NIEUWE
No. 573.
Zondag 26 Maart 1882.
7e Jaargang.
Servië en het Panslavisme.
BUITENLAND.
0,06
0,85
1.—
N T IEN DJ
Per 3 maanden voor Haarlem
Buiten Haarlem franco per post.
Afzonderlijke Nummers
Dit blad verschijnt
Eiken WOENSDAG eu ZATERDAG-
BÏÏEEAU: St. Jansstraat Haarlem.
AGITE MA NON AGITATE.
MDBAIT.
PBIJS DEB ADVEBTENTLËN
Van 16 regels30 Cents.
Elke regel meer5
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant.
Advertentiën worden uiterlijk Dinsdag- en Vrijdag
avond voor 6 uur ingewacht.
Uitgevers KÜPPERS hAUREI.
Terwijl de oude Westersche monarchieën
naar de republiek haken, ontstaan als
't ware bij schadevergoeding daar ginds,
aan den kant van het Oosten, aan de oevers
van den Donau, jeugdige Koninkrijken. Eerst
was de beurt aan Ruinenië, nu aan Servië.
De gebeurtenis was min of meer voorzien.
Sedert het Berlijnsch Congres de laatste
banden van leenroerigheid, die het aan den
Sultan verbonden, had geslaakt en zijn grond
gebied aanmerkelijk vergroot, was de ver
andering van Vorstendom in Koninkrijk
slechts eene zaak van tijd. Even als voor
Rumenië, moest die omwisseling vroeg of
laat geschieden.
In 't vorige jaar bracht Prins Milan een
bezoek aan eenige invloedrijke Europeesche
hoven, om ten dien opzichte de stemming
der voornaamste Vorsten te polsen. Te
Berlijn en te Weenen werd hij zeer aan
gemoedigd. Het hof van St. Petersburg was
veel koeler gestemd. Het zou ongetwijfeld
liever gezien hebben dat de nieuwe mo
narchie onder Russische bescherming ten
tooneele ware getreden, maar tengevolge van
de houding zijner beide machtige geburen,
scheen Rusland zich vrij gewillig bij de zaak
neder te leggen. Van wege de overige mo
gendheden kon er geen beletsel bestaan.
Derhalve kan men zeggen dat de stemming
der Skouptschina, waarbij Milan de Eerste
tot Koning van Servië is uitgeroepen, de
toestemming van Europa heeft verkregen.
Welke zullen nu de gevolgen zijn van
dezen maatregel welke rol zal het nieuwe
Koninkrijk spelen, welk gewicht zal het bij
brengen in den laatsten en gedachten strijd
tnsschen den Duitschen en den Russischeu
Colossus? Dit zijn alle vraagpunten welke
een ieder op zijne wijze oplost, al naar mate
van zijne verlangens en belangen.
Duitschland meent in Servië een nuttigen
bondgenoot, een bolwerk tegen het Pan
slavisme te vinden. Iudien de heer v. Bis
marck zijne goedkeuring aan de verheffing
van het Vorstendom tot Koninkrijk heeft ge
geven, dan deed hij dit waarschijnlijk om
een troef in zijn spel te verkrijgen.
Wat Oostenrijk aangaat, zijne belangen
zijn solidair met die van Duitschland. Ove-
FEUILLETON.
Een bange nacht.
{Vervolg)
Het scheen zeker te zijn, dat men zich meester
over zijn slachtoffer waande, wanneer het deD
drempel van No. 12 had overschreden en men
het daarom overbodig achtte dit raam, die laatste
uitkomst, af te sluiten of te doen vervallen; laat
ik mij haasten u er bij te zeggen: zij kwam niet
uit op een binnenplaats, dit zag ik duidelijk,
want het uitspansel was met sterren bezaaid en
de heldere sneeuw op de daken lachtte mij tegen,
zoodoende onderscheidde ik dnidelijk dat de bui
tenwereld slechts door die muur van mijn ge
vangenis was gescheiden en ik waande mij reeds
uit mijn kerker verlost; doch wie beschrijft, mijn
angst, toen ik bemerkte, dat ik op een duize
lingwekkende hoogte van den beganen grond was
verwijderd; 't was een der hoogste étages van het
gebouw, en bedroog ik mij niet dan stroomde
langs dat demonische gebouw de rivier de Seine
of althans een vertakking er van.
