NIEUWE No. 547. Zondag 25 December 1881. 6e Jaargang. 8È3H Christelijke deugden zonder Christus. HSOHE C0UR4H ABONREMEÏITSFBIJS Per 3 maanden voor Haarlem Buiten Haarlem franco per post. Afzonderlijke Nummers 0,85 1,— 0,06 Dit blad verschijnt Eiken WOENSDAG en ZATERDAG B UB EAU: St. Jansstraat Haarlem. AG-ITE MA NON AGITATE. PRIJS DER ADVERTENTIÈN Van 1—6 regels30 Cents. Elke regel meer5 Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant. Advertentiën worden uiterlijk Dinsdag- en Vrijdag avond voor 6 uur ingewacht. Uitgevers K P P E R S LAUREY. De neutraliteit op onderwijsgebied werd door den Minister Six in de Kamerzitting van jl. Vrijdag met warmte geroemd. Hij verklaarde zich daaromtrent in de volgende bewoordingen »Ik heb het meer gezegd en kan dat niet veranderen: ik sta op een anderen bodem dan de spreker uit Goes (de heer de Savornin Lobman) en zijne vrienden. Ik waardeer wat zij voortdurend bestrijden. Ik waardeer, dat de 400 000 kinderen in ons vaderland, die hun opleiding ontvangen in de openbare school, een school bezoeken waar zij opge leid worden tot Christelijke deugden, maar acht het onnoodig dat de school dienstbaar worde gemaakt voor kerkelijk onderwijs. Ik heb daaromtrent vroeger miju innige overtuiging uitgesproken en ik word daarin dagelijks versterkt. Die taak blijve aan de ouders en verzorgers en geestelijken. En omdat ik de openbare school waardeer en het mijne wensch te doen om die instelling in stand te houden, kan ik nooit een stap doen op den weg, waarop die geachte spre kers zich begeven, dien weg waarop zij zich steeds beijveren de openbare school in discrediet te brengen. Ik betreur die po gingen, die altijd herhaald worden en waar door steeds getracht wordt invloed uit te oefenen op het Nederlandsche volk. Neen, Mijnheer de presidentindien die geachte ledeu den goeden weg gingen, zij zouden niet voortgaan metdatdiscrediteeren; zij zouden gebruik maken van hun recht van initiatief; zij zouden een voorstel doen om de wet te veranderen zooals zij haar verlangen en, als dat niet kon geschieden onder de bestaande Grondwet, zouden zij grondwetsherziening voorstellen. Dit, dunkt mij, ligt op den weg der geachte sprekers, wier bezwaren ik overigens eerbiedig. Wij zullen ons, naar aanleiding van die ministériëele betuiging, niet verdiepen in een beoordeeling van de beteekenis, welke de mensch Six, in 't licht van het getui genis van Vrjjdag, erlangt. Zulk een on derzoek zou anders tot zeer verrassende ontdekkingen kunnen leiden. In hoever door die uitkomsten plaats zou blijven voor een waardeeriug van den Minister in gunstigen zin, laten we ditmaal bescheiden in 't mid den. Ons doel was heden vooral om, op het feest van de Geboorte van den God- mensch, te protesteeren tegen Christelijke deugden zonder Christus. FEUILLETON. De vriendschap van een kind. (Episode uit den tijd der eerste Frausche omwenteling.) Vervolg.) Het gekeuvel van de lieve Lucie; de indruk die li art- lieftalligheid op mij maakte, de diepe rust. die mij in dit bekoorlijke verblijf omringde, dit alles bad mij de onweerswolken, die mij boven bet hoofd hingen, doen vergeten, 't Was mij alsof ik in dit Eden mijn leven in zoete rust slijten zou en niets meer te duchten bad. Neen, dacht lk bij mij zeiven, de man die dit smaakvolle ver blijf bewoont, die deze keurige bloembedden ont worpen, dit prachtig plantsoen aangelegd beeft, wat meer zegt, de echtgenoot van deze vrouw en de vader van de engelachtige Lucie, die man kan geen wreedaa.d, geen onmenscli zijn; van hem heb ik niets dan vriendschap en bescherming te wachtenMaar waarom, vroeg