BINNENLAND.
De Oostenrijfrsehe Redering heeft bij
het Huis van afgevaardigden een wetsont
werp ingediend tot voortzetting van de
heffing der belastingen in de eerste drie
maanden van 1882, alsook om den termijn
der hierop betrekking hebbende bepalingen
op het Veredlungsverkehr met het Duitsche
Tolgebied te verlengen tot het laatst van
1882. De wet op de militaire strijdkrachten
is met groote meerderheid van stemmen
aangenomen.
De Daily News verneemt uit Weenen
dat de Oostenrijksche Regeering plan heeft
op terugroeping van den Oostenrijkschen
gezant te Bucharest, indien Rumeniës
vijandige houding voortduurt.
De Standard verneemt uit Petersburg
dat een weder uitbreken van de Joden
vervolging dreigende is.
De Daily News verneemt uit Tunis dat
de Franscheu zich voorbereiden tot ont
ruiming. Drie duizend man troepen ver
trekken tegen het midden dezer maand
naar Frankrijk.
Het gerucht loopt te New-York, dat
Walter Blaine, zoon van den staatssecre
taris, en Trescott, oud attaché van legatie
te Peking aan boord van een stoomer zijn
gegaan naar Chagres met een speciale
zending naar Peru en Chili. Het gerucht
wil verder, dat de Regeeriug der Unie een
circulaire heeft gericht tot de Amerikaan-
sche ministers in Peru en Chili, waarin
de vurige wensch der Regeering wordt
uitgesproken, dat de vrede tusschen beide
landen worde gesloten.
GEMENGD NIEUWS.
's Hertogenboseh, 6 Dec. Op de stoomtram-
lijn 's-Bosch Vught wilde eergisteren-avond
een man, terwijl de tram in volle vaart was, van
het eene platform op het andere overklimmen
hij viel tusschen de slijkborden onder de wagens
en werd verpletterd, zoodat men slechts zijn ver
minkt lijk vond.
Franeker, 6 Dcc. Een wildstrooper uit deze
gemeente heeft in den nacht van Donderdag op
Vrijdag zijn misdadig handwerk met den dood
bekocht; met twee collega's verzette hij zich te
gen een veldwachter, op wien zelfs twee schoten
werden gelost, en toen schoot de veldwachter
hem dood. De twee anderen werden gearresteerd.
Apeldoorn. 6 Dec. Een 82 jarige vrouw al
hier had Zaterdag-middag het ongeluk bij het
spoelen van eenig waschgoed in het kanaal te
geraken. Hoewel spoedig en nog levend uit het
water gehaald, gaf zij toch kort daarna den
geest.
Loenen, 6 Dec. Vrijdag-avond is door den
trein var. 8.55 uit Amsterdam nabij het station
Loenen-Vreeland een kind, met doodelijk gevolg
aangereden.
Westerbork, 6 Dec.Te Eursinge, nabij deze ge
meente, is dezer dagen het bijna driejarig zoontje
van J. Speelman in een onbewaakt oogenblik in
een sloot verdronken.
Ede, 6 Dec. Voor twee vacante betrekkingen
van veldwachter in deze gemeente (jaarwedde
f 375) hebben zich niet minder dan 65 sollici
tanten aangeboden.
Scheveningen,6 Dec. In deze gemeente gaat een
adres rond om afschaffing van de saturnalie,
welke Scheveningsche kermis heet.
Arnhem, 6 Dec. Alhier zijn gedurende
de maand November jl. niet minder dan 190
processen-verbaal opgemaakt wegens overtreding
van de wet op de dronkenschap.
Tholen, 6 Dec. Een alhier thuisbehoorend
koopman is gisteren-ochtend in een sloot bij de
gemeente Poortvliet verdronken gevonden. Gis
teren-avond is hij, toen het reeds donker was,
over 't dorp gekomen in beschonken toestand. Dit
is zeer waarschijnlijk de oorzaak van zijn dood.
Beverwijk, 6 Dec. De burgemeester dezer ge
meente, de beer J. P. de Zwaanheeft in de
Raadszitting van heden verklaard, zijne betrek
king als zoodanig neder te leggen.
Een predikant te Philadelphia doet
een sigarenwinkel bij zijn kerkelijk ambt. Met
het oog op de verhooging van zijn inkomen uit
die bron, hebben de ouderlingen zijn tractement
verminderd.
