NIEUWE No. 574. Donderdag 30 Maart 1882. 7e Jaargang. Dc cultuurstrijd in Pruisen. «UITRNLAMD. f 0,85 0,06 1>— S3. J W «W jBSatóllFPsï im ABONNEMENTSPB IJS Per 3 maanden voor Haarlem Buiten Haarlem franco per post. Afzonderlijke Nummers Dit blad verschijnt Eiken WOENSDAG en ZATERDAG. BUREAU: St. Jansstraat Haarlem. AGITE MA HON AGITATE. toimiT. PRIJS DER ADVERTENTIÉH Van 16 regels30 Cents. Elke regel meer5 Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant. Advertentiën worden uiterlijk Dinsdag- en Vrijdag avond voor 6 uur ingewacht. Uitgevers KÜPPERS LAUREY. De Pruisische Regeering en hare vrien den stellen alle mogelijke pogingen in het werk om de goê gemeente diets te maken dat de Juliwet nagenoeg alle wouden van den cultuurstrijd genezen heeft. Tegen deze onwaarheid, tegen zulk eeue valsche en laffe bewering kan niet krachtig genoeg geprotesteerd worden. Een aautal stemmen van degelijke, waarheidlievende mannen, o. a. ook die van den afgevaar digde Dr. Franz verheft zich tegen deze verklaring van het Pruisisch Gouverne ment en zijne vereerders. De Juli-wetten hebben, het valt niet te loochenen, eenige goede uitwerkingen ge daan, hier en daar werd de zielverzorging mogelijk en eenige Bisschoppen en Vica- rissen-capitulaar werden toegelaten. Doch is daarmeê de nood der Katholieken uit den weg geruimd? Is daardoor aan de billijke en rechtmatige eischen van de Katholieke bevolking voldaan? Geenszins. Zoolang de Mei-wetten in hare wezenlijke grondtrekken vau kracht zijn, zoolaDg de bepalingen, die nu nog in werking ziju, ook nog voor de toekomst gelden, zal het onmogelijk zijn een geregeld kerkelijk be stuur te herstellen, den geestelijken nood der Katholieken te doen verdwijnen. Zelfs de Bisschoppen, die thans in eenige diocesen zijn benoemd en de Vicarissen-capitulaar kunnen hun heilig ambt niet in den ganschen omvang uitoefenen. Zij zijn niet bij machte om de vacante pastoorsplaatsen te bezetten en aan de uitvoering hunner disciplinaire macht over den Clerus en het Katholieke volk, valt niet te denkeu; het is hen onmogelijk, de geestelijken, die gedurende den ougelukkigeu strijd, als staatspastoors aan de gemeenten zijn op gedrongen,' te verwijderen en de geloovigen van het onheil, dat deze lieden stichten, te bevrijden. In de diocese Culm zijn 42 gemeenten van hun pastoor beroofd, juist een zesde gedeelte van het aantal parochiën, 26 daar van bezitten noch Pastoor noch Kapelaan. In de diocese Trier zijn thans 257 zielver zorgers-plaatsen onbezet, daaronder 207 pastoorsplaatsen. In de diocese Keulen, die 813 parochiën telt, ziju er 226 zonder- Pastoor, 73 parochiën met 55,372 zielen zonder geestelijke hulp; 112 der nog in FEUILLETON. Een bange nacht. {Vervolg en slot.) Intusscken had men naar mijn patroon gete- legrapkeerd, daar ik mijne moeder liever nog onkundig van het avontuur hield; hij was reeds 's avonds te Parijs en de goedhartige man nam mij op, toen ik mij om vergeving aan zijn voeten neerwierp. Ik moest voor de politiezaak, die het geworden was, eenige dagen te Parijs blijven en hij schonk mij daartoe verlof. Den volgenden morgen reeds werden de ren tenier en alle bewoners gearresteerd en werd ik door het gebouw geleid, om te zien of ik mij hier of daar ook orienteerde. Wij zochten zeer lang, en reeds begon ik de hoop op te ge ven want ik was vreemdeling in dat prachtige paleis, toen ik op eens een pilaar, die ik aan den wenteltrap had opgemerkt, in een loodsje op een binnenplaats zag liggen; ik gaf dit te kennen aan den commissaris, en deze ge lastte de loods te onderzoeken en daar vond men alle stukken en brokken van een trap, die door een deskundige, die was gerequireerd, binnen een kwartier werd in elkaar gezet. Men mat de hoogte. Nu werden alle appartementen en gangen op gemeten en eindelijk ontdekte men, dat een functie zijnde zielverzorgers zijn in hun 70ste, 30 zelfs in hun 80ste levensjaar; volgens menschelijbe berekening zullen dus deze parochiën na een niet te lang tijds bestek, van geestelijken bijstand worden beroofd. 