BINNENLAND.
(Dinsdag) heeft admiraal Seymour de be
loofde waarschuwing, dat het bombar
dement 24 uren later beginnen zal, ver
zonden.
Duizenden Bedouïenen zwerven rondom
Alexandrië, waarschijnlijk met het plan om
bij de opening der vijandelijkheden de stad
te plunderen. Even talrijk is hun aantal
aan de oevers van het Suez-kanaal.
De assuradeurs hebben de oorlogs
premie voor handelsschepen, die het Suez-
kanaal doorvaren, verhoogd. Men gelooft
zeker dat de Eugelsche pantserschepen de
Egyptische forten gemakkelijk in korten
tijd plat schieten zullen, maar men vreest
dat de Egyptenaren in hunne verdedigings
middelen de Engelsche voorkomen zullen,
hetgeen het verlies van eenige oorlogschepen
zou kunnen veroorzaken.
De Times meldt uit Calcutta dat Aden
door de Engelschen versterkt wordt.
De Fransche oorlogschepen zullen aan
het bombardement niet deelnemen.
GEMENGDE BERICHTEN.
Achtereenvolgens, zegt het Dagblad, worden
alle Burgemeesters der Europeesche hoofdsteden
meer of min lijdende, zoodat zij verhinderd
worden om het Stadhuisfeest te Parijs bij te
wonen.
Zou het geen tijd worden dat ook de Burge
meester van Amsterdam eenigszins ongesteld
werd altijd onder de voorwaarde, dat hij niet
te krank zou worden, om, evenals de Eerste Bur
gemeester van Berlijn, openbare meetings te pre-
sideeren ten einde langs dien weg zou worden
voorkomen, dat het altijd nog fatsoenlijke Neder
land zijn opwachting ging maken bij de tegen
woordige Stadhuismannen van Parijs, die voor
't meerendeel met den heer Eloquet a an 't hoofd,
nog voor eenige jaren tot de commune behoor
den, welke door roof en moord „uitblonk". Als
de heer van Tienhoven hardnekkig gezond bleef,
dan zou hij alleen zijn collega van Brussel vinden
in het commune-Parijs. Zelfs de Burgemeester
van Rome werd onverwacht „niet wel".
Wij lezen in het St. Gregoriusblad het vol
gende:
De derde algemeene vergadering der Neder-
landsche St. Gregorius-Vereeniging zal gehouden
worden op Maandag 11 September a. s. te Maas
tricht; de beide afdeelingeti der St. Servatius-kerk
en oer St. Mathiaskerk aldaar, hebben tezamen
de uitvoeringen op zich genomen, welke in de
St. Servatiuskerk zullen plaats hebben. Wij zijn
ten hoogste vereerd te kunnen mededeelen, dat
Z. D. Hoogw. de Bisschop van Roermond de
pontificale Mis zal komen doen.
Alfcn Ad. Rijn, 11 Juli. Een droevig onge
luk overkwam alhier den timmermansknecht C.
V. Terwijl hij werkzaam was bij de heeren L.
Varossieau 8c Zoon, viel hij achterover van een
ladder, tengevolge waarvan hij enkele uren daarna
overleed. Ruim £0 jaar was hij werkzaam bij den
heer R.die dan ook in hem een braaf en ijve
rig werkman verliest.
Ootmarsum, 11 Juli. I* de omliggende buurt
schappen Vasse en Groot en Klein Agelo heerscht
de kinkhoest in hevige mate. Eenige kinderen
zijn reeds aan die ziekte bezweken.
Deventer, 11 Juli. Gisteren is een politie
agent, hoewel in burgerkleeding en buiten dienst
zijnde, wegens openbare dronkenschap achter slot
en grendel gebracht en daarna voor goed buiten
dienst gesteld.
Veenhuizen, 11 Juli. Uit de bedelaarsge—
stichten zijn ontvlucht A. C. Heijblom, R. Jan
sen, B. Oenema en H. D. Eerhard.
Amsterdam, 11 Juli. Een jongen van omstreeks
zestien jaar, die zich gisteren in de Houthaven
met zwemmen vermaakte, moest dit met den dood
bekoopen.
Zutfen, 11 Juli. De rechtbank alhier veroor
deelde eer. landbouwer te Vaassen, die op een
marktdag van een boerenwagen te Deventer een
vat boter had ontvreemd, tot 183 dagen celstraf.
