NIEUWE No. 575. Zondag 2 April 1882. 7e Jaargang. (joon uitstel! BUITENLAND. De herberg Het Witte Paard. n. ABONNEMENTSPRIJS Per 3 maanden voor Haarlem Buiten Haarlem franco per post. Afzonderlijke Nummers 0.85 1 0,06 Dit blad verschijnt Eiken WOENSDAG en ZATERDAG. BUREAU: St. Jansstraat Haarlem. M MKT JEN Ci AGITE MA NON AGITATE. PRIJS DER ADVERTENTIËN Van 1—6 regels30 Cents. Elke regel meer5 Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant. Advertentien worden uiterlijk Dinsdag- en Yrpdag avond voor 6 uur ingewacht. Uitgevers KÜPPERS LAURE Y. Er gaan omtrent de wijze, waarop de militaire wetten (schutterij en militie) door de Tweede Kamer zulleu worden afgedaan, al zeer vreemde geruchten. Wij achten, in verband tot die berichten, eene bespreking der defensie-quaestie allerminst overbodig. Het is natuurlijk onze bedoeling niet om ons, ook maar eenigszins, te verdiepen in het technische van het vraagstuk. De nationale, voor ieder verstaanbare zijde van de quaestie willen wij in 't licht stellen. E11 dan gelooven wij, dat hot hoofdgewicht, hetwelk het verdedigingsplan bezit, moet gezocht worden in den zorgwekkendeu toe stand, waarin zich Europa bevindt. 't Zou een oppervlakkigheid zonder grens verraden, wanneer men zich zou overgeven aan een blijmoedig optimisme, dat van geen oorlogsgevaar wil hooren. Die optimisten beroepen zich, 'tis waar, op de taal der officieuse organen van de Regeeringen der groote Mogendheden, welke telkens de meest stellige verzekeringen bevatten, dat de vrede niet eenmaal zelfs wordt bedreigd. Tegenover dit motief op volkomen gerust heid, plaatsen wij echter het historisch feit, hoe in 1870, weinig dagen voor het ont branden van den krijg, die aan Frankrijk het bezit van EIsas-Lotbaringen kostte, een opti mistisch Minister in het wetgevend lichaam plechtig verklaarde, dat men nooit sterker tegenover een vredes-toekomst had gestaan dan juist toen! Ieder weet trouwens, dat er dikwerf geon bedenkelijker leugens bestaan dau de offici- ëele eu officieuse waarheid. In de landen toch waar een officieuse pers gevonden wordt, schrijven de redactiën van die bladen op bevelhun beschouwingen zijn dan niet het product van eigen na denken of overtuiging, maar van inspiratie uit de Regeeriugskringeu. Men beseft dat, met het oog op die omstandigheid, vredes artikelen, b. v. in de Pruisische officieuse organen opgenomen, niets, hoegenaamd niets, beteekenen. Kon men daar nog een oogenblik aan twijfelen, dan zouden de nog steeds klimmende credietaanvragen voor het Departement van oorlog, wel de sterkste tegenspraak leveren op de vredes- betuigingen, die de officieuse penvoerders, in liefelijken overvloed onafgebroken af leggen. Wil men weten wat men in de toekomst, met betrekking tot vrede of oorlog, te vreezen of te hopen heeft, dan leze men de organen van de onafhankelijke pers in Duitschland, in Frankrijk, in Oostenrijk, in Rusland, als ten aanzien van 't laatstge meld Rijk, nog van een onafhankelijke pers de rede kan zijn. Spreek in de Franscbe Kamers van »les FEUILLETON. I. Het dorp Saint-Firmin ligt in het midden van de Vendée. 