NIEUWE
No. 607.
Zondag 23^ Juli 1882.
7e Jaargang.
Het bomrecht.
BU1TENLA ND.
mm
0,06
HÜRLEmM COMÖT
ABONNEMENTSPRIJS
Per B maanden voor Haarlem
Buiten Haarlem franco per post.
Afzonderlijke Nummers
0,85
1>—
Dit blad verschijnt
Eiken WOENSDAG en ZATERDAG.
BUREAU: St. Jansstraat Haarlem.
SÖENDRAr.
AGITE MA NON AGITATE.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
Van 1—6 regels30 Cents.
Elke regel meer5
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant.
Advertentiën worden uiterlijk Dinsdag- en Vrijdag
avond voor 6 uur ingewacht.
Uitgevers KÜPPERS LAURET.
Er is een nieuw volkenrechtgeprocla
meerd* en wel met zeer indrukwekkende
stem. Het roemzuchtig Engeland heeft na
melijk het bombardementsrecht op het ge
bied der internationale verhoudingen geïn
troduceerd. Terwijl de conferentie van de
vertegenwoordigers der groote mogendheden
te Konstantinopel nog bijeen was, trad En
geland overwacht voor eigen rekening op.
En dat deed Groot-Brittannië hoewel het
een protocol had mede-onderteekend, waarbij
al de ter conferentie gerepresenteerde mach
ten plechtig verzekerden, dat zij volstrekt
niet handelden uit oogmerken van eigen
belang.
In die betuiging lag als van zelf de
stilzwijgende verbintenis opgesloten, om
zich, vóór dat ue conferentie een eindre
sultaat had opgeleverd, niet van elkaar te
scheiden.
Maar Engelands eersten Minister kreeg
plotseling de ambitie om een groote rol te
gaan spelen. Jaren achtereen verkondigde
hij de stelling dat Groot-Brittannië zich
maar moest onzijdig houden in al de groote
vraagstukken van den dag. Eerst wanneer
Engelands belang onmiddellijk bij eene zaak
betrokken werd, moest het partij kie/.en.
Het gebeurde met de Tranvaalsche boe
ren bewees bovendien, dat Gladstone, als
er belangrijke moeielijkhedea te overwinnen
vielen, met andere woorden, als Engeland
zijn partij gevonden heeft, al licht is uit het
veld te slaan; hij wijkt spoedig terug als
men hem goed in de oogen durft te zien.
Doch nu het een zoo klein land betrof als
Egypte, was Gladstone op eenmaal een
held en hij zond eene uitgebreide macht naar
de kusten van Egypte, om de opgeworpen
sterkten te beschieten, een maatregel wel
ken hij tracht te rechtvaardigen door te
beweren dat het Suez-kanaal in gevaar
kwam. Gladstone vergat echter aan te too-
nen wat Arabi-Pacha tegen het Suez-kanaal
ondernomen had.
't Is waar de kustforten werden versterkt,
maar dat geschiedde om Egypte tegen een
FEUILLETON.
De edele kookkunst.
Wij zijn overtuigd, zegt Dr. Kiese, een Duitsch
geneesheer, dat de kookkunst ten volle ieders
opmerkzaamheid verdient. Volgens het oordeel
van deskundigen kan de mensch, zonder er 11a-
deelige gevolgen van te ondervinden, niet van
oen soort voedsel leven, zooals b. v. het paard
van haver of de haas van koolbladeren. Daarom
is het reeds van de vroegste tijden af het streven
der menschen geweest, om niet alleen verscheiden
heid in de spijzen, maar ook in de toebereiding
te verkrijgen.