Maastricht, 11 Juli. Te Lanaken nabij deze
gemeente, werd een wildstrooper, door het afgaan
van zijn geweer, doodelijk getroffen. Hij laat een
vrouw en vijf kinderen na.
Klimmen (Limburg), 11 Juli. Eergisteren
heeft een jongeling door het breken van een juk,
waaraan hij eer. ton naar den kelder droeg, het
nekbeen gebroken, aan de gevolgen waarvan hij
is overleden.
Schijndel, 11 Juli. Een landbouwer alhier
bleef bij het binnenrijden van een hooikar in de
schuur bovenop zitten en geraakte met den nek
zoodanig tegen de plaat bekneld, dut hij onmid-
•dellijk den geest gaf.
Dinteloord, 11 Juli. In de Mariënpolder
onder deze gemeente is een jongetje van 3'/s
jaar spelende in eene sloot gevallen en verdron
ken.
Workum, 11 Juli. Alhier is Vrijdag jl. de
vijftienjarige dochter van den visscher T. Deinum
verdronken.
Dinxperlo, 11 Juli. Volgens een geruoht zou
den op een aardappeland onder deze gemeente 4
Colorado-kevers zijn gevonden. Men heeft de ver
dachten oogenblikkclijk gedood.
Drunen, 11 Juli. Ergisteren-namiddag is een
Eater in het klooster alhier ferwijl hij bezig was met
het witten van een plafond, van eene stellage van
geringe hoogte gevallen. Hij kwam op het hoofd
neder, en was onmiddellijk dood.
Middelburg, 11 Juli. De zaak van den heer
Jansen, geschorst directeur van het huis van
arrest alhier, zal den 26en dezer voor het Gerechts
hof worden behandeld.
Als een stip in den Oceaan vertoont
zich het Pitcairn Island, of het „Eiland der
Tevredenheid," zooals het terecht geuoemd wordt.
Hoewel slechts zes mijlen in omtrek, wordt het
bewoond door zes-sn-negentig van de gelukkigste
menschen der wereld. Het eiland ligt in een
heerlijk klimaat, omstreeks drieduizend mijlen
westwaarts van de noordelijke kust van Zuid-
Amerika. Alle tropische vruchten groeien er i»
overvloed. De bewoners vormen eene Engelsche
Kolonie en leiden een eenvoudig, gelukkig leven;
ongestoord door den strijd der wereld om hen heen.
Geld is bij hen feitelijk onbekend. De eenige
overheidspersoon op het eiland heeft niets te doen,
want twisten zijn er niet, en onordelijkheden
hebben er nooit plaats, leder heeft er zijn eigen
huis en erf. Het leven is er in zekeren zin com
munistisch, want allen zijn maatschappelijk gelijk
en zij deelen hunne goederen met elkander als er
een gebrek heeft. De vrouwen dragen zelden schoe
nen. Als de kindereu pas twee jaar oud zijn, ke
ren zij zwemmen en spartelen in de branding zonder
vrees of gevaar. De menschen zijn godsdienstig,
en houden godsdienstoefening in een kerkje, waar
een hunner eiken Zondag preekt en dienst doet
volgens de gebruiken der Anglikaansche kerk. Zij
zijn ijverig om schipbreukelingen hulp te bieden,
en schijnen over 't geheel in eene idealistische
kalmte en tevredenheid te leven.
Degroote commissie vail 45 leden
tot onderzoek van het ontwerp om in de Sahara
een binnenzee te maken, heeft ofschoon hulde
brengende aan den ontwerper, de heer Roudaire,
geen reden gezien voor de Eransche Regeering
om deze onderneming aan te moedigen, omdat
de resultaten, die daarvan verwacht worden, in
de verste verte niet opwegen tegen de uitgaven.
Als een vóorbeeld hoe ver men het
kan brengen in nauwgezette zelfbeheersching, of,
beter gezegd misschien, in het strikt opvolgen
der voorschriften van een geneesheer, verhaalt de
Gilblas een aardige geschiedenis van zekeren Graaf
B een zwaarlijvig lid der Parijsche Jockey
club. Volgens dit verhaal gebruikt de graaf zijn
diner altijd op eene weegschaal zittende. Nadat
hij behoorlijk gewogen is, legt een knecht een
bepaald aantal gewichten op de andere schaal, en
de graaf eet zoo lang voort totdat de beide scha
len in eveuwicht zijn; zoodra het zoover is, legt
de graaf vork en mes neer, en het diner is afge-
ioopen.