De tijd was te kort om lang een plan te be
ramen, er moest gehandeld worden; mijn beste
krachten maakten zich tot bondgenooten met
mijn sterken wil en de scherpte van geest, die
een in doodsgevaar verkeerende dikwijls blijkt
te bezitten, gaf mij een practisch middel aan
de hand om ten minste levend beneden te
komen.
Ik greep mijn mes, en het groote bed uit het
ledekant haler.de, sneed ik een fiksche opening
rigens maakte de tegenwoordige toestand
het voor Oostenrijk noodzakelijk om de
stappen van Vorst Milan gunstig te beje
genen. De opstand in de Herzegowina heeft
al eene gisting in de Slavische wereld
doen ontstaan. De ontevredenheid was vooral
groot bij de Serviërs, die reeds spraken van
op te staan en hunne »onderdrukte« broe
ders ter hulp te snellen. De kroning van
Koning Milan zal voor hen eene voldoening
zijn en er ongetwijfeld toe medewerken
om den toestand minder gespannen te doen
worden. Overigens kan de regeering te
Weenen even als die te Berlijn in deze
nieuwe bevestiging der Servische vrijheid
en zelfregeering, een protest zien tegen de
Panslavistische vereenigiug.
Voegen wij daarbij dat het Oostenrijksch
gouvernement zorg gedragen heeft van zijne
economische en handelsbelangen,in de quaes-
tie vau de spoorwegen en de vaart op den
Donau, te verzekeren, en dat het voor den
uieuwenKoning niets gespaard heeftom zijue
gevoeligheid te toonen en hem de noodige
waarborgen van vertrouwen en vriendschap
te geven.
Zullen de onderstellingen van Oostenrijk
en Duitschland in de rol, die zij aan Servië
toebedeelen, verwezenlijkt worden? Dat is
de vraag. Ongetwijfeld is het de bedoeling
van Servië niet om de handlanger van
Rusland te worden. De liefde tot die on
afhankelijkheid is bij het Servische volk
zeer levendig, en het nationaal gevoel wordt
daar gevoed door geschiedkundige herinne
ringen. De Serviërs herinneren zich met
een gevoel van fierheid den tijd toen, voor
dat de Turken den Bosphorus waren over
getrokken, Keizer Dushan over bijna geheel
tegenwoordig Turkije, regeerde, van de
Adriatische zee tot de Egeïsche zee. Deze
herleving van het Servische Keizerrijk is
wel is waar een onbereikbaar iets, een
hersenschim; maar bjj het levendig gevoel
van vaderlandsliefde hetwelk die volken be
zielt, zullen zij er wel tweemaal over
denken voor dat die zelfregeering, welke
hun zooveel moeite gekost heeft te
veroveren, aan het Panslavistische idee door
hen wordt ten offer gebracht.
Zoo is het ongetwijfeld; ongelukkigerwijs
zijn er in de geschiedenis stroomingen
er in, duwde het bed halverwege door het raam,
kroop in de gemaakte ruimte en besloot cordaat
mij van de hooge verdieping naar beneden te
doen tuimelen; mijne oogen hield ik gesloten en
een rilling doorliep mijn afgemat lichaam, een
rilling, die ik nooit vergeettoen het bed
door zijn vracht topzwaar geworden, zich ont
wrong aan het raam, waartusschen het beklemd
was, en in de diepte stortte!
Geen twee seconden duurde mijn val.
Geen plof, maar een gekraak liet zich hooren;
'k was door he1 ijs gevallen. De temperatuur was
onder 0 gedaald en een tamelijke ijskorst bedekte
het water. De hooge val en de betrekkelijke
zwaarte waren krachtig genoeg geweest om dat
ijsveld te verbreken; dat was echter mijn geluk.
Weinig, zeer weinig had ik door den val gele
den en het breken van het ijs had hem gestuit,
verzacht; gelijk straks het ongelukkigst lot voor
mij beschoren scheen, viel, in den waren zin
des woords, nu alles mee. Ik haalde wel is waar
een nat pak, doch door behendig het gevaar
leert handig zijn uit mijn mollige gevangenis
te kruipen, beurde ik mij op het ijs en o geluk,
het bleek sterk genoeg om mij te dragen; de
val had het alleen doen breken, want nu mij
er op bevindende, wandelde ik er overheen als
over de sterkste asphaltvloer.
