NIEUWE No. 595. Zondag 11 Juni 1882. 7e Jaargang. Licht co duister. BUITENLAND. BAARIEMSCBE CiniAIT. ABONNEMENTSPRIJS Per 3 maanden voor Haarlem Buiten Haarlem franco per post. Afzonderlijke Nummers t 0,85 1- 0,06 Dit blad verschijnt Eiken WOENSDAG en ZATERDAG. BUEEAÜ: St. Jansstraat Haarlem. AGITE MA NON AGITATE. PRIJS DER ADVERTENTIÈN Van 1—6 regels30 Cents. Elke regel meer5 Groote letters 'worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant. Advertentiën worden uiterlijk Dinsdag- en Vrijdag avond voor 6 uur ingewacht. Uitgevers KÜPPERS I.AUEEI, De lang vertraagde publicatie der wet, waarbij enkele bepalingen der Meiwetten worden verzacht, heelt in Pruisen eindelijk plaats gehad. Reeds begon men te vreezen, dat de goed keuring des Keizers zou worden verdaagd, eene beduchtheid echter waarvoor, met het oog op de persoonlijke zienswgze van Kei zer Wilhelm, van wien het bekond is, dat hij nimmer ingenomen was met de kerk vervolging, weinig grond aanwezig was. Toch is de officieele uitvaardiging der wet. altijd een verbiedende gebeurtenis, omdat zp een einde maakt aan den toestand van onzekerheid, waarvoor velen vreesden dat de zaak weder gebracht was. Het feit zelfs, dat men moet terugkomen op de ellendige dwangwetten, te kwader uur in 't leven geroepen, bewpst de waarheid der stelling meermalen door ons verdedigd, dat de kerk vervolging haar wil hebben kan, doch dat de zegepraal der Kerk niet kan uitbleven. Het Christendom is niet uit de menschen maar uit God. De menschen kunnen wel beproeven het te belagen, zyn werking op wereld en menschheid te bemoeilyken, zë zullen hun doel niet bevend bereiken. Tegen het Christendom zullen al de booze mach ten dezer zondige wereld, als tegen de Rots der Eeuwen, zich te pletter slaan- De eind- afloop van den cultuurstrëd was dus te voor zien. Prins von Bismarck, hoe machtig ook, zou onmachtig blëken ook maar één steen van den heiligen Tempel der Waar heid af te brokkelen. De Rëkskanselier zal moeten bukken voor de macht der Eeuwige Waarheid, welke niemand op den duur braveeren kan. In de richting van onderwerping heeft hë door de nu bekrachtigde wet een be- langrëke schrede gezet. De macht der om standigheden zal hem steeds verder op dien weg voortdrëven, een toekomst, welke voor hem tevens wel een uitkomst mag genoemd worden, daar de Culturkampf de grootste politieke fout was, welke Prins von Bis marck, wiens genialiteit wë overigens niet loochenen, in zën veel bewogen leven be ging- Afgescheiden echter van alle godsdien- FE U1LLETON. Zeldzame wraak. De sneltrein naderde de stad li.Het stoom- ros, welks gloeiende oogen de duisternis door boorden, schoot met ontzettende kracht het station binnen. Plotseling stond het stil een druk van den machinist had het toomelooze kind der elementen, van water en vuur, bedwongen. Het steunde en snoof, het wilde ijzeren ros met zijn dampenden bek en zijn gloeiende oogen, als ware het een geketend monster. De wijzer der helder verlichte stationsklok wees negen uur. De conducteurs rukten de deuren der coupés open en riepen luid den naam van het station. Er heerschte een verward, druk leven, zoo als dit in zulke oogenblikken altijd geschiedt. De deur van een coupé eerste klasse, in de onmiddellijke nabijheid der locomotief, opende de hoofdconducteur zelf en de hand aan de pet leggende, zeide hij„Wij zijn in H. mijnheer de inspecteur." De aangesprokene antwoordde niet. De conduc teur hield als ijverig dienstman den knop der deur in de hand en