BINNENLAND.
Thans is echter die vrees verdwenen; want
al weet men dat Ignatieff haakt naar den
post van rijkskanselier en achter de scher
men tegen Duitschland en Oostenrijk blijft
woelen, zoo is toch de gewichtige porte
feuille van buitenlandsche zaken nu voor
eerst in andere handen, terwijl Ignatieff,
om kanselier te worden, eerst Giers uit
den weg zou moeten ruimen, hetgeen Bis
marck en Kalnocky wel met alle kracht
zullen trachten te beletten.
Volgens eeu mededeeling in de Deutsche
Heeres-Zeitung bedraagt het totaal verlies
van de Oostenrijksche troepen in de Her-
zegowina en Crivoscye aan dooden, zwaar
en licht gekwetsten 210 man.
Onder 53 gesneuvelden zijn 6 officieren,
onder 95 zwaar gekwetsten 4 officieren en
onder 19 licht gekwetsten 5 officiereu,
terwijl 3 minderen vermist zijn. Op 14
minderen komt dus 1 officier; dit is wel
een bewijs voor den moed der officieren
en ook daarvoor, dat de opstandelingen
hen voornamelijk tot doel kozen.
De Standard ontvangt uit Krakau
particuliere berichten, volgens welke daar
ernstig gevreesd wordt voor eeu herhaling
van den aanval op de Joden. In verscheidene
wijken zijn biljetten met bedreigingen aan
geplakt. De overheid liet ze afscheuren,
beval de winkels te sluiten en nam mili
taire maatregelen.
Daily News verneemt uit Weenen
dat in Zuid-Rusland weder een aanval op
de Joden beraamd wordt en de raad werd
gegeven hun winkels met petroleum in
brand te steken.
Aan de Times wordt uit Berlijn ge
meld, dat weder een dynamiet-mijn ontdekt
is onder den St. Nikolaasspoorweg, dicht
bij Moskou, en dat er vele personen zijn
gevangen genomen.
Uit Tunis wordt aan dit blad gemeld
dat de opstandelingen onder Ali-Beni-Halif
Tripoli zijn binnengerukt.
Parnell is Maandag-ochtend in vrij
heid gesteld en onmiddellijk naar Engelaud
vertrokken.
gemengde berichten.
Groningen, 11 April. Door de politie alhier
werd de hand gelegd op eene gevaarlijke dievegge
van nog zeer jeugdigen leeftijd, die haar werk
er van maakte om zieh van alle mogelijke arti
kelen uit openstaande winkels meester te maken.
Op heeterdaad werd zij thans garresteerd, toen
zij zich even te voren had schuldig gemaakt aan
diefstal van een stopflesch met suikergoed.
Breda, 11 April. De rijkspolitie alhier heeft
in de afgeloopen drie eerste maanden dezes jaars
niet minder dan 196 vreemdelingen, als rond
zwervende zonder middel van bestaan, over de
zuidelijke en oostelijke grens van ons land gebracht.
Velden (Limburg) 11 April. In de R. K.
kerk alhier is eergisteren de offerbus verbroken
en van den inhoud beroofd gevonden, zonder dat
men eenig spoor van den dief heeft ontdekt.
Bergen-op-Zoom, 11 April. De veldartille
rist C., alhier, die onlangs bij een val van het
paard ernstige kneuzingen bekwam, is in het
hospitaal aan de gevolgen overleden.
Ellewoutsdijk, 11 April. In het bedstroo
van een dezer dagen alhier overleden weduwe,
dat na haar overlijden uit de slaapstede verwijderd
werd, is eene som van f 1990 aan papieren geld,
f 700 aan gouden tientjes en eeuige effecten
gevonden.
Haarlemmermeer, II April. Op de week
markt te Hoofddorp, zijn den 6 April 11. be
kroond: J. de Jong, alhier, voor een koppel scha
pen met len prijs; A. de Zeeuw, alhi; r voor
een koppel schapen met 2en pi ijs.
Halfweg, 11 April. In het Noord-Willems
kanaal is het lijk van een onbekend mansper
soon gevonden, naar gissing 50 jaar oud.
Barneveld, 11 April. Alhier werden van
één landbouwer uit Kootwijkerbroek, zekeren W.