Het N. v. d. D. meldt het volgende:
Blijkens uit Leeuwarden ontvangen nadere berich
ten, hebben de bladen die ons bericht omtrent
de krankzinnigheid van den Haagschen moorde
naar W. M. de Jongh tegenspraken, ongelijk. De
veroordeelde is krankzinnig, en zijn toestand blijft
dezelfde. Hij is zeer lastig, zoodat hij steeds in
een dwangbuis is en dag en nacht bij hem gewaakt
moet worden. Indien zijn toestand niet verbetert,
zal hij naar het krankzinnigengesticht worden
overgebracht, namelijk naar Koudewater, nabij
's Hertogenbosch, naar welk gesticht alle crimineel
gevangenen, die in dien toestand verkeeren, wor
den geplaatst, geliik onlangs ook daarheen vervoerd
werd een andere moordenaar van den naam De
Jonge. Volgens het Vaderland moet de Jongh
vreeselijke gewetenswroegingen hebben. Zijn ge
zondheidstoestand is ook in andere opzichten zeer
slecht, zoodat overbrenging naar een krankzinni
gengesticht waarschijnlijk niet eens noodig zijn zal.
Eenige dagen geleden is het léjarig
zoontje van zekere Raije te Haarlemmermeer,
gewoon met eene kleine negotie bij den weg te
loopett, verdwenen. Enkele dagen daarna ging
een zoontje van i>. D. met paard en kar de Meer
in, doch kwam mede r.iet terug. Den volgenden
dag werden paard en kar bij de ouders tehuis ge
bracht, maar de zoon bleef weg. Het bleek, dat
hij zich door eerstgenoemde had laten bepraten
om gezamenlijk de wereld in te gaan. Dat ge
beurde ook; maar te Almkerk, in N.-Br., geko
men, verdween de eerste weêr heimelijk en liet
zijn makker in den steek. Deze zijne verkeerde
handelwijze inziende, schreef aan zijne ouders, dat
hij weêr te huis zou komen; van den ander heeft
men nog niets vernomen.
Aan de Geneeskundige Aeademie te
Parijs is door den heer liillairet een meisje van
zes jaren vertoond, dat 120 pond weegt. Het
lieve kind is 1.15 Ned, el hoog en de omvang
van het onderlijf bedraagt U/s el.
Onlangs werd voor de handels-recht
bank te Brussel iemand door zijn kleermaker ge
daagd, die beweerde eene aanmerkelijke som
van hem te vorderen te hebben. Hij verklaarde
echter bij eede den man niet te kennen en hem
niets schuldig te zijn. Dezer dagen hem voor
een café in de passage St. Hubert ziende zitten,
diende de kleermaker hem zulk een geduchten
oorveeg toe, dat hij met het hoofd tegen een
vat viel. Des avonds klaagde hij over hevige
hoofdpijn en den volgenden dag was hij overleden.
Aan de orde is de benoeming van het
stembureau voor de verkiezing van een lid van
den Gemeenteraad. De Voorzitter: «Mag ik
de heeren verzoeken tot stemming over te gaan."
De heer Rikkers-, „Willen wij maar de namen
van twee leden te gelijk op het stembriefje zetten,
mijnheer de Voorzitter?" De Voorzitter: „Neen,
een te gelijk, mijnheer Rikkers." De uitslag
der stemming is, dat worden uitgebracht op de
heeren de Booy 8 en Backer 4 stemmen. De
Voorzitter: „De heer de Booy is alzoo het eerste
lid. Nu stemmen we voor het tweede lid, mijne-
heeren." De heer Pels Rijcken: „Wie is nu
zijn plaatsvervanger?" De Voorzitter: „Daar
stemmen wij later voor, tenzij er vrijwilligers
zijn." De heer Rikkers: „Als er f 25 mede
te verdienen valt, dan wil ik het altijd zijn."
De heer van der Burgh: „Dat zou dan een mooi
daggeld zijn?" De Voorzitter: „Dus dan zou
u er wat aan willen verdienen." De heer Rikkers:
„Ja, voor f 25 wil ik alle dagen wel in een stem
bureau zitten." Het vorenstaande is een uit
treksel van het verhandelde in de zitting van
den Gemeenteraad van Breda van 19 Nov. 11.,
blijkens het verslag dat de Nieuwe Bredasche en
Oosterhoutsche Courant van die Raadszitting gaf.