Gered! slaakte ik onwillekeurig.
Ik liep door tot aan den overkant, waar ik
eer. trap vond; hoewel mijn beenen mij bijna in
den steek lieten, gaf het zelfbehoud mij toch de
noodige kracht en na doelloos eenige smalle straten
doorloopen te hebben, kwam ik op dezen boule-
welke men niet meer kan tegenhouden
Wanneer een beginsel gesteld is, moeten
zijne gevolgen vroeg of laat tot staud
komen, moet het zijne goede of zijne kwade
vruchten dragen. En daartoe behoort het
beginsel der nationaliteiten.
Wij hebben hier de moraliteit van dat
beginsel niet te onderzoeken, wij behoeven
slechts het feit te constateeren. In naam
van dit beginsel heeft men de kaart van
Europa herzien. Het heeft al de oorlogen
der laatste 50 jaren doen ontstaan, al de
gedaanteverwisselingen welke wij hebben
zien plaats nemen. Zonder den naam van
profeet te willen verdienen, kan men voor
zeggen dat het ons nog andere verrassin
gen bereidt en dat het ons nieuwe en in
grijpender omwentelingen zal te aanschou
wen geven.
Men wille het of niet, de verheffing van
Servië tot Koninkrijk is niet anders dan
eene nieuwe en plechtige bevestiging en,
om zoo te zeggen, het voorziene gevolg
van het besproken beginsel en, uit hoofde
van een natuurlijken samenhang van za
ken, zal die gebeurtenis ook gevolgen
hebben die zich weldra aan onze oogen
zullen vertoonen.
Het voorbeeld van Servië zal de be
geerte en de hoop der Oostenrijksche Sla
ven prikkelen. Weldra zal Montenegro
Servië willeu navolgeD, gelijk dit Rumenië
heeft nagevolgd. Dan komt de beurt aan
Bulgarije en Oost-Rumelië. Wie zou dur
ven beweren dat deze omwenteling niet in
den loop der dingen ligt?
Juist daarin nu ligt het gevaar: wan
neer al die volken zullen geëmancipeerd
zijn, wanneer hunne autonomie tot haar
volkomen ontluiking zal zijn geraakt
zullen ze dan nog kracht genoeg bezitten
om het Russische aantrekkings-vermogen
te weerstaan? De voogdij van Europa
was voor hen eene bescherming en een
waarborg. Eens aan zich zei ven overgeleverd,
kan men voorzien dat zij zich, om zoo te
zeggen, noodlottig in den wegstreep van
Rusland zullen laten trekken en aldus het
>ad voor het Panslavisme zullen bereiden.
De Staatslieden, die niet willen inzien dat
deze beweging niets anders is dan het
gevolg van de door hen gestelde beginselen,
vardverder weet ik mij niets meer te
herinneren, dan, dat ik hier gekomen, op deze
bank mij neervleidde, daar, zoo als ik later hoorde,
afgevallen ben en.... ontwaakte in een verwarmd
lokaal van een politiebureau.
Liefderijk werd ik behandeld door een sergent
de ville, die mij bij mijn ontwaken een glas
cognac bracht, dat mij na dien verkwikkenden
slaap goed bekwam en mijne Krachten voor
eenige uren herstelde. Nauwelijks goed wakker,
moest ik voor den commissaris verschijnen, die
mij de volgende vragen stelde: „Wie zijt ge? Hoe
kom je aan dien schat En waarom overnachtte
ge buiten?"
Mijn schat; ik had na mijn ontwaken er niet
meer om gedacht. Men wist dus, dat ik een
schat bij mij had, ik betastte mijo zakken, ja
wel, alles was mij ontnomen.
„Stel u gerust", zei de commissaris," het is
in mijn bezit. Ik verzoek slechts opheldering,
over u, zonderling persoon."
Wie ik was, hoe ik aan mijn schat kwam, in
een woord, alles wat ik wist en alles wat ik
mij herinnerde, deelde ik aan den man mede.
