NIEUWE
No. 578.
Donderdag 13 April 1882.
7e Jaargang.
De Siciliaaiische Vesper.
BUlTRNLAm
1>—
0,06
J X.
RAARlIMSCfll COIIRAÏT.
ABONNEMENTSPH IJS
Per 3 maanden voor Haarlem
Buiten Haarlem franco per post.
Afzonderlijke Nummers
0,85
Dit blad verschijnt
Eiken WOENSDAG en ZATERDAG.
BUREAU: St. Jansstraat Haarlem.
AlNTIENDjUTTfï
AGITE MA NON AGITATE.
PRIJS DER ADVERTENTIÈN
Van 1—6 regels30 Cents.
Elke regel meer5
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant.
Advertentiën worden uiterlijk Dinsdag- en Yrgdag
avond voor 6 uur ingewacht.
Uitgevers KÜPPERS LAUREY.
Sicilies zonnige hoofdstad heeft dezer da
gen het feest van eeue zeldzame gebeur
tenis gevierdhet zesde eeuwfeest der Sici-
liaansche Yesper, het vreeselijke bloedbad,
in hetwelk 24000 Fransehen het leven ver
loren.
Sicilië was van ouds een leengoed van
de Kerk en van den Heiligen Stoel. Daarom
moest ook Frederik II Paus Honorius voor
de kroning te Rome onder eede beloven,
aan zijn zoon Hendrik, Sicilië niet als een
Rijks- maar als een Pauseiijk leen af te
staan. Doch Frederik was geen man van
zijn woord; hij verbrak de plechtig ge
zworen belofte. Een eindelooze twist was
het gevolg van Frederiks laakbare handel
wijze, en na zijn dood meende Innoceu-
tius IV Sicilië als een onbezet leengoed
der Kerk weder in bezit te kunnen nemen.
Tegen dit voornemen kwam Manfred, de
voogd van Conradin, kleinzoou van Fre
derik II in verzeten liet zich zelf te Palermo
als Koning der beide Siciliën kronen. Ten
laatste gaf Paus Clemens IV Sicilië als
leengoed aan Karei van Anjou, die met
zijne gemalin, nadat beiden plechtig ge
zworen hadden hunne verplichtingen strikt
na te leven, te Rome werd gekroond.
Karei bestuurde het land op tyraunieke
wijze. De ontevredenen riepen den jongen
Conradin uit Duitschland terug. Deze werd
echter geslagen, gevangen genomen en te
Napels op Kareis bevel, niettegenstaande
de aanmaning van den Paus om den jongen
man te sparen, onthoofd.
De overwinnaar Karei van Anjou han
delde als een razende tegen alles wat hem
durfde weerstaan. Processen van hoogver
raad, terechtstellingen, verbeurtverklaringen
van goederen waren aan de orde van den
dag en het volk zuchtte onder hooge be
lastingen. De Siciliaan Nicolaas Specialis,
die kort na dien tijd leefde, schildert deze
willekeur in de helderste kleuren en dat
hij niet overdreef, dit bewijzen de gelijk
luidende berichten van een ooggetuige met
name Bartholomeus van Neocastro. De
Sicilianen wendden zich tot den Paus om
hulp, doch Karei sloeg alle vermaningen
in den wind.
Gelijk zoo dikwerf in de wereldgeschie
denis, was een toeval voldoende om het
reeds lang smeulende vuur des toorns van
FEUILLETON.
Een man zonder schaduw.
„Bachine, mijn vriend, ziehier mijn buitenplaats;
ik noodigde u uit om u een blijk te geven van
mijn achting en vriendschap. Gedraag u goed,
want hier ziet ge niemand van uws gelijken, het
zijn allemaal menschen uit de groote wereld."
Zoo sprak Fondy, een der rijkste bankiers van
den Staat Ohio, tot zijn boekhouder Bachine, een
uiterst beschaafd jongmenscli, maar zoo arm als Job.
't Was een buitenpartij die de heer Fondy voor
zijn vrienden had aangelegd, en waarop hij
Bachine had verzocht, nog meer om zich zelf te
verheerlijken daar hij verwachtte dat Bachine,
die tevens correspondent van een der New-
Yorksche bladen was, een artikel over de gast
vrijheid en rijkdom van Fondy zou inzenden
dan uit vriendschap voor zijn boekhouder.