Roelofsen, die boter ter markt bracht, niet minder
dan 11 van de 15 stuks boter te licht bevonden,
en dientengevolge tegen hem proces-verbaal op
gemaakt.
Koog aan de Zaan, 11 April. Alhier is in
den tuin van den heer G. II. een lijsternest
gevonden met een paar levende jongen.
In den eersten tijd na den brand in
het Ringtheaterhoorde men algemeen ijzeren
schermen aanbevelen als een middel tegen de uit
breiding van schouwburgbranden. Thans verheffen
zich echter herhaaldelijk stemmen tegen dit mid
del. De Amerikaansche opperintendant Her ge
bouwen, Mr. Esterbrook o. a. heeft onlangs ver
klaard, dat geen enkel gebouw van zulk een scherm
moest zijn voorzien. De uitwerking van eeu ijzeren
brandscherm, zegt hij, is de brand binnen het
gebouw te beperken en het belet den brandweer
mannen er in door te dringen vóór alles van binnen
in laaien gloed staat. Ook de meest ervan ;i brand
gasten zijn van die meening, en allen stemmen
daarin overeen, dat de ijzeren brandschennen veel
meer branden verergerd dan verminderd hebben.
Een tentoonstelling van jonggebo
ren kinderen werd oi.lai gs in het opera-gebouw
te New-Orleai s gehouden. Aan de zwaarste kin
deren werden prijzen toegekend. De opbrengst
strekte tor een weldadig doel.
De mannen, die in lie kolenmijn van
Killingworth bij Newcastle levend begraven wa
ren, zijn allen, na er achttien uren doorgebracht
te hebben, gered. De hoop, dat de hoeveelheid
versche lucht in dat gedeelte der mijn voldoende
zou zijn om hem in het leven te houden, is ge
grond gebleken. Slechts één hunner verkeerde in
een zorgwekkenden toestand, maar er is alle kans
op zijn herstel.
Volgens het TJ. D. zijn er te Amster
dam een 70-tal Russische joden aangekomen,
die verloopig bij verschillende joodsche familien
gehuisvest zijn.
De vereeniging Uit het volk voor liét-
volk te Middelburg heeft de zorg op zich geno
men om die stad te verfraaien zij heeft ver
gunning gevraagd en verkregen, om op openbare
plaatsen bloemperken aan te leggen.
De Engelse he statisticusGiffenheeft
berekend, dat het nationaal vermogen in Groot-
Brittannië in tien jaren, van 1865 1875, met 29
milliard, 920 millioen gulden is vermeerderd. De
tegenzijde dezer medaille ziet er echter geheel anders
uit; men zou daar het Eransche spreekwoord „les
extremes se touckent" met recht op kunnen toe
passen. In Ierland namelijk sterven jaarlijks l'/a
procent inwoners, bij wier lijkschouwing de maag
volkomen ledig wordt bevonden. De twintig ge
stichten, waar lieden zonder huisvesting een onder
komen vinden, herbergen gemiddeld 300,000
ongelukkigen. Bij eeu examen in eene school te
New-Castle on Tyne, het grootste kolendistrict
van Engeland, wisten 30 procent der arbeiders
kinderen niet, dat Engeland een eiland is, en
onder de houthakkers van het Grampian-gebergte
in Schotland kunnen de oudste lieden zich niet
herinneren, ooit vleesch bij hun middagmaal ge
geten te hebben.
Een torpedo, die dezer dagen teTou-
lon in een boot vervoerd werd, barstte uiteen. Een
matroos werd gedood, de stuurman verdween ei.
vijf anderen werden gewond.
