NIEUWE
No. 557.
Zondag 29 Januari 1882,
7e Jaargang,
Beschaving,
1,—
0,06
De maagborstel.
HMRLIMSCHE COERliT.
ABONNEMENTSPRIJS
Per 3 maanden voor Haarlem
Buiten Haarlem franco per post.
Afzonderlijke Nummers
0,85
Dit blad verschijnt
Eiken WOENSDAG en ZATERDAG.
BüBEAU: St. Jansstraat Haarlem.
c mt/f
AGITE MA NON AGITATE.
PRIJS DER ADVERTENTIÈN
Van 16 regels30 Cents.
Elke regel meer5
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant.
Advertentiën worden uiterlijk Dinsdag- en Vrijdag
avond voor 6 uur ingewacht.
Uitgevers KÜPPERS I.AURBT.
Vervolg.)
De moderne beschaafden* zeggen: von
der beschaving verstaan wij op de eerste
plaats: het beoefenen der wetenschappen en
kunsten.t Wij antwoorden: zeer juist, wij
zyn vau 't zelfde gevoelen en we leveren
tevens het bewijs, dat wederom slechts de
Katholieke Kerk, ook deze beschaving ge
bracht en onderhouden heeft. De Kerk
heeft de wetenschap altijd lief gehad, ge
kweekt ea verspreid en de kunst in haren
dienst genomen. Er was een tijd, waarin
de heidensche, d. w. z. de afvallige Keizer
Juliaan, aan de Christenen het gebruik
der klassieke boeken en het bezoek der ge
leerde scholen verbood. De Bisschoppen
hielden dezen maatregel voor strenger en
gevaarlijker voor de Kerk, dan zelfs de vroe
gere bloed-edicten van een Nero of Dio-
cletiaan. Eu wat deden zij? Met de grootste
ïuspanning en door groote offers richtten
zb voor de Christelijke jongelingen eeuige
hoogeseholen op en gaven al hun talent
ten beste, al hunne geleerdheid en welspre
kendheid, om in den stijl en in de taal
der oude klassieken, zelf christelijke rede
voeringen gedichten en philosophische ver
handelingen van klassieke waarde te schrij
ven en aan de jongelingschap ter hand te
stellen. Men leze de geschriften van Gre-
gonus van Naziauze en men zal zien, hoe
reeds de oude Kerk de wetenschap en kunst
beoefende en kweekte.
Europa onderging eene kolossale veran
dering door de volksverhuizing, die alle
zaken, volkereu, stammen en natiën heen
en weer slingerde, oude steden deed ver
dwijnen en nieuwe deed ontstaan. Waar
vond de wetenschap, waar vond de be
schaving haar eenige rustplaats, haar schuil
hoek voor het wapengekletter der strij
dende volken? In de stille kloostercellen
der Katholieke monniken. Eu opnieuw kwam
er eene eeuw van barbaarschheid over de
Staten van Europa met zijn vernielende en
verwoestende Hunnen-tochten en zijri Noor
mannen-krijg, als ook met de slavenketens,
in welke de Italiaansche partij van den adel,
6e vrijheid van den Apostolischen Stoel
en de kerkelijke tucht in bijna alle Rijken
en landen sloeg. Maar de Kerk redde ook
ditmaal met het Geloof, ook het licht der
wetenschap. In de kloosters waren duizen
den handen en tongen bezig de gedenk
stukken der oude Grieksche en Latijnsche
FEUILLETON.
Rijdende vogels.
Onder onze trekvogels zijn, zooals men weet,
vele krachtige vliegers, die naar Afrika gaan en
den weg over de Middellandsche zee aan één
stuk afleggen. De minder sterken gebruiken de
eilanden als rustpunten en worden zeer vermoeid
door de reis; op Capri o. a. komen dikwijls
groote zwermen kwartels van hun vermoeienis
uitrusten.
Maar er worden ook zeer kleine Midden-Euro-
peesc e vogels, die niet lang achtereen vliegen
'unnen, in de wintermaanden op Afrikaansch
'eTT ®e'on6en> terwijl zij 's zomers in Europa
zijn. Hoe komen die over de zee? Zij doen dien
tocht op een zeer gemakkelijke manier, nl. op
den rug der kraanvogels.
