NIEUWE
No. 549.
Zondag 1 Januari 1882,
7e Jaargang.
Het nieuwe jaar.
If 1) 1T K L A N i).
0,85
1,
0,06
mn
PRIJS DER ADVERTENTIËN
Per 3 maanden voor Haarlem
Buiten Haarlem franco per post.
Afzonderlijke Nummers
Dit blad verschijnt
Eiken WOENSDAG en ZATERDAG
BUREAU: St. Jansstraat Haarlem.
AGITE MA NON AGITATE.
Van 16 regels30 Cents.
Elke regel meer5
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant.
Advertentiën worden uiterlijk Dinsdag- en Vrijdag
avond voor 6 uur ingewacht.
Uitgevers K P P E R S LAUREY.
De aarde heeft opnieuw met al hetgeen
op en in haar is, den cirkelgang om de
zon volbracht en terwijl de mensehen elk
ander een gelukkig nieuwjaar toewenschen,
zet zij haren loop ongestoord voort.
Het oude jaar vloog voorbijeen droom
scheen het, een nachtgezicht, dat voor onzen
geest opdaagde en verdween, zonder veel
meer dan een herinnering na te laten. Met
zekeren weemoed staren wij terug naar
alles wat in den afgeloopen jaarkring op
het tooneel dezer wereld is afgespeeld; wij
wenden het verledene den rug en zien met
een blik vol hoop naar de toekomst.
Hoe lang scheen ons een jaar toen we
nog kindereu waren; met elk jaar werden
we meer en meer den vooruitgang gewaar
van geest en lichaam. Thans komen en
gaan de jaren en men bespeurt te nau-
wernood dat er iets verandert; 'teenejaar
volgt op 't andere en wellicht voor we er
op bedacht zullen zijn, hebben we het jaar
bereikt dat voor ons het iaatste zal zijn,
waarin onze pelgrimstocht in dit onder-
maansche een eiude neemt en wij, God
geve het, in zaliger gewesten zullen aau-
landen.
Hoe sneller de jaren vervliegen, hoe klei
ner het aantal is, welke het menschelijk
leven zijn toegemeten. Redenen te meer
om dan ook de weinige nog overblijvende
nuttig en goed te besteden. Nieuwjaar
is een mijlpaal, waarbij de wandelaar stil
blijft staan en voor- en achterwaarts ziet.
Zeker is er nooit een jaar geweest, waar
mede alle menschen tevreden waren, en op
de gebeurtenissen van het afgeloopene valt
heel wat aan te merken. Maar het had ook
zijue goede zijde en met dankbaarheid mo
gen we opzien naar den Gever van alle
goeds voor de weldaden, die Hij ons in
den vervlogen jaarkring, gansch onver
diend, geschonken heeft.
Velen hadden wellicht meer verwacht
van de afgeloopen periode, doch men moet
steeds aan het spreekwoord deuken, dat
Gods molen langzaam maalt. Langzaam,
maar zeker en goed. Blijven we dus ge
duldig, de verwezenlijking van het ge-
wenschte, van het zoo vurig gehoopte en
verlangde afwachten en tooneu we dat de
Christen nooit aan de Voorzienigheid twij
felt of tot wanhoop afdaalt.
Zonder twijfel hadden wij, Katholieken,
gaarne gezien dat het oudejaar de vervol-
FE Ü1LLET ON.
De vriendschap van een kind.
(Episode uit den tijd der eerste Frnnsche omwenteling.)
Vervolg.)
Ik boog mij voor zijn vrouw en ging weêr in
het boudoir, dat door Lebon op het zorgvuldigst
gesloten werd, waarna hij den sleutel bij zich stak.