Reeds in het jaar 494 v. Chr. legde Archis-
tratus van Syracuse, een tijdgenoot van Perikles,
zich ijverig toe op het bestudeeren van de soort
en de bereiding van het mensclielijk voedsel, en
vond veel bewonderaars, die volgens het gebruik
Va" dien tijd eene soort van school om hem
vormden. Hij goot zijne opmerkingen over de
"ookkunst en de keuze van voedingstoffen in
een gedicht, dat door den Romeinschen dichter
Aennius Quintus, die in 240 v. Chr. leefde, in
hot la tij u vertaald werd, en dat onder-Lucullus,
picius en andere Romeinen zeer hoog geschat
wen en als een orakel gold. Een deel van den
inhoud van dit oud gedicht werd in het jaar
1800 door den Franschen dichter Berchoux
onder den titel van „]a Gastronomie," in het
Fransch vertaald, en ook deze vertaling vond
grooten bijval bij Cambacères, markies van Cussy
en andere gastronomen uit den tijd van het
eerste keizerrijk.
Het oudste Fransche werk op het gebied der
kookkunst zijn de geschriften van Taillevent, den
hok van Karei VII, Deze geeft eene uitvoerige
vijandelijken inval te beveiligen. Wij ge-
looven volstrekt niet dat Arabi-Pacha er
aan dacht om de veiligheid van het Suez-
kanaal aan te tasten.
Gesteld evenwel, het Suez-kanaal kon
bedreigd worden geacht, was Engeland
dan alleen daarbij betrokken of gold
dat niet een Europeesch, ja een wereld
belang?
Gladstone had du3 geen wettig motief
om Alexandrië te gaan bombardeeren. Hij
had vóór hij aan de autoriteiten te Alexan
drië een ultim atum zond, een ultimatum
moeten doen toekomen aan de conferentie,
welke dan op haar beurt den Sultan in
mora had moeten stellen. Zooals de zaak
zich nu toedroeg, pleegde Gladstone eene
daad van geweld. Het bombardement der
forten werd bovendien geheel zonder vol
doende beweegredenen uitgebreid tot Alexan
drië.
Nu beweert het Engelsch Gouvernement
wel, dat de stad niet door de bommen in
brand vloog en dat de aanhangers van
Arabi-Pacha de verwoestingen aanrichtten,
doch vertrouwbare berichten doen een an
dere, voor Engeland minder gunstige op
vatting ontstaan. Het schijnt vrij zeker te
zijn, dat Groot-Brittannië werkelijk den
arbeid van den verwoester verrichtte.
Metterdaad heeft dus het bomrecht zijn
intrede in het volkenrecht gedaan. De an
dere mogendheden protesteeren wel, doch
wat baten ivoorden tegen ontzettende dadenl
In Berlijn ging men zelfs op zijn achterste
pooten staan, toen Dilke in het Lagerhuis
te kennen gaf, dat Duitschlaud het bom
bardement had gelegitimeerd.
Daar was niets van aan. Duitschlaud
had er niet aan gedacht zelfs zijn gevoe
len te zeggen over de gewelddaad aan eene
stad in haar weder-opkomst gepleegd.
Toch eindigen alle, ook officieuse be-
toogen in Duitschlana met het algemeen
refrein; er valt niets meer aan te doen, de
stad is nu eenmaal een puinhoop, Enge
land moet nu maar zien, hoe het zich uit
het gedrang redt, speciaal hoe het zich met
Fraukrijk verstaan zal.
beschrijving van de glansrijke maaltijden, waarbij
verzen, geestige gezegden evenzeer als de door
Taillevent uitgevonden en samengestelde spijzen
een groote rol speelden. Onder deze merkwaar
dige gerechten vindt men stekelvarkens met
oranjeappels gestoofd; reigers die in bourgogne
wijn gesmoord, en dan weder mei hunne vede
ren bekleed, in natuurlijke, opgerichte houding
werden voorgediend; steur in azijn gekookt en
met gebraden pieterselie opgemaakt; wilde zwij
nen in hun geheel in room gebraden; jonge
hoenders, patrijzen en kwartels in suiker inge
maakt; dolpliijnen van amandelgebak; oranjeap
pels in spek gebraden, en bovendien een groot
aantal dranken, uit verschillende soorten van
wijn en kruiden samengesteld, die men in onzen
tijd met den naam „bowl" bestempelt.
