hem gemaakt heeft." Ook ten opzichte van lijkplechtigheden zijn de smaken in de wereld zeer verschillend. Een zeker persoon wenscht begraven te worden in het bed waarop hij gestorven is; een ander wenscht ter aarde te worden besteld „ver van het gewoel der Katholiek wordt erkend en gesteund. Die steun zij zoowel intellectueel als materieel. Vooral ook aan stoffelijken steun heeft zij groote behoefte, wil zij staande blijven in deu strijd tegen de liberale bladen die van alle kanten, helaas dikwerf zelfs van Ka tholieke zijde worden ondersteund, 't Zal geen liberaal in de gedachten komen om zich op eene Katholieke courant te abon- neeren, doch omgekeerd is dit veelal het geval. Zich laten beleedigeu en die belee- digiug bovendien nog betalen, 't is inder daad onbegrijpelijk, doch niettemin maar al te waar. Eene pers die zoo veel offers heeft ge bracht, zooveel geleden en gestreden heeft en zich steeds in de eerste rijen van het gevecht bevindt, mag, duukt ons, wel eenige aanspraak maken op hulp en waardeering. De Katholieke pers is krachtig gewor den, maar zij moet ook krachtig blijven; dit kau zij echter slechts door en met het Katholieke volk. Te Breslau heeft bij vele personen een veelomvattende huiszoeking plaats gehad. Dat onderzoek staat iu verband met de sociaal-democratische woelingen. Zondag-namiddag werd er in het Hyde Paik, onder voorgaan der nationale Landliga van Groot-Brittannië, eene groote volksvergadering gehouden. Er waren 50,000 personen bijeen. Drie afgevaardigden hielden redevoeringen. Eenstemmig werden er resolutiëu aangenomen tot veroordeeling van de handelwijze der Regeering in Ier land. De orde werd niet verstoord. De limes verneemt uit Tunis dat de Bey weigert met Roustan de relaties weder op te vatten, zoolang de oud-Premier Moestapha niet hersteld is. Des Bey's jongsten broeder Taib Bey's kansen op den troon nemen bij eene waarschijnlijke ab dicatie vau den Bey toe. Taib-Bey belooft groote hervormingen. De groote daling van de Tuniseesche bonds veroorzaakt onge rustheid. De Daily News verneemt dat de Itali- aansche Regeeriug een gedelegeerde naar Parijs en naar Londen gezonden heeft, ten einde de operatiën voor de goudleening te verhaasten. menschen, op een plaats waar de natuur zijn overblijfselen zal toelachen;" en een derde ver maakt zijn lichaam aan de ontleedkamer, waarna het in een houten kist gelegd en in de Theems geworpen moet worden. Zeker iemand wenscht in het geheel niet begraven te worden, maar ver zoekt zijne nabestaanden zijn lichaam aan de Kon, Gas-Compagnie te schenken om in hare ovens tot asch te worden verteerd. Het lichaam van Dr. Moynes werd op zijn verlangen verleden jaar in Gullows Hill, te Washington verbrand. Hij was een rijk man en liet zijn fortuin na aan zijne betrekkingen, op voorwaarde dat hun lijken na hun dood op dezelfda wijze zouden vernietigd worden. Slechts twee van die nabestaanden heb ben, zegt men, de voorwaarde aangenomen. Katten, honden, vogels en paarden worden dikwijls in testamenten bedacht. Lord Chester field liet eene som voor zijne kat na en lord Eldon vermaakte 8 p. st. aan zijn hond Pincher. Eene dame, die meer geld had dan verstand, liet eene jaarwedde van tweehonderd p. st. na voor haar papegaai, en een Franschtnan maakte zijn paard tot zijn erfgenaam, en legateerde toen dat paard zelf aan zijn neef. En zoo komen er nog een aantal grappige verhalen in dit boek voor, die het tot eene vermakelijke lectuur ma ken doch tevens een bewijs leveren hoe dwaas, onoprecht, wraakgierig en boosaardig de menschen kunnen zijn, zelfs bij het maken van hun laatste wilsbeschikking.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1881 | | pagina 1