BINNENLAND. (Dinsdag) heeft admiraal Seymour de be loofde waarschuwing, dat het bombar dement 24 uren later beginnen zal, ver zonden. Duizenden Bedouïenen zwerven rondom Alexandrië, waarschijnlijk met het plan om bij de opening der vijandelijkheden de stad te plunderen. Even talrijk is hun aantal aan de oevers van het Suez-kanaal. De assuradeurs hebben de oorlogs premie voor handelsschepen, die het Suez- kanaal doorvaren, verhoogd. Men gelooft zeker dat de Eugelsche pantserschepen de Egyptische forten gemakkelijk in korten tijd plat schieten zullen, maar men vreest dat de Egyptenaren in hunne verdedigings middelen de Engelsche voorkomen zullen, hetgeen het verlies van eenige oorlogschepen zou kunnen veroorzaken. De Times meldt uit Calcutta dat Aden door de Engelschen versterkt wordt. De Fransche oorlogschepen zullen aan het bombardement niet deelnemen. GEMENGDE BERICHTEN. Achtereenvolgens, zegt het Dagblad, worden alle Burgemeesters der Europeesche hoofdsteden meer of min lijdende, zoodat zij verhinderd worden om het Stadhuisfeest te Parijs bij te wonen. Zou het geen tijd worden dat ook de Burge meester van Amsterdam eenigszins ongesteld werd altijd onder de voorwaarde, dat hij niet te krank zou worden, om, evenals de Eerste Bur gemeester van Berlijn, openbare meetings te pre- sideeren ten einde langs dien weg zou worden voorkomen, dat het altijd nog fatsoenlijke Neder land zijn opwachting ging maken bij de tegen woordige Stadhuismannen van Parijs, die voor 't meerendeel met den heer Eloquet a an 't hoofd, nog voor eenige jaren tot de commune behoor den, welke door roof en moord „uitblonk". Als de heer van Tienhoven hardnekkig gezond bleef, dan zou hij alleen zijn collega van Brussel vinden in het commune-Parijs. Zelfs de Burgemeester van Rome werd onverwacht „niet wel". Wij lezen in het St. Gregoriusblad het vol gende: De derde algemeene vergadering der Neder- landsche St. Gregorius-Vereeniging zal gehouden worden op Maandag 11 September a. s. te Maas tricht; de beide afdeelingeti der St. Servatius-kerk en oer St. Mathiaskerk aldaar, hebben tezamen de uitvoeringen op zich genomen, welke in de St. Servatiuskerk zullen plaats hebben. Wij zijn ten hoogste vereerd te kunnen mededeelen, dat Z. D. Hoogw. de Bisschop van Roermond de pontificale Mis zal komen doen. Alfcn Ad. Rijn, 11 Juli. Een droevig onge luk overkwam alhier den timmermansknecht C. V. Terwijl hij werkzaam was bij de heeren L. Varossieau 8c Zoon, viel hij achterover van een ladder, tengevolge waarvan hij enkele uren daarna overleed. Ruim £0 jaar was hij werkzaam bij den heer R.die dan ook in hem een braaf en ijve rig werkman verliest. Ootmarsum, 11 Juli. I* de omliggende buurt schappen Vasse en Groot en Klein Agelo heerscht de kinkhoest in hevige mate. Eenige kinderen zijn reeds aan die ziekte bezweken. Deventer, 11 Juli. Gisteren is een politie agent, hoewel in burgerkleeding en buiten dienst zijnde, wegens openbare dronkenschap achter slot en grendel gebracht en daarna voor goed buiten dienst gesteld. Veenhuizen, 11 Juli. Uit de bedelaarsge— stichten zijn ontvlucht A. C. Heijblom, R. Jan sen, B. Oenema en H. D. Eerhard. Amsterdam, 11 Juli. Een jongen van omstreeks zestien jaar, die zich gisteren in de Houthaven met zwemmen vermaakte, moest dit met den dood bekoopen. Zutfen, 11 Juli. De rechtbank alhier veroor deelde eer. landbouwer te Vaassen, die op een marktdag van een boerenwagen te Deventer een vat boter had ontvreemd, tot 183 dagen celstraf. Maastricht, 11 Juli. Te Lanaken nabij deze gemeente, werd een wildstrooper, door het afgaan van zijn geweer, doodelijk getroffen. Hij laat een vrouw en vijf kinderen na. Klimmen (Limburg), 11 