Lebou sprak daarop met een knecht, dien hij
waarschijnlijk bevel gaf acht op mij te geven, en ging
toen in zijn kabinet, dat slechts door een dun
houten beschot van het vertrekje, waarin ik mij
bevond, gescheiden was. Ik hoorde dan ook dui
delijk dat hij zijn vrouw die hem derwaarts ge
volgd was,^ de hardste verwijten deed, en haar
zeide dat zij hem in het verderf zou gestort heb
ben, zoo zij mij had laten ontkomen. De goede
vrouw schreide telkens op nieuw en trachtte van
tijd tot tijd den tijger eenigszins menschelijker
te stemmen. //Laat hem niet naar Arras brengen,"
smeekte zij. /.Wat zoudt gij er aan hebben het
bloed van dien armen jonkman te vergieten! Laat
dat onzalige genoegen aan anderen over, men zit
hem zoo dicht op de hielen, dat hij toch niet
ontkomen kan. Maar laten wij ons niet met zijn
bloed bezoedelen; laten wij het recht der gast-
giugen waaraan Gods Kerk voortdurend
blootstaat en waardoor zij geteisterd wordt,
met zich had in 't graf genomen. De on
doorgrondelijke wijsheid van den Almach
tige heeft echter anders beschikt. Helaas,
de ongerechtigheid en ketterij worden nog
ten troon verheven, het ongeloof neemt
nog steeds in omvang toe en de handlan
gers van het materialisme zaaien nog steeds
en overal het verderfelijk zaad van dwaling
kwistig uit.
Waarheen wij het oog ook wenden
overal schier zien wij de Kerk tot mik
punt gesteld van den aa.ival en de ver
volging harer verbitterdste vijanden. Noch
aan den politiekeu, noch aan denkerkeiij
ken horizon is een lichtend puufc te ont
dekken. Alles hangt vol sombere wolkeu
en de toekomst voorspelt weinig goeds.
Zullen wij daarom moedeloos worden of
ons aan wanhoop overgeven, en het nieuwe
jaar niet begroeten en niet welkom heeten?
Geenszins; dat zou kleinmoedig zijn. Neen
wij zullen den moed en het vertrouwen
niet verliezen, al zouden zich de vrees,
angst en zorgen ook bergenhoog opeensta
pelen. De zon moet weer schijnen, zoo
niet in dit jaar dan toch later.
Te midden van het nachtelijk donker,
waarmede de aarde is overdekt, blinkt ons
uit de verte, over de bergen heen ultra
montes het heldere licht tegen, dat af
straalt van den Pauselijken Zetel, de groud-
zuil en het vuurbaken der waarheid. Wi]
behoeven slechts het oog des geloofs, vol
vertrouwen en hoop, gericht te houden naar
dat onfeilbare licht, en, met Gods liefde
in het hart, te luisteren naar de woorden
van waarheid en leven, die ons uit den
onsterfelijken en oufeilbaren mond van
Christus' stedehouder, als opperste leeraar
der Kerk in de ooren klinken.
Dan kunnen wij, hoe ook de wereld-
stormen loeien, hoe ook de hellemacht de
rots van Petrus beuke hoe ook de mo
derne heidenen ageeren, met gerusten tred
voortgaan en het nieuwe jaar beginnen,
dat Gods goedheid ons weder schenkt.
Waar Petrus ons aanvoert, en met Hem
Hij, Dien hij vertegenwoordigt, daar is de
zege gewis.
Vrees en hoop bezielen ons bij den aan
vang van het nieuwe jaar. Wij weten niet
wat het ons brengen zal. God echter leeft
en Hij zal voor ons zorgen, zoo wij slechts,
naar zijne heilige inzichten onzen plicht
doen en ons vertrouwen alleen stellen in
vrijheid, dat zelfs door barbaren als heilig wordt
beschouwd, niet schenden, mijn beste Joseph.
„O, ik smeek het u," ging zij voort, op hare
knieën vallend, //ach, red dien ongelukkige of
althans laat hij niet door uw toedoen vallen
//Redden, redden!" riep het monster, //ol ware hij
mijn eigen broeder, zou ik hem niet redden!"
Daarna vervolgde hij op strengen toon: //Maar
laat mij nu alleen," anders komt mijn rapport
aan het „Comité" van algemeen welzijn „niet
gereed."
De jonge vrouw verliet het kabinet, waar alsnu
de akeligste stilte heerschte.
III
Eenige oogeublikken later hoorde ik zachtkens
op de deur van het kabinetje tikken. „Wie daai?"
riep Lebon, gramstorig. „Ik ben het palief!"
antwoordde een stem, waarin ik dadelijk die van
Lucie herkende, die, nadat haar vader mij ont
dekt had, niet in de zaal was gebleven, waar
schijnlijk omdat de tooneelen, die daar voorvielen,
te pijnlijk voor haar waren. „Ha, zijt gij het
mijn beste," zcide Lebon, terwijl hij dadelijk
opstond en de deur open maakte, „kom binnen
mijn engel; wat komt gij bij pa doen?" „Hem
beknorren." //Mij, en waarom?" „Wel,
Hem, Die leeft en heerscbt in eeuwigheid.