ik mij te gelijkertijd af, waarom vermijdt zijne gade dan zoo kennelijk het gesprek op haar man te brengen? Hoe komt het dat zij mij zijn naam nog niet eens genoemd heeft? Waarom die geheimzinnig heid? Of is dit alles louter toeval?" Wanueer de Minister Six het «waar deert*: dat de Nederlandsche jeugd wordt opgevoed tot Christelijke deugden, eti hij wraakt straks daarop het kerkelijk onder wijs, dan stellen wij hem dood-eeuvoudig, dood-onnoozel zouden wij ge eigd zijn te schrijven, de vraag: waar zouden die Chris telijke deugdeu toch wel van daan zij u ge komen buiten de Iierk Waaruit weet men, wat een specifiek Christelijke deugd is, in onderscheiding van hetgeen buiten de Christelijke sfeer deugd wordt gekeeten. dan uit de Schrift, waar van de Kerk, als levende traditie, de be waarster is? Misschien zal Jhr. Six, die, uaar men van verschillende zijden verzekert, vroeger nog wel iets aan kerkelijke rechtzinnigheid heeft gedaan, daarop een antwoord weten te geven. Wat ons betreft, wij consta- teeren, dat het Kerstfeest, hetwelk altijd nog iets meer beteekent dan zelfs een ad vies van Jhr. Six, een gansch andere op vatting geeft van Christelijke deugden, dan die de Minister vau Binnenlandscke Zaken zoo waardeerde.Te BethlehemEfrata hebben eenmaal de Engelen die, maar dan in volle waarheid, hoven de aardsche par tijen staan, de verschijning van den God- mensch verheerlijkt als liet begin van een Vrederijk, van een toestand voor zondige aardbewoners, waarin God iu hen, als zij van goeden wille zijn, een welbehagen heeft. Uit dien goeden wil vloeien deugden voort, en omdat die goede wil niet waarlijk goed kan zijn en blijven zonder de inwerking van Christus, door Zijn Geest, die weder de Kerk bezielt, beheerscht en wijdt, op den mensch, zoo zijn die Christelijke deug deu onafscheidelijk van den Christus zelveu. Voor het besef der Engelen zou eene leer, als die der voorstanders van Christelijke deugden zonder Christus, onbestaanbaar wezen. Zou de vooruitgang der menschkeid wellicht liet echter zoo ver hebben gebracht, dat de wijsheid der hemelbewoners, na 18 eeuwen besekaamd werd? 't Kan daarom zijn nut hebben, eens 11a te gaan, wat in de neutrale volksschool zoo al wordt onderwezen, voor zoover 't verband houdt met de stem der Ckristuslooze Chris telijke deugden. Eu dan beginnen wij al dadelijk met er op te wijzen dat. de naam zelfs van Christus contrabande op de volks school is, daar die naam den Jood, die ook op de school wordt toegelaten, een ergernis zou wezen. Hieruit volgt al dadelijk dat de Christelijke deugden, die de Minister zoo Juist wilde ik, ofschoon gevaar loopende, dat men mij voor zeer onbescheiden zou houden, de moeder van Lucie, nadat de kleine naar school was gegaan, openhartig mijne gedachten mede- deplen, toen dezelfde dienstmaagd, die den vorigen dag mijn maaltijd had gereed gezet, met een ver schrikt gelaat binnen kwam, en hare meesteres iets influisterde, dat deze plotseling deed verbleeken. „Wat deert u, mevrouw?" vroeg ik. «Het smart mij, mijn vriend," antwoordde zij haastig, «dat ik u op nieuw moet doen ontstellen maar, ik wachtte mijn man eerst over drie dagen terug, en nu komt Madelaine mij zeggen, dat zijn rijtuig voor de deur stil houdt. En voor niets ter wereld zou ik willen, dat hij u hier aantrof, althans 11 dadelijk bij zijn komst ontmoette. Ver berg u, bid ik 11, spoedig in dit vertrekje. Als mijn man zijn middagslaapje doet, of anders als de avond gevallen is, zullen Madelaine en ik er u uit laten, en uwe vlucht zoo veel wij kunnen, in de hand werken." Ik trachtte haar te beduiden, dat mijn