NIEUWE
No, 571.
Zondag 19 Maart 1882.
7e Jaargang.
m
Nationaal.
BUITENLAND.
0,06
Wat was het noodwendig gevolg daar
van?
ABONNEMENTSPB IJS
0,85
1,
si-:.
Per 3 maanden voor Haarlem
Buiten Haarlem franco per post.
Afzonderlijke Nummers
Dit blad verschijnt
Eiken WOENSDAG en ZATERDAG.
BUREAU: St. Jansstraat Haarlem.
AO-ITE MA NON AGITATE.
PBIJS DEB ADVEBTENTIÈN
Van 1—6 regels30 Cents.
Elke regel meer5
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant.
Ad ver ten tien worden uiterlijk Dinsdag- en Vrij dag
avond voor 6 uur ingewacht.
Uitgevers KÜPPERS LAUREY.
Wij hebben tegenwoordig maar zelden
het genoegeD op een votum van onze
Tweede Kamer met eenige voldoening te
wijzen. Doorgaans ontmoeten de Kamer-
besluiten bij ons meer weerzin dan instem
ming. Thans kunnen wij evenwel aan eene
beslissing onzer Volksvertegenwoordiging
werkelijk lof toezwaaien.
Hier hebben wij het oog op de aanne
ming van het amendement Bastert op de
IJkwet, waarbij het gebruik van de oude,
de Nederlaudsche, namen van maat of ge
wicht in het handels- en nijverheidsvertier
ook verder ongestraft zal kunnen geschie
den.
De Minister van Waterstaat had tegen
dat rekeuinghouden met de volkseigenaar
digheden, met de volksoverlevering, zulk
een groote bedenking, dat hij de wet, ten
gevolge van de bewuste decisie, met 's Ko-
nings machtiging terugtrok.
Eerlijk moeten wij erkennen, dal wij van
den Minister van Waterstaat beter hadden
verwacht. In het algemeen deed hij zich
kennen als iemand die niet ongevoelig is
voor de stem der openbare meening, voor
wien de Natie dus nog iets te zeggen heeft
bij de bepaling van hetgeen ten aanzien
van haar belangen, op verschillend gebied
wordt vastgesteld.
En nu is het een bekende zaak, dat in
het volksleven de nieuwe namen van ma
ten en gewichten al luttel bijval vinden.
De menigte bemoeit zich al bitter weinig
met de vindingen der wetenschap. Van
meter of kilogram hoort men in de ge
zinnen der burgers slechts bij uitzondering
gewagen. Alleen natuurlijk bij de nijveren
en handelaren, die in den vreemde relatiën
hebben, bestaat volkomen bekendheid met
de nieuwe namen van gewichten, enz.;
voor hen is de keunis van zooveel gewicht
dat de wet het gebruik op internationaal
gebied der nieuwe gewichtsaanduidiugen
niet behoeft te verzekeren of te bevorderen.
Het geldt dan ook bij de IJkwet de vraag
of men op nationaal terrein met geweld tot
het gebruik der nieuwe namen zou nood
zaken. Daartegen waren wij steeds gekant,
omdat wij van allen noodeloozen dwang
afkeerig zijn. Er bestaat bovendien geen
motief hoegenaamd, waarom men aan een
volk in zijn dagelijksch verkeer eenigen
dwang zou opleggen om aan de eene aan-
FE U1LLETON.
Een bange nacht.
Vervolg.)
Eeu groote schilderij, zeker een meesterstuk,
hing aan den wandNoë vervloekt Cham voor
stellende. De lijst was kolossaal breed en vol
loofwerk. Nog eer. paar andere schilderijen, doch
van blijkbaar minder waarde, doch prachtig,
hingen aan de andere wanden der zaal mag
ik wel zeggen want de kamer was enorm
groot. Een Smymaasch tapijt lag op de vloer en
een breede tijgerhuid leidde naar het ledikant
dat bizonder schoon van stijl en met beelden en
loofwerk, uit de hand gesneden, was versierd. Ik
merkte alleen op dat het kolossaal groot was,
doch waar de stijl spreekt, dacht ik, moet de leek
zwijgen.
