BINNENLAND. De Oostenrijfrsehe Redering heeft bij het Huis van afgevaardigden een wetsont werp ingediend tot voortzetting van de heffing der belastingen in de eerste drie maanden van 1882, alsook om den termijn der hierop betrekking hebbende bepalingen op het Veredlungsverkehr met het Duitsche Tolgebied te verlengen tot het laatst van 1882. De wet op de militaire strijdkrachten is met groote meerderheid van stemmen aangenomen. De Daily News verneemt uit Weenen dat de Oostenrijksche Regeering plan heeft op terugroeping van den Oostenrijkschen gezant te Bucharest, indien Rumeniës vijandige houding voortduurt. De Standard verneemt uit Petersburg dat een weder uitbreken van de Joden vervolging dreigende is. De Daily News verneemt uit Tunis dat de Franscheu zich voorbereiden tot ont ruiming. Drie duizend man troepen ver trekken tegen het midden dezer maand naar Frankrijk. Het gerucht loopt te New-York, dat Walter Blaine, zoon van den staatssecre taris, en Trescott, oud attaché van legatie te Peking aan boord van een stoomer zijn gegaan naar Chagres met een speciale zending naar Peru en Chili. Het gerucht wil verder, dat de Regeeriug der Unie een circulaire heeft gericht tot de Amerikaan- sche ministers in Peru en Chili, waarin de vurige wensch der Regeering wordt uitgesproken, dat de vrede tusschen beide landen worde gesloten. GEMENGD NIEUWS. 's Hertogenboseh, 6 Dec. Op de stoomtram- lijn 's-Bosch Vught wilde eergisteren-avond een man, terwijl de tram in volle vaart was, van het eene platform op het andere overklimmen hij viel tusschen de slijkborden onder de wagens en werd verpletterd, zoodat men slechts zijn ver minkt lijk vond. Franeker, 6 Dcc. Een wildstrooper uit deze gemeente heeft in den nacht van Donderdag op Vrijdag zijn misdadig handwerk met den dood bekocht; met twee collega's verzette hij zich te gen een veldwachter, op wien zelfs twee schoten werden gelost, en toen schoot de veldwachter hem dood. De twee anderen werden gearresteerd. Apeldoorn. 6 Dec. Een 82 jarige vrouw al hier had Zaterdag-middag het ongeluk bij het spoelen van eenig waschgoed in het kanaal te geraken. Hoewel spoedig en nog levend uit het water gehaald, gaf zij toch kort daarna den geest. Loenen, 6 Dec. Vrijdag-avond is door den trein var. 8.55 uit Amsterdam nabij het station Loenen-Vreeland een kind, met doodelijk gevolg aangereden. Westerbork, 6 Dec.Te Eursinge, nabij deze ge meente, is dezer dagen het bijna driejarig zoontje van J. Speelman in een onbewaakt oogenblik in een sloot verdronken. Ede, 6 Dec. Voor twee vacante betrekkingen van veldwachter in deze gemeente (jaarwedde f 375) hebben zich niet minder dan 65 sollici tanten aangeboden. Scheveningen,6 Dec. In deze gemeente gaat een adres rond om afschaffing van de saturnalie, welke Scheveningsche kermis heet. Arnhem, 6 Dec. Alhier zijn gedurende de maand November jl. niet minder dan 190 processen-verbaal opgemaakt wegens overtreding van de wet op de dronkenschap. Tholen, 6 Dec. Een alhier thuisbehoorend koopman is gisteren-ochtend in een sloot bij de gemeente Poortvliet verdronken gevonden. Gis teren-avond is hij, toen het reeds donker was, over 't dorp gekomen in beschonken toestand. Dit is zeer waarschijnlijk de oorzaak van zijn dood. Beverwijk, 6 Dec. De burgemeester dezer ge meente, de beer J. P. de Zwaanheeft in de Raadszitting van heden verklaard, zijne betrek king als zoodanig neder te leggen. Een predikant te Philadelphia doet een sigarenwinkel bij zijn kerkelijk ambt. Met het oog op de verhooging van zijn inkomen uit die bron, hebben de ouderlingen zijn tractement verminderd. Het N. v. d. D. meldt het volgende: Blijkens uit Leeuwarden ontvangen nadere berich ten, hebben de bladen die ons bericht omtrent de krankzinnigheid van den Haagschen