NIEUWE No. 538. Donderdag 24 November 1881. 6e Jaargang. Paus en Koning, BUITENLAND. 0,06 Een Leugenaar. IIUKIiHSI ABONNEMENTSFB IJS Per 3 maanden voor Haarlem Buiten Haarlem franco per post. Afzonderlijke Nummers 0,85 1,— Dit blad verschijnt Eiken WOENSDAG en ZATERDAG. BUREAU: St. Jansstraat Haarlem. ÜSSSStek lend;;.- AGITE MA HON AGITATE. PRIJS DER ADVERTENTIËN Van 16 regels30 Cents. Elke regel meer5 Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant. Advertentiën worden uiterlijk Dinsdag- en Vrijdag avond voor 6 uur ingewacht. Uitgevers KÜPPERS LAUREY. Vervolg en slot.) Gregorius VII had zich tot levenstaak gesteld de geketende Kerk te bevrijden; hij moest dus om zijn doel te bereiken met energie Handelen en krachtig optreden. De grootste tegenstander van den bevrijder was Hendrik IV, Koning der Duitschers. Als de onpartijdige geschiedenis ons de beeltenis van dezen vorst voor oogen stelt, dan verwekt zij afwisselend ons me delijden of onze verontwaardiging. Vroeg vaderloos, opgegroeid zonder de minste tucht, met opzet bedorven, aanvaardde hij onder ongunstige voorteekens de teugels van het bewind. Zijue onderdanen wilde hij door het bouwen van citadellen en vestingen in toom houden. Zijne overspel'ge daden verwoestten zijn familieleven en ver vulden de dagen zijner getrouwe, edele gade met leed en kommer. Zijne tirannie verwekte oproer. In den voorspoed eu in 't geluk sloeg hij alle vermaningen in den wind. Alle goede voornemens, die hij iu den tegenspoed maakte, waren van zeer korten duur. Het conflict met de Kerk was onvermijdelijk. Hendrik moest op zijn weg de heldhaftige gestalte van Grpgorius ontmoeten. Gelukkig hebben er zelden con flicten plaats tusschen Pausen en Vorsten; geschieden ze, dan is het in de meeste ge vallen ter zake van overspel of kerkroof door de Vorsten bedreven. De Paus sprak over Hendrik de excommunicatie uit. De kiesgerechtigden vau het Duitsche Rijk na men, volgens de bestaande wetten, het recht een anderen kouing te kiezen. Zjj waren op het punt van hun recht gebruik te maken, toen Hendrik naar den Paus snelde om verlost te worden van het ban vonnis. Hij kwam den Paus zeer ongelegen, want deze wist waar het om te doen was. Zooals gezegd is, de Paus had hem niet geroepen, hij kende zijne bedoelingen en hij had liever gezien dat Hendrik wegge bleven ware. Maar dat boetekleedEn dan iu dien strengen winter! Welnu, Hendrik had het zelf aangetrokken, 't Was trouwens in dien tijd niet onteereud. Vrome en dappere vorsten droegen het dikwijls geheel vrij willig. Het boetekleed was een soort mantel die over de gewone kleeren werd aange trokken. Gevaar van verkouden te worden FEUILLETON. Vervolg en slot.) Na verloop van eenige uren kwam het ant woord. Het luidde: „Ken geen honderdzevenen- twintig-jarigen medeburger. Begrijp in 't geheel niet, wat uw vraag beteekenen moet. Verron." J)e hoofdredacteur liep eenige malen met de handen op den rug de kamer op en neer. Ein delijk ging hij weer bij de tafel zitten en schreef de volgende regelen aan zijn mederedacteur Muurice: Amice! Ook het verhaal van onzen Latouche, dat van daag geplaatst is, is uit de lucht gegrepen. Wees zoo goed, en neem er vooralsnog geen notitie van. Ik ben toch nieuws gierig, waar de zaak op neerkomen zal." Twee dagen later bevatte de avondeditie van La Vérite', de gezworen tegenstander van L'Egalité, een hevigen uitval tegen „het verbond van den leugen met de brutaliteit en lompheid". Met