Toen ik alles naar hartelust had opgenomen
en mijne bewondering zoo gaarne aan anderen
had meegedeeld, toen bemerkte ik, dat ik
alleen was. Alleen, en de diepste stilte; alleen
met een fortuin; alleen met het fortuin van mijn
gastheeren dat in Parijs en wel in een mij
onbekend deel van Parijs en wel, mijn herinne
ring herleefdein een speelholWat was
ik in die kamer komen doen Wel, slapen niet
waar? slapen! Mijn lichaam haakte naar rust,
doch mijn hart bonsde zoo geweldig, dat mijn
duiding van maat en gewicht de voorkeur
boven de andere te geven.
Waarom is het toch bij maat en gewicht
te doen? Om niets anders dan om een juist
begrip bij kooper en verkooper van de
hoeveelheid die men verlangt, terwijl men
tevens tegen het bezigen van bedriegelijke
maat wil beveiligd zijn.
Dat de Regeering dus zorgt en waakt
voor dat behoorlijk verzekeren van de bur
gerij tegen het wegen met een maat, welke
een ander wichtsgehalte bezit dan de naam
aanduidt, keuren wij onmisbaar. Het IJk
wezen noemen wij daarom een der meest
nuttige instellingen. Verder behoeft het
gouvernement niet te gaan. Het is niet
noodig dat de Regeering den burgers zal
voorschrijvenge zult voor een bepaald
gewicht een bepaalde naam gebruiken en
ge zult alleen die maten en gewichten
bezigen, welke ik (Regeering) wil dat in
omloop zullen zijn.
Tegen zulk een verkrachten van den
volksgeest en geoorloofden volkswil was het
amendement Bastert een waardig protest-
Eere der Kamermeerderheid welke van zulk
een waardeering van den volksweusch ge
tuigenis gaf. Zij toonde daardoor de be
teeken is te verstaan vau het woord nationaal.
't Doet ons leed, maar op die lofbetui-
ging moet toch weder eeu klaagtoon vol
gen. Diezelfde heeren toch, die in de
IJkquaestie op de eischen der volksstem
wilden hebben gelet, miskenden in oneindig
belangrijker vraagstukken de volkswenschen
maar al te zeer.
Men laat b. v. de Natie vrij (en wij juichen
het toe) in het kiezen van de soorten en
aanduidingen van maten en gewichten, maar
men dwingt haar feitelijk haar kinderen te
zenden op scholen waartegen bij duizenden
en duizenden het meest ernstige gewetens
bezwaar bestaat. Is dat recht? Is dat (in
verband tot de IJkgeschiedenis) consequent
tevens? Moet men, een vergelijking treffend
tusschen IJk en Onderwijs, niet van de
Kamer zeggen, dat zij de mug uitzuigt en
en den kemel doorzwelgt?
En nu gaan wij zeker niet te ver, als
wij meenen, dat de groote meerderheid des
volks, heel ongaarne in zijn gewichts-vrij
heid gestoord, toch zeker bereidwillig die
vrijheid zou opofferen als zij daarmee de
wezenlijke onderwijsvrijheid kon verwerven.
Wij drukken op die definitie van wezen
lijk. De onderwijs-vrijheid bestaat, o, zeer
geest wakker bleef. Mijn geest, met mijn lichaam
afgetobt, behaalde de overwinning over den slnap
en ik besloot mijn lichaam alleen de rust te geven
waaraan ook mijn geest zoo'n behoefte had.
Ik hoorde niets en dat maakte mij angstig
en toch was er niets natuurlijker dan dat, daar
alle bewoners van 't hotel zich in diepe rust moes
ten bevinden; toch had ik zoo graag leven ge
hoord, al was 't maar 't kraaien van een haan.
Onzinnige, in Parijs, en dan in zoo'n grafMijne
leden trilden; 't werd tijd dat mijn lichaam eenige
rust ging genieten. Ik sloop naar de deur, deze
was goed op slot.
Ontkleeden deed ik mij niet, mijn millioen had
dekking noodig en nooit kon men weten wat ge
beuren kouIk wierp mij op mijn bed, dat
ik met een stoel moest beklimmen, zoo hoog
was t; doen ik sliep nietik droomde
echter.