De schitterendste toiletten en de prachtigste
equipages staken leelijk af bij den kalen zwar
ten rok van onzen pennenlikker.
Bachine, die tot nog toe niets dan gelukkige
uren sleet, die nooit iets anders van Fondy had
gezien dan zijn kantoor en zijne boeken, die hem
nooit de opperheerschappij op dat kantoor had
benijd, Bachine werd jaloersch, afgunstig tot in
het diepst van zijn ziel. Hij verborg zich achter
een dikken olm, om des te beter te kunnen waar
nemen zonder gezien te worden, en iedere equ
de Sicilianen in vlammen te doen opgaan.
Toen in Palermo op Paasch-Maandag, 30
Maart 1282 het volk volgens gewoonte te
paard en te voet naar den dichtbij gelegen
Monte Reale trok, om daar de Vesper bij
te wonen en vele Franschen, waaronder
ook de stadhouder, aan de bedevaart deel
namen, geschiedde het dat een overmoedig
Franschman, Drouet geheeteu, eene schoone
en edele jonkvrouw, onder voorwendsel dat
hij een onderzoek wilde instellen of zij geen
wapens verborgen had, schaamteloos be-
leedigde. De jonkvrouw gaf een luiden
gil en zonk in de armen van haar verloofde.
Plotseling klonk de kreet: »Dood aan de
Franschen Drouet werd door dolksteken
om 't leven gebracht, en alle aanwezige Fran
schen vermoord onder het luiden der Ves
perklok. Onder den kreet: »dood aan de
Franschenrenden de Palermitanen naar
hunne stad terug, bestormden het slot en
brachten alle Franschen in de huizen, op
de openbare plaatsen, ja zelfs in de kerken
om 't leven. Meer dan vierduizend Fran
schen vielen als slachtoffers van de woede
des volks. Palermo had den aanvang ge
maakt, de andere steden volgden en in een
afschuwelijk bloedbad ging de Frausche
bevolking te gronde. Sicilië was zoodoende
van de Fransche heerschappij bevrijd, doch
slechts om onder de Spaansche te geraken,
die echter, na de lange tyranuie, als eene
weldaad jubelend werd begroet.
Op den dag van den 30sten Maart 1282 ge -
schiedde dus eene acte de van gruwzame
volksrechtspleging waarbij de hartstochte
lijke wraak zelfs den zuigeling aan de moe
derborst niet spaarde. Men bepaalde
er zich niet bij, de vreemde huurlingen
in een open strijd te verdrijven, doch het
moordend staal trof ook onschuldige vrou
wen en kinderen. Zulk een dag is een
dag der smaad en schande en zelfs de
rechtmatige vreugde over den val der ver
drukkers moest hem niet verheerlijken.
Nochtans heeft de Italiaansche Regeering
tot de feestviering aangespoord, de steden
hebben de gevraagde sommen voor het
feest toegestaan en uit alle deelen des lands
kwamen talrijke deelnemers te voorschijn,
aan wier spits de oude roover, het rood-
hemd Garibaldi stond. Ongetwijfeld zou de
bloeddag niet met zulk een aplomb gevierd
zijn, als daarmede niet eene politieke demon
stratie en andere doeleinden verbonden waren.
page die de hoofdlaan opreed gaf een nieuwen
steek aan zijn hart.
De doodsteek ontving het volgender wijze:
Het toeval wilde dat Fondy met eenige vrienden
langs de schuilplaats van zijn boekhouder kwam
en onwetend dat deze zich in zijne onmiddellijke
nabijheid bevond, antwoordde hij een zeer dik
mannetje, dat met een schrille stem hem op
merkzaam maakte „dat het toch niet aanging hen
te compromitteeren ter wille van een boekhouder:"
„Och, laat de kerel maar in z'n doen, dan
zal hij uit verveling van zelf wel wegloopen;
ik heb nu eenmaal van die eigenaardige invallen,
die je nu met dom en hersenloos gelieft te be
stempelen, maar 't geval" het overige ge
sprokene verloor zich in de verte en bereikte
niet meer de wijdgeopende ooren van den woe
denden Bachine.
