NIEUWE No. 533. ZoMag 6 November 1881. 6e Jaargang. Eene miskende orde. Een ongelukslach. URAIT. Per 3 maanden voor Haarlem Buiten Haarlem franco per post. Afzonderlijke Nummers Dit blad verschijnt Eiken WOENSDAG en ZATERDAG. BüEEAÏÏ: St. Jansstraat Haarlem. AGITE MA NON AGITATE. PRIJS DER ADVERTENTIÈN Van 16 regels30 Cents. Elke regel meer5 Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant. Advertentiën worden uiterlijk Dinsdag- en Vrijdag avond voor 6 uur ingewacht. Uitgevers KÜPPERS LAUREY. Vervolg. Het is een feit dat de Jezuïeten door hunne groote macht, door hunne degelijk heid en oplettendheid, in alle streken rela ties aanknoopen en daardoor in staat zijn de noodige materiëele middelen tot het stichten van gewichtige, invloedrijke en nuttige instellingen te winnen zij letten daarbij tevens op de teekeneu des tijds, zij blijven op de hoogte van den tijdgeest, om tegen de kerkvijandige ele menten als kundige wachters van Sion, passende maatregelen te nemen en er de geloovigeu opmerkzaam op te maken en te waarschuwen. Wat wonder alzoo wederom, dat de vijanden van het rijk Gods deze kundige wachters en wegwijzers een feilen en bitteren haat toedragen. Voorts dient te worden opgemerkt dat alle werkzaamheden der Jezuïeten bij hare voortreffelijkheid ook de verdienste der actualiteit bezitten. Gegrondvest ten tijde van den grooten afval van de Kerk in de 16de eeuw, moest de orde der Jezuïeten volgens hare bestemming, volgens hare in richting en werkdadigheid een bolsverk zijn ter bescherming en ter verdediging van het Katholiek Geloof tegen de kerkelijke revolutie. Dientengevolge verdedigt deze orde het door de hervormers der 16de eeuw bestreden en over boord geworpen specifiek Katholieke, in leer en leven, met de scherpste wapens der wetenschap en dia lectiek, als met de meest gegronde en diep ingrijpende middelen der religieus-zedelijke vernieuwing der harten. Logisch en over tuigend onderricht in de Katholieke ge loofsleer, afwering der lasteringen en ver draaiing van de leer, van den cultus en van de tucht der Kerk van zijde der dwaal leeraars, bevordering van het Christelijk leven en van de reinheid der zeden, ont vlieding der zonde, dat waren en zijn nog steeds de ware en goed gekozen middelen waarvan de Jezuïeten zich bedienden en nog bedienen, om tegen de dwalingen en tegen het ongeloof op te treden en het alleen zaligmakend geloof te bewaren. Eene bizondere piëteit toonen zij den Apostoli- schen Stoel door de strikte naleving hun ner vierde gelofte, waarbij zij onvoorwaar delijke gehoorzaamheid aan den dag leggen in de door den Paus bevolen missie-werken. FEUILLETON. riet ging hem bitter slecht in de wereld dubbel slecht omdat hij er altijd zoo vroolijk bij uit zag. Niemand wilde, niemand kon aan zijn ongeluk gelooven. In zijn hart zuchtte hij: „Wat ben ik toch een stakkerten op zijn gezicht las men: „Schep vreugde in 't leven Een flauw, maar hardnekkig lachje speelde steeds om zijn mond. Mogelijk zag de stumpert er, als hij alleen was, even droevig uit als andere bedroefde men— scheukinderen maar zoodra hij onder de menschen kwam werd hij verlegen en onrustig, en dat scheen op zijn gelaatsspieren te werken. Dan lachte hij omdat hij niet anders kon, omdat het zijn noodlot was, omdat zijn ongeluk het zoo wilde. Nu is lachen en lachen zeker twee. De staats man lacht anders dan de paljas. Maar bij hen geeft het lachen tenminste wat. Ze leven er van. Bij vriend Eelix echter was het tegendeel het geval. Want tot overmaat van ongeluk heette hij ook nog Eelix, dat is: de gelukkigs. Het