NIEUWE No. 540. Donderdag 1 December 1881. 6e Jaargang, Kinderlijke vermaken. BUITENLAND. 0,06 Op de velocipède. HAAMMSCBE mm. ABONNEMENTSFBIJS Per 3 maanden voor Haarlem Buiten Haarlem franco per post. Afzonderlijke Nummers 0,85 1,— Dit blad verschijnt Eiken WOENSDAG en ZATERDAG. B U B E A U: St. Jansstraat Haarlem. ïiHfSii" IEL AGHTE MA NON AGITATE. PBIJS DEB ADVERTENTIËN Van 16 regels30 Cents. Elke regel meer5 Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant. Advertentiën worden uiterlijk Dinsdag- en Vrijdag avond voor 6 uur ingewacht. Uitgevers KÜPPERS LAUREY. Bij dit nummer behoort een bijvoegsel. Als de goddelijke Kindervriend, die de kleinen zoo lief had, dat hij zijne leerlin gen, die hem, na de vermoeienissen van den dag, eenige rust wilden gunnen en de moe ders afwezen, toeriep: slaat de kinderen tot mij komen,in een kinderkring der negentiende eeuw zou treden, wat zou hij wel zeggen, als hij gewaar werd, hoe men er op uit is de onschuldige kinderlijkheid, die hij zoo innig lief had, bij kinderen moedwillig te ondermijnen, door hen deel te laten nemen aan vermaken die weinig of liever gezegd in het geheel niet passen voor hunnen leeftijd. Zijn er dan geen kinderlijke spelen en natuurlijke vermaken genoeg, dat men reeds met de kinderen beginnen moet, de eerste jaren hunner onschuld door kunstmatige uitspanningen te vergiftigen? Kinderen moeten kinderen blijven, zoo lang het mogelijk is; zij moe ten hunne jeugdige krachteu sterken voor het latere leven. Zij moeten loopen eu springen iu veld eu bosch, voor beu past de vlieger in de lente, de knikkers in den zomer, de tol en hoepel in den herfst en de slede in den winter. Maar kinderen van acht- tot tweejarigen leeftijd naar schouw burgen, bals en partijen te laten gaan of ze er heen zenden in balkleederen, als lil liputters, met eng geregen tailles, laag uit gesneden kleeren, voorzien van waaiers en binocles, dat wil niet anders zeggen, dan een graf delven voor de onschuld en te vredenheid, dat beduidt niet anders dan hen, door vroegtijdig coquetteereu, het leven op latere dageu verzuren, zoodat zij aan het edele, schoone en goede geeu genot meer vinden. Als de joodscho moeders hunne kinderen onder de wagenraderen van hun koning Juggernaut wierpen, of de hei - denscheoudershunuekiudereu in degloeiende armen van den afgod Moloch offerden, dan handelden zjj afgrijselijk wreed, doch zij handelden niet slechter, dan de chris telijke moeders die de onschuld hunner kinderen ondermijnen door hen aau ver- FE U1LLET ON. Zoo was dan eindelijk mijn geliefkoosd droom beeld in vervulling gekomen. Ik, Jan van Daalen, candidaat in de philosophie uit liefde voor de wetenschap en repetitor om den broode, in één woord een arme drommel, ik zag me door 't over lijden eener verre bloedverwante in het bezit van drie duizend gulden baar geld! Ik kon nu mijn studiën geregeld voortzetten, zonder ze af te breken door 't geven van vervelende, maar broodnoodige lessen; bovenal zag ik me nu in staat gesteld iets van de wereld te gaan zien. Ja, dat laatste vooral was het, wat mij steeds als een, zij 't dan ook onbereikbaar, ideaal voor den geest gezweefd had. Onbekommerd om den dag van morgen de wereld in te trekken, mij te laven aan natuurschoon en kunst, bovenal mij te begeven onder menschen, die ik, arme kerel, nauwelijks anders dan uit de boeken kende, zou mij dat voor mijn volgend leven niet meer helpen, dan al dat geploeter in de wetenschap, die mij, ik gevoelde het zelf te goed, langzamerhand tot een geestelijk dood geleerde maakte. Mijn plan was dan ook weldra vastgesteld. De eene helft van mijn kapitaal plaatste ik in de spaarbank. Het moest dienen om mijne studiën te voltooien, nadat ik de andere helft op reis