Als of hem een adder verraderlijk in zijn kuit
beet sprong Bachine op, en, gewapend met een
peudragenden penhouder, die hij altijd bij zich
had, wilde hij naar het keuvelende viertal ren
nen en hen alle vier aan zijn kostwinner rijgen.
toen iemand hem zacht op den schouder tikte
en de stroom deed afleiden, die de hartstochten
van Bachine had opgewekt en die op het punt
waren zich als dorschvlegels op Fondy en zijne
vrienden neêr te weipen.
Bachine keek om en verstomde, want de vloed
van woorden die hij den indringer in zijn heilig
dom wilde toevoegen werd door dezen eenvou-
De liberale pers ziet iu de viering van
dien versckrikkelijken dag ook een protest
tegen uen Paus en juicht den verdwaasden
Garibaldi toe, dat bij het eiland weer
had gewonnen, waaraan zich de priesters
zoo bijster gedurende eeuwen hadden be
zondigd! Daardoor wordt echter de ge
schiedenis verva'scht. Op den dag na het
bloedbad, koos het volk van Palermo
Ruggero Mastrangelo tot opperhoofd; deze
decreteerde openlijk dat men zich door
den hartstocht te ver had laten medeslepen,
en op zijn raad besloot de volksvergadering,
onder de autoriteit van den Paus en ouder
de banier der Roomsche Kerk, zich als
Gemeente te coustitueeren.Ditzelfde geschied
de te Messina en in de overige plaatsen en
gedurende de vijf maanden, voor het tijdstip
dat Peter van Aragonië bezit nam van
het land, stond Sicilië, vrijwillig, onder het
gezag van den Heiligen Stoel.
Het ware karakter der feestviering wordt ver
raden door de groote deelneming van revolu-
tionnaire elementen. Niet minder dan 100
politieke en sociale arbeidersvereenigiugen
met hunne vaandels en banieren namen
aan den feest optocht deel. Garibaldi moest,
ziek zijnde, te huis blijven; hij werd echter
vervangen door zijn waardigen nakomeling
Menotti. De Aartsbisschop van Palermo
verzette zich tegen het aanbrengen van
O O
een gedenksteen aan de facade der kerk,
omdat het opschrift beleedigend was voor
het Pausdom. De steen werd toen geplaatst
in een aan de kerk grenzend huis.
In 't algemeen ijverde men klaarblijkelijk
meer tegen het Pausdom, dan tegen
Frankrijk, dat men niet wilde uitdagen.
Of men daardoor de Franschen van de
vreedzame beteekenis der feestviering over
tuigd heeft?
Het ontwerp-tabaksmonopolie is thans
gereed om aan den Bondsraad in behan
deling te worden gegeven. Naar men ver
neemt, is het wegens de besluiten van den
Volkshuishoudkundigen Raad op verschil
lende punten gewijzigd, zoodat onder an
deren ook eene schadevergoeding voor plan
ters er in is opgenomen. Inmiddels is in
de parlementaire kringen de vraag gerezen
of de rapporten der Bondsregeeringen over
het monopolieplau ook bij den Rijksdag
dig gestopt. Een breede hand omklemde zijn
spreekorgaan, terwijl de eigenaar er van zijn
andere hand vertrouwelijk op den schouder van
den onthutsten Bachine legde en hem met lang
zame, afgemeten woorden toesprak: „Gij benijdt
Fondy niet waar? Welnu gij zult grooter en
rijker worden, dan hij, indien en hier werden
zijne woorden plechtig indien gij, in ruil
van een onuitputtelijke goudmijn, mij iets geeft
waar gij niets aan hebt, iets wat u, ondanks u,
overal volgt, iets overtolligs in een woord, dat
ik van u wil hebben om zelf niet zonder te
zijn.
Raadselachtige woorden
Zwijgend bleef Bachine tegenover dien zonder
ling staan.
Bachine sprak niet en de zonderling nog minder
Bachine was een geheel ander mensch geworden.
Hij was bang en durfde geen voet verzetten, geen
mond open doen.
Zijn buurman scheen ook niet van plan, het
eerst de stilzwijgendheid af te breken en zoo
bleven zij tot schemeravond bijeen.
'tWerd donker, de maan, die vroeg opkwam,
spreidde over de omgeving een geheimzinnig waas
en de lange schaduw der boomen teekende zich
af op de breede grintlaan, die naar de villa leidde.
