NIEU W E Donderdag 20 Juli 1882. 7e Jaargagn, Teleurgesteld, BUITENLAND. No. 606. H&Z Hoe ik mijn hond heb gewasschen. HÜRlxmi C0UR4ST. ABONNEMENTSPRIJS Per 3 maaudeu yoor Haarlem Buiten Haarlem franco per post. Afzonderlijke Nummers 0,85 1- 0,06 Dit blad verschijnt Eiken WOENSDAG en ZATERDAG BUREAU: St. Jansstraat Haarlem. IlENDSlr AGITE MA NON AGITATE. PRIJS DER ADVERTENTIÉN Van 16 regels.30 Cents Elke regel meer5 Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant Advertentiën worden uiterlijk Dinsdag- en Vrijdag avond voor 6 uur ingewacht. Uitgevers KÜPPERS LAUREY. Pruisens Katholieken zijn teleurgesteld. De cultuurstrijd in het laud der lutelli- genz« blijft voortwoeden. De optimisten zijn uit hunne begoocheling ontwaakt, de pessimisten zijn in hun recht getreden. Toen in vijf Pruisische diocesen nieuwe Bisschoppen werden benoemd, toen den 12den Januari 11. het voorstel tot ophef fing van de verbanningswet door den afgevaardigde Windthorst ingediend, met eene groote meerderheid in den Rijks dag werd aangenomen; toen Pruisen een nieuwen algezant naar den Pauselijken Stoel zond; toen de tweede zoon van den Prui- sischeu Kroonprins den H. Vader in Rome een bezoek bracht, zou men verwacht heb ben dat het der Regeering ernst werd om den vrede met de Kerk te sluiten. Eu wat is er geschied? De Bondsraad heeft eiudelijk besloten de onrechtvaardige verbannings wet, die aan een Russisch knoet-systeem doet denken, in stand te houden; de Bonds raad nam een half jaar tijd om zich te bedenken; thans wierp hij het besluit van den Rijksdag in de prullenmand. De Prui sische afgezant von Schlözer verlaat Rome en heeft een langdurig verlof verkregen. De zaken tussclien Rome en Berlijn staan nog op den ouden voet en eene verzoening tusschen de partijen zal zoo spoedig niet tot stand komen, daar de Regeering hals starrig weigert de Meiwetten aau eene herziening te onderwerpen. De nieuwe kerkwet is den 31sten Mei gesauctioneerd, doch de in ballingschap levende Bisschop pen keeren niet terug en de broodkorf-wet blijft in de zeven diocesen steeds van kracht. De wet geeft verder aan de Regeering de macht om het staatsbeheer in die diocesen, wier Bisschoppen gestorven of verbannen zijn, op te heffen. Toen in het Aartsbisdom Keulen de Commissaris Schuppe naar Maag denburg werd verplaatst, was de Regéering in de gelegenheid de nieuwe wet toe te passen; doch zij deed zulks niet en belastte den Assessor Kramer met de functiën van den afgetreden Commissaris. 't Is duidelijk, dat al deze gebeurtenissen weinig hoop op vrede geven. Het niet- terugroepen der Bisschoppen, het niet-op- heffeu van het Sperrgesetz, de stijgende nood in de gemeenten die van alle Pries terlijke hulp zijn beroofd, de boeien die nieu de nieuwe Bisschoppen heeft aauge- FE U1 L L E T O N. Mijn hond was ziek, hij had „uitslag" op den rug. 't Beest was er ganscli onoogelijk door en in mijne bezorgdheid voor het lieve dier, ging ik naar een vriend, die veel verstand van honden heeft (hetgeen ik niet heb), zeide hem dat de mijne „uitslag" had en vroeg hem wat daartegen te doen was. „Zwavel," zeide hij, „was het beste: een pro baat geneesmiddel; kon nooit kwaad." Ik wist niet of de zwavel als een pil gebruikt moest worden, of bij wijze van zalf; ik wist al leen dat hij „zwavel" had ge'zegd, en ik wilde mijn onkunde niet aan den dag laten komen door verder te vragen. Ik besloot echter eerst een proef te nemen of wasschen ook hielp. Ik liep hij een kruidenier in cti vroeg voor drie stuivers groene zeep. Ik had nooit groene zeep gezien (ik zal het ook niet licht weêr