NIEUWE
No. 605.
Zooüag 16 Juli IHHZ.
7e Jaargang.
Christendom eu devolutie.
BUITENLAND.
Eene episode uit den Fransch-
Duitschen oorlog.
Per 3 maanden voor Haarlem
Buiten Haarlem franco per post.
Afzonderlijke Nummers
Dit blad verschijnt
Eiken WOENSDAG eu ZATERDAG
B UB EAU: St. Jansstraat Haarlem.
AGHTE MA HON A GUT ATE.
PBIJS DEB ADVEBTENTIÈN
Van I6 regels30 Cents
Elke regel meer5
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant.
Advertentiën worden uiterlijk Dinsdag- en Vrijdag
avond voor 6 uur ingewacht.
Uitgevers K P P E R S LAUREY.
De godsdienstscheuring der 16e eeuw
heeft het vólk in twee groote legers ver
deeld. Bleven de Romaausche natiën van
de onzalige gevolgen dezer scheuring bijua
geheel verschoond, ze hadden en hebben
echter zooveel te meer te lijden door de
revolutie, welke met de catastrophe van
1789 eeu aanvang nam. Reformatie en
revolutie hebben de Christenheid verdeeld
in partij-legers, welke zij bestrijden op
leven en dood. Terwijl echter de refor
matie der 16e eeuw te gronde gaat en
hare aanhangers zich rechts en links ver
spreiden, blijft de strijd van het Christen
dom met de atheïstische revolutie een
eeuwige strijd, d. w. z. zoolang de aarde
zal bestaan. De atheïstische revolutie is
het riik van den antichrist, de strijd van
het Christendom tegen de revolutie is de
eeuwige strijd tusschen licht en duisternis.
Wel is ons in dezen strijd de overwinning
gewaarborgd, doch wij zouden tijdelijk kun
nen bezwijken als het enthusiasme voor
onze heilige zaak zou verdwijnen; als onze
armen iu den strijd zouden verlammen,
als wij moedeloos zouden worden of ons
aan onverschilligheid zouden overgeven. De
O
oorlog tusschen Christendom en auti-chris-
tendom vormt den rooden draad in de
geschiedenis der negentiende eeuw. Aau
't einde der vorige eu in 't begin dezer eeuw
brachten kerkvijandige Fransche auteurs en
de legers der republiek de revolutionuaire
ideeën in alle landen. Toen echter de
vrienden der oude, historisch geworden en
van den geest des Christendoms doordron
gen orde zich vermauden, den gekroonden
dictator van het nieuwe op revolutionuaire
beginselen gebouwde Frankrijk vau den
overweldigden troon stieten eu hem op
een Afrikaansch eiland plaatsten, hadden
er tegen-hervormingen plaats, die van libe
rale zijde als reactie werden beschouwd en
belasterd. Doch hoe groot was de teleur
stelling, toen men meende, dat de revolu-
tionnaire hydra was gedood en alzoo de
macht had verloren, de oude orde der dingen
te ondermijnen. In 1830 en 1848 spuwde
de vulkaan, die men uitgedoofd waande,
nieuwe vreeselijke vuurmassa's over de
landen en er ontstond opnieuw eene» reactie.
Wederom te vergeefs. In Frankrijk heeft
liet radicalisme een der Kerk vijandige
republiek gesticht, Spanje beeft stuiptrek
kend onder revolutiounaire oproeren en in
Italië heeft de revolutie zelfs tot omver-
FEUILLETON.
Vervolg en slot.)
Ik liet mij door nietige dingen afleiden. Die
nietige dingen deden mij den dood vergeten, die
allicht reeds op mij loerde. Ik keek naar eene
mier, die een vracht wegdroeg, grooter dan het
beestje zelf, naar een tor die zijn groene vlies
engels langs de schors van een boomstam spande
eu >oog voorzichtig den geknakten stengel van
een blauw bloem™,,
uoempje weer recht.
1 anon bulderde op Ivry en op 't fort
Gharenton en „aar den feant yan de
mm kt en den „Molen" hoorde ik snelvuur; de
gi"iin en oten nu en dan over mijn hoofd en
kletterden uiteen. Maar de stormen van vuur en
ijzer konden mijn aandacht niet aftrekken van
de mier, de tor eu de bloem.
