NIEUWE
No. 589.
Zondag 21 'Mei 1882.
7e Jaargang,
wr$Ê
Ontspanning.
0,06
Eten de planten ook?
HAARLEMSC
ABONNEMENTSPRIJS
Per 3 maanden voor Haarlem
Buiten Haarlem franco per post.
Afzonderlijke Nummers
t 0,85
1.—
Dit blad verschijnt
Eiken WOENSDAG en ZATERDAG.
BUREAU: St. Jansstraat Haarlem.
SBSflT—a», Jj
AGITE MA NON AGITATE.
CSllRAiT.
PRIJS DER ADVERTENTIÉN
Van 16 regels30 Cents.
Elke regel meer5
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant.
Advertentiën worden uiterlijk Dinsdag- en Vrij dag
avond voor 6 uur ingewacht.
Uitgevers KÜPPERS LAUREY.
Vele menschen verkeeren in de meening
dat vroomheid en deugd, religie en de vreeze
Gods, onvereenigbaar zijn met een vroolijken
zin. Zij gelooveu dat in de beoefening van
ware godsdienstigheid, verzaking van elke
ontspanning, van elk vermaak begrepen
iszij zijn van meeuing dat godsdienstige
menschen er steeds somber en gemelijk
uitzien en aartsvijanden zijn van scherts
en kortswijl. Deze voorstelling is zoo ver
keerd en valsch, dat juist het tegendeel
van dit alles waar is. Daarmede is nu
echter niet gezegd dat de overdreven zucht
naar genot, welke eene karakteristieke ziekte
van den modernen tijd is en zoo menige
familie in den afgrond des verderfs gedre
ven heeft, een brevet van aanbeveling ver
dient. Maar dat mag niet verzwegen wor
den, dat niets zoo bij uitstek geschikt is,
om een waarlijk vroolijken zin te vormen,
dan oprechte vroomheid en deugd en dat
omgekeerd juist een vroolijke zin, ook voor
de vroomheid en deugd een uitmuntend
middel is, dat ten volle waardeering ver
dient. Dientengevolge veroordeelt de Chris
telijke godsdienst geenszins de ontspan
ningen en vermaken. In vele stichtende,
het godsdienstig leven behandelende ge
schriften, wordt uitdrukkelijk op het geoor
loofde en op de noodzakelijkheid der ont
spanning gewezen. De neiging er van is
door den alwijzen Schepper in de mensche-
lijke natuur geplant, en 't zou den Schepper
zeiven aanklagen zijn, wanneer men deze
neiging, die volgens de regelen van het
verstand dient behandeld te worden, zou
willen veroordeeleu. De h. Pranciscus van
Sales, zeker een man van een degelijk en
gezaghebbend oordeel, wijdt in zijne be
roemde .inleiding in 't geestelijk leven,
aan de ontspanning en geoorloofde verma
ken eenige hoofdstukken. .'t Is noodzake
lijk,zoo schrijft hij, .geest en lichaam
nu en dan door het een of ander vermaak
te ontspannen. Eens vond, zooals Cassian
verhaalt, een jager den h. Johannes den
Evangelist met een patrijs in de hand.
De jager vroeg hem, waarom een man als
hij, den tijd op zulk eene dwaze en onuoozele
wijze doorbracht, en de Evangelist gaf den
jager onmiddellijk ten antwoord: .waarom
houdt gjj uwen boog niet altijd gespan
nen?* »Nu,« hernam de jager, .ik vrees,
zoo hij steeds gespannen is, hij geen veer
kracht genoeg heeft, wanneer ik hem ge
bruiken wil.« .Juist,sprak de Apostel,
.verwonder u dan ook niet, als ik mijne
geestelijke werkdadigheid een weinig stake,
om mij eenigszins te ontspannen, ten einde
later met te meer kracht mijne overwe
gingen te kunnen hervatten.* Het is ou-
FEU1LLETON.
Een duivelsch feest.