Juli. Eergisteren heeft een jongeling door het breken van een juk, waaraan hij eer. ton naar den kelder droeg, het nekbeen gebroken, aan de gevolgen waarvan hij is overleden. Schijndel, 11 Juli. Een landbouwer alhier bleef bij het binnenrijden van een hooikar in de schuur bovenop zitten en geraakte met den nek zoodanig tegen de plaat bekneld, dut hij onmid- •dellijk den geest gaf. Dinteloord, 11 Juli. In de Mariënpolder onder deze gemeente is een jongetje van 3'/s jaar spelende in eene sloot gevallen en verdron ken. Workum, 11 Juli. Alhier is Vrijdag jl. de vijftienjarige dochter van den visscher T. Deinum verdronken. Dinxperlo, 11 Juli. Volgens een geruoht zou den op een aardappeland onder deze gemeente 4 Colorado-kevers zijn gevonden. Men heeft de ver dachten oogenblikkclijk gedood. Drunen, 11 Juli. Ergisteren-namiddag is een Eater in het klooster alhier ferwijl hij bezig was met het witten van een plafond, van eene stellage van geringe hoogte gevallen. Hij kwam op het hoofd neder, en was onmiddellijk dood. Middelburg, 11 Juli. De zaak van den heer Jansen, geschorst directeur van het huis van arrest alhier, zal den 26en dezer voor het Gerechts hof worden behandeld. Als een stip in den Oceaan vertoont zich het Pitcairn Island, of het „Eiland der Tevredenheid," zooals het terecht geuoemd wordt. Hoewel slechts zes mijlen in omtrek, wordt het bewoond door zes-sn-negentig van de gelukkigste menschen der wereld. Het eiland ligt in een heerlijk klimaat, omstreeks drieduizend mijlen westwaarts van de noordelijke kust van Zuid- Amerika. Alle tropische vruchten groeien er i» overvloed. De bewoners vormen eene Engelsche Kolonie en leiden een eenvoudig, gelukkig leven; ongestoord door den strijd der wereld om hen heen. Geld is bij hen feitelijk onbekend. De eenige overheidspersoon op het eiland heeft niets te doen, want twisten zijn er niet, en onordelijkheden hebben er nooit plaats, leder heeft er zijn eigen huis en erf. Het leven is er in zekeren zin com munistisch, want allen zijn maatschappelijk gelijk en zij deelen hunne goederen met elkander als er een gebrek heeft. De vrouwen dragen zelden schoe nen. Als de kindereu pas twee jaar oud zijn, ke ren zij zwemmen en spartelen in de branding zonder vrees of gevaar. De menschen zijn godsdienstig, en houden godsdienstoefening in een kerkje, waar een hunner eiken Zondag preekt en dienst doet volgens de gebruiken der Anglikaansche kerk. Zij zijn ijverig om schipbreukelingen hulp te bieden, en schijnen over 't geheel in eene idealistische kalmte en tevredenheid te leven. Degroote commissie vail 45 leden tot onderzoek van het ontwerp om in de Sahara een binnenzee te maken, heeft ofschoon hulde brengende aan den ontwerper, de heer Roudaire, geen reden gezien voor de Eransche Regeering om deze onderneming aan te moedigen, omdat de resultaten, die daarvan verwacht worden, in de verste verte niet opwegen tegen de uitgaven. Als een vóorbeeld hoe ver men het kan brengen in nauwgezette zelfbeheersching, of, beter gezegd misschien, in het strikt opvolgen der voorschriften van een geneesheer, verhaalt de Gilblas een aardige geschiedenis van zekeren Graaf B een zwaarlijvig lid der Parijsche Jockey club. Volgens dit verhaal gebruikt de graaf zijn diner altijd op eene weegschaal zittende. Nadat hij behoorlijk gewogen is, legt een knecht een bepaald aantal gewichten op de andere schaal, en de graaf eet zoo lang voort totdat de beide scha len in eveuwicht zijn; zoodra het zoover is, legt de graaf vork en mes neer, en het diner is afge- ioopen. Waren nu eenigen tijd de sardijnen aan de Fransche kust bizouder scbaarsch en vreesde men reeds, ze door een veranderde lich ting van