wachtte. Maar naar de klok ziende, zei hij den voorbijgaanden stationschef: „De inspecteur schijnt te slapen en wij hebben geen minuut te verliezenzal ik hem wekken „Natuurlijk wek hem." De beambte riep weer met luider stem den naam der stad en toen nog geen antwoord volgde, lichtte hij met zijn kleine dievenlantaarn in stige overwegingen, verheugen wë ons har- telëk over den verkregen voorloopigeu uit slag in Duitschlaud, ter wille van het groote beginsel der godsdienstvrëheid. Vrëheid voor den godsdienst de ont kenning is geen godsdienst, omdat zfij juist het voorwerp van vereering loochent is een der heiligste rechten en voorrechten van en voor den mensch. Een staatsman, die dat recht aantast of verzwakt, maakt zich schuldig aan een der grootste zedeUjke misdaden. Dankbaar waardeeren wë daarom de vrëheid, welke het Geloof in ons vaderland bezit, ook al kunnen wë niet ontkennen, dat de geloofs- vrëheid in hare praktische beteekenis, vooral op het gebied van het onderwës, niet geëerbiedigd wordt. Wat Duitschland betreft, hopen en ver wachten wg, dat de goede gezindheid des Keizers, daarin door zëne edele Gemalin, die eene geloovige vrouwe is, gesterkt, alle der Kerk hinderlgke bepalingen op wetgevend terrein zal doen vervallen en dat alzoo de vrede tusschen Kerk en Staat welhaast ten volle zal gesloten worden. Aan de w.l willende medewerking van Z. H. den Paus zal bet niet ontbreken. Bë herhaling heeft de hooge Kerkvorst getoond, dat hë in 't belang van den gods dienstvrede zën persoonlëke gevoeligheden weet ter zg'de te stellen. Een geheel ander schouwspel dan Duitsch land levert thans Italië op. Daar wordt nu een man verheerlëkt, wiens leveu en streven onafgebroken gericht was tegen den godsdienst en het gezag. De god toch waarvoor Garibaldi knielde was niet de Almachtige God, maar een schën, een groot woord, eigenUjk een niet. Tegen de Priesters heeft deze ruwe zoon der revolutie gewoed, gelëk weinigen; het was 't ideaal van dezen zedelëk verloren mensch om de menschheid van de Kerk a te verlossen. Rome's Kerkvorst was hem bovenal een doorn in het goddelooze oog; tegen Rome heeft hë gewoed, zooals maar weinigen; hë juichte toen de Paus werd ingesloten in de beperkte ruimte van het Yaticaan. Garibaldi is de incarnatie van den we- reldëver onzer eeuw. Hg is een beslist den waggon, die door een lamp in het gewelf flauw verlicht was. De hoofdconducteur trad verschrikt terug; zijn chef, die voornemens was een inspectiereis naar H. te doen, leunde half liggend, half zit tend in een hoek, oogenscliijnlijk zonder bewust zijn, want het hoofd was diep op de borst ge zonken en de armen hingen slap naar beueden. De beambte, een sterk gebouwd man, schudde den bewustelooze, bracht hem in een zittende houding en beproefde vervolgens hem uit de coupé te heffen. Daar hem zulks niet gelukte, riep hij het treinpersoneel te hulp en men droeg nu den schijnbaar dooden man in het bureau van den stationschef, waai hij op een sofa neergelegd werd. Het vale gelaat toonde bij den glans der gasvlammen een spookachtige bleekheidde oogen waren als in woesten angst uit hun kassen ge treden en stonden wezenloos. Als een loopend vuurtje had zich het gerucht dezer geheimzinnige gebeurtenis verspreid. Spoor wegbeambten en reizigers vulden nieuwsgierig de kamer. Men deed jas en vest los en ontdekte nu bloed, dat uit een breede wond nabij het hart stroomde. Allen waren verbijsterd. 