Wij willen onze nieuwjaars-ontboezeming
niet eiudigen, alvorens een woord van inni-
gen dank gesproken te hebben tot onze lezers
voor deu steun, ons ook weder in het af
geloopen jaar geschonken. Dien steun roe
pen wii bij voortduring inhij zal ous een
spoorslag zijn, om ons met lust en kracht
te blijven beijveren, om langs den tot nu
toe gevolgden weg, onze courant bij voort
during te doen beantwoorden, aan de eischen
die men haar met recht mag stellen.
Hiermede onzen geachteu lezers en leze
ressen alle heil Voor hen en voor allen
die hun lief en dierbaar zijn, zij 1882,
onder Gods zegen, een jaar van voorspoed,
gezondheid, genot en geluk
De Beiersche Eerste Kamer heeft het
door de Tweede Kamer aangenomen voor
stel tot afschaffing van het burgerlijk hu
welijk met 31 tegen 17 stemmen ver
worpen.
De laudverhuizing uit Duitschland naar
Amerika belooft in 1882 nog sterker te
zullen zijn dan in een der vorige jaren.
Reeds zijn 14,000 plaatsen op daarvoor
speciaal bestemde stoombooteu besproken.
De Minister von Puttkamer heeft, gelijk
werd verwacht, als erkenning zijner hou
ding bij de verkiezingen en bij de debatten
over haar in den Rijksdag, een onder
scheiding ontvangen, en wel het grootkruis
van de Huisorde der Hohonzollern. De
liberalen zullen over dat bewijs van Kei
zerlijke gunst, den fel bestreden Bewinds
man ten deel gevallen, niet zeer gesticht zijn.
Daily Neivs ontving onder het op
schrift Kerstmis te Berlijnhet volgende
telegram van zijn correspondent aldaar
»Er heerscht hier groote kalmte. De
Keizer maakte zijn gewonen wandelrit in
den Thiergarten en ontving heden de
gewone felicitatie-bezoeken. De straten zijn
propvol en de militairen zijn sterk in de
meerderheid. De officieren trippelen met
meer dan gewone voornaamheid onder de
Linden op en af, met allures van extra
minachting voor gewone stervelingen. In
de politiek heei-scht windstilte. De burgers
spreken van hun kerstboomeu en de mi
litairen van hun vooruitzichten om in den
eerstvolgenden oorlog het IJzeren Kruis
te behalen.
De Gou7ernements-Postspaarbank in
omdat hij mij nog niet eens een dagzoen gegeven
heeft." ,,'t Is waar ook Lucie, ja meid, dan
verdien ik, dat gij mij eens ter dege beknort."
Alsnu zette de proconsul zijn dochtertje op zijn
knieën en kuste haar, terwijl zij hem op kinder
lijken toon verscheidene dingen verhaalde, die in
zijn afwezigheid voorgevallen waren. en o won
der! hoe langer het kind sprak, des te zachter
en menschelijker scheen de uitdrukking van zijn
stem te worden, evenzoo als den vorigen dag
Azor gedwee was geworden, nadat het kind tot
den hond gezegd had: „komaan, lek dien goeden
vriend de hand eens!"
„Zijt gij van daag wel zoet geweest op school
en hebt gij braaf geleerd?" „O zeker, de
meester was wat tevreden over mij!" „Nu,
als dat waar is, pak mij dan nog eens!" „Ja
maar" zeide Lucie, op een schalkschen toon, „als
ik u pak, dan krijgt gij wat van mij." „Ja,
mijn lieve! dat is wel waar; uwe kussen doen mij
goed; zij verstrooien mijn gedachten en bekoelen
mijn bruisend bloed." „En gij weet wel dat
ik wat van u moet hebben." „Wat dan?"