Eene gewoonte, die vele andere heeft
overleefd, hoewel zij niet door geheel Europa ver
spreid was, is het eieren ten gescheukt geven op
het Paascbfeest, eieren van allerlei soort, kleur en
grootte. De heteekenis van die gewoonte is op
den achtergrond geraakt en is bijna vergeten. Toch
bleef het oude gebruik bestaan; de nijverheid
zorgde daarvoor. Elk jaar weten onze confiseurs
in Maart ot April, door vindingrijke producten
van weelde en overvloed den smaak voor de
Paasch-eieren te doen herleven. Men vindt den
oorsprong van deze eigenaardige lentegaven bij de
Oostersche volkeren. Bij hen is het ei het sym
bool van den oorspronkelijken staat der aarde,
van de schepping, die de kiem van alle dingen
heeft ontwikkeld. Met „Nieuwjaar," dat in 'l Oos
ten altijd zeer feestelijk gevierd wordt, tijdens de
lente-naclit-evening, dus als de natuur zich ver
nieuwt, worden er geschenken gegeven en zendt
men elkaar uit alle oorden beschilderde of ver
gulde eieren als herinnering aan het begin aller
dingen. Het geven van die soort van geschenken,
bij den aanvang van het jaar in Erankrijk, was
op dezelfde gedachte gegrond. Het jaar begon
toen nog met het Paascbfeest. Karei IX echter
bracht daarin verandering, door den aanvang van
het jaar op 1 Januari te stellen, wat aan de
eieren een groot deel van hun heteekenis ontnam
maar ondanks alles, is de gewoonte gebleven, om
bij gebrek aan „Nieuwjaar" de vernieuwing der
natuur te vieren. Bij de Israëlieten is sedert
onheugelijke tijden, bij de viering van het Paasch-
feest, eene groote schaal of schotel op tafel ge
plaatst, waarop zicii onder andere symbolische
voorwerpen altijd een hard ei bevindt.
Zaterdag-namiddag omstreeks 1 uur
is op de derde verdieping van pand No. 18 in
de Paardenstraat te Rotterdam brand ontstaan
door het omvallen van een petroleum-toestel. De
bewoonster zag zieh op eenmaal door de opstij
gende vlammen ingesloten, en durfde niet van
hare gevaarlijke plaats te komen. Op haar hulp
geroep kwam haar vader toesuelleu en wilde haar
door de vlammen heendrageri, doch hij struikelde,
en vader eu dochter zouden groot gevaar geloo-
pen in brand te geraket), zoo niet inmiddels ook
een paar buren waren te hulp gekomen. Zij bleven
zoodoende gelukkig ongedeerd, en ook de brand
werd, dank zij dezeu bijstand, spoedig ge-
bluscht.
Door den veldwachter, gestationeerd
op den Hout, onder Oosterhout, zijn op de Hout-
sche akkers drie zoutsmokkelaars betrapt, die bij
zijne nadering de vlucht namen met achterlating
van 148Vs kilogram zout.
Zondag-ochtend sprong in de Dij k-
straat te Kralingen een man, die sedert eenigen
tijd aan verstandsverbijstering lijdende is van het
dak zijner woning, ongeveer 15 M. hoog. In bi-
wusteloozen toestand werd hij opgenomen, en bij
geneeskundig onderzoek bleek, dat zijn lichaam
op verschillende plaatsen zwaar was gebroken. Hij
werd daarna overgebracht naar het stedelijk zie
kenhuis te Rotterdam, en is daar spoedig aan de
gevolgen overleden.
Zaterdag-namiddag is, dooreenenog
onbekende oorzaak, een oppervlakte van p. m. 30
hectaren heide en boschgrond van de gemeente
Emmelo nabij Elspeet afgebrand. Met veel moeite
mocht men er 's avonds 8 uur in slagen den
brand meester te worden, en was niet juist nog
bijtijds hulp van Elspeet en Uddel gekomen,
dan had er groot gevaar bestaan voor de op niet
meer dan 100 meter van het terrein gelegen
groote Uddelsche en Elspeter bosschen.
Zaterdag-avond is er aan de Oude
Vest te Leiden twist ontstaan tusschen twee ar
tilleristen en een burger, waarbij de burger door
een dier militairen in het water is geworpen,
doch spoedig door voorbijgangers gered. Tegen
de militairen, die zich uit de voeten hebben ge
maakt, wordt door de politie proces-verbaal op
gemaakt.
Onderhetopschrift: Eene begrafenis met hin
dernissenlezen wij het volgende in het Kanton Oos
terhout: „Het dorpje Rheinbrohl, aan den rechter
Rijnoever in het district Neuwied gelegen, is van
de oudste tijden af uitsluitend katholiek; de
weinige protestanten die er zich thans bevinden
zijn er eerst in den laatsten tijd komen wonen.