Dat blad heeft voor ons driedubbele waarde,
wanneer er een Raadsverslag in voorkomt. Naïeve
praatjes als 't bovenstaande zijn er toch schering
en inslag van, en dikwijls kwam de vraag bij
ons op, of wij ons moesten verwonderen over
den leuken verslaggever of over den gemeenzamen
toon dien de Bredasche Gemeenteraadsleden onder
elkaar voeren. Maar daar het verslag steeds de
blijken draagt van groote, zij het dan ook nuch
tere waarheidsliefde, is onze verwondering ten
slotte zeer groot geworden over den Gemeenteraad
van Breda, die, eenmaal de ondervinding heb
bende opgedaan dat de Bredasche pers een scherp
oor en een naïeve opraerkingsopgave bezit, nochtans
voortgaat met het voeren van dergelijke banale
praatjes, die weinig strooken met het decorum,
dat een gemeentelijke vertegenwoordiging niet uit
't oog mag verliezen. In de zelfde Bredasche
Raadszitting van 19 Nov. was aan de orde een
voorstel van B. en W. om aan iemand een huis
ondershands te verhuren. De Voorzitter vroeg, of
niemand er tegen had, er. voegde er bij: „natuur
lijk onder goedkeuring van heeren Gedeputeerde
Staten en voorafgaande publiceering." Het bleek
dat niemand er tegen had, want zonder discussie
werd door den Raad dienovereenkomstig besloten.
En wat zeide nu de Voorzitter nog pour la bonne
louchenadat het besluit reeds genomen was?
De Voorzitter: „Het is niets dan plagerij van
Gedep. Staten om zoo iets vooraf te doen publi-
ceeren." Het staat gedrukt in gezegde Bred,
en Oosterh. Ct. van 24 Nov. Bijvoegsel
Toen Zaterda g-o chtendaangenezijde
der spoorbrug te Venlo, een beladen kar met
biggen stond om die naar de markt te brengen,
werd het paard schuw voor den voorbij
snellenden trein en begon te steigeren waardoor
de draagriem brak. De vrouw die op de kar had
plaats genomen, viel er af en was onmiddellijk
een lijk.
Een metselaar, die aan een riool op
op den Boulevard Saint Germain te Parijs werkte,
hakte met zijn houweel een gasleiding af. Zijn
lantaarn ontstak het gas en dit deed de brand
bare stoffen waarmede de telephonische draden,
die door het riool loopen, ontvlammen, welke
vlam zoo voortwoekerde dat zij in het bureau van
de telephoonleiding, rue du Bac, uitsloeg, en aldaar
6000 fr. schade aanrichtte.
De Eransche graaf de Circourt, in
November 1879 te Parijs overleden, en wiens salon
lange jaren het middelpunt was van de eerste
geesten op elk gebied, was bekend om zijn dui
zelingwekkend sterk geheugen. Daarbij kwam,
dat hij verwerkte wat hij wist, zoodat zijn
geheugen niets machinaals had, maar hem
juist in staat stelde, over letterlijk elk
gebied een goed en zakelijk oordeel uit te spre
ken. Onbegrijpelijk was de hoeveelheid kennis,
die hij, dank zij zijn geheugen, had opgedaan,
terwijl zijne goedhartigheid maakte, dat zijne
vrienden steeds konden beschikken over zijn ar
senaal van menschelijk weten. Lamartine o. a.
heeft bij 't schrijven van verschillende werken
veel aan de Circourt's kennis te danken gehad.
Wat de Circourt eens gelezen had vergat hij
nooit, hoe ingewikkeld het was. De meest samen
gestelde geuealogische reeksen b. v. had hij in
zijn hoofd, en zijne lievelings-dichters, o. a. Dantes
Divina Comoedia, kende hij van de eerste tot de
laatste strofe van buiten. Op zekeren tijd was hij
bij eene bevriende familie op het land te gast,
en las daar na het diner den llalmet in 't
Fransch voor. „Ik wist niet," sprak de vrouw des
huizes, „dat onze bibliotheek zulk een goede
Fransche vertaling rijk was. Toen zij het boek
opnam, bemerkte ze, dat het eene Engelsche
editie was, die de Circourt al lezende in 't meest
vloeiende Fransch vertaald had! In 1848, toen
hij tijdelijk zaakgelastigde aan het Pruisische hof
was, werd hij op een diner bij Friedrich Wil
helm IV naast een zendeling geplaatst, die juist
uit Zuid-Afrika teruggekeerd was. In hun ge
sprek over dat land toonde de Circourt zulk een
veelomvattende kennis van de toestanden aldaar
te bezitten, dat de zendeling verbaasd uitriep:
„Maar mijnheer de graaf, ge moet heel wat jaren
in Zuid-Afrika doorgebracht hebben!" „Volstrekt
niet," luidde het kalme antwoord, „ik ben er
nooit geweest, maar lees alles wat over dat on
derwerp verschijnt."