verber ging een geduchte verdenking tegen haar zou kunnen doen ontstaan, maar zij duwde mij het kamertje in en sloot de deur dadelijk achter mij dicht, terwijl ik bijna op hetzelfde oogenblik een ruwe, scherpe stem in de zaal, die ik zoo pas waardeertteveus ook Joodsche deugden moeten kunueu ziju; kan men ze daarvoor niet uitgeven, dan mag van haar niet wor den gerept, want dan zou het Joodsch ka rakter van het school-Christendom er onder lijden Verder kan men de waarde van de Chris telijke deugden afleiden uit de leerboeken, op de volksschool in gebruik. Daarvan ziju reeds schitterende proeven openbaar ge maakt. Op inrichtingen vau openbaar onderwijs werd (dit bleek uit enkele documenten) niets meer of minder geleerd, dan dat de openbaring Gods aan de meuschheid, van welke men in de Gewijde Bladen spreekt, een sprookje was, dat er zelfs geen Al machtige Schepper bestond, dat de mensch van den aap, door opklimming in «bescha ving* afstamt, en dergelijke liefelijkheden meer. Nu vragen wij wederom aan den Mi nister: kunt gij u Christelijke deugden, alzoo deugden die iets Christelijks te zien geven, denken, die op den wortel van de ontkenning van al wat Christelijk is groeien? Het komt ons voor, dat men even goed vijgen van disteleu en druiven vau doornen zou kunnen lezen. Neen de Minister moet weten, eu hij heeft het vroeger ook geloofd, dat hij die Christelijke deugden zonder Christus wil, de vruchten wil zonder den wortel, de zonnestralen zonder de zon den godsdienst zonder God. Het Christendom op de volksschool is tot modern Heidendom verwaterd; voor Christen-ouders is zulk een Christendom voor hun kroost niet genoeg. O O Eu nu is ons volk feitelijk nog een Christenvolk. De zeer overgroote meerder heid onzer landgeuooten is in den naam der Heilige Drievuldigheid gedoopt. Gaat liet daarom aan, dat de Minister, Christe lijke deugden zonder Christus in bescher ming nemende, die zelfs »waardeerende,« beweerf, dat hij zich beweegt op Neder- landschen bodem? Volstrekt niet, naar on/,e stellige overtuiging. Terecht merkte dan ook de heer de Savornin Lohnmnop: «Ik wil den Minister op zijn gezegde: ik sta op een anderen bodem dan gij, ant woorden: daarin ligt juist uw fout. Want, Mijnheer de Minister, wij, gij en ik, staan allen op denzelfdeu bodem, namelijk op den Nederlandschen bodem. Wij zijn even goed burgers van Nederland als gij, en als gij zegt: ik sta op een anderen bodem, dan verlaten had, hoorde zeggen: «Daar ziet gij mij weêr terug! Maar wat kijkt gij verbaasd? Ik dacht, dat ik er u meê verrassen zou, als ik spoediger terug kwam, dan gij dacht. Hoe zijt ge zoo bedremmeld?" Die stem, die ik voor het eerst van mijn leven hoorde, maakte plotseling en voor goed een einde aan de begoocheling, waaraan ik mij met opzicht tot mijn toestand had overgegeven. Ik gevoelde van nu af slechts dat ik een vogelvrij-ver klaarde was, en had niets dan den dood voor oogen. Zonder dien man gezien te hebben, riep mijn voorgevoel, op het voor mij steeds onfeil bare geluid der stem afgaande, mij toe: «die man is uw bitterste vijand en zal niet rusten, voordat hij n aan zijn bloeddorst heeft opgeofferd Nauwelijks was ik in het vertrekje opgesloten of de lieve Lucie kwam van de school te huis. Ik hoorde haar: „Dag, pal" roepen en haar vader kussen, waarna haar eerste woord, tot hare moe der gericht, was: „Waar is hij? Heeft pa hem al gezien?" Hierop volgde een noodlottige stilte van eenige seconden, gedurende welke op het ge laat van den vader en echtgenoot waarschijnlijk de vraag te lezen stond: Wie is hij? Oogenblik- kelijk daarop werd die vraag