Het heett ook hier gegolden dat vermeerdering
des volks niet altijd samengaat met vermeerde
ring van vreugde en vrede. Van eene gevaarlijke
spanning was vóór de gebeurtenis, welke wij
eenigszins uitvoeriger mededeelen, voor zoover
wij weten, niets bekend; sommige Rheinbroh-
lers schijnen zelfs de verdraagzaamheid eerder
te ver gedreven en huwelijksverbintenissen met
andersdenkenden aangegaan te hebben. Maar
spoedig zouden de dorpelingen tot hun nadeel
ondervinden welke heiilooze gevolgen de ge
mengde huwelijken in den regel na zich sleepen
en hoe terecht de H. Kerk deze huwelijken
verbiedt, daar echtgenooten, die het aaugaandé
de hoogste belangen onderling niet eens zijn,
niet het gewenschte huwelijksgeluk kannen sma
ken en niet gelijk het behoort aan het welzijn
van hun kroost kunnen arbeiden.
Eene vrouw met een protestant gehuwd had
een kind, dat vóór deu echt geboren en in de
katholieke kerk gedoopt was. Dit kind stierf
en zou, naar protestantsch kerkgebruik door
den predikant begraven worden. Niemand ver
zette zich hiertegen. Doch nu stellen de pro
testanten ook den zonderlingen eisch dat bij
deze protestantsche begrafenis de klokken der
katholieke kerk zullen geluid worden. Sommige
liberale bladen weten te melden dat het bevel
van het burgerlijk bestuur uitging, maar dit is
geheel bezijden de waarheid: noch de gemeen
teraad noch het kerkbestuur hebben van dien
eisch iets willen weten en de geheele katholieke
bevolking was het eens met hare wettige ver
tegenwoordiging, die verklaarde dat de klokken
er niet waren om protestantsche vieringen aan
te kondigen.
Hierop wendden de protestanten zich tot den
burgemeester van Hönrdngen en den landraad
van het district. Het kerkbestuur bleef weigeren
den sleutel af te geven, in overeenstemming
met het algemeen verlangen des volks en nu
riep de landraad, de heer Von Runkei, de ge
meente- en kerkbesturen bijeen en vorderde
onder bedreiging van geweldige maatregelen
het luiden der klokken, op grond dat klokken
het eigendom der burgerlijke gemeenten zijn.
De vergaderde lichamen besloten hun reeht niet
op te geven en alleen voor geweld te zullen
wijken. Voor het oogenblik werd nu wel niet
het verzoek gedaan om in tegenwoordigheid der
politie de kerkdeur te openen, maar den volgen
den morgen werden de inwoners verrast door een
tooneel van geheel anderen aard.
De landraad stond in de nabijheid der kerk"
in gezelschap van verscheidene handwerkslieden
uit Neuwied en 9 gendarmen, verderop stond
eene geheele compagnie soldaten met geladen
geweer, met trommelslagers eu trompetters voor
op. De manschappen waren inderhaast uit
Coblentz ontboden. Het was er dus op gezet de
rustige bevolking eens te „maszregeln", echt
Pruisisch. Toen de stoet aan de kerk kwam
vond zij er de vertegenwoordigers der gemeente
verzameld. Dat de burgerij gewapend was met
hooivorken en steenen is alweer een leugen,
door de liberalen bedacht om aan de gepleegde
brutaliteit een schijn van recht te geven: het
volk droeg volstrekt geene voorkennis van de
aanwezigheid der soldaten. Nu begonnen de gen
darmen, zonder mondeling een eisch te stellen,
met onbeschoftheid de leden van den raad op zij
te duwen. Zeer waarschijnlijk hebben zij deze
heldendaad doen vergezeld gaan van eene vrien
delijke uitnoodiging in den trant van die, waar
mede reizigers in Pruisen verzocht worden uit te
stappen aan een douane-kantoor: Aussteigen! om
tevens bij de geringste tegenbedenking op een
halt das Maul! onthaald te worden. Een of ander
die niet spoedig genoeg uit den weg ging werd
gegrepen en in één dezer vond de landraad
zijn man zeggende: „dat is die van gisteren."