Ik vergat mijn dienst echter niet; ik hield
trouw de waclit; ik was al een geheel uur op
dezen uitkijk, en nog al een uur, en weer een
uur, toen ik begon te meen en dat ik voor niets
was uitgegaan.
Daar zag ik juist in den hollen weg voor mij
werping van al het bestaande geleid. Doch
dit is nog niet het ergste, het revolution-
naire beginsel heeft zich nog verder ont
wikkeld. De derde stand, de bourgeosie
die den Adel en de Geestelijkheid van hunne
voorrechten, ontroofde, wordt thans bedreigd
door den vierden stand, die van den libe
ralen burgerstand niets wil weten. De libe
ralen behaalden de overwinning, doordien
zij revolutie in 't land brachten en eeu
wettigen Koning lieten onthoofden, maar
de rooden zijn even gewetenloos. De libe
ralen hebben Lodewijk XVI vermoord,
Alexander II werd een offer der rooden en
de Commune te Parijs heeft ons een ver
schrikkelijke proeve gegeven vau de
methode, hoe de sociale revolutie zal wor
den geleid. Welke vorst is in onze dagen
zijns levens zeker, sinds moordenaars hunne
vuurwapens naar de vorsten eu machtheb
bers richten? Voornamelijk in Rusland, waar
het nihilisme eene verschrikkelijke macht
ontwikkelt, kan eiken dag eene revolutie
uitbarsten, welke het bestaan van het Rijk
zeer twijfelachtig zal maken. Zulke toe
standen zijn waarlijk weinig geschikt om
met vertrouwen de toekomst tegemoet te
gaan. Men rekeue toch niet op de groote
legers. Als de revolutiounaire ideeën zich
meer en meer verspreiden, dan moet juist de
omstandigheid, dat de legers zoo talrijk
zijn, en de manschappen uit alle volks
klassen worden gerecruteerd, verderfelijk
werken. Of zou men meenen dat hij die
als sociaal-democraat of als nihilist in de
kazerne komt, als een geloovige, als een
rechtschapen man er uit treedt? Bovendien
is het een bekende zaak, dat juist, als er
eene revolutie plaats heeft, de revolutiou
naire denkbeelden met ee.ne verbazende
snelheid, als eene epidemie, verspeid wor
den. Men denke slechts aan de commune
in Parijs. Eenige onbeduidende personen
brachten de lawine aau 't rollen eu in zeer
korten tijd was half Parijs communistisch
gezind. In Duitschlaud was het in 1848
niet anders. Als zulk een periode is
aangebroken, dan kan het wel eens ge-
beureu, zegt de sociaal-democraat Bebel,
dat de soldaten hunne geweren op andere
punten richten dan op die welke hun wor
den aangewezen. Als het zoover gekomen
is, dan is alle macht van materiëele midde
len verdwenen, alle autoriteit van den Staat
vervlogen, zij valt als een leernen afgods
beeld dat men de voeten afhouwt. De
sterkste materiëele macht is vergankelijk;
op een Austerlitz kan morgen een Leipzig
eene hand, die achter een boom heen kwam en
zicli ook weer terug trok. Weldra kon ik er niet
meer aan twijfelen, de Vijand was daar, vlak bij
mij. Ik zette mijn lorgnet op en bespeurde nu,
niet zonder ontroering, het hoofd en do handen
van dien man zoo nabij, dat ik werktuigelijk
retireerde. De man zag mij niet, want hij woelde
achteloos met een stuk hout in de losse aarde.
Hij zat op den grond, het hoofd leunende op
de linkerhand, de beenen rechtuit en scheen zijn
rol van bespieder vergeten. Hoofd en romp ver
dwenen weder voor eenige oogenblikken achter
de takken, doch eenige seconden later had ik hem
weer in 't vizier, 't Was nog een jongmensch,
baardeloos, met vlasblond, kort gekuipt hoofd
haar. Deze jonge Beier, aan wien men ondanks
zijn uniform den boer kennen kon, had een dood
eerlijke pliysionomie en zat gewis te droomen
over zijn dorp en zijn hoeve. Het deed mij leed,
dat ik verplicht was hem als een haas in zijn
leger neer te schieten.