Een Amerikaansch dagblad-coTCe«pondent, die
eenigen tijd op Creta doorbracht, verhaalt dat
men hem daar meermalen opmerkzaam maakte
op het getjilp van kleine vogels, dat men hoorde
als er een zwerm kraanvogels voorbij vloog; dit
was, zoo beweerde men algemeen, vau kleine
vogels uit Europa, die op den rug der kraan
vogels zaten en zoo de reis over de zee deden.
In het eerst wilde hij het niet gelooven, maar
literatuur af te schrijven eu te verklaren.
Waar anders dan in de kloosters heeft men
bijna al die kostbare handschriften des bij
bels, der Kerkvaders, der klassieken enz.
gevonden Zonder den vlijt en de weten
schap van die sombere gedaanten der mid
deleeuwen zouden we ten huidigen dage
nog halve barbaren zijn. En zoolang de
Kerk leven kou ontwikkelen, heeft zij de
kunst ouder hare bescherming genomen en
ter verheerlijking Gods eu ter veredeling
der menschen gekweekt. Nog stond hare
wieg in het bloed barer kinderen, toen zij
reeds in de catacomben op de ijzige mu
ren, christelijk leven bracht, door die on
vergelijkelijke fresco's, die thans nog de
bewondering van de vijf werelddeelen af
persen. En wie deed die heerlijke basilieken,
koepels en gothische tempels verrijzen met
hunne gewelven eu torens, met hunnen
rijkdom aan schilder- en beeldhouwwerk
en met hunne verbazende kunstschatten?
Was dit niet de Katholieke Kerk?
Wie heeft de volksscholen gesticht, waar
de jeugd onderricht ontving in 't lezeD,
schrijven, rekenen, enz.? Toen nog geen
Staat er aan dacht, verzamelden reeds dui
zenden priesters en kloosterlingeu de kin
deren eu beschaafden dezen door het on
derwijs. Ook de hoogeseholen in Italië,
Frankrijk, Duitschlaud en Spanje, zijn bijna
alle door de Kerk opgericht. Langer dan
vijftien honderd jaren gold de geestelijke
stand in de wereld algemeen als den ge
leerden stand bij uitnemendheid, eu thans
nog vervult die eerbiedwaardige stand in de
Katholieke Kerk, op elk gebied der weten
schap ongetwijfeld eene uitstekende en
schitterende rol. Wij behoeven niet aan
Augustinus, Thomas, Albertus enz. te her
inneren wij noemen slechts de namen
Copernicus en Secehi. In de Katholieke
Kerk was gedurende de »duistere middel
eeuwen* zelfs het vrouwelijk geslacht er
op uit met het andere te wedijveren in de
beoefening en aankweeking van kuusten
en wetenschappen. Tallooze geleerde vrou
wen spraken vreemde talen, maakten ge
dichten, hanteerden het penseel of de bor
duurnaald en brachten kunstproducten in
de wereld, waarover thans nog de emi-
nentste vakgeleerden hunne hooge verwon
dering te kennen geven.
Men heeft nu van die edele, liberale
luit die het volgende decreteeren: Ja, in de
middeleeuwen, hebben de geestelijken en
kloosterlingen zich aan wetenschap en
later, toen hij eens met een gezelschap op zee,
24 kilometer van het strand, aan het visschen
was, hoorde hij, bij het voorbij vliegen der kraan
vogels, weer het getjilp, en toen een der visschers
een schot loste, vlogen drie kleine vogels ver
schrikt op, om echter terstond weer onder de
kraanvogels te verdwijnen
Ook ooievaars doen dienst als middel van ver
voer voor kleinere vogels. In Egypte worden
's winters veel kwikstaartjes gevonden, en de
Bedouinen zijn overtuigd, dat de ooievaar ze mee
gebracht heeft.
Het boven medegedeelde wordt door verschei
dene reizigers en schrijvers bevestigd, o. a. door
Petermann in zijn Ruisen en door den Zweed-
schen reiziger Hedfenborg, terwijl Dr. vanLennep,
Nederlandsch Consul te Smyrna, in zijn werk
over bijbslsche gebruiken in bijbelsche landen,
verhaalt dat ook in Klein Azië de kranen de
kleinere vogels over de Middellandsche zee dragen,
als zij de winterkoude, die hun in klein Azië, Syrië
en Palestina te streng zou zijn, ontvluchten.