toeval had zich de wreede scherts veroorloofd dien voornaam te geven aan een ongeluksvogel, wien alles mis lukte wat hij ondernam, en die daarom van zijn „van" best Wanbof als de dames ons deze uitdrukking uioerlovtn had kunnen heete Iu de zedelijke verwildering ten gevolge van den afval vau de kerkelijke eenheid, trachtten zij door hun vlekkeloozen, zedelij ken levenswandel en door hun Christelijkeu ijver, ouder de volkereu een strenge moraal te herstellen en te bevestigen. De teugel- looze emancipatie van het gezag, het ver delgende liberalisme, trachtten zij te ver bannen door het energiek terugvoeren dei- afgedwaalde geesten tot het gezag en de gehoorzaamheid. Zij noemden zich naar den Heiland; de naam Jezus schreven zij op hunne banier. Den geest van Jezus in de harten te plan ten, voor Zijne liefde de zielen te doen ontgloeien, Zijne eer overal te zoeken en te leeren zoeken, dat was hun levensdoel, hunne heilige hartstocht, hunne hemelsche lust. Doordrongen van den geest van Chris tus en van Zijne Kerk, zochten en wisten zij de zielen tot Jezus te brengen door de innige, kinderlijke vereering Zijner h. Moe der. Een geest van zachtmoedigheid, goed heid en geduld, openbaarde zich ten allen tijde bij hunne zielzorg, in 't bizouder bij de behandeling van afgedwaalde zielen, 't Was dus niet te verwonderen dat zij sterke dammen opwierpen tegen de revo lutie, tegen den afval van de Kerk. Van daar dan ook de geïncarneerde, onverzoen lijke haat der niet-Katkolieken tegen de sociëteit. Eu vermits de geheele tijdgeest, de gansche moderne wereldbeschouwing, de uitwerking, het gevolg is der kerkelijke revolutie in de 16de eeuw, zoo kan men gemakkelijk begrijpen dat de orde der Je zuïeten voor de moderne maatschappij een pijnlijke doorn in 't oog is. Wat hebben die eerbiedwaardige vaders kwaads gepleegd dat men ze uit Kerk en school verjaagt, dat men ze zonder verhoor uit hun vaderland verbant. Hebben zij hun land verraden of de revolutie gepredikt? Waren het dan Jezuïeten die bij de groote omwentelingen barrikaden bouwden en wei gerden belasting te betalen Neen het waren integendeel Jezuïeten die de revolutionnaire landen doortrokken en overal door hunne missie-preeken de volkeren tot kalmte aan spoorden en hen tot gehoorzaamheid aan het gezag trachtten terug te breDgen. Je zuïeten waren het, die in tijden van oorlog hunne huizen tot hospitalen lieten inrich ten en naar het tooneel van den krijg trokken om den strijdenden moed in te Eelix Wanbof zij dan ook in dit herinnerings blad de naam van mijn vriend. In de wieg ging het hem zeer goed. De ouders waren trotsch van belang op het aardige jongske, en iedereen had schik in het wonderkind, dat zelden schreide, bijna altijd lachte en zoo wel gemoed en nieuwsgierig de wereld inkeek als zag het den hemel open. Maar reeds op school kreeg hij last van die vroolijke gelaatsuitdrukking. Als hij een pak ver diend had en ouder de strafoefening, ondanks zijn pijn, naar het uiterlijk zijn vroolijkheid be waarde, kreeg hij nog eens zoo hard, omdat de meester dacht, dat hij hem uitlachte. Dat ramp zalige lachen haalde hem wat slaag op den hals en hij kreeg er den naam door van een onver- beterlijken onverschillig, rt. „Van jou komt nooit iets terecht met je eeuwige lachen predikte de schoolmonarch. 