„Weet gij nu niet meer wat gij mij beloofd
hebt?" „Neen, Lucie! ik weet er mij niets
meer van te herinneren." „Dat is waarlijk
niet mooi van u papa, dat gij vergeet wat gij uwe
dochter beloofd hebt." „Nu, help mij maar
Frankrijk zal met 1 Januari a. s. in wer-
kiug treden. Volgens de wet van 9 April
1881 is bet beheer vau deze instelling
onder garantie van den Staat gesteld, en
worden de spaarboekjes kosteloos verstrekt.
Een ieder, die ouder is dan 16 jaren (ook
gehuwde vrouwen zonder machtiging van
hare echtgenooteu) kan ten allen tijde de
gespaarde gelden weder terugnemen. De
interest is op 3 pCt.' bepaald.
De Eugelsche Minister van Binnen-
landsehe Zaken, de heer Harcourt, heeft
geweigerd gratie te vrageu voor de perso
nen, die wegens omkooperij bij de jongste
verkiezingen, tot vrij zware straffen waren
veroordeeld. Het daartoe strekkend adres
was door 43.841 personen geteekend, onder
welken 32 leden van het Hoogerhuis, 75
van 't Lagerhuis, 1113 predikanten, 1015
vrederechters, enz. enz.
De Engelsche Regeering heeft besloten
de onrustige provinciën in Ierland te ver-
deeleu in districten, eu deze te plaatsen
ouder het toezicht van een bizouder m a-
gistraatspersoon, die met buitengewone vol
macht zal toegerust worden.
De limes verneemt uit Petersburg, dat
niettegenstaande de tegenspraak, welinge
richte kringen gelooven in de echtheid
van het gepubliceerde protocol, waarin het
voorstel ligt opgesloten van een Oosteu-
rijksch-Russische alliantie, in December
1880 door Andrassy aan Rusland voor-
gelegd.
Volgens bericht uit Weeuon verneemt
de Presse uit Petersburg, dat de Regeering
een ernstigen boerenopstand vreest in ver
schillende Russische provinciën, daar de
boeren verklaren, dat hun land hun ont
nomen is, en de teruggave vragen. Zij
houden revolutionnaire bijeenkomsten in de
kerken
Uit Petersburg wordt geseiud, dat
een commissie van enquête in het douane
kantoor te Taganrog stelselmatige fraudes
op groote schaal heeft ontdekt, loopende
over vele millioenen. Alle ambtenaren zijn
in hechtenis genomen.
Met het einde der feestdagen hebben
de rustverstoringen te Warschau opgehou
den en is de orde hersteld. Enkele maat
regelen van voorzorg zjjn echter gehand
haafd eu in sommige straten zijn militairen
geposteerd. Ongeveer 1700 personen zijn
in hechtenis genomen, meest jonge lieden.
Dinsdag is de zevende week van
Guiteau's proces begonnen. Bij het begin
op weg, belofte maakt schuld; en gij zult zien
dat ik een prompt betaler ben als ik maar weten
mag wat ik schuldig ben." „Gij hebt mij ge
zegd dat, als ik schrijven kon, gij mij alles geven
zoudt wat ik van u verlangde." „Nu, beste
Lucie!" „Welnu, palief!" sprak Lucie, terwijl
zij een bekoorlijken nadruk aan haren toon gaf,
„welnu pa, ik schrijf!" „Schrijft gij, mijn beste
Lucie, schrijft gij waarlijk? Wel, gif zijt een engel
achtig kind, dat gij dat zóó voor mij verzwegen
hebt en er mij nu zóó meê komt verrassen. Maar
ik kan het haast niet gelooven; kom toon uwe
kunst eens gauw! En zoo heusch als ik Lebon
heet, gij kunt alles van mij krijgen wat gij heb
ben wilt, als het waarlijk zoo is!"
Er had nu een pauze plaats, gedurende welke
Lucie schreef. „Kom," hoorde ik daarop Lebon
zeggen, „laat mij nu uwe hanepootjes eens zien.
Wel drommels! geen schrapjes of hanepootjes
maar letters en woorden! Wel, beste, allerbeste
Lucie, dat is waarlijk mooi, dat is uitmuntend!
Wel is het een weinig scheef, maar dat doet er
niets toe.Doch wat staat daar?"
„Wel pa, is dat nu nog niet duidelijk genoeg?"
En Lucie nam het papier en las: „Ik wil dat
gij den gevangene loslaat!"
Wordt vervolgd.)