In den herfst ziet men, naar hij verhaalt, bij
de eerste koude winden, groote zwermen kraan
vogels uit het noorden komen. Zij zweven vrij
laag onder een eigenaardig geroep, en een aantal
kleine vogels van allerlei soort vliegen dan naar
hen toe, om een plaatsje op hun rug te kiezen
kunst veel lateu gelegen liggen, zij hebben
veel in de scholen gewerkt en wetenschap
pen en kunsten zeer bevorderd. Maar
thans zijn ze niet meer noodig. In onzen
tijd moet men huil de scholen ontnemen,
nu moet de Staat er zelf voor zorgen, de
tijd van priesters en kloosterbroeders is
voorbij, zij passen niet meer bij het on
derwijs der jeugd. Dat is dus de dank
waarmede de liberalen de moeite, zorgen
en offers beloonen die de Katholieke gees
telijkheid zich eeuwen lang getroost heeft.
Overigens is het een groote leugen als
men zegt, dat men voor de opvoeding eu
beschaving van het volk de Kerk kan ont
beren. De ondervinding leert dat op gods-
dienstlooze scholen het onderwijs niet
vooruitgaat. Men leert er velerlei, doch
niets grondig. Neen, de atheïsten eu gods
diensthaters onzer dagen, zij kunnen de
menschen niet opvoeden, hunne booze
neigingen niet beteugelen, hunne harten
niet verbetereu. En derhalve brengen zij
de ondeugd in de scholen en dragen zij
zorg dat de tuchthuizen en gevangenissen
steeds gevuld worden. Daarmee echter gaat
hand in hand de achteruitgang in 't be
vatten en leeren. Want reine harten en
onschuldige zielen maken heldere hoofden,
booze neigingen en slechte zeden benevelen
het verstand. De ondervinding leert reeds
genoeg welk soort menschen men vormt
op de scholen, waar men den god .dienst
verdreven heeft. Nog tien of twintig jaren
verder en de wereld zal er verbaasd over
staan hoe dom, gedachtenloos en slecht
de menschheid geworden is.
Gaan we verder. Met recht verlangt men
van een beschaafd volk, dat het niet alleen
van jacht en roof leve of een Nomaden-
leveu leide, doch dat het ook den bodem
bearbeide en akkerbouw bedrijve, vaste
woonplaatsen stichte, industrie beoefene en
meer of miuder met andere volkeu handel
en verkeer onderhoude. Eu nu dagen we
alle economen uit, ons eene macht aan te
wijzen die zooveel voor industrie en akker-
houw, voor vestiging van volksstammen en
tot vermeerdering van 't verkeer der volken
heeft gedaan en gewerkt al3 de Katholieke
Kerk. Of waren het niet kloosterlingen en
missionarissen die onze voorouders er toe
hebben gebracht, om moerassen te dempen,
uitgestrekte bosschen te doen verdwijnen,
lachende velden en bouwland te maken?
Waren het niet dezelfde monniken, die hen
de verschillende handwerken leerden? En
en zoo de reis mee te maken. Bij hun terugkeer,
in het voorjaar, vliegen de kraanvogels hoog; zij
weten dan wel, dat de kleine passagiers den weg
naar beneden gemakkelijk kunnen vinden.
De wilde Canada-gans bewijst in Amerika aan
de vinken denzelfden dienst als de kraanvogel
aan zijn kleine natuurgenooten bij den tocht over
de Middellandsche zee.
Er is geen reden om aan de juistheid der op
merkingen, die van zoo verschillende zijden ge
maakt worden, te twijfelen. Dat bij ons het reizen
der kleine vogels op den rug der kranen niet
opgemerkt is, kan zijn omdat de kleine reizigers
misschien hier op eigen wieken den tocht aan
vaarden, en eerst later de hulp hunner sterkere
vrienden inroepen, of ook, omdat de kraanvogels
zeer schuw zijn en meest in schemerdonker ver
trekken, terwijl in het Zuiden, waar zij lager
vliegen en zooveel vogels samenkomen, hun ma
nier van doen veel gemakkelijker opgemerkt kan
worden.