moorde naar W. M. de Jongh tegenspraken, ongelijk. De veroordeelde is krankzinnig, en zijn toestand blijft dezelfde. Hij is zeer lastig, zoodat hij steeds in een dwangbuis is en dag en nacht bij hem gewaakt moet worden. Indien zijn toestand niet verbetert, zal hij naar het krankzinnigengesticht worden overgebracht, namelijk naar Koudewater, nabij 's Hertogenbosch, naar welk gesticht alle crimineel gevangenen, die in dien toestand verkeeren, wor den geplaatst, geliik onlangs ook daarheen vervoerd werd een andere moordenaar van den naam De Jonge. Volgens het Vaderland moet de Jongh vreeselijke gewetenswroegingen hebben. Zijn ge zondheidstoestand is ook in andere opzichten zeer slecht, zoodat overbrenging naar een krankzinni gengesticht waarschijnlijk niet eens noodig zijn zal. Eenige dagen geleden is het léjarig zoontje van zekere Raije te Haarlemmermeer, gewoon met eene kleine negotie bij den weg te loopett, verdwenen. Enkele dagen daarna ging een zoontje van i>. D. met paard en kar de Meer in, doch kwam mede r.iet terug. Den volgenden dag werden paard en kar bij de ouders tehuis ge bracht, maar de zoon bleef weg. Het bleek, dat hij zich door eerstgenoemde had laten bepraten om gezamenlijk de wereld in te gaan. Dat ge beurde ook; maar te Almkerk, in N.-Br., geko men, verdween de eerste weêr heimelijk en liet zijn makker in den steek. Deze zijne verkeerde handelwijze inziende, schreef aan zijne ouders, dat hij weêr te huis zou komen; van den ander heeft men nog niets vernomen. Aan de Geneeskundige Aeademie te Parijs is door den heer liillairet een meisje van zes jaren vertoond, dat 120 pond weegt. Het lieve kind is 1.15 Ned, el hoog en de omvang van het onderlijf bedraagt U/s el. Onlangs werd voor de handels-recht bank te Brussel iemand door zijn kleermaker ge daagd, die beweerde eene aanmerkelijke som van hem te vorderen te hebben. Hij verklaarde echter bij eede den man niet te kennen en hem niets schuldig te zijn. Dezer dagen hem voor een café in de passage St. Hubert ziende zitten, diende de kleermaker hem zulk een geduchten oorveeg toe, dat hij met het hoofd tegen een vat viel. Des avonds klaagde hij over hevige hoofdpijn en den volgenden dag was hij overleden. Aan de orde is de benoeming van het stembureau voor de verkiezing van een lid van den Gemeenteraad. De Voorzitter: «Mag ik de heeren verzoeken tot stemming over te gaan." De heer Rikkers-, „Willen wij maar de namen van twee leden te gelijk op het stembriefje zetten, mijnheer de Voorzitter?" De Voorzitter: „Neen, een te gelijk, mijnheer Rikkers." De uitslag der stemming is, dat worden uitgebracht op de heeren de Booy 8 en Backer 4 stemmen. De Voorzitter: „De heer de Booy is alzoo het eerste lid. Nu stemmen we voor het tweede lid, mijne- heeren." De heer Pels Rijcken: „Wie is nu zijn plaatsvervanger?" De Voorzitter: „Daar stemmen wij later voor, tenzij er vrijwilligers zijn." De heer Rikkers: „Als er f 25 mede te verdienen valt, dan wil ik het altijd zijn." De heer van der Burgh: „Dat zou dan een mooi daggeld zijn?" De Voorzitter: „Dus dan zou u er wat aan willen verdienen." De heer Rikkers: „Ja, voor f 25 wil ik alle dagen wel in een stem bureau zitten." Het vorenstaande is een uit treksel van het verhandelde in de zitting van den Gemeenteraad van Breda van 19 Nov. 11., blijkens het verslag dat de Nieuwe Bredasche en Oosterhoutsche Courant van die Raadszitting gaf. Dat blad heeft voor ons driedubbele waarde, wanneer er een Raadsverslag in voorkomt. Naïeve praatjes als 't bovenstaande zijn er toch schering en inslag van, en dikwijls kwam de vraag bij ons op, of wij ons moesten verwonderen over den leuken verslaggever of over den gemeenzamen toon dien de Bredasche Gemeenteraadsleden onder elkaar voeren. Maar daar het verslag