Geen verbazing zag ik op zijn gelaal, slechts een
goedkeurend knikje toen ik mijn gevoelen omtrent
het speelhol en zijn bewoners meedeelde, merkte
ik bij hem op, zelfs lachte hij eenmaal, toen
ik vertelde dat de neger mij gevraagd had om
welk uur ik verkoos gewekt te worden.
„Een mooie vangst", prevelde hij, en zich tot
mij wendende riep hij mij met een veelbeteeke-
nend gebaar toe: „Mondje dichtNa mij een
fiksch maal te hebben verstrekt bracht men mij
zullen trachten door allerlei vooraf be
raamde oplossingen, of min of meer be
hendige redmiddeleu den loop der zaken
te belemmeren. Zal hun dit gelukken?
Daaraan valt te twijfelen. Als de stroom
eenmaal is losgelaten, baten de dijken
niet meer.
Welke de gebeurtenissen mogen zijn die
in de naaste toekomst liggen, daar is eene
edele en groote zending te vervullen onder
die nog jeugdige volkeren, welke er naar
haken om een rol te spelen op het tooneel
van Europa; en die zending komt toe aan
de Kerk. Velerlei elementen van bederf
zijn werkzaam in die Slavische wereld,
maar zij is levend genoeg om daarover te
zegevieren. Het edelmoedig doelwit van
Leo XIII, die deze volken welke een groot
derde van het oude vasteland bewonen,
in den schoot der Kerk wil terugvoeren,
ze wil inwijden in de waarachtige bescha
ving, die onafscheidelijk is van het Katho
lieke idee ziedaar wellicht de oplossing
van de toekomst.
Toen, in de oude dagen de Noormannen
op de Romeinsche wereld losstormden, was
de Kerk daar om dien geweldigen schok
te breken en, onder de hoede van haar
weldadig schild, overwinnaar en overwonnen
volken te verzoenen. Ook nu kan de Kerk
die taak vervullen. Uit al deze door de
meuschelijke hartstochten opeengestapelde
puinhoopeu, kan een nieuwe wereld ont
staan, opgewekt door den levend makenden
en vruchtbaren adem der Kerk.
De Eugelsche Regeering heeft thans een
consul-generaal benoemd bij de han
dels-onderneming op het gebied van den
Sultan van Broenei op Borneo.
Audermaal is er sprake van en
nu wordt het verzekerd door den Weener
berichtgever van Daily News dat een
nieuw Congres der Europeesche Mogend
heden op handen is, met het doel voorna
melijk om' vast te stellen hoe lang Oostenrijk
Bosnië en de Herzegowina nog bezet zal
houden, Rusland zou het aan de Engelsche
Regeering hebben voorgesteld.
De Kamer in Oostenrijk heeft het
op de plek, waar men mij gevonden had en waar
wij nu bier zitten.
Ziet ge dat raam daar, sprak mijn vriend,
terwijl hij met zijn rotting naar een vooruitsprin
gend raam van een groot gebouw wees; weina
het is nog juist zoo als toen, nog juist als voor
twintig jaren. Ik herkende het dadelijk, toen de
politie mij op deze plaats bracht; ik herinnerde
mij duidelijk het vooruitspringende onderdeel,
dat mij nog zoo goed van dienst was toen ik
het bed in het raam plaatste. Men bracht mij
langs den weg, waar ik meende van daan te
zijn gekomen, en die de politiemannen als Pa-
rijzenaars en in dat quartier bekend, begrepen
dat ik gevolgd moest hebben, om tegenover dat
raam te komen. Wij kwamen aan den trap
en het corpus delecti, het bed, stak met een
kleine punt boven het weer toegevroren gat in
het ijs; het beste bewijs, dat ik waarheid gespro
ken had. „Dit huis", zei mij de commissaris,
„komt uit in de rue des deux Pas en wordt be
woond door een zeker rentenier Georget, dus
een geheimen gang, dien gij voor een steegje
hebt gehouden, zal wel tot de speelzaal leiden;
bij ons is niets meer van den bewoner bekend,
dan dat hij een gefortuneerd man is, die stil
in zijn hotel met echtgenoote en kinderen
woont."
„En No. 12 dan?" fluisterde ik.
„Alles zal zich ophelderen", sprak de commis
saris veelbeteekenend.
CSlot volgt.)