In de dierenwereld zijn vele voorbeelden van
kameraadschappelijk samenleven van verschillende
dieren, als de haai en zijn loodsvisch, de mieren
en hun huisdieren enz., maar de groote sterke
vogels, die ridderlijk hun krachten ter beschik
king van de zwakkere stellen, zijn zeker wel
een van de treffendste, en zooals in vele gevallen,
zijn het ten huidigen dage niet dezelfde
krachten, die in Amerika, in Afrika en in
Australië de wilden er aan gewennen kleêren
te dragen, den bodem beplanten, huizen te
bouwen en de werken der beschaving aan
te kweeken? 't ls ons niet bekend dat er
ooit een der Kerk vijandige elementen tot
dusver een stam geciviliseerd heeft. Wel
kunnen de liberalen, zooals b. v. de Engel-
sche landlords,de pachtersin Ierland uitzuigen
en knevelen, maar de armen, weduwen en
weezen in hunne hutten op te zoeken, hen te
spijzigen en te laven, dat laat men gaarne
aan de zorgen van Katholieke vereenigingen
over. Eu dan durft men nog te schreeu
wen: de Katholieke Kerk maakt het volk
dom en ruw! De Katholieke abdijen en
de kloosters waren van hunne oprichting
af, steeds de haardsteden van.het religieus-
zedelijke leven en van het industrieel en
economisch bedrijf, zij zijn steeds de eersten
die zich den vooruitgang der wetenschap
en techniek, het gebruik van machines ten
nutte maken. Van hen kunnen de land
bouwers nog veel goeds cu nuttigs leeren.
De Kerk staat niet vijandig tegenover elke
uitvinding of ontdekking op het gebied van
wetenschap of industrie. Het tegendeel is
waar; zij wijdt nieuwe fabrieken en spoor
wegen iu en neemt met dank alles aan,
wat tot verlichting van het harde lot der
arme menschheid, die in 't zweet des aan-
gezichts haar brood moet eten, wordt aan-
gebodeu. Zij zelve is niet de laatste, die
nieuwe veroveringen van den onderzoeken
den geest zich eigen maakt en nuttig aan
wendt. Maar de Kerk wil niet dat de mensch
opgaat in dieust van den Mammon en door
overmatige zorgen voor het aardsche leven
zijn God en het eeuwige leven vergeet.
Begeven we ons thans op politiek en
sociaal terrein en dau vragen we: wie
anders dan de Katholieke Kerk heeft de
verschillende volkeren en natiën der aarde
tot elkaar gebracht en een volkenrecht in
't aanschijn geroepen? Noch de Turken,
noch de heidensche Staten wagen het,
zich, in tijd vau vrede, te verzetten
tegen de door het Christendom ingevoerde
reine zeden en gebruiken. Er bestaan
wetten, gebruiken, vormen, door de Kerk
ingevoerd, die geen volk geen Staat durft
overtreden. Welke een invloel heeft de
Kerk gehad op de inrichting en het bestuur
der Staten, op hunne wetgeving, op hunne
justitie, op hunne politie, op hunne be-
oefeniugen der humaniteit en openbare
zou ook hier menigeen, die tot de heeren der
schepping behoort, van de redelooze dieren kun
nen leeren.
De maagborstel, die tegenwoordig niet meer
gebruikt wordt, speelde vroeger eene belangrijke
rol tot hevordering der gezondheid. Zooals de
naam aanduidt, diende hij om de maag te zui
veren, en bestond in een 3 a 4 duim langen,
eivormigen borstel van fijn bokkenhaar, die aan
een dubbel ineengedraaid en met zijde omwonden
ijzerdraad was vastgemaakt. Gewoonlijk was het
een barbier, die de operatie verrichtte om dit
instrument door het keelgat in de maag van den
patiënt te brengen, waar het zoolang heen en
weêr werd gedraaid totdat er braking op volgde.
Lang is dit middel een geheim geweest, en het
werd eerst algemeen bekend toen een Duitscli
minister op zijn reis naar Italië ziek werd en
door de aanwending van den maagborstel werd
genezen. Nog in het jaar 1711 werd in Berlijn
het getrouw gebruik van den maagborstel als een
zeer heilzaam en een hoogen ouderdom bevor
derend geneesmiddel" door de geneesheeren aan
bevolen.