doen, want ik heb mijne bekomst van groene zeep; maar dit in 't voorbijgaan) en was dus verbaasd toen ik voor mijn drie stuivers een klomp kreeg, zoo groot als mijn twee vuisten. De kruidenier pakte de glibberige massa in een stuk papier, en ik kreeg een rilling toen ik het weeke pakje in mijn achterzak stak. „Dank u goeden morgen." legd, het verlof aau von Schlözer verleend en het besluit van den Bondsraad, vervullen de Katholieken met angst en bezorgdheid voor de toekomst. Toen de wettig benoemde vertegenwoordigers der Katholieke kerkge meenten in het Aartsbisdom Keulen zich met een verzoekschrift tot den Keizer wendden en om den terugkeer van den Aartsbisschop Dr. Melchers verzochten, toen de Katholieke pers op het ongeduld van het Katholieke volk en op den nood in de pricsterlooze gemeenten wees, toen zij aan hare vrees uitdrukking gaf, dat niettegen staande de nieuwe wetten en de verhan delingen in Rome, alle hoop verloren zou gaan en de Regeering geen ernstig plan scheen te hebben om den vrede te sluiten toen opende von Bismarcks orgaan, de JVorddeutsche AUgemeine Zeitungharen mond en blies de meest woeste tonen op de cultuurstrijdsbazuin. De Germania had gevraagd of men van plan was de Katho lieken a la Tantalus te behandelen, hon gerend en dorstend tusschen fraaie beloften; zij had er vervolgeus op gewezen, dat de Kerk ten slotte genoodzaakt zoude zijn naar eigen hulp om te zien. Dat was voor het officieuse blad te veel om te verduwen. Op de hatelijkste wijze, die eene algemeeue verontwaardiging bij het Katholieke volk opwekte, trok nu de Norddeutsche te velde tegen Rome en het Centrum. Het leugen achtige blad sprak van »Poolsch-Welfische cultuurstrijdersvan ^theatrale handelin gen van het Vaticaans, van Welfisch-Pool- sche Germanistenen het had bovendien de brutaliteit te decreteeren dat de Germania met toestemming van Rome« aau 't op ruien was. Zoo behandelt uit officieuse lasterblad den Paus, bij wieu Pruisens Koning een afgezant onderhoudt! Hier reiken vlegelachtigheid, haat en wrok elkaar de hand, om de meest leugenachtige pole miek van stapel te laten loopen.De Regeering, zegt het lasterblad, heeft genoeg bewijzen van toenadering gegeven, nu is Rome bezig met het uitspelen der kaarten; de Staat zal nu moeten afwachten welke kleur door Rome opgespeeld wordt; het scheuken van gratie aau »den heer Melchersen aan »den graaf Ledochowski« was echter totaal onmoge lijk.Waarom, wordt niet gezegd. De libe ralen verkneuteren zich met deze ergerlijke Verklaring. Wij meenden tot dusver dat het recht van gratie een prerogatief van de Kroon was; in Pruisen schijnt de Norddeutsche „Morgen, mijnheer dank u." (Sommige winkeliers kunnen dat eenvoudige „dank u" met zoo'n bizondereu uithaal eu klem zeggen). Ver genoegd ging ik heen, en mijn brave hond volgde mij, van zijn lot onbewust. Op de binnenplaats zou het groote werk ge daan worden. Met een edelmoedigheid, een betere zaak waardig, had ik mijn eigeu badkuip uit mijn slaapkamer gehaald en ze twee duim diep met lauw water gevuld. Ik wist evenmin van wasschen met groene zeep als van het gebruik van zwavel, maar in alle gevallen hield ik het eerste voor een on schadelijk middel, terwijl ik, door de zwavel ver keerd te gebruiken, mij misschien aan honden- moord schuldig zou hebben gemaakt. Ik tilde den hond in de badkuip en hield hem bij het vel van den nek vast, terwijl hij, in zijn angst om er uit te komen, als razend plaste, schopte en trapte, en met zijne nagels de verf op den bodem in lange evenwijdige strepen ophaalde. Met mijn rechterhand wreef ik nu de groene