't Was duidelijk, er was een groote misdaad gepleegd. De verwarring was algemeen. Men schudde het hoofd, liep rus teloos op en neer, nadenkende hoe dit geheim te ontraadselende ontzettende zekerheid had op allen verlammend gewerkt. De stationschef beval het perron af te sluiten en requireerde de politie; maar die voorzorgs maatregel werd te laat genomen, want de meeste satansche verschijning tegen God en het Goddelijke. De lëkzangen voor hem aan geheven, klinken ons dan ook als vloek zangen in de ooren. Hg* heeft van Italië gemaakt een land zonder vrëheid en zon der eenheid ook, want de eenheid door hem gesticht, is een schëuvertooning, niet meer en niet minder. Chef der Italiaansche geheime genoot schappen woedde en wroette hë steeds in 't duister. Garibaldi is, uit dien hoofde, ook de vleeschgeworden revolutie. Aan zën groeve kan het geloof geen enkele traan storten, tenzg dan over het afsterven zon der geloof en zonder God van een mensch, voor God geschapen en nu wellicht voor eeuwig verloren. Deze revolutieman wordt dan ook enkel verheerlëkt door allem, die afkeerig zën van Kerk en Christendom, van God en zën gebod. De lof hem toegezwaaid in een tal van bladen, kenschetst op droevige wg'ze de richting onzer eeuw. Allen, die zich buigen voor het Kruis en in den Gekruiste gelooven, moeten met walging worden vervuld over de mensehen- vergoding, waaraan zoo velen ten aanzien van Garibaldi zich schuldig maken. God aanbidden zë niet meer, maar een mensch maken zë tot God. Zoo zinken zë ver beneden de oude heidenen, die wel God afbeeldden in de gedaante de vor men van een mensch, doch die dan toch altëd nog in de menschelëke vormen het goddelëke meenden te aanbidden. De Garibaldi-vergoding vormt mitsdien een ontzettende aanklacht tegen den tëd waarin wë leven. Gaf Duitschland ons een lichtpunt te zien, Italië levert ons bedeukelëke schadu wen op. Gelukkig daarom dat wë gelooven in Hem, die het licht schenkt en die de scha duwen door zën almacht kan doen verdwë- nen. Zoo opgevat, verbaden wë ons over 't licht en verontrust ons de duisternis niet al te zeer. Da naaste toekomst behoore aan Satan, in de laatste toekomst regeert God alleen. passagiers hadden het station reeds verlaten en zich in de stad begeven. Een geneesheer daar toevallig tegenwoordig, ver- boud de wonde eu verklaarde, dat zij, hoewel zeer gevaarlijk, niet absoluut doodelijk was. Een onderzoek van de coupé bewees, dat aan de goe deren niets ontbrak; de hoed lag samengedrukt in een hoek, horloge en beurs waren voorhan den. Dus om roof was de misdaad niet gepleegd, andere beweegredenen moesten de hand des moordenaars bestuurd hebben. Op aller tong lag een en dezelfde vraag: „Wie heeft het gedaan?" Maar zoo vlug en zoo herhaald die vraag gedaan werd, zoo moeilijk was zij te beantwoorden. Het meest nauwgezet onderzoek der coupé bracht geen licht. Niets werd ontdekt, dat eeuig spoor van den misdadiger aanduidde. De treinvoerder verklaarde, dat de inspecteur nog op het laatste station vóór H. met hem ge sproken had en van de coupé, zoo als gewoonlijk, alleen gebruik gemaakt had. De moordaanslag moest dus tusschen die plaats en H. gedurende den rit plaats gehad hebben. 