den golfstroom geheel te moeten missen, thaus zijn deze vischjes, volgens de Phare de la Loire, er talrijker dan ooit. De bocht van Belle- Isle vooral wemelt van sardijnen, en zij worden er bij honderdduizenden gevangen. De Hertog van Hamilton, wiens kunstverzamelingen, boeken, meubeleu enz. thans verkocht worden, welke veiling naar men ver wacht 25 millioen gulden zal opbrengen, erfde voor eenige jaren een ontzaggelijk vermogen van zijn vader, maar heeft zich door zijn hartstocht voor wedrennen geruïneerd. Zijn vader was bekend als een groot speler, maar een vermogen als het zijne kon wel een stootje velen. Toen echter de zoon op het turf het voorbeeld volgde, dat zijn vader hem bij roulette gegeven had, raakte het vermogen der Hamiltons uitgeput. Men behoeft den Hertog echter niet al te zeer te beklagen; hij moet nog een aardig sommetje overhouden. Bij het dorpChrich, in het Engelsche graafschap Derby, heeft een bergstorting plaats gehad, waardoor 4 huizen vernield werden. Ge lukkig gingen er geen menschenlevens bij verloren. Aan de kust van Sussex, niet ver van Brighton, zijn twee jongelieden, die er met twee makkers wandelden, door het wegzakkeu van een rotsblok, in het water gevallen en omgekomen. Van voorwoord, zegtDr. Laurillard in het Zondagsblad van het N. v. d. D., heb ik altijd een afkeer gehad. Waarom? Omdat de groote heeren, op taalgebied, er altijd afkeer van toonden. Maar ik heb, zoo doende, te veel waarde gehecht aan 't gezag. Want, wel beschouwd, is dat woord niet onrein en volstrekt niet „afgrijslijk." 't Is met voorwoord als met menigeu mensch, die beter is, dan luj schijnt, of beter is, dan hij geacht wordt te zijn. 't Moge geheel en al het Hoog- duitsche Vorwort wezen, toch heeft het in zijn vorm niets, dat on-Hollandsch is. 't Is geen andere samenstelling, dan voorzorg, voorspel, voor- proej, voorpret, ook geen andere samenstelling, dan voorbericht en voorrede. En wat de beteekenis betreft, kan 't een aanwinst heeten. Want niet zelden is datgene, wat iemand vóór in zijn boek laat drukken, noch een bericht, noch een rede, maar eenvoudig een woord, een woord vooraf. Ik stel voor, om tot voorwoord to zeggen; „Kom binnen; vergeef ons, dat we u zoo leelijk aan keken; gij hebt dat niet verdiend; hier is een stoel; neem plaats, tusschen uwen neef voorbericht en uwe nicht voorrede." Maar nu staat er nog iemand aan de deur en zegt: dan mag ik zeker ook wel binnenkomen?" „Hoe is uw naam?" „Ik heet vooravond„Zoo? Maar iemand van dien naam hebben we al." //J<b maar dat beu ik niet.// „Nu, dan hebben we voor u geen plaats; ga voorbij." Waarlijk, dien indringer moeten we terugdringen, hoeveel vriendjes hij hebbe. Voor avond, in den zin van: avond vóór dezen of dien dag, is verwerpelijk. „Wij staan aan den voor avond van gewichtige gebeurtenissen. Dat moet het, maar dat kan 't niet beduiden. Naar ons taaleigen is vooravond het eerste gedeelte van den avond, zooals voorzomer het eerste gedeelte van den zomer en voorjaar het eerste gedeeite van het jaar is. Maar vooravond te willen maken tot avond vóór een dag van dit of van dat, is een taalkundige worststopperij, die zeer ontaalkundig is te achten. Men heeft te Genève een man gevat, die gebruikte postzegels van de stempels ontdeed om ze weer als nieuwe te verkoopeu. Hij schijnt er niet veel voordeel mede gewonnen te hebben, want bij zijn gevangenneming vond men hem in groole ellende. De man werd veroordeeld tot een maand gevangenisstraf en zal daarna voor vijfja ren uit Genève gebannen worden. Er was eerst sprake van een geheel genootschap, dat zich te Genève met zulk vervalschen van postzegels be zighield; maar dat gerucht is gebleken