NIEUW
E
IVo. 568.
Donderdag O Maart 1882.
7e Jaargang.
Het oudeen nieuwe heidendom.
BUITENLAMP.
feuilleton.
Etiquette aan het Engelsche Hof.
Stenographie.
IMSCIP
ABOHHEMEUTSPBIJS
Per 3 maanden voor Haarlem
Buiten Haarlem franco per post.
Afzonderlijke Nummers
0,85
1
0,06
Dit blad verschijnt
Eiken WOENSDAG en ZATERDAG.
B Uit EAU: St. Jansstraat Haarlem.
pr 3SSSA
M r
w
ruMKTimiDid"?:"if
~3rW-*%.?a
AGITE MA HOE AGITATE.
PBIJS DES ADVEBTENTIÊN
Van 1—6 regels30 Cents.
Elke regel meer5
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant.
Advertentiën worden uiterlijk Dinsdag- en Vrijdag
avond voor 6 uur ingewacht.
Uitgevers KÜPPERS J.AUEET,
»Onze tijd is de aera van het moderne
heidendom,hoort men thans niet zelden
verkondigen, en menigeen heeft daarbij wel
gedacht, wellicht ook gezegd: »'tis waar,
de tegenwoordige wereld is slecht, zeer
slecht, maar de heidensche eeuwen waren
toch noch erger.Wij zullen in de volgende
regelen eens nagaan, in welke periode de
menschheid, die God en geloof, zedelijkheid
en deugd als onnutten ballast over boord
wierp, 't laagst gezonken was, in 't oude of in
het nieuwe heidendom. Dit zeggen we vooraf,
men moet de menscheu, hun doen en laten,
hun handel en wandel naar de omstandig
heden beoordeelen, waarin zij geleefd heb
ben en naar de richting des tijds, die on
getwijfeld op hunne gemoederen grooten
invloed heeft geüad en waaraan zij zich
niet hebben kunnen onttrekken. Wil men
zich aan geene ongerechtigheid schuldig
maken en zich bij het uitspreken van een
oordeel van alle overdrijving onthouden,
dan moet men daarbij steeds objectief te
werk gaan en alle subjectieve beschouwin
gen achterwege laten. Wie gewoon is
slechts door zijn eigen bril te zien, die
zal slechts beelden waarnemen, waarop de
kleur en het nommer zijner oogglazen van
grooten invloed zijn, nu eens groot, dan
eens klein, hier nabij, ginds ver af en
voorts nog wel in alle mogelijke en on
mogelijke kleuren. En omdat er niet wei
nigen zoo te werk gingen bij de beoor
deeling van de handelingen der menschheid,
omdat zij met verschillende gewichten heb
ben gewogen, met verschillende maten
hebben gemeten, zoo ontstond daaruit een
verkeerd, een valseh, een onwaardig oordeel.
Een onloochenbaar feit is het dat er in
de negentiende eeuw, vooral in de groote
steden, zeer vele heidensche dingen ge
schieden. En toch leven wij in een tijdperk
van vooruitgang, van vrijheid en van ver
lichting! Althans zoo beweren de modernen
onzer dagen. Wij echter hebben de stellige
overtuiging, dat de zoo hooggeprezen voor
uitgang, niets anders is dan achteruitgang,
een reusachtige stap naar de barbaarsch-
heid. Onze moderne vrijheid, waarbij de
volbloed-liberalen zweren, is niets anders
dan een slavenketen die ons aan het stof
wil boeien en die elke vlucht van den
geest verlamt; de moderne verlichting is
een dwaallicht, dat zijn zetel in holklin
kende koppen heeft, van dwaze ideeën en
dolle beschouwingen afstamt en slechts
De stijfheid aan het tegenwoordige Engelsche
hof is algemeen hekendmaar van minder be
kendheid is waarschijnlijk de gestrengheid waar
mede in vroegere tijden de hof-etiquette werd toe
gepast. Wanneer de zusters van koning Eduard
VI met hem dineerden, mochten zij niet op stoelen
zitten, maar moesten zich vergenoegen met een
bank, die zoo ver van de koninklijke zitplaats
verwijderd stond, dat de schaduw van den troon
hemel er niet op vallen kon. De eenige reden,
waarom de prins van Wales, zoon van Jacobus
I, den 4den Juni 1610 tot ridder geslagen werd,
bestond hierin, dat hij voortaan met zijn vader
aan ééne tafel zou mogen aanzitten. Op een diner
aan het hof van Karei II maakte de Koning den
Eranschen ridder Gramont er opmerkzaam op,
dat hij één van de weinige Europeesche vorsten
was, die door hunne hovelingen knielend bediend
werden. //Ik bedank Uwe Majesteit zeer voor
deze opheldering," antwoordde Gramont, „ik dacht
eigenlijk, dat uwe dienaren u om vergeving smeek
ten, dat de gerechten niet smakelijker waren toe
bereid."