steeds de blijken draagt van groote, zij het dan ook nuch tere waarheidsliefde, is onze verwondering ten slotte zeer groot geworden over den Gemeenteraad van Breda, die, eenmaal de ondervinding heb bende opgedaan dat de Bredasche pers een scherp oor en een naïeve opraerkingsopgave bezit, nochtans voortgaat met het voeren van dergelijke banale praatjes, die weinig strooken met het decorum, dat een gemeentelijke vertegenwoordiging niet uit 't oog mag verliezen. In de zelfde Bredasche Raadszitting van 19 Nov. was aan de orde een voorstel van B. en W. om aan iemand een huis ondershands te verhuren. De Voorzitter vroeg, of niemand er tegen had, er. voegde er bij: „natuur lijk onder goedkeuring van heeren Gedeputeerde Staten en voorafgaande publiceering." Het bleek dat niemand er tegen had, want zonder discussie werd door den Raad dienovereenkomstig besloten. En wat zeide nu de Voorzitter nog pour la bonne louchenadat het besluit reeds genomen was? De Voorzitter: „Het is niets dan plagerij van Gedep. Staten om zoo iets vooraf te doen publi- ceeren." Het staat gedrukt in gezegde Bred, en Oosterh. Ct. van 24 Nov. Bijvoegsel Toen Zaterda g-o chtendaangenezijde der spoorbrug te Venlo, een beladen kar met biggen stond om die naar de markt te brengen, werd het paard schuw voor den voorbij snellenden trein en begon te steigeren waardoor de draagriem brak. De vrouw die op de kar had plaats genomen, viel er af en was onmiddellijk een lijk. Een metselaar, die aan een riool op op den Boulevard Saint Germain te Parijs werkte, hakte met zijn houweel een gasleiding af. Zijn lantaarn ontstak het gas en dit deed de brand bare stoffen waarmede de telephonische draden, die door het riool loopen, ontvlammen, welke vlam zoo voortwoekerde dat zij in het bureau van de telephoonleiding, rue du Bac, uitsloeg, en aldaar 6000 fr. schade aanrichtte. De Eransche graaf de Circourt, in November 1879 te Parijs overleden, en wiens salon lange jaren het middelpunt was van de eerste geesten op elk gebied, was bekend om zijn dui zelingwekkend sterk geheugen. Daarbij kwam, dat hij verwerkte wat hij wist, zoodat zijn geheugen niets machinaals had, maar hem juist in staat stelde, over letterlijk elk gebied een goed en zakelijk oordeel uit te spre ken. Onbegrijpelijk was de hoeveelheid kennis, die hij, dank zij zijn geheugen, had opgedaan, terwijl zijne goedhartigheid maakte, dat zijne vrienden steeds konden beschikken over zijn ar senaal van menschelijk weten. Lamartine o. a. heeft bij 't schrijven van verschillende werken veel aan de Circourt's kennis te danken gehad. Wat de Circourt eens gelezen had vergat hij nooit, hoe ingewikkeld het was. De meest samen gestelde geuealogische reeksen b. v. had hij in zijn hoofd, en zijne lievelings-dichters, o. a. Dantes Divina Comoedia, kende hij van de eerste tot de laatste strofe van buiten. Op zekeren tijd was hij bij eene bevriende familie op het land te gast, en las daar na het diner den llalmet in 't Fransch voor. „Ik wist niet," sprak de vrouw des huizes, „dat onze bibliotheek zulk een goede Fransche vertaling rijk was. Toen zij het boek opnam, bemerkte ze, dat het eene Engelsche editie was, die de Circourt al lezende in 't meest vloeiende Fransch vertaald had! In 1848, toen hij tijdelijk zaakgelastigde aan het Pruisische hof was, werd hij op een diner bij Friedrich Wil helm IV naast een zendeling geplaatst, die juist uit Zuid-Afrika teruggekeerd was. In hun ge sprek over dat land toonde de Circourt zulk een veelomvattende kennis van de toestanden aldaar te bezitten, dat de zendeling verbaasd uitriep: „Maar mijnheer de graaf, ge moet heel wat jaren in Zuid-Afrika doorgebracht hebben!" „Volstrekt niet," luidde het kalme antwoord, „ik ben er nooit geweest, maar lees alles wat