onjuist te zijn. In de vise hv ij vers van hetKoloniaal Militair Invalidenhuis zijn thans zalmforellen, die een gewicht hebben van vier kilo's en hooger. Niet slechts de menseden hebben het daar goed, maar blijkbaar ook de dieren. Dezer dagen werd de zitting van net Engelsch Parlement door een Indianen opperhoofd als toehoorder bijgewoond. Het was Wakbunakee het opperhoofd der Munleys (de Wolfsstam), die tegenwoordig in Eugeland is. Hij was in de dracht van zijn stam gekleed, met een bos arendsveeren op het hoofd, een tunica mocassins van dierenvel aaD de voeten, en den tomahawk vau zijn voor vaderen op zij. Later had hij aan het ministerie van koloniën een onderhoud met den vice-minis ter over het teruggeven van landerijen aan zijn stam. Alweer wordt een schouwburgbrand bericht, en thans uit Madrid, waar het Recreo- theater met het aangrenzende huis geheel in de asch werd gelegd. Gelukkig kwamen ook hierbij geen menschen om het léven. Een luitenant in zekere garnizoens stad, heeft de recruten van de laatste lichting onderricht gegeven in de onderscheidingsteekenen van de verschillende militaire rangen en getracht hen op de hoogte te brengen van het verschil in strepen, sterren en kragen. Om een proef te ne men, of zijn opmerking tot de hersens van een jeugdigen landman zijn doorgedrongen, vraagt hij dezen„En waaraan zou je nu mij herkennen V' Antwoord: „Aan je bakkes." Tableau en slotscène van eenige dagen provoost voor den onbevatte- lijken recruut. Toen de tooneelspeler Joseph Jef- feraon te Chicago gastrollen vervulde, ging hij eens, na den geheeleu dag op het meer gevischt te hebben, zeer vermoeid naar den schouwburg om Rip van Winkle te spelen. In het derde be drijf stelde hij, bij het opgaan van de gordijn, den witharigen Rip voor, nog verzonken in zijn slaap, die twintig jaar duurde. Vijf, tien, twintig miuuteu verliepen en hij werd maar niet wakker. Het publiek begon ongeduldig te worden, en de souffleur ongerust. De groote tooneelspeler wist zeker wel wat hij deed, maar hij dreef het „rea listische" toch wat al te ver. Het geval was dat Jefferson al dien tijd werkelijk den slaap des rechtvaardigen sliep, of liever, van den visscher, die acht uren achtereen in de zon had gezeten zonder iets te vangen. Eindelijk werd de enge lenbak oproerig, en een van de „engelen" vroeg of dat nog negentien jaar zoo zou voortgaan. Nu begon Jefferson juist te snorken. Dit deed den souffleur besluiten om ouder het tooneel een val luik te openen en Rip aan te stooteu. De ver moeide tooneelspeler begon in zijn zak naar een denkbeeldig plaatsbriefje te zoeken en mompelde droomerig: „Ik ga rechtdoor, conducteur." De toe schouwers waren hoogst verbaas! over deze ge heel nieuwe opvatting, maar meteen sprong Jef ferson met een luiden schreeuw, blijkbaar van pijn, op. De toornige souffleur had hem met eene speld geprikt. Het stuk werd nu vlot afgespeeld. Een tot nu toe onbekende menschen- stam, de Jarawas, is op de Andamaneilanden ontdekt. De stam btwoont de bosschen bij Zuid- Andaman en spreekt een taal geheel verschillend van die der vriendelijke Andamaneezen. Hun aard is vreesachtig; zij besmeren hun lichaam met roode aarde of witten leem. Hoe gevaarlijkhetelectriseerenvoor de aardigheid kan zijn, bleek onlangs weer te Nordlingen. Daar liet een elfjarige knaap zich in een spel op de kermis electriseeren, door den spellebaas in de waan gebracht, dat daardoor zijn krachten, die hij in een zware ziekte, waaruit hij pas hersteld was, verloren had, plotseling terug zou krijgen. Hij zag zich echter bedrogen en lijdt nu aan hevige zenuwtrekkingen, zoodat zijn lichaam geen oogenblik in rust is en hij dikwijls moet laten