zeep in. Ik kwam niet op de gedachte, dat zij dezelfde werking zou hebben als gewone zeep, die in het haar gewreven wordt; maar of zij dat had! ja, nog vrij wat sterker. Als ik daaraan gedacht had, zou ik mij misschien vergenoegd hebben met een klein gedeelte te gebruiken; maar in mijne onwetendheid bepleisterde ik den hond stelselmatig met mijn heelen voorraad van drie dat recht te bezitten. Het artikel is ove rigens merkwaardig, ofschoon het in den blinde schermt, doch men kent zijn oor sprong en daardoor spreekt het van eene treurige verandering in de kerkelijk-poli- tieke quaestie. De wapens die men had weggelegdzijn wederom voor den dag gehaald, aan den vrede valt voorloopig niet te denken. De Staat verwacht wederdiensten van de Curie. Bij de beraadslagingen over de nieuwe kerkwetten, werden door den Mi nister van Eeredienst geen wederdiensten verlangd, hij wilde geen ruil-politiek, de Regeeriug was er slechts op uit, zoo decre teerde die bewindsman, om alle wenschen en behoeften der Katholieke onderdanen en van den Koning te bevredigen. En nu? Welke wederdiensten, welke concessiën ver wacht men van de Kerk? Zal zij zekere Bisschoppen aan hun lot overlaten, hare rechten zich laten ontnemen en de Pries ters afhankelijk doen worden van de genade der Pruisische ambtenaren? Nooit! De Kerk kan concordaten sluiten, maar nimmer kan zij de Meiwetten goedkeuren. De Re geering moge dreigen en de wapens weer ter hand nemen, de officieuse pers moge hare bliksems schieten, prins von Bismarck moge zich wederom in de armen der libe ralen werpen, het Katholieke volk staat pal. Van vermoeienis in de gelederen zal nimmer sprake zijn. De diplomatieke span ning is thans verdwenen, de lucht is helder, men weet nu wederom waaraan men zich te houden heeft on bij de verkiezingen in October zullen Pruisens Katholieken weten wat hun te doen staat. Rome heeft, zooals de heer von Bcnnigsen onlangs te Keulen zeide, zich steeds door bezadigdheid en kalmte onderscheiden. Pruisens Katholie ken zullen opnieuw bewijzen, dat zij ware kinderen van Rome ziju. Wil von Bis marck opnieuw den strijd het zij zoo, Pruisens Katholieken vreezen hem niet. Integendeel zij zullen zich nog krachtiger gedragen dan in den eersten zevenjarigen oorlog« van 1873 tot 1880. De Pruisische Ministerraad heeft jl. Vrij dag tot de ontbinding van den Berlijnschen Gemeenteraad besloten. De Gemeenteraad vau Brussel had dezer dagen een politieverordening goed- stuivers, totdat het trouwe dier als met een ver glaassel van groene zeep bedekt was. Nu begon het eigenlijke was ?c hen. Ik schepte wat water in mijn hand, en begon de zeep te bewerken. Eerst was er geeu werking, en mijn hand gleed af als een aal, die zich om een gladde paal wil kronkelen. Allengs kwam er iets wits te voorschijn, dat zich al verder en verder uit breidde. Dit was schuim. Ja, wel was het schuim! Het rees al hooger en hooger; het verspreidde zich al meer en meer; het hing naar beneden en stak voor en achter uit, ver buiten het haar van den hond. Ik volhardde echter, en al dikker werd het schuim, totdat de vier pooten één massief voetstuk waren geworden en alle vorm vau het dier in zeep?chuim verloren was gegaan. Toen begon ik de zeep af te wasschen; maar hoe meer ik wiesch, des te minder ging zij weg liet schuim werd er dikker en vaster tegen in, en ik werd er wanhopig onder. Ik wist, dat de hond er was hij moest ergens zijn, want ik had hem niet zien heengaan; maar het eenige, wat er van hem was te beken nen, was een groote borrelende, ziedende, sis sende massa schuim, die gedurig aangroeide