door de rawe en schrille stem, die reeds zulk een onaangenamen zeg ik, daarin ligt juist het onrecht dat gij ons afscheidt van de natie, en ons het recht niet geeft dat ons toekomt. Indien gij daarover lacht, Mijne Ileeren, dan zeg ik, in de tweede plaats: juist uit de zoo even gehouden redeueering vau den Minister blijkt, hoezeer gij u stelt boven en niet naast ons, want de Minister zegt: »Ik wil bet volk opleiden tot Christelijke deugden en het niet geven kerkgenootschappelijk ouderwijs; ik kan dus nooit een stap doen in uwe richting.Wij eischeu dit ook niet, Mijne Heereu. Voedt gij uw kinderen op gelijk gij wilt. Maar ik eisck als Neder- laudsch burger dat ik mijue kinderen kan opvoeden zoo als ik wil en daarom zee ik: gij hebt geen recht te beslissen over de wijze van opvoeding over mijn kinderen. De heer Lobman had nog verder kunnen gaan en den Minister, gelijk wij zulks deden, het recht betwisten om zijn bodem, dien van het niet-Christendom, den Neder landschen bodem te noemen. Niet de staatsschoolmannen, belijders (sic!) van Christelijke deugden zonder Christus, maar de voorstanders van een volksonderwijs, doortrokken van den waren, den historisckeu geest des Christendoms, zijn de werkelijke, aan hun geschiedenis getrouwe Nederlanders; zij vormen de his torische natie. De groote heiden-apostel voor Europa, Willebrordus, heeft hier niet het Evaugelie gepredikt van Christelijke deugden zonder Christus, maar hij heeft Hem verkondigd zonder Wien geen Christelijke deugd be staanbaar is. Daarom Christenen van Nederland, gordt uop dit Christen-feest,op dit Christus- feest, met verhoogde krachten, strijdt tegen een school-Christendom, van hetwelk 't heeten kan: zij hebben mijn Heer er uit weggenomen en ik weet niet, waar zij hem gelegd hebben. En nu zegge niemand: is dat dan uw vredewoord op het groote vredesfeest der Christenheid, want dan antwoorden wij: dat de Christen nimmer vrede mag hebben met de leugen. Die Christus waar lijk lief heeft, strijdt, doch met eerlijke wapenen, voor Zijn Rijk, Zijne Kerk, Zijne eer, Zijne waarheid. Toen de heer Lobman over onrecht klaagde, lachten de liberalen. Spot en hoon, dat hebben de ougeloovigen altijd over gehad voor de geloovigen. Dat moet evenwel niemand ontmoedigen; de spottende libe ralen kunnen tijdelijk zegevieren, de over- indruk op mij gemaakt had, overluid herhaald. „Beste man," antwoordde de vrouw des huizes, met een bevende stem; „word niet boos; ik heb nog geen tijd gehad, met u te spreken. Terwijl gij van huis waart, heeft Lucie een vreemdeling, een jong mensch, aan de tuinpoort gevonden, die schier van honger en vermoeienis bezweek; hij heeft mij om een nachtverblijf gevraagd; dit heb ik hem verleend en heden ochtend is hij vertrok ken." Dit werd door mijn gastvrouw zoo na tuurlijk verteld, dat zelfs Lucie er door misleid werd. Maar de goede moeder had niet voorzien, welke uitwerking deze tijding op hare dochter zou hebben. Lucie werd eensklaps zoo bedroefd, dat noch hare moeder, noch haar vader haar tot bedaren konden brengen. „Vertrokken!" riep zij eindelijk, „vertrokken! En hij had mij zoo vast beloofd, dat ik hem hier zou vinden, als ik van school kwamO foei, 0 foei, hoe leelijk van hemEn nu begon zij op nieuw te schreien en als radeloos de kamer op en neer te loopen. Eens klaps bleef zij voor de glazen deur van het boudoir, waarin ik mij verborgen had, staan, wijl zij daar op een leuningstoel den ruiker witte rozen ont dekte, dien zij voor mij had geplukt. Dit gezicht scheen haar diep te schokken. {Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1881 | | pagina 1