het oog op de „beuzelachtige verzinsels," die sinds eenigen tijd de gemengde berichten van zekere dagbladen kruiddenbracht de Vérité in haar kolommen een meesterstukje van satire, een waar vuurwerk van boosaardige scherts, een stortvloed van onweerstaanbare ironie. Niet alleen de gemengde berichten en de figuur des heeren Pierre Latouche, maar het geheele redac- of de koorts te krijgen bestond er dus voor Hendrik niet. Daar had hij wel zorg voor gedragen. Maar hij stond drie dagen en drie nachten onder den vrijen hemelJa, zegt de roman, de geschielenis echter zegt: neen. Wat zou bij dan 's nachts hebben uitgevoerd? Hoogstwaarschijnlijk geslapen, en wij gelooven gaarne dat die gespierde en krach tige reus der middeleeuwen, wel een flinken dut zal gemaakt hebben. Maar het Duitsche patriotisme, moest dat de handeling van Hendrik IV, niet laken? Dwaasheid! Als de profeet Nathan den moed had Koning David ernstig de les te lezen, als de h. Ambrosius zich plaatste aan de deur der kerk om aan Keizer Theodosius den toegang te weigeren, als in andere landen de Vorsteu hunne ernstige berispers en bedillers hebben ge vonden, dan zal toch waarliik Duitschland geen aanspraak maken op een privilege, als er quaestie is van zulk eene ergerlijke daad als die waaraan Hendrik IV zich had schuldig gemaakt. Wij meeneu nu het voorgevallene te Canossa duidelijk genoeg beschreven te hebben. Anti-Katholieke geschiedenis-fa brikanten hebben de beroemde scène voor gesteld als een smaad voor Duitschland, zij beschuldigen Gregorius van overmoed en hardnekkigheid en decreteeren dat het de Paus was die, een Duitschen Koning ge dwongen heeft voor hem in 't stof te knielen. Zij spreken voorts van het gehate Rome, dat wreed entyranniek was. Nu aan leugeus zijn we gewend. Dat de Cauossa-scèue een treurig voorval is, wie zal het betwijfelen Doch wat was hier het treurige van de zaak? Dat Duitschland toenmaals een Koning had, die zijn plicht vergat en zich aan de ergerlijkste handelingen schuldig maakte. Dit moet het Duitsche hart nog leed doen, niet dat zulk een individu zich genoodzaakt zag voor Gregorius in boete gewaad te verschijnen, 't Recht was aan de zijde van den grooten Paus niet aan den kant van den misdadigen Koning. Laat men toch in 's hemels naam zwijgen van nationaliteit en patriotisme! Dat zijn bij de Canossa-scèue woorden zonder zin Het gebeurde te Canossa zal ieder on bevooroordeelde tot bewondering dwingen van een bijna bovenmenschelijk karakter. De wapenlooze overwinning van Gregorius tie-personeel moest liet ontgelden. Een schitte rend slot stempelde het geslepen-geestige artikel tot een volslagen gebeurtenis in de journalisten- wereld. De hoofdredacteur van de Egalité was buiten zich zelf. Dadelijk liet hij den zondaar, die van dat alles de oorzaak was, bij zich komen. „Meneer Latouche," zei hij, toen de schul dige met gebogen hoofd de kamer binnentrad, „ik moet u dringend verzoeken mij eenige op helderingen te geven over de wijze, waarop u zich kwijt van uw tank als medewerker. Hoe komt u er bij, om met een hardnekkigheid, die bijna aan 't belachelijke grenst, berichten te publiceeren over den dood van bedaagde perso nen berichten, waarvan elke syllabe verzon nen is." Pierre Latouche gaf geen antwoord. „Nu?" ging de hoofdredacteur voort, „mag ik u verzoeken „Vergeving...." stamelde Pierre Latouche. „Ik u zult me toegeven De hoofdredacteur werd over zijn geheele ge zicht purperrood. „Den drommel zal