't Is in iioofdzaak ééne langwerpige straat, die ver de akkers inloopt. Ofschoon in de kom nog al dicht bebouwd, worden de huizen hoe langer zoo zeldzamer, naarmate iemand zich van de kerk verwijdert, die op het marktplein staat. De huizen van de markt zijn boerenhofste den, uitgenomen het logement en herberg: Het VI itte Paard. Generaal Lafayette, in schutters— uniform op een wit paard gezeten, staat op het uithangbord geverfd. Dit uithangbord is een soort van republikeinsch zegeteeken, niet uit het jaar '30, maar uit het jaar 1793. Want toen reeds was een der „nobele markiezen" van dien naam, een vriend der kleingeestige, eerzuchtige, dwaze, jaloersche enzich zeer slecht gedragende republiek. Prussieus«, eu een storm van verontwaar diging steekt op; gewaag in Pruisen van den erfvijand, en zelfs vredes-apostel en grijpen naar het zwaard; zinspeel in Oos tenrijk op een weder-afstaan van Bosnië en de Herzegowina of op de Slavische woelmgen en alle partijen (de Slavische natuurlijk alleen uitgezonderd) tandenknar sen van woede; noem te Moscou, te St. Petersburg in Russische kringen maarden naam van Duitschland eu de SkobelefPs staan met honderdtallen op. Nu zwegen we nog van Engeland, dat altijd wil profiteeren van moeielijkheden op het vasteland van Europa, en van Italië, dat altijd op roof uit is, doch het aange voerde zal wel voldoende zijn, om elk ver zet onmogelijk te maken tegen de stelling, welke de onze is, dat wij wandelen op vulkaanschen bodem. De groote Machten gUDnen elkaar het licht niet in de oogen, zij willen alle zich uitbreiden, ten koste ('t spreekt van zelf) van de kleine Staten. Wat vordert dus het belang van de kleinen tegenover de grooten? Allereerst en allermeest grensversterking en grensbewaking, het brengen in bevre digenden toestand der levende en doode strijd krachten. Ook op Nederland rust die hei lige plicht. Reeds al te lang hebben wij, ook over de defensie-vraag geredeneerd, in 't beste geval gepractiseerd, maar gedaan, gehandeld, werd er of niet, of niet voldoende. Yan de verdedigiugs-quaestie werd ook al een politiek geschil gemaakt. De ramp zalige gevolgen daarvan bleven niet uit. Op dit oogenblik laat de inrichting van schutterij eu militie nog ontzettend veel te wenschen over, terwijl do zuiver militaire belangen, die met de bedoelde wetten meer of minder verband houden, ook niet naar eisch zijn gewaarborgd. Achtereenvolgens werd een reeks van Ministers van oorlog afgemaakt, hetwelk tot natuurlijke uitkomst had, dat de verdedigingszaken vrij wel ble ven zooals zij waren, terwijl niet kan ge zegd worden, dat zij goed waren. Eindelijk trad eeu Minister op, die van den aanvang groote cordaatheid, bovenal beslistheid van overtuiging aan den dag legde. Generaal Reuther toch, de tegen woordige bewindsman van oorlog, is eeu man die weet wat hij wil en wil wat hij weet. Yan hem wist men zeker dat hij iet3 doen zou. Hij deed geen grootsche beloften, hij ging kalm aan 't werk en arbeidde rustig voort. Ook nieuwe wetten, voor mi litie en schutterij ontwierp hij. Hij deed dat met de blijkbare bedoeling om de defensie des lands voldoende te waarborgen, zonder de lasten der natie te veel te verhoogen. Daarenboven voerde hij al dadelijk eenige noodige en nuttige hervormingen in, welke De baas uit de herberg was geen landsman- Eenige jaren geleden uit Marseille of Toulon men wist het niet recht vandaan gekomenj had hij ideeën, zeden en meeningen, lang niet met die der Vendée strookende. Men fluisterde 's avonds rond den haard, dat die burger Brassac een spion van de „blauwen" was; doch Brassac had er niet minder om te doen in zijn herberg, want op het platte land gelijk elders, werkt de vrees voor iemand soms evenveel uit als de achting, zoo r.iet meer. Te midden eener geloovige, eenvoudige en werk zame bevolking kwam Brassac voor den dag als een ongeloovige, een verwaand mensch en de ge- trouwste