Waren nu eenigen tijd de sardijnen
aan de Fransche kust bizouder scbaarsch en
vreesde men reeds, ze door een veranderde lich
ting van den golfstroom geheel te moeten missen,
thaus zijn deze vischjes, volgens de Phare de la
Loire, er talrijker dan ooit. De bocht van Belle-
Isle vooral wemelt van sardijnen, en zij worden
er bij honderdduizenden gevangen.
De Hertog van Hamilton, wiens
kunstverzamelingen, boeken, meubeleu enz. thans
verkocht worden, welke veiling naar men ver
wacht 25 millioen gulden zal opbrengen, erfde voor
eenige jaren een ontzaggelijk vermogen van zijn
vader, maar heeft zich door zijn hartstocht voor
wedrennen geruïneerd. Zijn vader was bekend als
een groot speler, maar een vermogen als het zijne
kon wel een stootje velen. Toen echter de zoon
op het turf het voorbeeld volgde, dat zijn vader hem
bij roulette gegeven had, raakte het vermogen der
Hamiltons uitgeput. Men behoeft den Hertog
echter niet al te zeer te beklagen; hij moet nog
een aardig sommetje overhouden.
Bij het dorpChrich, in het Engelsche
graafschap Derby, heeft een bergstorting plaats
gehad, waardoor 4 huizen vernield werden. Ge
lukkig gingen er geen menschenlevens bij verloren.
Aan de kust van Sussex, niet ver van Brighton,
zijn twee jongelieden, die er met twee makkers
wandelden, door het wegzakkeu van een rotsblok,
in het water gevallen en omgekomen.
Van voorwoord, zegtDr. Laurillard in
het Zondagsblad van het N. v. d. D., heb ik altijd
een afkeer gehad. Waarom? Omdat de groote
heeren, op taalgebied, er altijd afkeer van toonden.
Maar ik heb, zoo doende, te veel waarde gehecht
aan 't gezag. Want, wel beschouwd, is dat woord
niet onrein en volstrekt niet „afgrijslijk." 't Is
met voorwoord als met menigeu mensch, die beter
is, dan luj schijnt, of beter is, dan hij geacht
wordt te zijn. 't Moge geheel en al het Hoog-
duitsche Vorwort wezen, toch heeft het in zijn
vorm niets, dat on-Hollandsch is. 't Is geen
andere samenstelling, dan voorzorg, voorspel, voor-
proej, voorpret, ook geen andere samenstelling,
dan voorbericht en voorrede. En wat de beteekenis
betreft, kan 't een aanwinst heeten. Want niet
zelden is datgene, wat iemand vóór in zijn boek
laat drukken, noch een bericht, noch een rede,
maar eenvoudig een woord, een woord vooraf.
Ik stel voor, om tot voorwoord to zeggen; „Kom
binnen; vergeef ons, dat we u zoo leelijk aan
keken; gij hebt dat niet verdiend; hier is een stoel;
neem plaats, tusschen uwen neef voorbericht en uwe
nicht voorrede." Maar nu staat er nog iemand
aan de deur en zegt: dan mag ik zeker ook wel
binnenkomen?" „Hoe is uw naam?" „Ik
heet vooravond„Zoo? Maar iemand van dien
naam hebben we al." //J<b maar dat beu ik
niet.// „Nu, dan hebben we voor u geen plaats;
ga voorbij." Waarlijk, dien indringer moeten we
terugdringen, hoeveel vriendjes hij hebbe. Voor
avond, in den zin van: avond vóór dezen of dien
dag, is verwerpelijk. „Wij staan aan den voor
avond van gewichtige gebeurtenissen. Dat moet
het, maar dat kan 't niet beduiden. Naar ons
taaleigen is vooravond het eerste gedeelte van den
avond, zooals voorzomer het eerste gedeelte van
den zomer en voorjaar het eerste gedeeite van
het jaar is. Maar vooravond te willen maken tot
avond vóór een dag van dit of van dat, is een
taalkundige worststopperij, die zeer ontaalkundig
is te achten.
Men heeft te Genève een man gevat,
die gebruikte postzegels van de stempels ontdeed
om ze weer als nieuwe te verkoopeu. Hij schijnt
er niet veel voordeel mede gewonnen te hebben,
want bij zijn gevangenneming vond men hem in
groole ellende. De man werd veroordeeld tot een
maand gevangenisstraf en zal daarna voor vijfja
ren uit Genève gebannen worden. Er was eerst
sprake van een geheel genootschap, dat zich te
Genève met zulk vervalschen van postzegels be
zighield; maar dat gerucht is gebleken onjuist te
zijn.