De wreede, maar tevens kluchtige Keizer Do-
mitianus schepte er altijd behagen in diegenen
zelfs schrik aan te jagen, welke hij met zijn
gunsten overlaadde. Op zekeren dag, ter gelegen
heid van zijne overwinning op de Dacen, gaf hij
een groot feestmaal, en noodigde daartoe eenige
senatoren en ridders, zijn gunstelingen, uit. Hij
geleidde zijn gasten in een groote zaal, geheel
met zwart behangen, en slechts door enkele
toortsen verlicht, die een klaarheid verspreidden,
welke nog verschrikkelijker was dan de duister
nis. Ieder der genoodigden werd recht tegenover
een doodkist geplaatst, op welke hij met schrik
zijn eigen naam las.... Vervolgens trad een
troep zwart gemaakte mannen de zaal binnen,
welke de helsche geesten moesten verbeelden.
Deze mannen verrichtten den statigsten en treu-
rigsten dans, welke men ooit te voren te Rome
getwijfeld een fout zoo streng en hard te
zijn dat men noch zich zeiven noch an
deren eenig vermaak of ontspanning gunt.
Daar is inderdaad geen godgeleerde die
matige en gepaste ontspanning afkeuren
zal. Evangelie noch religie zijn er tegen
gekant; het voorbeeld, van vele door hei
ligheid uitmuntende mannen bevestigt zulks.
Ja, de Christelijke philosophie verklaart
zelfs het juiste en rechte gebruik der ont
spanningen, als eene bizondere deugd; zij
heeft zelfs voor deze deugd een eigen naam;
eutrapelia noemt zij de deugd, die het mid
den weet te houden tusschen eene al te
sombere en eene al te vroolijke levens
wijze, zoodat het deze deugd is, die de ont
spanningen regelt naar de wetten der wel-
voegelijkheid en eerbaarheid. Zelfs de nood
zakelijkheid dwingt den mensch zich nu en
dan eenige ontspanning te veroorloven,
want de mensch, die nu eenmaal voorden
arbeid is aangewezen, is niet in staat om
onophoudelijk en onafgebroken te werken.
Terwijl God ons den arbeid als straf op
legde, heeft hij de ontspauning veroorloofd
om de verzwakte krachten te herstellen.
Het is dus een feit dat ontspanningen
en vermaken van een kerkelijk-katholiek
standpunt uit geoorloofd zijn. Het is zelfs
zoo sterk, dat een groot godgeleerde de
vraag opperde of men door gebrek aan
ontspanning ook kon zondigen. En de groote
geleerde maakt geen bezwaar deze vraag
met ja te beantwoorden. Hij schrijft woor
delijk het volgende: .ik zeg dat alles, wat
in de menschelijke aangelegenheden tegen
het verstand druist, berispelijk is. Het strijdt
ten eenemale tegen het verstand, dat iemand
lastig en onaangenaam voor anderen is,
door zich norsch en barsch jegens anderen
te gedragen en de ontspanningen van an
deren te verhiuaeren. Daarom zegt Seneca
.gedraag u zoo, dat niemand u voor een
domper houdt, noch u als gemeen veracht.
Zij dus, wien het aan opgeruimdheid ont
breekt, die zelf nooit een woord van scherts
spreken en hen die zich (natuurlijk on
schuldige) woorden van scherts veroorlo
ven, dit euvel duiden, zjjn te berispen en
worden met recht .norsch en barsch* ge
noemd, zooals de oude wijsgeer Aristote-
les zegt.«
Doch bij deze woorden maakt de heilige
Thomas de volgende opmerking: .intusschen
daar de ontspanning nuttig is voor de rust
en opgeruimdheid, opgeruimdheid echter en
rust in het menschelijk leven voor de werk
zaamheid noodig is, daarom is toch gebrek
aan ontspanning minder berispelijk dan
overmaat in vermaken. En daarom zegt
de philosoof, dat men ter ontspanning eenige
vrienden mag hebben, omdat eene kleine
ontspanning voor het leven voldoende is,
gezien bad. Dan begaf zich elke danser naar den
genoodigde welke bij moest bedienen. De spijzen,
welke men opdiscbte, waren dezelfde welke men
gewoon was bij de lijkplecbtigbeden aan de doo-
den op te offeren. Een somber stilzwijgen heerschte
in de zaal. Domitianus alléén sprak, en hield
zijn gasten slechts beHg met akelige en bloe
dige verhalen.