Ik Z8f?mijn vader, mijn moeder, hoe
gelukkig leefden zij samen voor ons heil. Hoe
gelukkig was mijn moeder, toen ik met het blijde
jawoord mijner Lize tot haar kwam en haar een
dochter, die zij niet had, in Lize beloofde. Het
voorjaar kwam en aan de zijde van Lize stapte
ik de gasten voorbij, hen allen dankende voor
hunne belangstelling; 't was mijn trouwdag. Ik
bleef voor mijn patroon staan een rilling ging
mij door de ledende groote schilderij aan
den wand bewoog
zeker; iu de Grondwet wordt zij uitdruk
kelijk der Natie gewaarborgd. Eu op het
oogenblik dat de constitutie (van 1848)
werd afgekondigd, was dat vrijheid-ver-
leeneu veel waard, omdat het de vrienden
van het bizouder onderwijs onthief van de
kwellingen, die hun door de Gemeentera
den, Gedeputeerde Staten en Ministers bij
het weigeren van vergunning tot oprich
ting werden aangedaan. Niet alleen aan
die plagerijen werd het bizonder onderwijs
onttrokken, de vrijheid, welke men toestond,
had inderdaad iets te beteekenen. In 1848
was nog niet aan het staatsonderwijs, vooral
aan het meer uitgebreid lager onderwijs
die uitgebreidheid gegeven, welke het later
verkreeg. ToeD bleef er dus een groot
terrein voor het bizonder onderwijs ter
bearbeiding over.
Ouder den invloed van het radicalisme,
wel degelijk vau het liberalisme van 48 te
onderscheiden, werden steeds meer burger
scholen door den Staat (de overheid) ge
sticht). Op die inrichtingen wordt (wij
denken hierbij ook aan de hoogere bur
gerscholen) tegen een prijs, die met een
niet-prijs gelijk staat, een veel (te veel)
omvattend onderwijs verstrekt.
Dat de particuliere scholen of tegen
die doodende concurrentie niet bestand
blekeu of weldat zij alleen konden
worden in het leven geroepen of ge
houden door het brengen van de zwaarste
offers.
Zoo kon het gebeuren dat de meerder
heid der Natie, tegen de godsdienstloos ge
worden staatsschool gekant, voor haar mil-
lioenen moet opbrengen en tevens voor de
scholen, welke zij zelve noodig keurt voor
haar kroost, nog eens schatten moet bijeen
brengen.
Wij vragen aan de Kamermeerderheid,
welke eene gewichts-vrijheid proclameerde,
is uwe houding in de onderwijs-quaestie
nationaal, eerlijk, vrijheidlievendOns schijnt
het toe, dat gee t ander dan een ontken
nend autwoord op deze vraag denkbaar is.
Toch blijft het vrije onderwijs iu ketenen
geklonken, onder goedkeuring, zelfs onder
het handgeklap der liberalen.
Het liberalisme is deerlijk aangetast door I
de onderwijsziekte, eene krankte nog veel
moeilijker dan de veeziekte te genezen,
daar op menschen het stelsel van afzonderen
Van de poëzie iu liet proza, van de schoone
toekomst in de naakte en verschrikkelijke werke
lijkheid. De schilderij bewoog! ik had het dui
delijk gezien; ik zag het nog.
Op de legerstede uitgestrekt, was mijn geest
wel wakker gebleven, doch afgedwaald. Afgedwaald
naar mijn dierbaar stadje, aar. den huiselijken
haard, aan de zijde van mijn meisje, de toekomst
tot heden, op mijn trouwdag, vóór mijn patroon.
en het oog dat zich onwillekeurig strak op de
schilderij had gevestigd, waakte en zag dat de
schilderij bewoog
Mijn patroon bracht mij tot mij zei ven, de pa
troon voor wien ik op reis was en wiens belan
gen ik tot heden zoo slecht behartigde.
Ik sprong uit bed en liep naar de schilderij,
doch zij hing daar stil, onbewegelijk en 't was
als lachte zij mij uit.
Mijn angst zal mijn gezicht begoocheld hebben,
dacht ik, en ik stapte weer mijn rustbed in.
Doch al mijn zinnen, alles wat in mij was, gold
thans de schilderij, zoo zeker geloofde ik toch
nog aan haar bewegen.