tot boosheid bederf en zonde leidt.
Dat is het kenmerk van onzen tijd, van
het moderne heidendom. Het bewijs voor
onze bewering zullen wij trachten te geven.
Diep was de val onzer stamouders en
in zijne gevolgen, verschrikkelijk. Het
reine, heldere licht van de kennis Gods
was verdwenende mensch was zwak ge
worden naar ziel en lichaam. En daardoor
dwaalden de menschenkinderen steeds meer
en meer van den weg naar het eeuwige
leven en zij geraakten op dien welke naar
het Rijk der onderwereld leidt, bij de ge
vallen hemelsche geesten. Dat was het
hellend vlak van het heidendom en daarop
gleed de menschheid ontzettend snel naar
beneden.
De verblinde volken wierpen zich in de
armen van zelfgekozen goden, zij bogen
de knieën voor zon, maan en sterren, voor
hoornen, afschuwelijke dieren, zelfs voor
het maaksel huuner handen. Tot deze goden
richtten zij hunne wenschen, hun smeek
gebeden, niet met liefde en vertrouwen
doch met slaafsche vrees, schuwe achting,
bange verwachting. Doch niettegenstaande
alle toegedichte voortreffelijke hoedanigheden
waren de heidensche goden verre van
volmaakt. Jupiter en Juno lagen voortdu
rend met de gansche kliek, met de goden van
alle rangen, aanhoudend overhoop en de
hooge Olympus was onophoudelijk getuige
van allerlei vechtpartijen. Zoo kwam het
dat elke ondeugd hare godheid had. Dief
stal, roof en moord, ontucht eu zwelgerij
waren geen ondeugden, ze werden immers
door de hemelingen zeiven gehuldigd.
Zoo stond het geschapen in den tijd van
het duistere heidendom. Toen weenden de
engelen en triumpheerden de duivelen. Wei
nigen zagen toen met onbeuevelden blik
den treurigen, medelijdenswaardigen toe
stand der gezonken menschheid. 't Was
slechts eenige machtige geesten vergund
te vermoeden, dat één eeuwig Wezen over
alles heerscht, een machtige, wijze, recht
vaardige, heilige God. Doch zelfs mannen
als Socrates, Aristoteles, Plato en anderen
vermochten dezen eeuwigen God niet in dat
licht en in die waarheid te omvatten, zoo
als zulks door het Christendom mogelijk
wordt gemaakt. Toch hebben zij uitspraken
gedaan, die vele onzer moderne verlichte
geleerden zouden beschamen. Zoo zegt Plato
o. a.»als de tegenwoordige toestand der
wereld verbeterd moet worden, dan kan
zulks alleen geschieden door bemiddeling
van een God, die ons de ware gerechtig-
De geschiedenis der stenographie is weinig be
kend en zeer merkwaardig.
Men verkeert in eene dwaling als men meent
dat zij eene uitvinding van den lateren tijd is.
Immers lezen wij in een psalm van David: Lingua
mea calamus scribae velociter scribentis(Mijn
tong is als de pen van een schrijver, die snel
schrijft.)
De Hebreërs verstonden dus de kunst om even
snel te schrijven als men spreekt.
Maar waar de stenographie inzonderheid be
oefend en om zoo te zeggen algemeen gebruikt
werd, was te Athene en te Rome.