372 parochiën hebben in het aartsbisdom slechts één Geestelijke; ook hier zal dus het gebrek aan geestelijke hulp zich spoedig openbaren. In de diocese Breslau is het eveneens allertreurigst ge steld. Aldaar zijn van de 760 parochiën, 115 geheel en al van geestelijke hulp ver stoken; in 69 parochiën ontbreken de Kapelaans. Men kan dus veilig aannemen dat nagenoeg 600,000 Katholieken den o O geestelijken bijstand moeten derven. Herhaalde malen heeft men er op ge wezen, dat door de Juli-wetten een aantal bezwaren ziju opgeheven. Dat kan wel licht in het brein van die heeren opkomen, welke meenen, dat het voor den Katholiek voldoende is, als hij elk vierendeel jaars eene godsdienstoefening bijwoont. Doch het is den Katholiek niet genoeg, nu en dan eens eene godsdienstoefening bij te wonen; de Katholieke Kerk verlangt een geregeld bezoek der godstempels en een geregeld, herderlijk bestuur van elke parochie. Het is in Pruisen niet mogelijk aan honderd duizenden geestelijke hulp te verleenen dagelijks sterven er Katholieken zonder den troost der heilige Sacramenten, om dat het dikwijls onmogelijk is in den kor ten tijd, als het laatste oogenblik gekomen is, een veraf woneuden Geestelijke te be zorgen. In de diocese Breslau vindt men helaas een aantal zoogenaamde Staatspastoors, dat zijn Pastoors, die op grond der Mei-wetten door privaat-personen ofook door de Regee ring, met verkrachting van alle canonieke wetten en voorschriften, benoemd zijn. Vol gens de canonieke wetten mag geen Pastoor in eene parochie in functie treden, die niet in 't bezit is van het canoniek beroep, van de kerkelijke benoeming. Deze hebben zij niet outvangen, zij zijn dus ipso facto ge ëxcommuniceerd. De Katholieken dezer ge meenten wonen dan ook de godsdienst oefeningen van deze Staatspastoors niet bij; zij gaau veeleer mijlenver om aan hunne religieuse behoeften voldoening te geven. Dat zijn ondragelijke, onuitstaanbare toestanden, die aan Ierland herinneren, waar aan de Katholieken eveneens gees- donkere achtergang dien wij bereikten, met door een smallen kelder of soort onderaardsohen doorgang te loopen juist de maat van de trap, in de hoogte, besloeg; men zocht en vond een luik in de zoldering. De trap werd daar geplaatst en toen paste alles als een busook nog kwam een der agenten aandrageiï met een looper die hij in het koetshuis het heer hield equipage gevonden hadik herkende dadelijk den looper, denzelfden, die zich op dien trap had bevonden. Wij stapten naar boven. Werktuigelijk liep ik de gangen door en met een kreet van blijdschap riep ik: „Ziehier No. 12!" Men liet de deur openbreken en men vond alles zoo als ik verteld had en gij reeds weet. Denzelfden dag nog werd de quasi-rentenier daarheen gebracht; eerst bleef hij halstarrig ont kennen, doch de slinksche vragen der politie en het onloochenbaar feit, dat dit alles in zijn wo ning werd gevonden, deed hem door de mand vallen en hij bekende en deelde aan de po litie feiten mede, die zij, door het gebeurde eenigszins op de hoogte gebracht, reeds wist; want al jaren werden er in de Seine, in de omstreken van dat