In de vise hv ij vers van hetKoloniaal
Militair Invalidenhuis zijn thans zalmforellen, die
een gewicht hebben van vier kilo's en hooger.
Niet slechts de menseden hebben het daar goed,
maar blijkbaar ook de dieren.
Dezer dagen werd de zitting van net
Engelsch Parlement door een Indianen opperhoofd
als toehoorder bijgewoond. Het was Wakbunakee
het opperhoofd der Munleys (de Wolfsstam), die
tegenwoordig in Eugeland is. Hij was in de dracht
van zijn stam gekleed, met een bos arendsveeren
op het hoofd, een tunica mocassins van dierenvel
aaD de voeten, en den tomahawk vau zijn voor
vaderen op zij. Later had hij aan het ministerie
van koloniën een onderhoud met den vice-minis
ter over het teruggeven van landerijen aan zijn
stam.
Alweer wordt een schouwburgbrand
bericht, en thans uit Madrid, waar het Recreo-
theater met het aangrenzende huis geheel in de
asch werd gelegd. Gelukkig kwamen ook hierbij
geen menschen om het léven.
Een luitenant in zekere garnizoens
stad, heeft de recruten van de laatste lichting
onderricht gegeven in de onderscheidingsteekenen
van de verschillende militaire rangen en getracht
hen op de hoogte te brengen van het verschil in
strepen, sterren en kragen. Om een proef te ne
men, of zijn opmerking tot de hersens van een
jeugdigen landman zijn doorgedrongen, vraagt hij
dezen„En waaraan zou je nu mij herkennen V'
Antwoord: „Aan je bakkes." Tableau en slotscène
van eenige dagen provoost voor den onbevatte-
lijken recruut.
Toen de tooneelspeler Joseph Jef-
feraon te Chicago gastrollen vervulde, ging hij
eens, na den geheeleu dag op het meer gevischt
te hebben, zeer vermoeid naar den schouwburg
om Rip van Winkle te spelen. In het derde be
drijf stelde hij, bij het opgaan van de gordijn,
den witharigen Rip voor, nog verzonken in zijn
slaap, die twintig jaar duurde. Vijf, tien, twintig
miuuteu verliepen en hij werd maar niet wakker.
Het publiek begon ongeduldig te worden, en de
souffleur ongerust. De groote tooneelspeler wist
zeker wel wat hij deed, maar hij dreef het „rea
listische" toch wat al te ver. Het geval was dat
Jefferson al dien tijd werkelijk den slaap des
rechtvaardigen sliep, of liever, van den visscher,
die acht uren achtereen in de zon had gezeten
zonder iets te vangen. Eindelijk werd de enge
lenbak oproerig, en een van de „engelen" vroeg
of dat nog negentien jaar zoo zou voortgaan. Nu
begon Jefferson juist te snorken. Dit deed den
souffleur besluiten om ouder het tooneel een val
luik te openen en Rip aan te stooteu. De ver
moeide tooneelspeler begon in zijn zak naar een
denkbeeldig plaatsbriefje te zoeken en mompelde
droomerig: „Ik ga rechtdoor, conducteur." De toe
schouwers waren hoogst verbaas! over deze ge
heel nieuwe opvatting, maar meteen sprong Jef
ferson met een luiden schreeuw, blijkbaar van
pijn, op. De toornige souffleur had hem met eene
speld geprikt. Het stuk werd nu vlot afgespeeld.
Een tot nu toe onbekende menschen-
stam, de Jarawas, is op de Andamaneilanden
ontdekt. De stam btwoont de bosschen bij Zuid-
Andaman en spreekt een taal geheel verschillend
van die der vriendelijke Andamaneezen. Hun aard
is vreesachtig; zij besmeren hun lichaam met roode
aarde of witten leem.
Hoe gevaarlijkhetelectriseerenvoor
de aardigheid kan zijn, bleek onlangs weer te
Nordlingen. Daar liet een elfjarige knaap zich in
een spel op de kermis electriseeren, door den
spellebaas in de waan gebracht, dat daardoor zijn
krachten, die hij in een zware ziekte, waaruit hij
pas hersteld was, verloren had, plotseling terug
zou krijgen. Hij zag zich echter bedrogen en lijdt
nu aan hevige zenuwtrekkingen, zoodat zijn
lichaam geen oogenblik in rust is en hij dikwijls
moet laten vallen wat hij in zijn handen heeft.