Dat men aan het Ministerie van oor
log nog steeds op bezuiniging bedacht is, blijkt
uit eene circulaire, dia onlangs aan de korps-
kommandanten is gezonden. Daarin wordt gewe
zen op het enorme verbruik vau roodband
voor het verpakken van de patronen. De Minis
ter verwacht eene belangrijice bezuiniging van de
poging om die bandjes voor de tweede en zoo
mogelijk voor de derde maal te doen gebruiken.
Een zeer belangrijke uitvinding is
die, om de spoorwegen (de wegen zelf) electrisch
te verlichten, welke dezer dagen gedaan en in de
praclijk reeds gebleken is aan de te stellen eischen
te voldoen. De heeren Sedlacek, in Leoben, en
Schuckert, in Nurnberg, hebben nl. na langdurige
proefneming een electrische lamp gemaakt, die
vóór aan de locomotief is bevestigd en bestand
is tegen de schokken van die machine. Boven
op de machine bevindt zich een kleine stoom
machine, die door middel van een electrischen
motor de lamp voedt. Zulk een constructie was
noodig, omdat het voornaamste mechanismus van
de locomotief bij en op de stations (dus juist
waar de zaak het meest noodig is) weinig of in
het geheel niet werkt. Op een afstand van 1000 M.
wordt de weg als over dag verlicht. In verbin
ding met de spoedig werkende remtoestellen zal
nu de veiligheid bij nacht vrij wat grooter
worden.
Een jongmensch te Mittweida ligt
gevaarlijk ziek aan bloedvergiftiging, die hij zich
op den hals haalde door het dragen van groene
glacé-handschoenen, terwijl hij een klein open
wondje aan den vinger had. Weer een bewijs,
hoe voorzichtig men moet zijn met de kleur der
hoop.
Op den geduchten storm, zooschrijft
men van Panama, dd. 7 November, die den 29
September te Mazatlan woedde, is den 26 Octo
ber jl. een tweede en nog vreeselijker gevolgd,
diedestadManzanillototaalheeft vernield.Deze laat
ste storm bepaalde zich nagenoeg geheel tot den
omtrek van de baai Manzanillo. In de 24 uur,
gedurende welke de wind zijn reuzenkracht uitte,
gingen 5 groote buitenlandsche schepen verloren,
en werd de stad volkomen van de aarde wegge
vaagd. Er bleef geen gebouw staan. Afgezien
van het verlies van schepen, lichters enz. be
draagt de schade ettelijke millioenen guldens.
Circa 30000 tienguldenstukken werden
Zaterdag van Amsterdam naar Parijs geëxporteerd.
Zoodoende kunnen wij vlug van ons goudgeld
af komen, althans een heel eind gevorderd zijn
als de Muntconferentie wordt hervat, in afwach
ting waarvan de Regeering alles lijdelijk moet
aanzien.
In het Engelsche blad Naturewordt
een schijnbaar verontrustende correspondentie ge
voerd over „hoeden en hoofden," waarin een
paar theoretici, op grond van de proefondervin
delijke maat-nemingen der hoedenmakers, trachten
te bewijzen dat wij, van het tegenwoordige ge
slacht, kleiner hoofden hebben dan onze voorva
deren. Zekere Mr. Luckett, die de eerste schijnt
geweest te zijn om een punt aan te roeren, dat
sommigen wellicht als niets anders dan eene
nachtmerrie zullen beschouwen, beroept zich op
de opgaven van verscheidene bekende hoeden
makers, zoo in Londen als in de provinciën, ten
bewijze dat de hoeden gemiddeld minder wijd
zijn dan vijf-en-twintig jaar geleden. Dit valt
niet te betwijfelen, maar geheel iets anders is het
daaruit de gevolgtrekking te maken, dat het
hoofd kleiner wordt. Wat Mr. Lucket er ook
tegen moge aanvoeren, is de geheele zaak mis
schien gedeeltelijk daardoor te verklaren, dat het
haar nu algemc en kort geknipt wordt, hetgeen vroeger
alleen het geval was bij soldaten, koetsiers en
misdadigers, en dat men den hoed nu boven op
het hoofd draagt in plaats van over de ooren
en tot in den nek, zooals men op elke modeplaat
van dertig jaar geleden zien kan. Maar al kon
den de hoedenmakers ook bewijzen dat onze
hoofden werkelijk kleiner worden, wat zou dat dan
nog? Het zou voorzeker hunne eigene dwaas
heid bewijzen, als zij wilden beweren dat daar
om het tegenwoordige geslacht minder hersens
moet hebben dan het vroegere. Die correspondentie
is wel aardig, maar volstrekt niet verontrustend.