gebouw, lijken opgevischt en men kon zich niet verklaren, waarom juist aan dien kant de zelfmoordenaars, naar men meende, hun „geliefkoosd" plekje tot pleging hunner misdaden hadden uitverkoren. Maar nu helderde het zich op. Als een speler het gebouw om het late uur niet verliet, kreeg hij gratis telijkeu der Staatskerk worden opgedron gen, die hunne inkomsten onder den blau wen hemel van Italië verteren. Breslau heeft een Vicaris-capitulaar, doch wat kan hij tegen zulke toestanden uitrichten? Hij heeft geene middelen om zulke geestelijken te verwijderen, die daarenboven door den opperpresident von Arnim, de garantie ont vangen hebben, dat de Staat hen ten alleu tijde zal beschermen. Ook de Bisschop zal niet in staat zijn, de gemeenten, die het meest lijden, tegeo de verdrukking der indringers te beschermen. Hoe er in zulke Staatsparochiën huis gehouden wordt, kan men zich gemakkelijk voorstellen. Een geloofwaardig persoon uit Polkwitz schildert in een brief den nood dezer arme gemeente (die zulk een Staatspastoor in haar midden heeft,) in aandoenlijke bewoordingen. Deze Pastoor, Becherer genaamd, wordt door de orerheid en de stadsregeeriug beschermd; de man heeft zelfs den eed afgenomen van de Katholieke soldaten in het garnizoen. Dus de man, die zijn eenmaal plechtig gezworen eed op de snoodste wijze verbreekt, zoo'n meineedige neemt nu den eed af van Ka tholieke soldaten. Waarlijk een heerlijk voorbeeld voor de soldaten om aan hun afgelegden vaan- del-eed getrouw te blijven Dezelfde meineedige gaat in de scholen, beheert de schoolinrichtingen en geeft natuurlijk uit de hem ten dienste staande stichtingen en fondsen slechts aan de kin deren van die ouders welke zijne kerk be zoeken. De soldaten, die als 't ware naai de kerk gedrongen worden men zegt hun namelijk: »als ge niet gaat, moet ge dit melden en dan dienst doen« gaan er heen, voeren er allerhaud kattekwaad uit, omdat zij overtuigd zijn, dat al wat deze geestelijke verricht in hunne oogen niet anders is dan heiligschennis. Een voortreffelijk middel ter bevordering van de moraliteit in het leger De kinderen moeten, om godsdienston derwijs te ontvangen, eene ver verwijderde parochie bezoeken, terwijl hunne eigen kerk in de macht is van een pastoor dien zij niet als hun zielverzorger kunnen erkennen. Dergelijke toestandeu kan men in vele Pruisische gemeenten waarnemen. Zij geven ongetwijfeld een treurig beeld van de ge- nachtlogies in het quasi-hötel en ging altijd on gedeerd heen dit noopte hem zelfs om wel eens terug te keeren doch verschrikkelijk was zijn lot als hij het ongeluk had de bank te doen springen of al te groote winsten zijn deel waren: dan werd No. 12 als slaapvertrek aan gewezen. De werking van het ledekant kent ge en den anderen nacht, wanneer alles rustig om het gebouw was, werd het lijk langs een katrol naar beneden gelaten en aan den vloed prijs gegeven Ik werd met alle gearresteerden geconfron teerd, doch ik kende bijna niemandalleen de quasi-vriend, die mij naar dat huis had ge lokt. Hij keek mij nijdig aan en zijn duivelsche oogen fonkelden van spijt. Later hleek uit de instructie waarom ik hen niet kon herkennen. Als de rentenier en zijn personeel in functie waren, werden zij gegrimeerd! De neger bleek' zelf de zoon des huizes te zijn. Geen der bezoekers kende een anderen ingang dan den geheimzinnigen door die gangeljes; de zaal was zoo goed van het hotel des renteniers gescheiden, dat bij eene mogelijke overrompeling men toch niet op het idee zou zijn gekomen, dat het hotel een was met het speelhol. De trap kon bij