en al ronder werd, totdat zij er als een groote, dampende, levende sneeuwbal uitzag. Ik werd hoe langer hoe meer ontmoedigd. Ik begreep, dat er iets gedaan moest worden, of dat het anders niet goed met den hond zou af gekeurd waarbij lijkverbranding veroorloofd werd. De Regeeriug heeft echter dit besluit, als in strijd met de wet, vernietigd. De gemeenteraad zal zich nu tot de wetge vende macht wenden, met verzoek om bij de wet uit te maken, onder welke voor waarden lijkverbranding wordt toegestaan. De Khedive heeft eene proclamatie uitgevaardigd, waarbij Alexandre's com mandant Toelba-pacha wordt afgezet en A rabi als minister van oorlog wordt ont slagen eu tot rebel verklaard, terwijl de soldaten worden uitgenoodiga hem te ver laten. Arabi proclameerde de instelling van een dictatorschap en de gedwongen inning der belastingen. De door de dragomans overhandigde nota's stellen eene Turksche bezetting van Egypte van 6 maanden voor. De Mogend heden zouden voorschotten kunnen doen, maar de kosten zouden komen ten laste van Egypte. Het doel der bezetting zou zijn aau den toestand van anarchie een einde te maken, den status quo ante te herstellen, het leger te organiseeren en de vrijheden van het volk uit te breiden. De Khedive behoorde de opperleiding te hebben bij het vervullen van de taak der Turksche bezetting. Een bericht uit Port-Said aan de Daily News meldt, dat daar groot alarm heerscht tengevolge van de vrees voor een aanval van Bedouïenen. In de richting van Da- miette ziju 1500 man Egyptische troepen geconcentreerd, die aldaar aardewerken oprichten. De Osservatore Romano bericht, dat Z. H. de Paus, ter gelegenheid van den verjaardag der begrafenis van Pius IX, een deputatie uit de Katholieke Vereenigiugen van Rome heeft ontvangen, welke hem een protest overbracht tegen het bij de begrafenis voorgevallene. Dit protest draagt de handteekening van 8000 Romeinsche burgers. Koning Cetewayo is Woendag 11. uit Kaapstad naar Engeland vertrokken aau boord van de Stoomboot Arab. De »Lega della Democratis« heeft dezer dagen een staaltje van verregaande on beschaamdheid geleverd. »Wij wenschen, zoo zegt zij, dat het huis van Savooie heenga, om plaats te maken voor den wil der natie, welke van geen koningen meer weten wil. Maar zoover het ons aangaat verlangen wij niet, dat men het kwaad loopen. Daar kwam ik op een inval. Ik tilde de massa op en droeg ze naar het vatenwaschok. Daar was een kraan eu eeu pomp boven de zinkput. Met het gedeelte, waar de kop moest zijn, hield ik den sneeuwbal onder de kraan en liet de keukenmeid pompen. Al spoedig was de steen van de zinkput als onder een sneeuwwit kleed verborgen. Weldra kwamen er in twee diepe kloven tusschen het schuim twee plekken van een hond te voorschijn. Toen kreeg ik hoop, en schoof het geheel wat uiteen, zoodat er nog meer van het honden- lichaam te zien kwam. Eindelijk mocht ik een groot gedeelte van mijn ouden vriend begroeten; ik begon weer te wrijven, wat ik van hem zien kon, en zie, daar kwam nog meer schuimDat ging zoo vooit, en eindelijk gaf ik het op. Ik deed het overtrek van een reiskoffer af, liep met den hond het bosch in, en onderweg naar den vijver liet hij een glinsterend spoor achter als dat van een reusachtige slak. Maar wij kwamen aan den vijver, en met een paar meesterlijke indompelingen (dat zeg ik met recht- matigen trots) was hij klaar. Hij kwam er rein, nat en gelukkig uit. Gelukkig? Dat is eigenlijk betrekkelijk ge sproken. Mijn hond is op het oogenblik zwaar ver kouden.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1882 | | pagina 1