Het einde van dit duivelsch kluchtspel scheen
nog afgrijselijker te worden. Elk der genoodigden
moest afzonderlijk de zaal verlaten, en werd
omringd door twee in 't zwart gekleede mannen
die van top tot teen gewapend waren en het
diepste stilzwijgen bewaarden. Allen vreesden een
bloedige gebeurtenis; tot hunne groote verwon
dering zagen zij echter spoedig dat ze slechts
naar hun eigen huis gebracht werden. Nauwe
lijks waren zij hier aangekomen, of zij ontvingen
het bevel zich onmiddellijk naar den Keizer te
begeven. Een nieuwe schrik beving hen, die
echter spoedig in blijdschap overging, toen ze
vernamen, dat de Keizer hen slechts had laten
zooals een weiuig zout voldoende is voor
de spijzen.
Al het totdusver gezegde zal men, de
laatste opmerking van den groote godge
leerde daaronder begrepen, zeer aanneme
lijk vinden. Om echter de gausche meening
van den heiligen Thomas te leeren kennen
mag men niet voorbijzien hetgeen hij zegt
als antwoord op de vraag: of men door
overmaat van ontspanning ook kan zon
digen Hij beroept zich op eene plaats in
de heilige Schrift: .het lachen zal met
cj
smarten vermengd worden, en het einde
der vreugde zal rouwe zijn.» En dan schrijft
hij woordelijk het volgende: »ik zeg, dat
in alle dingen, die men naar het verstand
regelen kan, datgene overmatig is, wat de
regelen van het verstand overschrijdt, dat
gene daarentegen gebrekkig, wat bij de
regelen van het verstand achterblijft. Het
is ongetwijfeld waar, dat schertsende en
opvroolijkeude woorden en handelingen
naar het verstand geregeld kunnen worden.
Eu daarom is ten opzichte der ontspauning
datgene overmatig, wat de regelen van
het verstand overschrijdt en dit kan op
tweeërlei wijze geschieden. Ten eerste door
den aard der handelingen zei ven, die ter
ontspanning dienen zullen, en volgens den
grooten Romeinschen redenaar Marcus
Tullius Cicero, is zulks die wijze van
schertsen, die onedel laag, brutaal, dub
belzinnig, triviaal, genoemd wordt. Wan
neer dus iemand, om te schertsen, zich
triviale uitdrukkingen of lage handelingen
veroorlooft, of iets doet dat zijn evennaaste
schade berokkent of schade veroorzaken
kan, dan is het klaarblijkelijk dat deze
soort van overmaat in ontspanning dood
zonde is.«
.Aan den anderen kant kan overmaat
van ontspanning ontstaan door gebrek aan
de vereischte voorwaarden, b. v. wanneer
iemand zich vermaken permitteert op on-
behoorlijken tijd en plaats. Ook is het eene
doodzonde als men een overmatig heftige
neiging voor ontspanningen bezit aan welke
men, tegen Gods wil, toegeeft.
Zoo de groote godgeleerde en heilige,
Thomas van Aquine. Wie deze grond
stellingen overdenkt, kan een juist oordeel
vellen over al de talrijke soorten en ge
legenheden tot ontspanning en vermaak
en zich daarna richten. Voor den heiligen
Thomas is ontspanning in het menschelijk
leven wat het zout in de spijzen is, en
daarmede is, dunkt ons, op zeer duidelijke
wijze verklaard dat wij iu onze uitspan
ningen en vermaken een zekere maat
moeten houden. Op eene andere plaats
van het genoemde groote werk van den
zelfden heilige, huldigt hij het beginsel
men moet de vermaken en uitspanningen
roepen om bun het goud- en zilverwerk te geven,
't welk bij het feest gebruikt was geweest.
Ziedaar een vraag, die men voor een honderdtal
jaren voor dwaasheid uitgekreten zou hebben,
zelfs de beroemde botanicus Linnaeus lachte er
mee, toen men hem mededeelde dat zekere plant
insecten ving. Toen de zaak eens nauwgezet on
derzocht werd, vond men werkelijk planten, die
zich niet alleen konden beroemen op de kunst
van diertjes te vangen, maar ook op te eten.