verteerd had. Ik meende met die vijftienhonderd gulden een jaar lang te kunnen zwerven naar wel gevallen. Het moderne geraffineerde toeristen-leven was mij onbekend en zou ook niet in mijn een- voudigen smaak gevallen zijn: ik kon dus met weiDig toe. Juffrouw Kars, mijne getrouwe hos pita, wilde wel mijne kamer over een jaar weder ter mijner beschikking stellen; haar ook liet ik maken deel te laten nemen, welke voor den prilleu leeftijd uiterst gevaarlijk zijn. Daarenboven is het voor de gezondheid der kinderen hoogst uadeeiig wanneer zij aau ongeoorloofde uitspanningen deel ne men. Dikwijls is eene ziekte van langen duur er het treurige gevolg van, ja niet zelden wordt eeu ganscb menschenleven er door geruïneerd. Vandaar de vele klachten vau ouders en onderwijzers dat de meeste kinderen zoo zwak, zoo zenuwachtig, zoo stompzinnig zijn. Ongetwijfeld, de moderne vermaken die soms tot laat in den avond duren, zijn weinig geschikt om het zenuw systeem der kleinen te versterken, integen deel, het wordt er door verwoest of althans verzwakt. Maar ook voor den geest van het kind zijn die uitspanningen, laten we liever zeggen uitspattingen, gevaarlijk spel. De ouderwijzers, die zulke kindereu moe ten onderrichten, ondervinden vaak de gees telijke afmatting en verzwakking der klei nen, omdat die naaperij van de volwassenen, de kinderen voor het leeren eu denken totaal ongeschikt maakt. Reeds op de dagen die de moderne kinderfeesten voorafgaan, ziju de kleinen abnormaal. Zij denken aan niets anders dan aan de dingen die komen zullen. Op den dag van het feest en dik wijls dagen daarna, schittert het kind op de school door zijne afwezigheid, en als het eindelijk wederom de school bezoekt, dan is het kind dikwijls zoo afgemat eu zoo vermoeid dat er van een ernstige studie geen sprake is. Aldus is tijd verloren, krach ten verloren en gezondheid verloreu. Hoe zal het kind nu met andere kinderen, wier ouders niet zoo ouverstandig zijn, gelijken tred in 't leeren houdeu, met kinderen wier geest en lichaam eiken morgen door eene gezonde nachtrust verfrischt en ge sterkt zijn, zoodat het kind met nieuwen moed en nieuwen lust aau de studie gaat. Vanwaar komt het dat de stompzinnigste kinderen gewoonlijk te vinden zijn in de zoogenaamde hoogere standen der maat- O O schappij? Heeft dit feit niet ziju groud in de omstandigheid, dat deze kinderen ver troeteld worden, terwijl de kinderen van mijn schamel inboedeltje ter bewaring achter. De weelde van een goed handvalies was de eenige, die ik mij veroorloofde, en aldus toegerust, toog ik lustig de wereld in. Zoo had ik gedurende acht maanden geheel Duitschland doorkruist. Nu eens was ik ettelijke dagen achtereen in een boerenherberg te gast ge weest, en had van daar uit de schoone omgeving bezocht en mij bij de landbewoners aangesloten; dan weer hield eene der grootere steden met bare musea mij geboeid, en vulde zicb mijne boekengeleerdheid aan, terwijl ik de gelegenheid, om met wetenschappelijke mannen kennis te maken, gretig aanvaardde. Haast al te snel vloog me de tijd om, en ik zag met schrik het einde tegemoet dier heerlijke, onbezorgde dagen, die, ik gevoelde het zelf zoo goed, mij tot een geheel ander mensch maakten. Over Zwitserland trad ik Frankrijk binnen. Mijn voornemen was, dit land verder te doorkruise^ om de laatste maand van mijne reis voor een bezoek aan Parijs te behouden; mijne geldmid delen, die ik nauwkeurig beheerde, stelden mij daartoe nog in staat. Ik was dau in de oude universiteits-stad Montpellier aangekomen en had na eene vluch tige beschouwing terstond het voornemen opge vat daar eenige dagen te verblijven. Zoowel de omgeving als de hier aanwezige wetenschappe lijke verzamelingen trokken mij aan; niet min der