Toch maakte ik mij gereed. Toen ik het ge
weer had aangelegd en geknield mikte, wachtte
ik tot dat hij weder geheel voor den dag zou
komen; ik wilde hem in het hart treffen om
hem pijn te besparen.
Ik wachtte in een onbewegelijke houding, met
De Beier stak zijn hoofd vooruit, zag langzaam
in 't rond, zonder erg in mij te krijgen. Niets
ontdekt hebbende nam hij een lederen zakje, lei
het op zijn knieën en opende het langzaam. Met
de rechterhand haalde hij er een voorwerp uit,
dat ik niet kon onderscheiden. Ik wilde weten
wat het was.
Ik legde mijn geweer op den grond en zette
mijn lorgnet weder op.
De Beier hield een rozenkrans in zijn vin
gers; hij richtte zich op om op beide knieën te
gaan zitten, maakte het kruisteeken en gaf zich
door die bewegingen geheel bloot aan mij als
mikpunt.
Het instinct van den oorlog deed mij naar
mijn geweer grijpen, en ik legde op den man
aan. Ik zag hem vlak aan het eind van mijn
geweerloop, onbewegelijk, het hoofd een weinig
gebogen, de oogen ten hemel geslagen. Yan zijne
lippen vlood het gebed en de kralen van zijn
rozenkrans schoven door zijne vingers.
Wat ging er in mij om? Ik weet het niet.
Al mijn christen-bloed kookte in mijne aderen;
ik meende hemelsche lichtstralen uit de lucht
en overmorgen eeu Elba volgen. Met iu-
tellectuëele machten staat het anders ge
schapen. 't Is zeer goed denkbaar dat de
sociaal-democratie alle Europeesche tronen
omverwerpt, maar het is niet mogelijk dat
zij de Christelijke Kerk van de aarde kan
doen verdwijnen. Als er in een volk een
Christelijke geest heerscht, dan kunnen de
sociaal-democraten den staat niet omver
werpen, zelfs al had deze geen leger te
zijner beschikking, 't Is daarom nog maar
steeds onbegrijpelijk, dat de meeste mo
derne staatslieden nog altijd zoo onver
standig zijn en niet willen inzien, hoe
zeker de Slaat op den basis van het Chris
tendom rusten kan. Integendeel, zij trachten
liever de revolutionnaireu tot vriend te
houden, geven hun groote concessiën, het
geen natuurlijk ten gevolge heeft, dat de
revolutionnaire ideeën meer en meer veld
winnen. De Kerk van Christus echter kan
door de revolutie niet overwonneu worden,
de Christelijke overtuiging laat zich ook
niet voetstoots uit de gemoedereu ver
drijven, maar de machtigste troon kan in
één dag vallen. Men denke slechts aan
Karei X, Louis Philip eu de Napoleons.
Het liberalisme is de oorzaak van den
val van zoo menigen troon. Doch kan men
zich daarover verwonderen wanneer men j
ziet dat de vorsten bij voorkeur hunne
raadslieden onder de aanhangers van het
liberalisme zoeken en dus steeds in de
verwachting zijn dat het bestaan eener
dynastie door de heerschende partij als
overtollig wordt beschouwd.
Eene dynastie, die zich in de armen van
het liberalisme werpt, begeeft zich in een
zeer groot gevaar, al doet het liberalisme
zich nog zoo koningsgezind voor.
Het liberalisme toont zich namelijk steeds
dynastiek gezind, als de monarchie hare
hulp verleent om revolutionnaire ideeën in
het land te verspreiden.
Wee alzoo de dynastie die zich in de
netten van het liberalisme laat vangen.
Haar ondergang is ongetwijfeld zeer nabij.
Daar de Kamer van koophandel te Görlitz
zich niet wil schikken naar Bismarck's eisch
omtrent de openbaarmaking barer verslagen,
is zij thans van Regeeringswege van alle
ojjicieele functiën ontheven.Deze bena
ming is blijkbaar gekozen, omdat de wet
geen termen geeft voor de ontbinding
eener Kamer.
strakken blik en had nu wel de mier, de tor
en de bloem vergeten.