De tonen van dansmuziek drongen door de
dikbebladerde heesters, en gaven aan het hart
van Bachine een indruk als het gezicht van een
vlag op een modderschuit.
zullen worden overgelegd wanneer het ont
werp aldaar wordt ingediend. De tegenstan
ders vau het plan zouden het wel wen-
schen, maar vragen toch of het wel veel
zou baten. Immers, terwijl Baden, de Han
zesteden en Saksen zich onvoorwaardelijk
tegen het monopolie verklaren, is het nog
altoos onzeker wat de Beiersche Regeering
zal doen, daar zij, ofschoon van 't oogen-
blik overwegende bezwaren tegen het plan
hebbende, zich toch hare stem in den Bonds
raad nog heeft voorbehouden en Hessen
voornemens is zich buiten stemming te
houden. Gelijk thans uit Detmold wordt
gemeld, heeft de Vertegenwoordiger van
het vorstendom Lippe zich ten krachtigste
tegen het monopolie verklaard, maar daarom
weet men nog niet hoe die Regeeriug in
den Bondsraad zal stemmen. Bovendien
kan men wel nagaan dat in den Bonds
raad het denkbeeld zal bovendrijven: het
rijk heeft geld noodig, daartoe moet de toe
vlucht worden genomen tot verhooging
der indirecte belastingen en hiervoor komt
de tabak het allereerst in aanmerking. En
ofschoon men daarbij evenzeer kan denken
aan eene verhooging der bestaande tabaks
belasting als aan een monopolie, zoo ver
wacht men toch dat de Bondsraad zich,
al is het met eene zeer geringe meerder
heid van stemmen, voor het monopolie zal
verklaren.
Het adres tegen het monopolie is te
Bremen onderteekend door ongeveer 19,000
personen, waarbij nog niet zijn medegere-
kend de ouderteekeningen uit Bremerhaven.
Het groote feit van den dag is de af
treding van Gortschakoff als Russisch mi
nister van buitenlandsche zaken en zijne
vervanging door den heer Giers. Intusschen
behoudt Gortschakoff den titel van kan
selier en zal dit in naam wel levenslang
blijven; maar hij is toch op verre na niet
meer wat hij vroeger is geweest, en in alle
geval is er nu eene aanleiding tot groote
bezorgdheid uit den weg geruimd. Immer3,
algemeen vreesde men te Berlijn, dat hij zijne
plaats als minister van buitenlandsche
zaken zou inruimen voor Ignatieff, die in
Duitschland en Oostenrijk in de hoogste
mate wordt gewantrouwd, waarom dan
ook in den laatsten tijd de officieuse pers
voortdurend aanviel op de panslavis-
teu, maar eigeulijk op Ignatieff, die als
het hoofd hunner partij wordt beschouwd.
De vroolijkheid van ginds werkte echter ten
slotte weldadig op Bachine en de droefgeestige
stemming verliet hem eenigszins om plaats te
maken voor een zeker soort van opgewektheid,
die ook zijne jaloezie weer boven deed komen
en 11a lang zwijgen zeide hij tot den geheim-
zinnigen man, die nog altijd roerloos in zijne
nabijheid stond: „Welnu dan, wat verlangt gij
in ruil van een schat, waarna ik al zoo lang ge
haakt heb?"
„Luister!" sprak de geheimzinnige en de echo
in het park gaf de woorden van den zonderling
tweevoudig terug. „Luister!" en meteen sprong
hij te midden van de grintlaan.
„Ziet ge daar de maan; ziet ge, dat alles wat
leeft, alles wat dood is, alles in een woord, zich
verlustigt in een zaak, die mij ten eeneumale
vreemd is? Dat heestertje daar ginds: nauwlijks
gepoot, ziet aan zijn voet, bij het helder maan
licht, zijn donker evenbeeld voor zich uitgespreid;
aanschouw dien eik: zijn millioenen bladeren tee
kenen zich geheimzinnig op den achtergrond van
dat perkje hyacinten af; aanschouw uzelven: vóór
u bevindt zich uw silhouet, dat alle bewegingen,
die gij gelieft te maken, nabootst, zoo dikwijls
gij het verlangt; gij gebiedt slechts en zij ge
hoorzaamt; welnu, zie naar mij enge zult
raden wat mij ontbreekt en wat ik van u voor een
onuitputtelijken rijkdom wil koopen."
Wordt vervolgd.)