bezoeker van zijn eigen tapkast. Hij was gehuwd; zijne vrouw, uit het heethoofdige Provence afkomstig, was zoo mogelijk nog erger dan hij. Opvliegend, tot vechten zelfs geneigd, zonder eenig medelijden voor armen en ongelukkïgen had zij bovendien al haren haat geladen op den armen pastoor van Saint-Firmin, den eerw. heer Guyader, de ergste leemten op defensie-gebied be vredigend aanvulden. Volmaakt ('t spreekt wel van zelf) zijn die wetsontwerpen betrekkelijk militie eu schutterij volstrekt niet; wij geven zelfs gaarne toe, dat ze nog in 't belang van een verlichten der lasten, herziening, wij ziging behoeven. Terwijl wij die wetten te bezwarend heoten, en vooral de schutterij-wet zouden wenschen geamendeerd te zien in den zin van ontheffing van lasten, worden er velen gevonden, die het den Minister Reuther tot een onvergeeflijkeu grief aanrekenen, dat hij de afschaffing der plaatsvervanging niet voorstelde. Zoo vormt zich, inzonderheid van de zijde van enkele militaire specialiteiten een on verzoenlijke oppositie ook tegen dezen Mi nister. De parlementaire lijn van deafrna- kingsmethode wil men ook ten aanzien van dezen bewindsman doortrekken. Daartoe stelde de commissie reels eeu schier on mogelijk getal vraagpunten en zal zij, naar men wil, op grond van de afdeelings-op- merkingen een verslag samenstellen, waar toe, let welmaanden zouden gevorderd worden. Aan eeue openbare behandeling der heide wetten in dit zittingsjaar zou dus niet meer kunnen gedacht worden. Het is daar tegen, dat wij met kracht, in naam van het na tionaal belang, opkomen. Langer uitstel zou, nu het lot der kleine Staten ia onzen tijd zoo hoogst précair moet genoemd wor den, licht hoogst gevaarlijk kunnen wor den. Wij zouden het een onverantwoordelijke daad achten, getuigend van gebrek aan vaderlandsliefde, als de meerderheid der Tweede Kamer, uitzucht tot tegenwerking, weigerde zoo spoedig doenlijk met den Minister mede te werken, om de defensie des lands naar eisch te verzekeren. Wil men de ingediende wetten niet, dan hebbe men den moed ze af te stemmen, maar men kieze geen afkeurenswaardige zijwegen om aan het nemen van eene be slissing weder voor een tijd te ontkomen. De Natie, hiervau boude de Kamer zich overtuigd, is al dat dralen en scharrelen moede geworden het volk vraagt, na een zee van defensie-woorden, een kloeke, man nelijke, echt Nederlandsche defensie-daad, en wel het in 't leven treden van een niet langer uit te stellen hervorming van leger en schutterij. Mocht het zich dan bevestigen, dat bij vele Kamerleden het voornemen bestaat, om het nationaal defensie-belang op nieuw de dupe te doen worden van onedele partij berekening, dan hopen wij dat het in onze volksvertegenwoordiging niet zal ontbreken aan edele mannen, die dergelijk een toeleg zullen weten te verijdeleu. overigens door geheel de parochie en wijd daar buiten geacht en bemind. Sinds eenige weken woonde pastoor Guyader r.iet meer in de pastorie. Men zag hem wel iede re» dag in de kerk of onder het rieten dak; hij gaf catechismus, hoorde biecht, doopte en ging de zieken bedienen als gewoonlijk, maar zoodra de avond viel, was de pastoor verdwenen. Nu eens bood de eene, dan weer de andere hoeve hem gastvrijheid, 's Nachts was het destijds gevaarlijk in de Vendée. De „blauwen" (revolutionnairen) legden dan hunne lagen en in het duister voort- sluipende, namen zij de edellieden en priesters ge vangen. Ten minste zoo vertelde men elkaar in 't dorp en iedere parochiaan hield op zijn beurt