Chamberlain verklaarde in 't Lager
huis dat het departement van buitenland-
sche zaken aan de Nederlandsche regeering
de klachten van de suikerbakkers-vereeni-
ging heeft overgebracht over den invoer
van kunstmatig geverfde suiker eu de daaruit
ontstaande verhoogiug der suikerpremie,
doch dat de Nederlandsche regeering nog
niet heeft geantwoord.
In het Eugelsch Lagerhuis is met be
trekking tot het bombardement van Alex-
andrië en de daarmede in verband staande
quaesties o. a. medegedeeld, dat de afwij
kende houding van Engeland en Frankrijk
in deze niet moet worden opgevat als eene
verandering, en vooral niet als eene on
welwillende verandering in de verhouding
tusschen beide Regeeringen. De Mogend
heden blijven samenwerken, en wat Enge
land thans alleen doet heeft geen zelfzuchtig
oogmerk, maar daarbij stelt men zich alleen
ten doel om den onderdrukkers van het
Egyptische volk eene gevoelige les te geven.
Aldus Gladstone, 't Doet ons denken aan
den vos die de passie preekt.
Te Tredegar in Wales heeft verleden
week een ernstige oploop plaats gehad
tegen de Ieren. Er viel een praatje uit
de lucht, dat de Ieren de waterputten
vergiftigd hadden, en een Ier verwondde
een Welshman met eene zeis. Het volk
liep te hoop, plunderde de Iersche wijk,
begon eene Ieren-jacht door de straten, en
stookte een vuurtje met het huisraad der Ieren.
Aangezien dergelijke tooueeleu ook reeds
in Cornwall voorvielen, zoo heeft het er
werkelijk iets van alsof de waarschuwing
van den heer Chamberlain op goeden grond
steunde: namelijk dat er in Engeland eene
Ieren-vervolging dreigt los te breken, in
karakter overeenkomende met de Joden
vervolging in Rusland.
Nieuwe belangrijke inhechtenisne
mingen van nihilisten zijn over Berlijn
uit St. Petersburg gemeld. Zij zouden den
8n zijn geschied in Mohowaja-straat,
nabij het door de geheime politie-admini-
stratie bewoonde gebouw. De gevangenen,
tot den hoogeren en ambtenaars-stand be-
hoorende, waren van plan een mijn te
leggen uit het huis, waar zij zich hadden
gevestigd, naar de gevangenissen van de
politie-departementen.
Onder de achttien personen, die drie we
ken geleden werden gearresteerd, behoorde
een majoor vau het huzaren-regiment, die
pogingen had aangewend om bij de Kei
zerlijke lijfgarde te worden geplaatst.
te zien neerdalen op het hoofd van den bidden-
den man; ik meende dat hij van den grond op
rees te midden van zonnegloed en gouden wolkjes.
Ik wist niet meer wat ik zag, het landschap ver
dween voor mij; het geweer ontglipte aan mijne
handen.
De boer hield met zijn verhaal op.
Gij liet het geweer vallen, zeide ik, dat
herinnert mij aan 't woord van een kloosterling:
„Wie onzer heeft nimmer in zijn leven een andere
hand ontmoet dan zijn eigene, een onvoorziene,
bekwame, geheimzinnige, onverklaarbare hand,
die men niet anders verklaren kan dan door ze
den vinger Gods te noemen
Na een oogenblik zwijgens besloot Jacques
Orval zijn verhaal
Hij is ongetwijfeld naar zijn land terugge
keerd zonder te vermoeden dat het gebed zijn
leven redde.
De Beier stond na zijn gebed op en begaf
zich een anderen kant uit. Toen ik zelf einde
lijk, nadat de Beier reeds lang weg was, naar
mijn fort terugkeerde, werd ik op mijn beurt
het mikpunt van twee kogels, die mij langs de
ooren floten. Ik zag om en kon niet eens bespeuren
van waar ze kwamen. Het gebed van den jongen
Beier had ongetwijfeld ook mij beschermd.