echter de vroolijke, zij 't dan ook snoevende geest der Zuid-Franscken. Ik had namelijk het geluk gehad, reeds terstond verschillende be langwekkende kennismakingen aan te knoopen, en onder deze was er geen, die ik meer op prijs stelde, dan eene voorstelling aan monsieur Dupont, gewezen rijtuigfabrikant, en thans op veertigjarigen leeftijd reeds rentier. den middelstand te huis door kleine bezigheden eu kinderlijke uitspanningen gesterkt, door goede doch eenvoudige spij zen uitstekend gevoed, met rozeu op de wangen en gespierde ledematen de eerste plaats op school inuemen. Kinderen hebbeu geen behoefte aan kunst matige, opwekkende vermaken. Zij arau- seeren zich te huis van zei ven met eene kleinigheid. Hunne uitspanningen mogen niet ten koste komen van hunne hersen- kracht en gezondheid, allerminst mag kunne moraliteit ondermijnd worden; want ge schiedt het eerstgenoemde dau lijdt ook hunne ziel. Slechts in een gezond lichaam woont eene gezonde ziel. Maar hoe zal de ziel van het kind, vervuld vau allerlei opwekkende beelden eu schadelijke gedach ten, gezond blijven, als het kind reeds in de eerste jaren zijner jeugd deelneemt aan vermaken, die zelfs voor volwassenen zeer gevaarlijk zijn Onze kinderen moeteu met eenvoudige, onschuldige uitspanningen worden opge voed. Men drage zorg dat de kinderen deu liuiselijken haard lief hebbeu; men ver wachte niet van hen dat zij altjd leereu of serieus bezig zijn, zj moeten ook hunne uitspanningen en vermaken hebbeu; zij hebben behoefte aan innige deelneming, aan warme innige liefde. De zenuwachtige O O mama met hare migraine eu de norsche papa, nog suffende tengevolge vau het feest van den vorigen avond, mogen niet ver langen dat de kindereu te huis altjd stil ziju en rustig bij veil zitten, dat is onna tuurlijk eu strijdt tegeu deu kiuderljkeu zin. Kinderen die bj hunne uitspanningen den bjval en raad hunner ouders vinden, hebben het ouderijk huis lief en zullen het nimmer den rug keeren, zooals dit veeltjds het geval is bj kinderen, wier phantasie door seusueele boekeu eu moderne kinderfeesten verwend, maar kunstmatiger opwekkingen en uitspanningen verlangen dan het ouderlijk huis hun geven kan. Gelukkigerwjze zju er slechts weinig Katholieke ouders die bovenvermelde dwaasheden begaan en hunne kinderen Monsieur Dupont was een dier menschen, welke oppervlakkige beschouwers wat heel on bekookt een „zonderling" noemen. Hij had in korte jaren een groot vermogen reizameld, daarna zijn zaak verkocht, en leefde nu als celibatair e op eene kleine villa in de voorstad. Conversatie in de gewone beteeken is van het woord hield hij niet aan; men zag hem nooit op concerten, reünies of dergelijke partijen. Zijn eenige uitgang was eiken morgen gericht naar het café du Nord, waar hij met eer. bepaald gezelschapje kooplieden zijn partijtje domino maakte, en 't was ook daar, dat ik aan hem voorgesteld werd. Ondanks zijn titel van rentier was Dupont zeer werkzaam. Hij hield van knutselen, zoeken, uitvinden, en in die richting was zijn scherpe geest steeds bezig en kwam zijne kennis als ge wezen fabrikant hem uitnemend te stade. Aan de wetenschap echter was hij geheel vreemd, en dit was wellicht mede de reden waarom hij mij, den man der theorie, met ongewone hartelijk heid tegemoet kwam, mij in zijn huis leidde, en me weldra had ingewijd in alle ideeën, chimères en onderzoekingen, waarvan hij op het oogenblik bezield was. Zijn stokpaardje was juist een velocipède, die niet door het lichaam in beweging gebracht be hoefde te worden, en inderdaad had hij genoeg zaam alle bezwaren, die zich daarbij opdeden, overwonnen. „Ziehier, mon ami" sprak hij, nadat hij mij (en dat was toen ik nauwelijks zijn drempel voor de eerste maal overschreden