't Was tevens duidelijk, dat, of een der pas sagiers of iemand van het dienstpersoneel de mis dadiger was. Het laatste scheen het waarschijnlijkst, wijl het ongeloofelijke klonk, dat een reiziger in de snelle vaart zijne plaats verlaten en op de loop plank tot aan de coupé zou gegaan zijn. En in dat geval kon het slechts een passagier geweest zijn, die eveneens een coupé alleen in gebruik had, wijl hij anders aanstonds de achterdocht der medereizigers zou getrokken hebben. De Rëksdag heeft zëne werkzaamheden hervat. Bë de tweede lezing van het ont werp tot wëziging van het tarief van in- en uitvoerrechten is onder anderen de ver hooging van het invoerrecht op honig en dakpannen verworpen. Het recht op smeed- ëzer in staven of draadvorm voor de fa bricatie van kaarden en kammen is bepaald op 50 pfenn. per 100 kilo. Voorts zqn o. a. vederen en ruwe dierlg'ke stoff.n, gebrand gewasschen of gemalen, alsook edel metaal, gemunt of in staven, vrë van rechten verklaard. Het bekende voorstel des heeren Barth c. s., tot afschafSng van het invoerrecht op reuzel is eergisteren door den Rgksdag met 129 tegen 120 stemmen verworpen. De ministeri.ele Commissie van toezicht op de joodsche vluchtelingen uit Rusland is in werking getreden. Zë heeft ten doel: strenge handhaving van de bepalingen op de paspoorten en van de sanitaire maat regelen, met bespoediging van het vervoer der uitgewekenen over Bremen en Hamburg naar Amerika. De Kamer van afgevaardigden in Frankrëk heeft met 479 stemmen tegen 6 een voorstel spoedvereischend verklaard, waarbë de afgevaardigden, die zitting hebben in het bestuur van financiëele ven nootschappen, van hun mandaat vervallen verklaard worden. De minister van buitenlandsche zaken heeft aan al de vertegenwoordigers van Frankrëk in Italië langs telegrafischen weg doen weten, dat zë deel kunnen nemen aan de manifestatiën ter eere van Gari baldi, mits deze geen vg'andig karakter hebben jegens de Fransche regeering. Sinds December zën te New-York 3693 Joodsche vluchtelingen aangekomen. Den 30sten a. s. zal eindelëk Guiteau worden gehangen en wel op de binnen plaats der gevangenis te Washington, niet in het publiek dus, zoodat het einde van Garfield's moordenaar, wiens proces zulk een onwaardige en ergerlg'ke vertooning is geweest, dan toch iets hebben, zal van eene straf. Op de aangeduide tusschenruimte doorliep het spoor eeu grooten tunnel en men twijfelde er niet aau, of de moordenaar had daarvan tot de uitvoering zijner misdaad gebruik gemaakt. Wantrouwend zag de een den ander aan; allen leden onder den druk der verdenking van een even stoute als verschrikkelijke daad. Zou de aanslag door een van het treinpersoneel gepleegd zijn, dan konden alleen haat en verbittering de hand tegen den meerdere opgeheven hebben, maar de inspecteur Sturm was een algemeen be mind en geacht man, hij genoot zoo veel liefde en aanhankelijkheid van den kant zijner onder geschikten, dat ieder die het karakter, de va derlijke bezorgdheid van Sturm kende, die ge dachte met afschuw terugwees, wijl men geen der beambten in staat kende, den man naar het leven te staan, die de rechten zijner onderge schikten steeds had voorgestaan, voor de verbe tering hunner positie altijd zorg gedragen had en door zijn humaan, vriendelijk gelaat op ieders dankbaarheid aanspraak kon maken. Ook ver zekerde de hoofdconducteur, dat het dienstper soneel, behalve Bremser, zich in den dienstwagen had bevonden en dat niemand hem gedurende den rit van N. naar H. verlaten had; alleen de jongste conducteur, die ook toevallig den wagen, waarin de misdaad gepleegd werd, te bedienen had, was later dan de overigen, evenwel nog vóór den tunnel, teruggekeerd. Onwillekeurig richten zich aller oogen op hem en de sprekende blikken schenen een antwoord te vragen. {Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1882 | | pagina 1