Een hoefsmid die, zijn langen pijp rookende,
op den stoep der kerk had post gevat, werd
eveneens gevangen genomen. Vervolgens opende
men de kerk zonder eenigen tegenstand. Het
kinderlijk werd nu onder klokkengelui en mi
litair geleide grafwaarts gedragen; alles ging
rustig toe, maar één raait die bij het lijkje tot
de omstanders geroepen had: „neuzen dicht,
want het stinkt!" viel ook in de handen der
gewapende helden. Tot straf kreeg het dorp
inkwartiering, terwijl elke vijf minuten eene
patrouille, van 10 scherpe patronen voorzien,
het dorp doorrende. De school vverd in eene
hoofdwacht herschapen en de soldaten maakten
zooveel drukte dat Rheinbrohl er uitzag als eene
veroverde veste.
Na twee dagen trokken de soldaten terug
naar Coblentz en rukten twintig gendarmen
het vreedzame plaatsje binnen. Wat de naar
Neuwied gevoerde gevangenen betreft, dezen
werdeD spoedig vrijgelaten dewijl zij zich eigen
lijk aan niets hadden schuldig gemaakt. Natuur
lijk hebben de Rheinbrohlers zieh met hunne
rechtmatige klachten tot de hooge regeerittg ge
wend en is de zaak door het centrums-lid Bachem
ook in de Kamer der afgevaardigden op het tapijt
gebracht, 't Is niet waarschijnlijk dat der ver
ongelijkte bevolking volkomen recht zal weder
varen maar toch is aan de regeering duidelijk
onder het oog gebracht dat de uitdaging van de
openbare macht is uitgegaan en de bevoiking eene
kalmte heeft bewaard welke in de gegeven om
standigheden zeker niet kon verwacht worden.
Eene zoo schoone gelegenheid om de katho
lieken weer eens zonder oorzaak te knijpen mocht
de heer v. Runkei niet laten voorbijgaan!
Een boer aandenjaagwegnab ij Broek
in waterland zou voor eenige dagen met hulp
van zijn zoon een paal in den grond slaan. Toen
de zoon daartoe de slei ophief, vloog de hamer
van den steel af en trof den ouden man aan
het hoofd. De man is na eeltige dagen overle
den.
Een landbouwer in Achtkarspplen fs
naar Amerika vertrokken, de diaconie-kas met
zich nemende en zijne bemiddelde vrouw achter
latende.
Het is den commissaris van politie
te Bolsward gelukt de hand te leggen op een
partij vogels, nuttig voor landbouw en houtteelt.
De verkooper werd bekeurd, en aan de vogels
werd de vrijheid hergeven.
Te Maastricht is uit de Zuid-Wil
lemsvaart opgehaald het lijk van een onbekend
manspersoon, dat later werd herkend voor dat
van een kleermaker te Luik. Aan het lijk wer
den geene teekenen van geweld waargenomen.
Uit Nieuwe Niedorp wordt ons ge
meld: Zaterdag-avond, tusschen 10 en 11 uur,
is een hevige brand uitgebroken in de boeren
woning van A. De Boer aau den Langereisdijk.
De bewoners waren reeds in slaap, doch eeu der
kinderen riep de moeder, en verzocht haar te
mogen driukstf Daardoor gewekt, hoorde de
vrouw reeds het knetteren der vlammen boven
haar hoofd. In allerijl werden de kinderen in
veiligheid gebracht. De man en vrouw, naar de
brandende woning teruggekeerd, trachtten nog
het een en ander te redden, doch te vergeefs,
alles is verbrand: huisraad,granen, ook twee koeien,
terwijl eeu derde half verzengd wist te ontvluchten,
maar van angst in een sloot kroop, en daar den
dood vond. De man en de vrouw, en vooral de
eerste, zijn zeiven deerlijk aan aangezicht en han
den gebrand, en onder geneeskundige behandeling.
De brandweer, hoe ijverig ook, kon niet meer
doen dan de belendende huizen tegen het vuur
beschermen. Huis en inboedel waren laag ver
zekerd. De brand is vermoedelijk in den schoor
steen ontstaan.
Yr ij d ag-och ten d werd in de ringvaart
om de gemeente Haarlemmermeer bij Sloten het
lijk gevonden van een onbekend manspersoon,
oud naar gissing 26 jaren, gekleed met witte on
derbroek, blauw baaien hemd, blauw geruit over
hemd en blauw gebreid mouwvest, zwart lakensche
pantalon, gebreide sokken, grijs met roode strepen,
en leêren pantoffels. Hij had een rooden zakdoek
om den hals, gemerkt J. J. S. 6 en had een zoo
genaamde blauwe marinepet op. Op het lijk is
niets gevonden. Zijn signalement is als volgt
donker blond haar, laag voorhoofd, blauwe oogen,
dikke neus eu ronde kin. Lengte middelmatig.