vallen wat hij in zijn handen heeft. Den 17en dezer maand zal het 400 ja- reu geleden zijn, dat Jan v. Schaffelaar uit den toren te Barneveld is gesprongen, tenminste als hij er werkelijk uit gesprongen is, zuilen sommige verstokte twijfelaars zeggen 1 Een A m er i k aa n s c h e grappenmaker heeft zijne zonderlinge voorstellingen van het dagelijksche leven van den Russischen Czaar, megedeeld in De Pert Standaard, een in het Hol- landsch geschreven blad, uat te De Eere, Amerika, verschijnt. Een blad uit des Czaars Dagboek. „Opgestaan te 7 uur 's morgeus en geboden mijn bad gereed te maken. Ik vond het water gemengd met vier gallon vitriool en nam geen bad. Ik ging mijn ontbijt nemen. De nihilisten hadden twee torpedoos op den wenteltrap gelegd, maar ik stapte er niet op. De koffie rook zoo sterk naar blauwzuur zout, dat ik bang was er van te drinken. Ik vond een schorpioen in mijn linker sandaal, maar gelukkig wierp ik ze er uit alvo rens deze aan te trekken. Juist voor ik in mijn rijtuig stapte om mijn morgenrit te nemen werd het door een helsche machine in de lucht geblazen, den koetsier en de paarden op de plaats dooder.de. Ik stelde mijne wandeling uit. Ik nam een kleine tusschenmaaltijd uit toegezegelde Amerikaansche bussen. Daarin kunnen ze mij niet treffen, 'k Vond een vergiftigde dolk in mijn beste stoel, met den puut eventjes uitkijkende, 'k Ging er niet op zitten. Te 6 uur namiddag ging ik mijn middagmaal nemen, en deed baron Leischouno- wonski van alle ongediende spijzen proeven. Hij stierf voor de so.:p van tafel war. 'k Nam mijn toevlucht tot Baltimore oesters en ander ingelegde waren die ik sedert vijf jaren opgesloten houd. 'k Ging vervolgens naar den schouwburg waar men gedurende het eerste bedrijf driemaal op mij losbrandde. Eenen kogel was mij door den baard gevlogen maar ik was niet gewoud. 'k Deed ge heel de vergadering ophangen.'k Ging huiswaarts om naar bed te gaaa maar sliep den geheelen nacht op het dak van mijn paleis." Dit zijn zoo wat (1e alledaagsche lotgevallen van den Keizer aller Russen. Een der eerste dokters van Berlijn heeftj de gewoonte om iederen patiënt, die hem een uitvoerige beschrijving vau zijn kwalen wil geven, in de rede te vallen met een barsch: „ik weet het al", en zoo alle tijdroovende inededee- lingeu af te snijden. Onlangs kwam een voor naam Russisch geneesheer bij hem, die opzettelijk de reis naar B:rlijn ondernomen had omzijn be roemden collega over oen langdurige ziekte te raad plegen. Hij begon, zonder zich bekend le maken, zijn kwaal wetenschappelijk te onschrijven, toen ook hem plotseling hel ongeduldige: „ik weet het al" in de ooren klonk. Verbaasd en toornig brak de Russische dokter zijn bericht af, liep de ka mer uit en zoud den knecht met het honorarium en zijn kaartje. Nu zag de Berlijnsche geneesheer eerst dat hij een collega zoo voorbarig afgescheept had. Hij liet hem terstond verzoeken, terug te komen. Maar de Rus weigerde. „Neen", zei hij, „ik weet het ook al", en hij ging boos heen. Sedert dien tijd moet de dokter een weinig voor zichtiger met zijn lievelings-uitdrukking gewor den zijn. In een veen put in'tWeerdiugerveen, dit jaar voor 't eerst gegraven, is een groote le vende snoek van 8 pond gevangen. De put heeft met geen enkel water gemeenschap. Zaterdag jl zijn door eenevrouw, wo nende in een keet buiten de Willemspoort te Amsterdam, hare drie kioderen, van 6 tot 2 jaar, achtergelaten, nadat de man reeds sedert eenigen tijd afwezig was. De politie trok zich hun lot aan, nam hen 's nachts in het naastbijgelegen hulp bureel om te kunnen slapen en bracht ze weder naar de keet, om te zien of de ouders waren teruggekomen. Te vergeefs. Na