Den 17en dezer maand zal het 400 ja-
reu geleden zijn, dat Jan v. Schaffelaar uit den toren
te Barneveld is gesprongen, tenminste als hij
er werkelijk uit gesprongen is, zuilen sommige
verstokte twijfelaars zeggen 1
Een A m er i k aa n s c h e grappenmaker
heeft zijne zonderlinge voorstellingen van het
dagelijksche leven van den Russischen Czaar,
megedeeld in De Pert Standaard, een in het Hol-
landsch geschreven blad, uat te De Eere, Amerika,
verschijnt. Een blad uit des Czaars Dagboek.
„Opgestaan te 7 uur 's morgeus en geboden mijn
bad gereed te maken. Ik vond het water gemengd
met vier gallon vitriool en nam geen bad. Ik
ging mijn ontbijt nemen. De nihilisten hadden
twee torpedoos op den wenteltrap gelegd, maar
ik stapte er niet op. De koffie rook zoo sterk
naar blauwzuur zout, dat ik bang was er van te
drinken. Ik vond een schorpioen in mijn linker
sandaal, maar gelukkig wierp ik ze er uit alvo
rens deze aan te trekken. Juist voor ik in mijn
rijtuig stapte om mijn morgenrit te nemen werd
het door een helsche machine in de lucht geblazen,
den koetsier en de paarden op de plaats dooder.de.
Ik stelde mijne wandeling uit. Ik nam een kleine
tusschenmaaltijd uit toegezegelde Amerikaansche
bussen. Daarin kunnen ze mij niet treffen,
'k Vond een vergiftigde dolk in mijn beste stoel,
met den puut eventjes uitkijkende, 'k Ging er
niet op zitten. Te 6 uur namiddag ging ik mijn
middagmaal nemen, en deed baron Leischouno-
wonski van alle ongediende spijzen proeven. Hij
stierf voor de so.:p van tafel war. 'k Nam mijn
toevlucht tot Baltimore oesters en ander ingelegde
waren die ik sedert vijf jaren opgesloten houd.
'k Ging vervolgens naar den schouwburg waar
men gedurende het eerste bedrijf driemaal op mij
losbrandde. Eenen kogel was mij door den baard
gevlogen maar ik was niet gewoud. 'k Deed ge
heel de vergadering ophangen.'k Ging huiswaarts
om naar bed te gaaa maar sliep den geheelen
nacht op het dak van mijn paleis." Dit zijn zoo
wat (1e alledaagsche lotgevallen van den Keizer
aller Russen.
Een der eerste dokters van Berlijn
heeftj de gewoonte om iederen patiënt, die hem
een uitvoerige beschrijving vau zijn kwalen wil
geven, in de rede te vallen met een barsch: „ik
weet het al", en zoo alle tijdroovende inededee-
lingeu af te snijden. Onlangs kwam een voor
naam Russisch geneesheer bij hem, die opzettelijk
de reis naar B:rlijn ondernomen had omzijn be
roemden collega over oen langdurige ziekte te raad
plegen. Hij begon, zonder zich bekend le maken,
zijn kwaal wetenschappelijk te onschrijven, toen
ook hem plotseling hel ongeduldige: „ik weet het
al" in de ooren klonk. Verbaasd en toornig brak
de Russische dokter zijn bericht af, liep de ka
mer uit en zoud den knecht met het honorarium
en zijn kaartje. Nu zag de Berlijnsche geneesheer
eerst dat hij een collega zoo voorbarig afgescheept
had. Hij liet hem terstond verzoeken, terug te
komen. Maar de Rus weigerde. „Neen", zei hij,
„ik weet het ook al", en hij ging boos heen.
Sedert dien tijd moet de dokter een weinig voor
zichtiger met zijn lievelings-uitdrukking gewor
den zijn.
In een veen put in'tWeerdiugerveen,
dit jaar voor 't eerst gegraven, is een groote le
vende snoek van 8 pond gevangen. De put heeft
met geen enkel water gemeenschap.