over dat on derwerp verschijnt." Dat men aan het Ministerie van oor log nog steeds op bezuiniging bedacht is, blijkt uit eene circulaire, dia onlangs aan de korps- kommandanten is gezonden. Daarin wordt gewe zen op het enorme verbruik vau roodband voor het verpakken van de patronen. De Minis ter verwacht eene belangrijice bezuiniging van de poging om die bandjes voor de tweede en zoo mogelijk voor de derde maal te doen gebruiken. Een zeer belangrijke uitvinding is die, om de spoorwegen (de wegen zelf) electrisch te verlichten, welke dezer dagen gedaan en in de praclijk reeds gebleken is aan de te stellen eischen te voldoen. De heeren Sedlacek, in Leoben, en Schuckert, in Nurnberg, hebben nl. na langdurige proefneming een electrische lamp gemaakt, die vóór aan de locomotief is bevestigd en bestand is tegen de schokken van die machine. Boven op de machine bevindt zich een kleine stoom machine, die door middel van een electrischen motor de lamp voedt. Zulk een constructie was noodig, omdat het voornaamste mechanismus van de locomotief bij en op de stations (dus juist waar de zaak het meest noodig is) weinig of in het geheel niet werkt. Op een afstand van 1000 M. wordt de weg als over dag verlicht. In verbin ding met de spoedig werkende remtoestellen zal nu de veiligheid bij nacht vrij wat grooter worden. Een jongmensch te Mittweida ligt gevaarlijk ziek aan bloedvergiftiging, die hij zich op den hals haalde door het dragen van groene glacé-handschoenen, terwijl hij een klein open wondje aan den vinger had. Weer een bewijs, hoe voorzichtig men moet zijn met de kleur der hoop. Op den geduchten storm, zooschrijft men van Panama, dd. 7 November, die den 29 September te Mazatlan woedde, is den 26 Octo ber jl. een tweede en nog vreeselijker gevolgd, diedestadManzanillototaalheeft vernield.Deze laat ste storm bepaalde zich nagenoeg geheel tot den omtrek van de baai Manzanillo. In de 24 uur, gedurende welke de wind zijn reuzenkracht uitte, gingen 5 groote buitenlandsche schepen verloren, en werd de stad volkomen van de aarde wegge vaagd. Er bleef geen gebouw staan. Afgezien van het verlies van schepen, lichters enz. be draagt de schade ettelijke millioenen guldens. Circa 30000 tienguldenstukken werden Zaterdag van Amsterdam naar Parijs geëxporteerd. Zoodoende kunnen wij vlug van ons goudgeld af komen, althans een heel eind gevorderd zijn als de Muntconferentie wordt hervat, in afwach ting waarvan de Regeering alles lijdelijk moet aanzien. In het Engelsche blad Naturewordt een schijnbaar verontrustende correspondentie ge voerd over „hoeden en hoofden," waarin een paar theoretici, op grond van de proefondervin delijke maat-nemingen der hoedenmakers, trachten te bewijzen dat wij, van het tegenwoordige ge slacht, kleiner hoofden hebben dan onze voorva deren. Zekere Mr. Luckett, die de eerste schijnt geweest te zijn om een punt aan te roeren, dat sommigen wellicht als niets anders dan eene nachtmerrie zullen beschouwen, beroept zich op de opgaven van verscheidene bekende hoeden makers, zoo in Londen als in de provinciën, ten bewijze dat de hoeden gemiddeld minder wijd zijn dan vijf-en-twintig jaar geleden. Dit valt niet te betwijfelen, maar geheel iets anders is het daaruit de gevolgtrekking te maken, dat het hoofd kleiner wordt. Wat Mr. Lucket er ook tegen moge aanvoeren, is de geheele zaak mis schien gedeeltelijk daardoor te verklaren, dat het haar nu algemc en kort geknipt wordt, hetgeen vroeger alleen het geval was bij soldaten, koetsiers en misdadigers, en dat men den hoed nu boven op het hoofd draagt in plaats van over de ooren en tot in den nek, zooals men op elke modeplaat van dertig jaar geleden zien kan. Maar al kon den de hoedenmakers ook bewijzen dat onze hoofden werkelijk kleiner worden, wat