ik toegeven Ik geef toe, dat u ons blad ruïneert. Daar! Lees, hoe de Vérité ons van daag kort en klein slaat." „Ik ken het artikel al," zei Latouche. „Zoo? U kent het al? En u zegt dat zoo kalmpjes, als ware deze afschuwelijke aanval de prachtigste réclame heeft meer recht op de bewondering der wereld, dau alle overwinningen van een Alexander, Cesar, Wilhelm of Napoleon Hendriks bekeering was niet oprecht. Zijn pelgrimgaug naar Canossa was slechts politieke huichelarij. Spoedig vergat hij de beloften aan den Paus gedaan en het duurde niet lang of hij nam eene dreigende hou ding aan. De reis van den Paus naar Duitschland wist hij te verijdelen. De ver gadering der vorsten te Augsburg had niet plaats, maar er werd toch een andere Koning (Rudolf van Zwaben) gekozen toen men zag dat Hendrik zijn ergerlijk en wille keurig regeerings-systeem niet wijzigde. Hendrik overwon echter zijn tegenstander en richtte nu al zijne woede tegen den Paus. De rampzalige Koning verklaarde (hóe belachelijkopnieuw den Paus ver vallen van den Apostolischen stoel en liet door zijne gecreëerde Bisschoppen een an deren Paus benoemeu. Vervolgens trok hij met een leger over de Alpen en belegerde Rome, dat hij innam, met uitzondering van de Engelenburg, waarheen Gregoriusgevlucht was. Robert Guiscardeen Hertog dei- Noormannen, bevrijdde den Paus. Gregorius verliet Rome eu begaf zich naar Monte Cassiuo, later naar Salerno, waar hij den 25sten Mei 1085 overleed. Zijne laatste woorden waren: »ik heb de rechtvaardig heid lief gehad en het onrecht gehaat, daarom sterf ik nu in ballingschap. Met deze woorden gaf hij zijne ziel in Gods hand. Hit het verbanningsoord op aarde ging hij naar het hemelsch vader land, om daar de belooning voor zijn strij den en lijden te ontvangen. Geheel anders was het einde van den rampzaligen Koning Hendrik. Hij volhardde in zijne misdaden, verloor zijne kroon en stierf te Luik, beladen met den ban der Kerk. De groote Paus Gregorius werd door o God na zijn dood door wonderen verheer lijkt. De Kerk echter heeft den schornsten krans, dien zij aan de overledenen kan geven, op het eenzame graf van den grooten Paus nedergelegd: zij heeft hem heilig ver klaard eu hem alzoo uit het verbannings oord op de altaren geroepen. Gregorius VII stierf in den strijd, hij heeft de zegepraal der Kerk niet mogen aanschouwen; maar hij heeft met onver schrokken moed de baan gebroken, die „O, liet doet me ten zeerste leed „Leed? Dat bad vroeger moeten komen Nog eens, hoe komt u er toe, om op zulke een wijze het u geschonken vertrouwen te misbruiken, en de Egalité ten spot te maken van de heele wereld „Ach, meneer," zei Latouche bijna schrei ende, „had ik kunnen vermoedenMaar ik beloof u aan de Vérité zal ik het betaald zetten." „De Vé-ité heeft volkomen gelijk. Kom, flink voor den dag er meeals u zich niet behoorlijk kan rechtvaardigen, zie ik mij genoodzaakt u tegen het volgende jaar uit uw betrekking te ontslaan." Pierre Latouche scheen met zich zelf in twee strijd. „Meneer", zei hij eindelijk," niet uw bedrei ging, maar een gevoel van billijkheid geeft mij aanleiding u de waarheid te zeggen. U zult mij uitlachenmaardat doet er niet toeU moet niet denken, dat ik uit overmoed, of uit onbekwaamheid, of uit gebrek aan betere stof. Ziet u, meneer, ik heb een ouden vader. De man telt thans vijfennegentig jarenHij leest geen ander blad dan het onze. Hij bleef steken. „Nu, verder?" vroeg de hoofdredacteur. „De man is