Zoo bediende Xenophon zich van een verkort
alphabet om de redevoeiingen van Socrates te
schrijven, wiens werker, hij uitgaf. Dat was 168
jaar voor J. C.
De Romeinen, die met den buit van Grieken
land ook de kunsten en de gebruiken der Grieken
in Italië overbrachten, voerden die manier van
schrijven onder alle klassen der bevolking in.
Onder het consulaat van Cicero ziet men het
eerste spoor der stenographie. De groote redenaar
zelf was er zeer bedreven in, en leerde die kunst
aan een vrijgemaakten slaaf, Tiron genaamd, die
beid toont.Zulk een diepen blik had eeu
heide in een periode waarin bijna niets
dan afgoderij heerschte. En wat levert
onze verlichte tijd Godverzaking, dier- eu
menschvergoding, aanbidding van het gou
den kalf! Vloekwaardige vernedering van
het hoogste en schaamtelooze verheffing eu
vergoding van liet gemeene, van het lage,
van het onbeduidende! Dat is het konter
feitsel eener van God afgevallen mensch
heid in de negentiende eeuwDat is het
groote negatieve beeld der wereldphoto-
grafie op de glibberige glasplaat. Werp
haar op den grond en ge hebt niets dan
een hoopje scherven
Wij hebben zoo even van de hoogst
treurige toestauden van het oude heidendom
gesproken en toch beweren wij dat de toe
standen van de Christelijke negentiende
eeuw nog treuriger is. De oude heidenen
aanbaden, hij al hunne zedeloosheid en mo-
reele bedorvenheid, hunne goden omdat zij
er aan geloofden. De negentiende eeuw
heeft geen God meer uoodigzij is atheïs
tisch. Hoe zou men anders verlicht kun
nen ziju In onze dagen kan men het best
zonder God stellen. Men vreest een wre
kende God en omdat men Hem vreest,
loochent men Hem driestweg.
Doch omdat het menschelijk hart toch
naar iets verlangt, waar het zich aan kan
hechten, dat het kan vereeren, zoo heeft
een zekere soort menscheu het goed en
verstandig geacht, in plaats van den af-
gedankten God, den duivel zeiven als op
perheer te huldigen. Wij overdrijven niet,
de feiten spreken; in Italië ziju de »leer-
lingen van Satangenoeg bekend. Deze
verlangen o. a. ook dat men trachten moet
door alle mogelijke goede eu slechte mid
delen de school in hunne macht te bren
gen, »want,< zoo meenen deze moderne
heilaanbrengende beschavers, wij willen
aan de wereld het bewijs leveren, dat men
God noch religie noodig heeft om een goed
eu 'zedelijk leven te leiden.
Beschouweu we deu duivelsdienst nader.
Eenige jaren geleden gaf het Belgische
blad, La liberté, het verslag vau eene ver
gadering van de vereeniging der vrijden
kers. In deze zitting verkondigde een zekere
Eugène Robert aan het auditorium zijne
gevoelens, door de apologie des duivels op
zich te nemen eu diens recht op de liefde
en dankbaarheid der menschheid te verde
digen. Terwijl hij,« zoo luidt het verslag
in genoemd orgaan, opkwam tegen den
laster en de miskenning, die de duivel
zijne pleidooien uitmuntend 1 stenographeerde.
Tiron verkreeg er spoedig eene groote ver
maardheid in, en gaf zijn naam aan stenogra-
phische aanteekeningen, die hij gebruikte, en
die Tironische aanteekeningen genoemd werden.
Destijds schreef men elkander te Rome niet
anders dan met stenographische teekens. Dat was
een schrift waarvan iedereen weldra den sleutel
had. Seneca, Brutus, Julius Gesar, Cicero en een
aantal andere groote mannen maakten er ODder
elkander gebruik van.
Eer.s schreef Cicero uit gewoonte met Tiro
nische teekens een brief aan zijn vriend Atticus,
waarvan deze niets begreep. Toen bood de groote
redenaar aan hem in de stenographie onderricht
te geven, en Atticus leerde die kunst in zeer
korten tijd.
Augustus gaf zelf zijn kleinzoon les in de ste
nographie.