't Is uitgekomen. Eelix Wanbof wilde iets worden, maar wat? Zijn vroolijk gezicht kon hij niet wegtooveren, en kon hij daarmee ooit advocaat worden, of dokter? De rechters zouden immers zijn plei dooien nooit als ernstig gemeend beschouwen, en zijne patiënten zouden zelfs op hun sterfbed den ken, dat hij hen uitlachteBij geen enkele fa culteit paste zijn gelaat! Hij probeerde het dus, daar hij goed onderwezen was, als gouverneur bij eene aanzienlijke familie. Daar tobde hij zich dag in dag uit af om aan boezemen, de kermende gewonden te ver plegen en den stervenden den laatsten troost toe te dienen. Meer nog dan bet bier vermelde gelden de hoogst eervolle beoordeelingeu der Pau sen, ter verdediging en tot roem van de orde der Jezuïeten. Onze ruimte gedoogt niet hierover breed uit te weiden, we moeten kort wezen. Pius IV schreef over de Jezuïeten aan Keizer Maximiliaau het volgende: »Men lastert de Jezuïeten uit nijd over het vele goede dat zii doen.«PiusV getuigde, >dat de Jezuïeten wegens hunne vroomheil, wegens hun voorbeeldig leven, wegens de heiligheid hunner zeden, wegens hunne kennis van de wetenschappen eu van de heilige Schrift, de oorzaak zijn van de rijke vruchten welke men iu de Katho lieke wereld ontwaart, de verspreiders van het goddelijk woord in de barbaarsche lan den en dat het slechts te weuscheu ware, dat alle steden, voornamelijk die, waar de ketterij heerschte, colleges van Jezuïeten bezaten.Voor Gregorius XIII waren zij de onvermoeide arbeiders tot uitroeiing der dwalingen uit den wijngaard des Hee- ren.« Sixtus V noemde hen »de passende werktuigen om den godsdienst wederom tot bloei te brengen.GregoriusXIV zegt: »de orde der sociëteit van Jezus, welke de Voorzienigheid in dezen tijd deed ontstaan, heeft tot nu zoo wakker gewerkt en zet haren arbeid zoo onverschrokken voort, dat wij overtuigd zijn dat hare opheffing, tot algemeen nadeel der menschelijke maat schappij zal bijdragen; hare rustige en on gestoorde ontwikkeling daarentegen komt zeer ten goede van de Katholieke Kerk. Clemens VIII noemde de orde der Jezuïeten »den rechter arm van den Apostolischen Stoel.Paulus V spreekt: »wij zijn over tuigd dat de bloei der Jezuïeten-orde in het belang is van het geloof, van de vroom heid en van den godsdienst. Gregorius XV verklaart haar voor de meest beroemde sociëteit wegens hare verdediging van den Katholieken godsdienst en de overwinnin gen die zij op de ketters behaalde. Uur- banus VIII en Innocentius X prijzen haren ijver voor het heil der zielen, hare liefde voor God en voor de naasten, hare ge trouwheid en rtchtschapenheid bij het ou derwijs der jeugd. Alexander II prees haar hoog eu voerde haar in te Venetië. Cle- vijf kwade en koppige bengels, drie jongens en twee meisjes, diverse eerste beginselen in te pom pen. De paarden in den stal hadden een beter leven dan hij. Maar daar hij bescheiden was en geen eischen stelde, klaagde hij nooit, maar deed met vlijt en opgewektheid zijn piicht. Zoo ging het een paar weken, toen op een mooien morgen de heer des huizes hem bij zich liet komen. „Het spijt mij wel," zeide hij, „maar ik had het dadelijk al wel gedacht toen ik u aanstelde ik moet u ontslaan En toen Ei-lix in de hoogste verbazing naar de redenen van dit plotseling besluit vroeg, riep de aanzienlijke heer, als eenig antwoord, de vijf kinderen binnen. „Kijk me dat nu eens aan!" riep hij toornig. „Dat is uw werk Eelix snapte er niets van. Hij had toch zijn best gedaan,5 zei hij, en voor hun leeftijd wisten zijn leerlingen aardig wat. „Dat ontken ik ook niet!" hernam de vader, „maar dat verweuschte lachen Ziet ge dan niet, dat ze allen uw lach hebben overgenomen? Van den grootste tot den kleinste zien ze er even onnoozel uit als Pardon! maar u zult begrijpen Nu, zooveel begreep Eelix er tenminste van, dat hij zonder brood was. Gelukkig echter wist