De operatie van ander vleesch inzet-
ten is dikwijls met goed gevolg gedaan; maar
het eerste bekende voorbeeld, dat er een stuk
been van een levend mensch in een lichaams
deel van een ander werd overgebracht is onlangs
vermeld in eene vergadering van de Royal Society
in Engeland. In 1878 werd in het hospitaal te
Glasgow een kind opgenomen met versterving in
het schouderbeen van den rechterarm. Het aange
taste deel werd uit het been genomen, maar na
vijftien maanden was er nog geen nieuw been
aangroeid om de gaping aan te vullen, die zich
tot twee derden van de geheele pijp uitstrekte.
Het werd dus noodig te beproeven een ander
been in de plaats te stellen. Bij drie verschil
lende gelegenheden werden in den arm van het
kind stukjes levend been overgebracht, die men
had verkregen door ze bij operaties uit de ge
zonde beenderen van andere patiënten uit te snij
den. Bij kleine gedeelten werden zij ingelegd en
na verloop van eenigen tijd sloten zij vast aan
een, zoodat de arm weer bruikbaar en krachtig
werd. Deze kunstbewerking is van groot gewicht,
als een bewijs dat een stuk been, in een ander
lichaam overgebracht, blijft voortleven en groeien.
In een artikel getiteld, „Speculatie
in Frankrijk", verhaalt de Parijsche correspondent
van de „Times„ een zeer weisprekenden trek van
den aard dier speculatie. Eenigen tijd geleden kreeg
een van zijn vrienden een bezoek van een voornaam
makelaar der Parijsche Beurs. „DeBeurs is zeer willig
geweest van daag", voegde de beursman zijn gast
heer toe, „en ik heb aardig wat verkocht van
een nieuw dingetje, „Les Alpines„. „Wat"?
„Spoorweg". „Waar?" „Dat kan ik je niet
zeggen". Een uur later verschijnt de make
laar voor de tweede maal, en smeekt: "Zeg
in 's hemels naam niet, d it ik jgezegd heb,
dat „Les Alpines" een spoorweg waren. Ik had
het mis; 'tis een mijn" 's Avonds praaide
dezelfde makelaar in de Opera voor de derde
maal het voorwerp van zijn vertrouwen, en bad:
„Voor geen geld ter wereld zou ik willen,
dat je iets zeidet van hetgeen ik je vandaag heb
meegedeeld. „Les Alpines zijn geen mijn; het
zijn ijzersmelterijen, die geen succes hadden,
doch waarover Bontoux zich heeft ontfermd, en
die nu kans van slagen zouden hebben". Men
kan zich denken, zegt de correspondent, hoe
mijn vriend zich over dit karakteristieke staaltje
van beursspel amuseerde.
De ellende te Parijs. Bijeenpolitie-ronde
ontdekten de agenten onder een der bogen van
den Pont-Neuf, behalve eenige vagebonden, een
45-jarige keukenmeid, die, buiten dienst zijnde,
zich door het opstapelen van steenen, een be
schutting tegen den ijskouden nachtwind gebouwd
had. Op de trappen van de St. Eustachius kerk
vonden zij een 52-jarige vrouw met een kind in
een zak, waarin zij tegen de koude een toevlucht
hadden gezocht.
Aan denonderzeeschentunnelterver-
binding van Engeland en Frankrijk wordt voort
durend druk gewerkt; men denkt over eenige maan
den zoover gevorderd te zijn, dat men alsdau een
tiende gedeelte van den weg, die in 't geheel ter
lengte van 32 kilometer zal zijn, doorgraven zal
hebben. En als de verdere werkzaamheden in
dezelfde verhouding vorderen, denkt men dat de
Engelsche gravers aan gene en de Fransche aan de
andere zijde elkander ua verloop van vijf jaren
in den tunnel de hand zullen kunnen reiken.
Rekent men nu nog dat er een termijn van vijf
jaren zal noodig zijn voor het verbreeden van den
tunnel en het leggen der spoorstaven,dan zal na tien
jaren de onderzeesche spoorweg tusschen beide
landen voltooid zijn.