behoedzaam de wacht over den pastoor, die hen liet begaan. Dit nam niet weg, dat zijne schuilplaats dik wijls zeer goed bekend was en iederen avond de een of ander wel wist te vertellen in welke hofstede de pastoor overnachtte. Vooral was de vrouw van Alles wankelt in onze hoog verlichte eeuw, ook geen enkel zelfstandig volksbe staan staat onaantastbaar vast. Daarom is een be/.adigd ontworpen, onpartijdig beoor deeld, aan matige eischen beantwoordende hervorming der levende en doode strijd krachten eeu eisch van het bedenkelijk oogenblik. Dat de Tweede Kamer zich althans in deze quaestie het orgaan der Natie betoone Bij de behandeling van het ontwerp der ker kelijke wet heeft het Pruisische Huis van afgevaardigden art. 2 met 212 tegen 169 stemmen aangenomen. Dit artikel bepaalt, dat, indien afgezette Bisschoppen van den Koning gratie ontvangen, zij weder als door den Staat erkend beschouwd worden. Art. 3, handelende over vrijstelling van het wetenschappelijk staatsexamen van cau- didaten voor een geestelijk ambt, is over eenkomstig het voorstel-Rauchhaupt met 228 tegen 142 stemmen aangenomen, nadat de Minister van eeredienst dit voorstel onaan- neemlijk had genoemd, omdat, zegt hij, het ten doel heeft, 't bewijs dat de candidaat ook bij staatsinstellingen zijne opleiding heeft genoten te doen vervallen. Het door Rauchhaupt voorgestelde artikel 3a (opheffing der betrekking van staats- pastoors) werd insgelüks aangenomen. Ten slotte werden de artt. 4 en 5 van het Regeeringsontwerp (betreffende de rech ten der Regeering ten opzichte der benoe mingen van geestelijken en de verplichte aangifte der benoeming) overeenkomstig het voorstel-Rauchhaupt verworpen. Naar hetgeen uit Berlijn wordt gemeld zal de conferentie van de ministers der bondsstaten over het tabaks- monopolie ge houden worden in de tweede week van April. Prinses Augusta zu Isenburg-Büdingen- Wachtersbach, geo. prinses von Hanau, heeft bij de rechtbank te Berlijn een eisch inge steld tegen den Pruisischen fiscus, le om rekening en verantwoording omtrent het vermogen van wijlen deu keurvorst Frederik Wilhelm I, hetwelk ingevolge de wet van 15 Februari 1869 in beslag is genomen; 2e om uitbetaling van de haar uit deze nalatenschap toekomende gelden. De behan deling dezer zaak is bij de rechtbank be paald op 5 Mei. De Kamer van Koophandel te Hannover volhardt in haar verzet tegen de bekende aanschrijving van v. Bismarck als Minister van koophandel. Zij verklaart zich bereid, hem geregeld viermaal 's jaars een uittreksel uit hare zittingsverslagen te leveren, voor zoover dit van algemeen belang kan worden geacht; maar zij weigert een volledig verslag den herbergier uit Het Witte Paard zeer goed op de hoogte en toch sprak zij er het minste over; in 't oogloopend bescheiden en voorzichtig was zij bij informatiën naar het verblijf van den pastoor. Zoodoende werd zij door de argelooze boeren ver trouwd; een fijn opmerker zou aanstonds bespeurd hebben dat de burgeres Brassac gewichtige rede nen had om zoo tegen haar aard in te handelen. Een onderofficier, aan 't hoofd van een deta chement van tien grenadiers was op het kruispad van het bosch van Saint-Firmin aangekomen en hield daar halt; zijn zilveren horloge raadplegende, fluisterde hij: „Wij zijn vóór oiizen tijd, maar wij zullen aanleggen in Het Witte Paard. Die schelm van een Brassac zal eens goed met ons kunnen klinken, het liefste wat hij doet. {Wordt vervolfd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1882 | | pagina 1