Tot in de elfde eeuw is de oude manier
van stenographeeren iu Erankrijk bewaard ge
bleven. Men bezit nog brieven vaD den zoon
van Karei den Groote, Lodewijk den Vrome,
met teekens van het Tironische alphabet ge
schreven.
In 1747 hervormde een Benedictijner monnik,
Pierre Carpentier, het Tironische alphabet, en
eeuwen lang had moeten verduren, terwijl
hij den duivel ontdeed vau het afschuwlijke
kleed waarin haat en bijgeloof hem had
den gestoken, gaf hij (de redenaar) den
duivel zijne schoonheid, grootheid en heer
lijkheid terug. Het is tij clzoo eindigde
Robert zijue redevoering, »dat de vrienden
der vrije gedachten den kreet doen weer
galmen God is doodLeve de duivel
Wordt vervolgd.)
De Norddeutsche Allg. Ztg. zegt uaar
aauleidiug van de geruchten dat Rusland
de inkomende rechten aanmerkelijk ver-
hoogen zal, dat oeconomische belangen op
den duur niet aan vriendschappelijke poli
tieke betrekkingen ondergeschikt kunnen
blijven. Duitschland zou dus, metden wensch
dat de beste politieke verstandhouding blijve
bestaan, aan den uitvoer van Rusland moe
ten trachteu te vergelden wat Rusland
legen den uitvoer uit Duitschland doet.
Alle verdere berichten bevestigen dat
Maclean, thans met het schrijven van zijn
levensgeschiedenis bezig, krankzinnig is.
Honger eu ellende verergerden iu de laatste
dagen zijn ziekelijken toestand.
De communards bereiden in Frank
rijk feestelijke bijeenkomsten voor tegen
den 18Jen Maart ter viering van den ver
jaardag der commune.
De socialisteu te Marseille hebben tegen
aanstaanden Zondag eene volksvergadering
uitgeschreven, om verzet aan te teekenen
tegen de veroordeelende vonnissen, in het
jongste proces tegen de nihilisten te Peters-
burg uitgesproken. Louise Michel en Pau
line Minck hebben beloofd tegenwoordig te
zullen zijn.
Volgens berichten uit Mecheria heeft
eene kolonne Fransche troepen bij Mermet
een troep opstandelingen overvallen en
18000 schapen en 300 kameelen buitge
maakt. Eeu andere kolonie heeft, dooreen
versnelden marsch, de manschappen van
Solimau verrast eu in een gevecht omstreeks
100 hunner gedood. Deze gebeurtenissen
hebben eeu diepen indruk gemaakt op de
in opstand gekomen stammen.
Zondag-voormiddag is generaal Skobeleff
te St. Petersburg aangekomen. Op het
perron vau het spoorwegstation waren
vele personen, onder welke officieren, om
hem te begroeten. Eenige vivats werden
te zijner eere aangeheven.
Het Centraal-Bureau van den Ita-
gaf in bet Latijn een boek uit, dat over zijne
r.ieuwe manier handelde.
Tegenwoordig is de stenographie, die slechts
door weinigen beoefend wordt, gewijzigd en ver
beterd maar zij schijnt toch niet eenvoudiger en
korter te zijn dan die van de ouden. Zoo ver
zekeren de schrijvers der oudheid dat de steno-
graphen, die men notarii noemde, een woord door
eene letter teruggaven.
In een brief van Ausonius aan een stenograaf
wordt gezegd: „Nauwelijks is de geheimste ge
dachte van mijn hart over mijne lippen, of reeds
hebt gij die opgeteekend. Gij loopt zelfs mijne
woorden vooruit! Tu me loquentem praevenis."
In de stenographie komen wel eens vergissingen
voor die klachten in de kamers doen opgaan.
Onder anderen was er een, die in de Kamer der
Pairs in 1835 opgang maakte.
In een debat over een voorstel tot wijziging
in het tarief van rechtskosten, verhief de presi
dent Seguier zijne stem tegen de voorloopige
kosten van den griffier (greffe judiciaireDe ste
nograaf liet hem zeggenLe gouffre judiciaire.
en werd in de volgende zitting alles behalve
vriendelijk ontvangen.