zou dat dan nog? Het zou voorzeker hunne eigene dwaas heid bewijzen, als zij wilden beweren dat daar om het tegenwoordige geslacht minder hersens moet hebben dan het vroegere. Die correspondentie is wel aardig, maar volstrekt niet verontrustend. De operatie van ander vleesch inzet- ten is dikwijls met goed gevolg gedaan; maar het eerste bekende voorbeeld, dat er een stuk been van een levend mensch in een lichaams deel van een ander werd overgebracht is onlangs vermeld in eene vergadering van de Royal Society in Engeland. In 1878 werd in het hospitaal te Glasgow een kind opgenomen met versterving in het schouderbeen van den rechterarm. Het aange taste deel werd uit het been genomen, maar na vijftien maanden was er nog geen nieuw been aangroeid om de gaping aan te vullen, die zich tot twee derden van de geheele pijp uitstrekte. Het werd dus noodig te beproeven een ander been in de plaats te stellen. Bij drie verschil lende gelegenheden werden in den arm van het kind stukjes levend been overgebracht, die men had verkregen door ze bij operaties uit de ge zonde beenderen van andere patiënten uit te snij den. Bij kleine gedeelten werden zij ingelegd en na verloop van eenigen tijd sloten zij vast aan een, zoodat de arm weer bruikbaar en krachtig werd. Deze kunstbewerking is van groot gewicht, als een bewijs dat een stuk been, in een ander lichaam overgebracht, blijft voortleven en groeien. In een artikel getiteld, „Speculatie in Frankrijk", verhaalt de Parijsche correspondent van de „Times„ een zeer weisprekenden trek van den aard dier speculatie. Eenigen tijd geleden kreeg een van zijn vrienden een bezoek van een voornaam makelaar der Parijsche Beurs. „DeBeurs is zeer willig geweest van daag", voegde de beursman zijn gast heer toe, „en ik heb aardig wat verkocht van een nieuw dingetje, „Les Alpines„. „Wat"? „Spoorweg". „Waar?" „Dat kan ik je niet zeggen". Een uur later verschijnt de make laar voor de tweede maal, en smeekt: "Zeg in 's hemels naam niet, d it ik jgezegd heb, dat „Les Alpines" een spoorweg waren. Ik had het mis; 'tis een mijn" 's Avonds praaide dezelfde makelaar in de Opera voor de derde maal het voorwerp van zijn vertrouwen, en bad: „Voor geen geld ter wereld zou ik willen, dat je iets zeidet van hetgeen ik je vandaag heb meegedeeld. „Les Alpines zijn geen mijn; het zijn ijzersmelterijen, die geen succes hadden, doch waarover Bontoux zich heeft ontfermd, en die nu kans van slagen zouden hebben". Men kan zich denken, zegt de correspondent, hoe mijn vriend zich over dit karakteristieke staaltje van beursspel amuseerde. De ellende te Parijs. Bijeenpolitie-ronde ontdekten de agenten onder een der bogen van den Pont-Neuf, behalve eenige vagebonden, een 45-jarige keukenmeid, die, buiten dienst zijnde, zich door het opstapelen van steenen, een be schutting tegen den ijskouden nachtwind gebouwd had. Op de trappen van de St. Eustachius kerk vonden zij een 52-jarige vrouw met een kind in een zak, waarin zij tegen de koude een toevlucht hadden gezocht. Aan denonderzeeschentunnelterver- binding van Engeland en Frankrijk wordt voort durend druk gewerkt; men denkt over eenige maan den zoover gevorderd te zijn, dat men alsdau een tiende gedeelte van den weg, die in 't geheel ter lengte van 32 kilometer zal zijn, doorgraven zal hebben. En als de verdere werkzaamheden in dezelfde verhouding vorderen, denkt men dat de Engelsche gravers aan gene en de Fransche aan de andere zijde elkander ua verloop van vijf jaren in den tunnel de hand zullen kunnen reiken. Rekent men nu nog dat er een termijn van vijf jaren zal noodig zijn voor het verbreeden van den tunnel en het leggen der spoorstaven,dan zal na tien jaren de onderzeesche spoorweg tusschen beide landen voltooid zijn. Uit London wordt