had) iu zijn atelier leidde, „ziehier mijn vinding. Oor spronkelijk was dit eene gewone Engelsche twee- wiels-velocipède van het beste staal; ze moest natuurlijk door de voeten in beweging gebracht worden. Eu wat heb ik nu gedaan om die be weging voor den ruiter overbodig te maken? Ik reeds vroegtijdig in het ongeluk storten. De meesten behartigen zeer goed hetgeen de goddelijke Kindervriend ons heeft toe geroepen wee u, zoo een dezer kleinen door u geërgerd wordt, 't ware dien beter als hij met een molensteen aan den hals in de diepte der zee geworpen werd. Maar er zijn ook helaas ouders die, ofschoon zij het goed met hunne kinderen meenen, zich laten verleiden en de onschuld en ze delijkheid, gezondheid en gelukkige toe komst hunner kinderen maar al te vaak op 't spel zetten. Het materialisme onzer dagen is er op uit om ook de kinderharten zoo vroeg mogelijk in 't verderf te storten. Geen wonder dus, dat bij de jeugd, lichtzinnig heid, trotschheid, eigenzinnigheid, zelfzucht, hoogmoed en nog vele andere ondeugden iu 't oog loopend de overhand nemen! De klachten over de outaardiug der jeugd zijn helaas! vrij algemeen. Maar klagen alleen helpt niet. Die het ernstig meent, moet zijn geweten raadplegen, voorzorgsmaatregelen nemen eu de oorzaken voorkomen, die tot klagen aanleiding geven. Hij moet zorg dragen, dat de ontwakende hartstochten bij zijne kinderen niet de overhand nemen, doch door bovennatuur lijke middelen, door een liefdevolle, moreele en godsdienstige opvoeding beheerscht en krachtdadig onderdrukt worden. Keizerin Eugenie zal zich niet te Parijs vestigen, zooals door eenige bladen gemeld werd, maar is druk bezig, haar residentie te Farnborough-Hill belangrijk uit te breiden. De Keizerin heeft besloten aldaar een mausoleum te bouwen, waarin het stoffelijx overschot van haar echtgenoot en zoon begraven zal worden. Tusscheu prins Louis Murat enden ba ron de Vaux heeft er iu het bosch van Yésinet een tweegevecht met deu degen plaats gehad. Eerstgenoemde werd bij den derden aanval in de rechterzij gekwetst; de aanwezige geneesheeren verklaarden heb ter weerszijden van het groote wiel een ijzeren trommel aangebracht, die, gelijk ge ziet, bijna evenveel diameter heeft als het wiel zelf: dit laatste komt dan ook maar nauwelijks te zien. In die beide trommels heb ik veêren aan gebracht, stalen veêren, ieder ter lengte van veertig meter en ter breedte van vier centimeter. Ziedaar de bron van mijn beweegkracht. Eenmaal gespannen en daarna gedeeltelijk losgelaten, bren gen deze veêren mijn voortuig in beweging door eeue excentriek die ge hier ziet (een denkbeeld van mijzelven, waarop ik niet weinig trotsch ben) en is hunne spanning zóó groot, dat zij iemand van middelbaar gewicht veroorloven zon der eenige beweging zijnerzijds, een afstand van twee uur gaans af te leggen, altijd natuurlijk wanneer de weg goed is. Met deze kruk, die ik hier vóór me heb als ik rijd, regel ik de snel heid, terwijl ik mijn voertuig op de gewone wijze met handen en voeten stuur. Ik verzeker u echter, dat het heel wat aangenamer is de beenen be- hagelijk op de as van het voorwiel te doen rus ten, dan om ze steeds als beweegkracht te moeten gebruiken." Al sprekende had hij de veer zóóveel ont spannen, dat de raderen zachtjes vooruit bewogen; met een vlaggen sprong zat hij in den zadel, en terwijl hij zijn regulator verder opende, was hij in een wip door het lage raam in den tuin ver dwenen, om na eenige oogenblikken in dolle vaart te komen aanstuiven. Op weinige pas sen van het huis stopte hij, liet den rem werken, en stond triomfantelijk voor mij, alsof hij het best gedresseerde paard onder zich had. (Slot volgt.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1881 | | pagina 1