den volgenden nacht weder aan het politie-'oureel te hebben doorgebrachtzijn de kleinen iu de inrichting voor stad8-bestedelingen opgenomen. In Noorwegen mogen d e m ei s j es g e e n huwelijksaanzoek aannemen voordat zij geleerd hebben brood te bakken en kousen te breien. Een gevolg daarvan is, dat het niet noodig is ze in die kunsten tot vlijt aan te sporen, en zij moeten dan ook gewoonlijk daarin reeds lang eene groote vaardigheid bezitten voordat zij lezen of schrij ven kunnen. Hollman de Ne d erla n dsche cello-vir tuoos heeft te Brighton en te Londen met bui tengewoon veel succes gespeeld. Zijn laatste groote concert viel op den 29n Juni; na zijn eigen ar rangementen, zoo schrijft de particuliere corres pondent van het Dagblad uit Londen, speelt hij zeker met het meeste gevoel de stukken van Pop per. Popper, de grootste Oostenrijksche cellist, heeft door den broeder des Russischen Kei zers over één zijner eigen composities hooren zeggen: „Gij speelt dat uitmuntend, maar ge moest het Hollman eens hooren spelen." Par ij s heeft zijn tromgeroffel weer en Figaro juicht. De „bêtise" van een minister, zegt het blad, had ons het vroolijk geluid ont nomen, maar nu hooren we het weer aan het hoofd der regimenten. Napoleon heeft gezegd: de trom bootst het kanongebulder na en is het beste in strument, want nooit verandert het van toon. De trommen zijn reeds lang in het leger in gebruik. In den ouden tijd maakte, althans iu het Fransche leger, elke tamboer-majoor zelf al de marschen, die hij liet slaan. Dat was niet alleen, als er ver scheidene korpsen bij elkaar waren, een oorver- doovend geraas, maar het was gevaarlijk, daar de signalen zich in elkaar verwarden. Daarom liet in 1745 de minister van oorlog door den tamboer majoor der garde, een geniaal man, een volledig stel roffels en marschen componeeren, die hij aan al de andere tamboer-majoors van het leger moest leeren, wat wel een half jaar duurde; wel een be wijs dat het trom „bespelen" niet zoo héél ge makkelijk is. Eindelijk, den lsten December 1745, kon de onderwijzer zijne discipels vóór den Koning brengen om proeven hunner bekwaamheid af te leggen. Dat was een dag voor den tamboer-majoor! Als eer. pauw liep hij vóór zijne leerlingen, en zeker heeft nooit een componist meer gewicht aan zijn werk gehecht, dan de schepper van dat rata- plam-rataplam-rataplamplamplam aan het zijne. Een opmerkelijk staaltje van de uit werking1 der reclame is de olifant Jumbo. Sedert dit beest, na de heele wereld van zich te hebben doen spreken, het eigendom van Barnum is, brengt het dien vorst der Yankees aan entrée's 500 a 800 p. st. per dag op. De leden der Vereeniging tot ver- krijging van kapitaal te Amsterdam, kunnen als dividend van hunne aandeelen over dit eerste half jaar beschikken over een bedrag van 10 cents. Een Engelsch blad verhaalt, dat er in het graafschap Essex een oud gebruik bestaat, dat, .vanneer jonggetrouwden gedurende het eerste jaar van hun huwelijk geen enkele maal gekib beld hebben en geen oogenblik over hun veree niging berouw hebben gevoeld, zij aanspraak kon den maken op een vet varken en eer. tonnetje bier, dat hen dan door den gemeenteraad moest worden aangeboden. Sinds de 16e eeuw is dat nu slechts driemaal voorgekomen, nl. eens in 1510, eens in 1777 en eens in den loop dezer maand. In de Helm. Ct. was onlangs te lezen dat een agent van politie aldaar, in zijn ijver tot handhaving der plaatselijke poiitie-verorderingen, in plaats van om elf uren des avouds, reeds om 10 uren de herbergen bezocht om de bezoekers aan te zeggen dat zij in overtreding waren met

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1882 | | pagina 2