oud," ging Latouche met zachter stem voort, „maar frisch en gezond, en hij wil nog zoo gaarne leven, o zoo gaarne Als hij leiden moest tot de vrijheid en de over winning der Kerk en die werkelijk daarheen geleid beeft. Per crucem ad lucem! Door den strijd tot de overwinning Tusschen Frankrijk en België is een overeenkomst gesloten, waarbij de grenzen vau gewicht en afmeting van pakketten, staleu van koopwaren worden vastgesteld, die door de postadministratie van beide landen worden bezorgd. Het gewicht mag zijn hoogstens 350 gram, de afmetingen hoogstens 30 cm. lang, 20 breed en 10 dik. Te Marseille zijn op nieuw oproerige biljetten aangeplakt, geteekend: »Het uit voerend revolutionnair comité.»Het wordt tijd,aldus wordt in die biljetten gezegd, »den verbitterden strijd zonder oponthoud en zonder genade weer te beginnen, want men kan niet langer onverschillig blijven bij de gruwelen in Tunis, waar onze sol daten, tot roem eu ten bate van Gambetta, den meineedigen burger, vermoord worden. Het slot luidt aldus: Arbeiders, laten wij de middelen aanwenden, die de wetenschap ons aan de hand doet en waarvan de nihi listen en de fenians, ons ten voorbeeld, zich bedienen. Het is de zaak der mensch- heid de volksuitzuigers en de volksmoor- deuaars aan den dood prijs te geven. Te Berlijn is een geneesheer Schluter genaamd, door de politie in hechtenis ge nomen, wegens het uiten van bedreigingen op het leven des keizers. Hij werd in het bezit gevonden van een met zes kogels geladen revolver. Hij gedroeg zich zóó zonderling, dat het de vraag is, of men met een krankzinnige dan wel met een misdadiger te doen heeft. Parnell is van zijn ongesteldheid weer hersteld. Hij heeft er van af gezien, om bezoeken te ontvangen daar men hem toch te veel op de vingers kijkt en te nauw lettend toeluistert naar hetgeen tusschen hem en zijn bezoekers gesproken wordt. De vrouwen-league bewijst hem allerlei attenties. Zij maakte voor hem een mooie chamber-cloak en liet hem een kostbare slaapmuts brengen door het Parlementslid Gray. Ondanks ofHciëele tegenspraak duren uit Weeuen de dépêches voort, meldende dat de toestand ernstig is in Dalmatië. De nu leest van mensclien, die heel oud geworden zijn. neen, lach er r.iet om, meneerdan is de man blijIk zelf heb het een paar maler, gezien, hoe zijn oogen opklaarden „Pierre," zei hij dan, „zie je, daar is er al weer een, die de honderd bereikt heeftZoo God wil, brengt je oude vader het ook nog zoo ver, en dan beleef ik het nog, dat je jongste verzorgd is En nu dacht ik Het was wel zeer dwaas, maar u kunt niet gelooven, meneer, hoe blij ik was, als ik weer zoo'n geschied: nis geluk kig geplaatst had, en ik las het dan zwart op wit, en stelde mij den ouden, eerlijken man voor, hoe hij ginds in zijn eenvoudig stadje. De hoofdredacteur beet zich op de lippen. Geroerd zag hij in het opene, goedige gezicht, dat de uitdrukking droeg van een schoolknaap, dien men op een domheid heeft betrapt. „Meneer Latouche," zei hij na een lange pauze, „eenmaal in elk half jaar wil ik de specialiteit, die u zich uitgekozen heeft, laten doorslippen. Maar, niet waar, u zult me wel een plezier doen om uw hoogbejaarde personen in Zweden of Schotland te laten wonen Daar hebben we ten minste geen controleerende abonnenten. Ga nu heen, en zie, hoe u het met de Vérité klaar speelt." Hij schudde hem hartelijk de hand en liet hem uit.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1881 | | pagina 1