Het gaslicht brandde lustig in de breede bek
ken der drakenfiguren van de kroonarmen. Ik
zag op de schilderij't was als of de vloek van
Noë niet Cham maar mij gold; mij, die mijzelf zoo
onbezonnen in een vreemde stad in de armen
van een vreemdeling had geworpen. Waarvoor
was een schoppenaas en ruitenkoning, waarvoor
en afmaken natuurlijk niet mag worden
toegepast.
Nu van de zoogenaamde vrijzinnigen
niets i3 te hopen, moeten de voorstanders
van de vrije scholen alles doen, om hunne
meerderheid in het land ook te doen wor
den de meerderheid in de Kamer. Geen
enkel eerlijk middel mag daartoe worden
verzuimd. Inzonderheid bij de stembus
moet de veerkracht worden getooud, het
geen nu nog maar al te dikwerf veel te
wenschen overlaat. Hebben eenmaal de
anti-radicalen de meerderheid iu de Kamer,
dan moet de onderwijswet in dien zin
worden herzien, dat op de staatsscholen
minstens zooveel schoolgeld wordt geheven,
dat de kostende prijs door de betrokken
school wordt opgebracht. Voorts moet het
subsidie-stelsel worden ingevoerd, opdat
ook de niet-staatsschoolgezinden van de
onderwijs-millioenen, welke zij helpen op
brengen, ook iets voor hun kroost genieten.
Zulk een wet zoudeu wij nationaal noe
men. De Natie wenscht haar, nog vuriger
dan het behoud der gewichtsnamen.
Moge spoedig de Tweede Kamer, als het
de vrijheid des volks gjeldt, niet langer met
twee maten en gewichten meten en wegen!
De minister van financiën in Frankrijk
heeft bij de Kamer van afgevaardigden een
crediet aangevraagd van acht millioen tot
goedmaking der kosten in Tunis gedurende
de eerste drie maanden van dit jaar.
De Kamer heeft aangenomen het door
den Senaat goedgekeurde wetsontwerp be
treffende de leger-organisatie. Namens de
regeering verklaarde Billot dat zij voor
het ontwerp was. De artikelen en de ge-
heele wet werden zonder discussie aange
nomen. De zitting is opgeheven.
De Gemeenteraad te Munchen heeft
met 40 tegen 16 stemmen besloten, de ge
mengde scholen op te heffen. Daar er
echter twijfel bestond of dit besluit wel
geldig kon zijn, en zoo ja, of het eene
meerderheid van 73, dan wel van s/« der
leden vereischte, besloot de Raad, op deze
punten de beslissing van het Hooger Be
stuur iu te roepen.
De Hertog van Sutherland, vergezeld
van eenige andere aanzienlijke heeren,
bracht Maandag een bezoek aan de Kanaal
tunnel-werken nabij Dover. Aan het lun-
een biljartkeu uitgevonden, om den eersten stap
te zetten op den weg die tot een speelhol
Zij beweegtriep ik, en ik verschrok van mijn
eigen stem. Ja waarlijk, nu had ik 't duidelijk
gezien, de „omlijste Noë" zij bewoog; doch bij
de schilderij gekomen zag ik niets. Stil als een
eikenstam bleef zij als ik bij haar stend. Ik
nam een stoel en plaatste mij in hare nabijheid;
het oog strak op haar gericht; ik wachtte, doch
zij bewoog niet. Werktuigelijk ging ik weer naar
het ledikant.
Wat sprong mij in 't oog, dat zoo op eens een
ijskoude rilling al mijne ledematen deed trillen?
De schilderij was kleiner geworden 't was dui
delijk. 'k Zag het, 't was de schilderij van zoo
straks niet meer. Hevig ontsteld sprong ik er naar
toe, doch, o wonder, droomde ik of was het wer
kelijk. Geen duimbreed was zij van haar plaats,
niets bewoog aan haar en zij had dezelfde grootte
van eerst.
Met duizenden gedachten, benauwd, beang
stigd en vermoeid klom ik weer tegen mijne le
gerstede op. Mijne krachten begaven mij bijna.
Niets vermoeid zoozeer dan het onzekere, niets
mat zoo af.
En al weder zag ik haar verkleinen en bewe
gen. Mijn hart kromp ineen.
(Wordt vervolgd.)