Op de thans te Berlijn geopende he-
raldisehe tentoonstelling mist men nog iets. Hoe
veel wapens er ook mogen geëxposeerd zijn ner
gens is het te weten te komen, wat, bij de bij
eenkomst van den rijksdag, de heer von Bismarck
in zijn schild voert.
De beroemde Engelse he ornitholoog
Barrington beweert, en beroept zich tot staving
zijner bewering op de getuigenis van verscheidene
zaakkundige opmerkers van het gezang der vogels,
dat de leeuwerik in E-dur, de lijster in A-dur
zingt, dat de gewone haan in A-dur en de' zoo
genaamde Cochinchina haan in B-mol kraait en
en dat de koekoek gewoonlijk in de terts C- A zijne
stem laat klinken. Van een nachtegaal, die drie
jaar lang in een Kooi heeft gezeten, beweert hij
roulades in G-dur gehoord te hebben. De nade
rende zomer stelt ieder in de gelegenheid om
zich met de stemvork van de juistheid dezer me
dedeeling te overtuigen.
Ook een portret-album. Al de dieren in
den Jardin des Plantes te Parijs zijn gephoto-
grapheerd. De photographieën zijn naar al de
Fransche scholen gezonden.
Reeds vroeger werdmedegedeeld.dat
tijdens de koloniale tentoonstelling in 1883 te Amst.
een nieuw panorama van de hand van den be
kwamen schilder Gamier zal tentoongesteld worden.
Dit panorama zal in den vorm van een paviljoen
ter zijde in het Vondelspark aan het einde der
P. C. Hoofdstraat van hout worden opgetrokken.
Het zal een vergezicht op den heerlijk schoonen
Bosporus te aanschouwen geven.
Onlangs werd uit Porto Allegre be
richt dat de Duitsche tentoonstelling aldaar door
brand was vernield. In Duitschland meende men
dat dit ongeval geen groot verlies zou teweeg
brengen, omdat de inzendingen tegen brandschade
waren verzekerd en de tentoonstelling toch reeds
gesloten was, zoodat de meeste voorwerpen reeds
waren teruggezonden. Uit de nadere berichten
blijkt evenwel, dat er veel meer is vernield dan
men gemeend en bovendien dat de brand is te
weeg gebracht door kwaadwilligheid. Er werden
namelijk een aantal inzendingen verloot. Nu waren
de prijzen der loten vrij hoog, en daar zeer velen
voor hun geld een voorwet p van nagenoeg geen
waarde trokken, ontstond er zulk een opgewon
denheid, dat de openbare autoriteit het noodig
achtte, militaire hulp in te roepen. Daarmede
schijnt het evenwel wonderlijk te zijn toegegaan
althans de cavaleristen, die bij de ingangen der
tentoonstelling werden geposteerd, hebben evenals
de politieagenten het gepeupel niet verhinderd het
gebouw met steer.en te bombardeeren. Eerst toen
een Italiaan een der deuren had opengebeukt en
naar boven was geklommen om de Duitsche vlag
neer te halen, achtte een politieagent het noodig,
handelend op te treden; doch toen de volksme
nigte hem deswege aanrandde en hij zich daartegen
met zijn sabel verweerde, werd hij zelf door zijn
superieur aangepakt en in arrest genomen. Onmid
dellijk daarop snelde het volk naar binnen, ver
nielde alles en stak ten slotte het gebouw in
brand, met het gevolg dal er niets kon worden
gered dan een ijzeren kistje, waarin de 70 gouden
bekronings-raedailies werden bewaard. Het fraaiste
evenwel is, dat dit kistje eenige uren na den
brand is gestolen, zonder dat men bij de afzen
ding dezer berichten eenig spoor er van had
kunnen vinden.
Te Samarang waren bij de schutter ij
twee compagniën Mooren, „Kodja's" zooals zij
genoemd worden. Deze lieden hadden geen uni
form en geen geld om er eeu te koopen. De
Samarangsche schntterskas had geen midd elen om
hun uniformen te geven. Uit de Bataviasche
schutterskas wilde of kon de Regeering niet by-