gewag gemaakt van de nieuwe „sensatie" in Engeland: den roof van het lijk des Earls van Crawford en Balcarres uit het mausoleum der familie te Durecht. Lord Crawford's stoffelijk overschot, gebalsemd, werd in December 1880 in het praalgraf bijgezet. In Mei jl. ontving de familie een naamloos schrijven met het bericht dat het lijk gestolen was. Men sloeg daarop toen geen acht, meenende dat het eene booze grap was. Doch eergisteren kwam een arbeider toevallig tot de ontdekking dat de zware arduinen zerken inderdaad verplaatst waren. Men haalde de politie, opende het graf en vond de kist weikelijk verdwenen. Vermoe delijk hebben evenals indertijd bij het ver dwijnen van het cadaver des Amerikaanschen million airs Stewart de lijkroovers geen ander oogmerk dan aan de rijke en voorname familie Crawford eene zware geldsom af te persen. Een Italiaan in Reno, Nevada ge naamd, roemt er op dat hij de sterkste man der wereld is. Zijn ruggegraat schijnt dubbel te zijn en zijne beenderen en gewrichten zijn alle zeer groot. Herhaaldelijk heeft hij met den derden vinger van zijne rechterhand mannen opgetild, die van honderd vijftig tot twee honderd pond wegen, door zijn vinger onder de holte van hunne voeten te houden, en hen zoo eene kamer rond gedragen. Hij kan met zijne vuist een slag geven, die, zooals berekend is, met eene kracht van vijfhonderd pond neerkomt; en toen hij onlangs door een paar forsche Ieren werd aangevallen, greep hij er in elke hand een, en sloeg hen tegen elkander totdat zij bewusteloos en half dood waren. Een Duitsch g e le e rd e i s na 1 a n gd u rige studie tot het besluit gekomen, dat het geheele „levensgeheim" berust op een zekere bewegelijk heid van bepaalde chemische verbindingen.(zoogen, aldehyde-groepen), welke zich in de eiwit-stoffen bevinden. „Een „verschuiving" dezer verbindingen brengt den dood te weeg. 't Is maar zaak te weten, hoe men hel best deze „verschuiving" zoo lang mogelijk verschuiven kan. Te Harrisburgh (Pennsylvanië) is eene maatschappij opgericht die zich ten doel stelt den vuurspuwenden berg Vesuvius te pachten om de petroleumbronnen die deze berg bezit te exploitee- ren. Het kapitaal dezer maatschappij, aan wier hoofd de Italiaan Angelo Rissaponti staat, bedraagt 17 millioen gulden. Een veelbelovend jongmensch te Arnhem, 14 jaar oud, couranten-ombrenger van beroep, zag bij een der klanten door een raampje een horloge met ketting liggen. Fluks een vriend op post gezet, het glas stuk geslagen, naar binnen gewipt, het begeerde voorwerp geroofd, verkocht en de opbrengst versnoept, en eindelijk de jon gen een paar dagen later geknipt en achter slot en grendel gebracht. President Arthur weegt 215 pond, de vice-president Davis 315 pond: samen wegen zij dus 530 pond. De Amerikaansche pers heeft dus geen ongelijk, als zij beweert, dat de Regeering der Vereenigde Staten oogenblikkelijk op soliede grondslagen rust. Te Gelderen (grensstad) is een ket tinghond losgebroken eu ontvleesde letterlijk het eenig zoontje des huizes. De toesnellenden vader kou alleen het razende dier met een slag dooden. Het Handelsblad me 1 dd e dezer dagen, dat eene memorie van aangifte door 17 personen, moest beëedigd worden. Dit is nog een kleinig' luid bij hetgeen dezer dagen te Harlingen is voorgekomen, waar door den ontvanger der regi" stratie een memorie van aangifte is behandeld, welke door 55, zegge vijf-en-vijf tig personen moest beëedigd worden. Wijlen de heer F. Franke, in leven notaris te Amsterdam, heeft zijn geheele nala tenschap, welke na aftrek van eenige vroeger vermelde legaten, geschat wordt op ongeveer f300,000, vermaakt aan het Evaug. Luthersch diakonie-wees-, oudemar,nen-en vrouwenhuis.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1881 | | pagina 2