Uit London wordt gewag gemaakt
van de nieuwe „sensatie" in Engeland: den roof
van het lijk des Earls van Crawford en Balcarres
uit het mausoleum der familie te Durecht. Lord
Crawford's stoffelijk overschot, gebalsemd, werd
in December 1880 in het praalgraf bijgezet. In
Mei jl. ontving de familie een naamloos schrijven
met het bericht dat het lijk gestolen was. Men
sloeg daarop toen geen acht, meenende dat
het eene booze grap was. Doch eergisteren kwam
een arbeider toevallig tot de ontdekking dat de
zware arduinen zerken inderdaad verplaatst waren.
Men haalde de politie, opende het graf en
vond de kist weikelijk verdwenen. Vermoe
delijk hebben evenals indertijd bij het ver
dwijnen van het cadaver des Amerikaanschen
million airs Stewart de lijkroovers geen ander
oogmerk dan aan de rijke en voorname familie
Crawford eene zware geldsom af te persen.
Een Italiaan in Reno, Nevada ge
naamd, roemt er op dat hij de sterkste man der
wereld is. Zijn ruggegraat schijnt dubbel te zijn
en zijne beenderen en gewrichten zijn alle zeer
groot. Herhaaldelijk heeft hij met den derden
vinger van zijne rechterhand mannen opgetild,
die van honderd vijftig tot twee honderd pond
wegen, door zijn vinger onder de holte van hunne
voeten te houden, en hen zoo eene kamer rond
gedragen. Hij kan met zijne vuist een slag geven,
die, zooals berekend is, met eene kracht van
vijfhonderd pond neerkomt; en toen hij onlangs
door een paar forsche Ieren werd aangevallen,
greep hij er in elke hand een, en sloeg hen tegen
elkander totdat zij bewusteloos en half dood
waren.
Een Duitsch g e le e rd e i s na 1 a n gd u rige
studie tot het besluit gekomen, dat het geheele
„levensgeheim" berust op een zekere bewegelijk
heid van bepaalde chemische verbindingen.(zoogen,
aldehyde-groepen), welke zich in de eiwit-stoffen
bevinden. „Een „verschuiving" dezer verbindingen
brengt den dood te weeg. 't Is maar zaak te
weten, hoe men hel best deze „verschuiving"
zoo lang mogelijk verschuiven kan.
Te Harrisburgh (Pennsylvanië) is eene
maatschappij opgericht die zich ten doel stelt den
vuurspuwenden berg Vesuvius te pachten om de
petroleumbronnen die deze berg bezit te exploitee-
ren. Het kapitaal dezer maatschappij, aan wier
hoofd de Italiaan Angelo Rissaponti staat, bedraagt
17 millioen gulden.
Een veelbelovend jongmensch te
Arnhem, 14 jaar oud, couranten-ombrenger van
beroep, zag bij een der klanten door een raampje
een horloge met ketting liggen. Fluks een vriend
op post gezet, het glas stuk geslagen, naar binnen
gewipt, het begeerde voorwerp geroofd, verkocht
en de opbrengst versnoept, en eindelijk de jon
gen een paar dagen later geknipt en achter slot
en grendel gebracht.
President Arthur weegt 215 pond, de
vice-president Davis 315 pond: samen wegen zij
dus 530 pond. De Amerikaansche pers heeft dus
geen ongelijk, als zij beweert, dat de Regeering
der Vereenigde Staten oogenblikkelijk op soliede
grondslagen rust.
Te Gelderen (grensstad) is een ket
tinghond losgebroken eu ontvleesde letterlijk het
eenig zoontje des huizes. De toesnellenden vader
kou alleen het razende dier met een slag dooden.
Het Handelsblad me 1 dd e dezer dagen,
dat eene memorie van aangifte door 17 personen,
moest beëedigd worden. Dit is nog een kleinig'
luid bij hetgeen dezer dagen te Harlingen is
voorgekomen, waar door den ontvanger der regi"
stratie een memorie van aangifte is behandeld,
welke door 55, zegge vijf-en-vijf tig personen
moest beëedigd worden.
Wijlen de heer F. Franke, in leven
notaris te Amsterdam, heeft zijn geheele nala
tenschap, welke na aftrek van eenige vroeger
vermelde legaten, geschat wordt op ongeveer
f300,000, vermaakt aan het Evaug. Luthersch
diakonie-wees-, oudemar,nen-en vrouwenhuis.