Zaterdag jl zijn door eenevrouw, wo
nende in een keet buiten de Willemspoort te
Amsterdam, hare drie kioderen, van 6 tot 2 jaar,
achtergelaten, nadat de man reeds sedert eenigen
tijd afwezig was. De politie trok zich hun lot
aan, nam hen 's nachts in het naastbijgelegen hulp
bureel om te kunnen slapen en bracht ze weder
naar de keet, om te zien of de ouders waren
teruggekomen. Te vergeefs. Na den volgenden
nacht weder aan het politie-'oureel te hebben
doorgebrachtzijn de kleinen iu de inrichting
voor stad8-bestedelingen opgenomen.
In Noorwegen mogen d e m ei s j es g e e n
huwelijksaanzoek aannemen voordat zij geleerd
hebben brood te bakken en kousen te breien. Een
gevolg daarvan is, dat het niet noodig is ze in
die kunsten tot vlijt aan te sporen, en zij moeten
dan ook gewoonlijk daarin reeds lang eene groote
vaardigheid bezitten voordat zij lezen of schrij
ven kunnen.
Hollman de Ne d erla n dsche cello-vir
tuoos heeft te Brighton en te Londen met bui
tengewoon veel succes gespeeld. Zijn laatste groote
concert viel op den 29n Juni; na zijn eigen ar
rangementen, zoo schrijft de particuliere corres
pondent van het Dagblad uit Londen, speelt hij
zeker met het meeste gevoel de stukken van Pop
per. Popper, de grootste Oostenrijksche cellist,
heeft door den broeder des Russischen Kei
zers over één zijner eigen composities hooren
zeggen: „Gij speelt dat uitmuntend, maar ge moest
het Hollman eens hooren spelen."
Par ij s heeft zijn tromgeroffel weer
en Figaro juicht. De „bêtise" van een minister,
zegt het blad, had ons het vroolijk geluid ont
nomen, maar nu hooren we het weer aan het
hoofd der regimenten. Napoleon heeft gezegd: de
trom bootst het kanongebulder na en is het beste in
strument, want nooit verandert het van toon. De
trommen zijn reeds lang in het leger in gebruik. In
den ouden tijd maakte, althans iu het Fransche
leger, elke tamboer-majoor zelf al de marschen,
die hij liet slaan. Dat was niet alleen, als er ver
scheidene korpsen bij elkaar waren, een oorver-
doovend geraas, maar het was gevaarlijk, daar de
signalen zich in elkaar verwarden. Daarom liet in
1745 de minister van oorlog door den tamboer
majoor der garde, een geniaal man, een volledig
stel roffels en marschen componeeren, die hij aan
al de andere tamboer-majoors van het leger moest
leeren, wat wel een half jaar duurde; wel een be
wijs dat het trom „bespelen" niet zoo héél ge
makkelijk is. Eindelijk, den lsten December 1745,
kon de onderwijzer zijne discipels vóór den Koning
brengen om proeven hunner bekwaamheid af te
leggen. Dat was een dag voor den tamboer-majoor!
Als eer. pauw liep hij vóór zijne leerlingen, en
zeker heeft nooit een componist meer gewicht aan
zijn werk gehecht, dan de schepper van dat rata-
plam-rataplam-rataplamplamplam aan het zijne.
Een opmerkelijk staaltje van de uit
werking1 der reclame is de olifant Jumbo. Sedert
dit beest, na de heele wereld van zich te hebben
doen spreken, het eigendom van Barnum is, brengt
het dien vorst der Yankees aan entrée's 500 a
800 p. st. per dag op.
De leden der Vereeniging tot ver-
krijging van kapitaal te Amsterdam, kunnen als
dividend van hunne aandeelen over dit eerste half
jaar beschikken over een bedrag van 10
cents.
Een Engelsch blad verhaalt, dat er
in het graafschap Essex een oud gebruik bestaat,
dat, .vanneer jonggetrouwden gedurende het eerste
jaar van hun huwelijk geen enkele maal gekib
beld hebben en geen oogenblik over hun veree
niging berouw hebben gevoeld, zij aanspraak kon
den maken op een vet varken en eer. tonnetje
bier, dat hen dan door den gemeenteraad moest
worden aangeboden. Sinds de 16e eeuw is dat
nu slechts driemaal voorgekomen, nl. eens in
1510, eens in 1777 en eens in den loop dezer
maand.
In de Helm. Ct. was onlangs te lezen
dat een agent van politie aldaar, in zijn ijver tot
handhaving der plaatselijke poiitie-verorderingen,
in plaats van om elf uren des avouds, reeds om
10 uren de herbergen bezocht om de bezoekers
aan te zeggen dat zij in overtreding waren met