Toen in '74 over die planten een groot werk
het licht zag, was insecten-etende planten het
onderwerp van veler gesprekken, van veler ge
schriften. Men zocht en vond ongeveer 300 planten,
dié meedoogenloos kleine diertjes opaten. Het
Amerikaanscke Vliegenvangertje vooral kan op
behendige wijze zijn prooi machtig worden. Nauw
heeft een vliegje het gewaagd om op zijn blaadje
te rusten, of dit wordt gesloten en kan het dit
genieten zooals men zich van geneesmid
delen bedient.
De vermaken of uitspanningen mogen
noch voor de ziel noch voor het lichaa m
schadelijk of nadeelig zijn, evenals de medi
camenten ook niet schadelijk mogen wezen,
anders zouden ze ophouden geneesmiddelen
te zijn. Om niet te spreken van de af
schuwelijke, gruwelijke en onmenschelijke
schouwspelen (gladiator-gevechten enz.)
mogen gesprekken, gedichten, voordrachten
en vertooningen die strijdig zijn met de
zeden, niet onder de ontspanningen gere
kend worden. »Ik ben niet tegen uitspan
ningen,* zegt de h. Chrysostomus, .doch
ik verlang dat ze in eerbaarheid geschie
den.* De grondstelling voor uitspanning
en vermaken moet steeds zijn: .voor allen
wel, voor niemand wee.De ontspanningen
mogen nimmer van gevaarlijken aard zijn.
Immers de geneesmiddelen mogen niet ge
vaarlijk zijn; om de gezondheid te verkrij
gen zet men zijn leven niet op 't spel en
die verstandig is gebruikt geen medicament
dat hij niet onschadelijk acht, te meer, als
daarvoor geen dringende oorzaak bestaat
en de keus hem vrij staat tusschen dit of
dat middel, waarvan hij de zekerheid heeft
dat het niet gevaarlijk is.
De vermaken moetetf niet te veel genoten
worden en niet van te langen duur zijn.
Als men geneesmiddelen te dikwijls gebruikt
gewent het lichaam er zich aan en zij
hebben dan geen uitwerking meer. Ja,
als men te veel geneesmiddelen gebruikt
kunnen ze schadelijk zelfs doodelijk werken.
Evenzoo is het met de vermaken gesteld.
Ofschoon ze op zich zeiven onschadelijk en
gerechtvaardigd zjjn, moeten ze toch matig
genoten worden, zij moeten het lichaam
verfrisschen en krachtig maken, niet af
matten en verzwakken. Dat begrepen reeds
de oude heidenen. Cicero zegt uitdrukkelijk:
.men mag zich spel en scherts veroorloven
zooals men zich slaap en rust veroorlooft.*
De wijze Seneca zegt: .men moet den
geest eenige ontspauning gunnen, de geest
mag echter geenszins in de vermaken op
gaan, doch de ontspanning moet hem voor
het goede gereed maken; en de koning
der oud-heidensche philosophen, Aristoteles,
bepaalt als regel: .een weinig ontspanning
is voldoende voor het leven, even als een
weinig zout voldoende is voor de smake
lijkheid der spijzen.*
Men zal moeten erkennen dat de hier
vermelde Katholieke grondstellingen be
treffende de ontspanningen en vermaken
zeer verstandig zijn en dat zij een somber,
melankoliek wezen niet minder dan over
maat en onbetamelijkheid in 't vermaak
veroordeeleu. Wij zullen ze ten slotte nog
in korte woorden samenvatten. Onder ont-
alleen niet af, dan komen andere blaadjes wel te
hulp. Ontkomen is niet mogelijk en na een paar
dagen valt het geraamte van het beestje op de
aarde. Kleine kliertjes hebben een vocht afge
scheiden, dat het lichaam verleerd heeft. Ook bij
ons op de heidevelden kan men talloos veel
etende-plantjes vinden in de zomermaanden, en
't is volstrekt geen kunst ze in huis aan te
kweeken. Ja, wellicht verdient het voorbeeld van
de ooeren uit Marokko aanbeveling, die hun
huiskamer rijkelijk van zulke plantjes voorzien,
om geen last van vliegen en muggen te hebben!
Van stukjes kaas of vleesch houden die plan
tjes al bijster veel en eiwit, ze zouden er om
vechten. Maar van steenen voor brood houden
ze niet; legt men een steentje op zulk een
blaadje, het zal zich wel sluiten, maar terstond
zich weer openen, om het steentje te laten
vallen.