onraad in weinig tijd zijn opgeruimd en deze was het juist die de speelzaal met het gebouw des renteniers in verbinding bracht. De onder- aardsche gang bracht, zoo als gij weet, de be woners in den achtergang, waar men het bewuste luik in de zoldering vond. steldheid op kerkelijk gebied in het land der »Bildung und Intelligenz! En dan verlangt de Pruisische Regeering nog wel, dat de Katholieken tevreden, dankbaar en vroolijk zullen zijn Da hört doch alle GemüthlichJceit aufl Het tractaat van handel en scheepvaart, tusschen Fraukrijk en België gesloten, is door de Kamer van afgevaardigden aan genomen met 399 tegen 61 stemmen. Nog altijd houdt in Duitschland de bewering tegen het tabaksmonopolie aan. Men ziet in de bladen letterlijk niets dan rook. De verwerping van het monopolie denkbeeld door den Pruisischen Economi- schen Raad heeft de tegenstanders van het monopolie moed ingestort. Boven Bradlaugh's ongelukkig hoofd hangen op het oogenblik twee processen. Het eerste bedreigt hem met bankroet verklaring wegens onbekwaamheid tot het betalen der enorme boeten die hij beliep toen hij onbevoegd aan de zittingen van het Lagerhuis deelnam. Het tweede, nog opmerkelijker, zal hem volgens de Daily News worden aangedaan door den gewezen burgemeester van Northamton, den heer Gurney, om hem te dwingen zijne plich ten als afgevaardigde van dit kiesdistrict in het lagerhuis na te leven. Het geval is zoo lastig mogelijk. Het huis van den magistraat Mahou, in het graafschap Roscommon, is eergisteren bijna geheel verwoest door een dynamiet- ontplofEng. Er is niemand bij omgekomen. De bedrijvers van den aanslag zjjn onbekend. De kroning van den Czaar te Moskou is definitief in Augustus bepaald, doch eerst nadat de tentoonstelling afgeloopen zal zijn, omdat men vreest dat als deze om standigheden samenloopen, zij den nihilis ten gunstig zouden kunnen zijn. Een groot aantal burgers te Moskou zal tijdens de keizersfeesten den politiedienst helpen waar nemen. De Standard meldt uit Weenen dat de Donau-quaestie definitief geregeld is, daar Oostenrijk concessies deed, maar daar entegen permanent het praesidium in de commission mixte verkrijgt. Oppositie van de zijde der andere Mogendheden wordt niet verwacht. Eu hiermede, mijn vriend, heb ik het beloofde verhaal geëindigd. Alleen zou ik er nog aan toe kunnen voegen, dat drie der hoofdpersonen, onder welke mijn koffiehuisvriend, werden geguilloti neerd en de anderen tot langdurige gevangenis straf werden veroordeeld, ik meen zelfs dat er nog een in La Roquette zit. „En het millioen" vroeg ik? „Kom laten we opstaan, 't is etenstijd en mijn maag begint zich te melden." Hij scheen daarop niet te willen antwoorden. Later hoorde ik, dat hij er een stichting voor had daargesteld, die ik liever niet noem, daar ik daardoor den persoon zou aanduiden. Nooit nam hij een keu meer ter hand, de kaarten hadden voor hem geen aantrekkelijkheid meer en dank zij zijn vlijt en grondige kennis, verwierf hij zich een fortuin, dat hem in staat stelde zonder het gewonnen millioen in dien nacht, zich toch millionair te noemen. Hij zei niets te veel, toen hij mij in het begin van zijn verhaal toevoegde„Had ik in het Grand Hotel gelogeerd, ik was nooit millionair geworden;" want geleerd door een schrikwek kend avontuur, had degelijkheid reeds vroegtijdig bij hem de plaats der onbezonnenheid ingeno men; het euvel van menig jongmensch, dal, hoe wel niet slecht zijnde, zeer dikwijls een schoone toekomst daardoor te niet ziet gaan.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1882 | | pagina 1