een kennis hem nog al spoedig een postje aan een Bank te bezorgen, en ook daar toonde Eelix dat hij een flink werker was, die voor weinig mens IX bekent dat bij de orde liefheeft, zij is beroemd door mannen, die hebben uitgemunt in vroomheid en godsvereeriug, in de studie zoowel der heilige als der schoone wetenschappen.Dergelijke lof spraak vindt men ook bij Clemens X en XI, bij Innocentius XI, XII en XIII en bij Alexander VIII. Paus Benedictus XIII roemt »de rijke vruchten, welke de eer waardige sociëteit in alle landen te voor schijn brengt door hare leer, haar woord, haar voorbeeld en door haren ijver, waar mede zij de geloovigen tot vrome en heil zame werken ter eere Gods aanspoort, Clemens XIII verhief zijne stem tegen de tegenstanders der orde, de door de onge- loovige Voltaireaansche philosophie ver schalkte wereldlijke machten. Aan den Koning van Spanje schreef hij de volgende Apostolische woorden Geheel onschuldig, wij zeggen het in het aangezicht van God en der menschen, is de sociëteit van Jezus, niet alleen onschuldig, maar ook nuttig, heilig in haar doel, iu hare wetten, in hare beginselen, en hoeveel moeite hare vijanden zich getroost hebben om het te gendeel te bewijzen, het is hen noch door hunne leugens noch door hunne godter gende lastertaal mogen gelukken.De zelfde Paus zond 27 brieven aan de vorsten van Frankrijk, Spanje, Portugal, Polen en aan de Aartsbisschoppen en Bisschoppen van verschillende landen der Christenheid, om de leugentaal tegen de orde aan den dag te brengen. Al deze lofredenen van den Apostoli schen Stoel willen nu de vijanden der Je zuïeten tot nul reduceeren door te wijzen op de opheffing der orde door Paus Cle mens XIV. »De Paus zelf heeft de orde opgeheven,zeggen zij, »wat verlangt ge nog meer?« Ons antwoord is: «een Paus heeft haar ingevoerd, meer dan 30 Pausen hebben haar geprezen en verdedigd; daar staat tegenover dat één Paus haar heeft opgeheven. Is nu deze meerderheid der stemmen van geene waarde? Als een enkel Paus door de opheffing der orde u »over- tuigt« dat zij niet deugt, waarvan moest dan de eenparige lofspraak van circa 40 Pausen op dezelfde orde u wel over tuigen? 't Zij hier in 't kort vermeld dat de opheffing en herstelling der orde niets te maken hebben met de geloofs- en zedeleer, geld veel doen wilde. Maar toen hij er een poosje was, meende hij toch in alle bescheidenheid eene kleine verhooging te mogen aanvragen. De chef, die nog al op het uiterlijke lette, had hem eigen lijk nog nooit goed gezien. Met de kleine luidjes bemoeide hij zich zoo niet. Hij zag dus een vol komen nieuw gezicht, toen Eelix schuchter en vroolijk als altijd bij hem op het bureau kwam. „Ge zijt toch niet hier op het kantoor!" riep de chef uit. „Om u te dienen. dat wil zeggen. „De rest wat Eelix in zijne verlegenheid had willen antwoorden, lachte hij slechts. „Hoe is uw naam?" „Felix Wanbof om u te dienen „Ge hebt uw ontslag!" De arme Felix schrikte hevig en kon nauwe lijks de vraag over de lippen brengen: waarom hij dan eigenlijk werd weggejaagd. „Waarom?" riep de bankier! „Daar behoeft iemand je maar voor aan te kijken Met zoo'n gezicht en zoo'n lichtzinniger, lach! Juist een lach voor een valsehen wisselGe zijt ont slagen Ook ditmaal begreep Eelix niet wat ter wereld hij toch had misdreven. Maar schuld had hij en hij moest weg, dat was duidelijk. Beschroomd sloop hij dus heen; maar juist voor de deur liep hij iemand tegen 't lijf, met wien de Bank zaken deed, een rijk man, die hem zoo wat kende. Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1881 | | pagina 1