Onder Lodewijk XIII werd het aantal kook
boeken reeds grooter, waaronder „l'Ecole des
Ragouts" van de la Varenne, keukenmeester
van den markies d'Uxelles, eene eerste plaats
inneemt. Dit boek is hoofdzakelijk gewijd aan
het bereiden van ragouts, een samenstelling van
verschillende vleeschsoorten, die, in kleine stukjes
gesneden en met een pikante saus overgoten,
zóó zijn toebereid, dat men de soorten vleesch
niet van elkander kan onderscheiden.
In het jaar 1655 verscheen bij Jean Gaillard
het werk „Pastissier Elzepries", waarin men 0. a.
voor de vastendagen meer dan zestig verschil
lende recepten van eierspijzen vond. De oor
spronkelijke uitgave van dit boekje, in blauw
marokijnen band, is bovendien nog merkwaar
dig, doordat het meermalen op openbare ver-
koopingen van oude verzamelingen boeken werd
gepresenteerd en er aanzienlijke sommen voor
betaald werden. In 1819 werd het boek op eene
verkoopiug met fr. 100, in 1 823 met fr. 210
Dergelijk een laconisme, na den bluf
tegen Dilke, maakt een pijnlijken indruk
op alle eerlijke gemoederen. Feitelijk komt
dan ook de houding van Europa tegen
over de bombardements-gruwelen neder op
de theorie vau het laisser faire, het lais
ser aller.
Ieder nadenkende beseft welk gevaar de
wereld, in 't bizonder de zwakke Staten,
uit dat modern bomrecht dreigt. De bom
men in Alexandrië geworpen, hebben mits
dien ook nog de laatste overblijfselen ver
nietigd vrelke van het aloude volkenrecht
gebleven waren. Men smaalt in de moderne
kringen altijd zoo op de middeleeuwen,
maar toen was men toch veel ridderlijker dan
thans. Als kasteelen en sterkten werden be-
belegerd of verwoest, dan bestonden er ten
minste grieven, welke door den aanvaller
konden worden genoemd en in zijn oog
gerechtvaardigd. Thans bombardeert men
steden, terwijl men geen ander motief weet
op te geven danvoorwendsels.
Daar nu de bom-periode in 't volken
recht is ingetreden, moeten kleine volken
doen wat de reiziger doet in van rooveri]
verdachte streken, namelijk geheel en altijd
gewapend zijn. Minder dan ooit kan er
dus thans aan ontwapening worden ge
dacht. Nu beginselen voor niets meergel
den, nu men de heiligste traditiën van het
volkenrecht met de voeten treedt, moet
men zich, wij zeiden het reeds, als Staat,
in dezelfde positie stellen, waarin men zich
plaatst als men een bosch doortrekt, door
roovers onveilig gemaakt. De eeuw der be
schaving heeft dus op volkenrechtelijk ge
bied de heerlijke vruchten opgeleverd dat
men tegen niets meer veilig is. Men lijft
in voor men den tijd heeft gehad te pro
testeeren; daarom moeten onze grenzen wel
bewaakt en versterkt zijn.
Zeer te bejammeren is, ook uit dat oog
punt, de kabinetscrisis, welke nog altijd
voortduurt. De wetten van den Minister
van oorlog, generaal Reuther, blijven weer
onafgedaan. En zoo gaat het jaar najaar;
op defensie-terrein gaan wij geen stap voor
uit.
in 1839 met fr. 221, in 1847 met fr. 325, en
in bet jaar 1867, toen het voor de laatste maal
te koop werd gepresenteerd, met fr. 1050 be
taald.
Uit den tijd van Lodewijk XV, toen de fijne
keuken van Lodewijk XIY tot eeue ontzaglijke
hoogte werd opgevoerd, dateert het merkwaar
digste kookboek, dat van den Heer Le Bas,
achter welken naam de Heer de Béchamel, mar
kies de Nointel, zich verbergt. Onder zijn uit
vindingen behooren in de eerste plaats de warme
pasteien en bovendien de beroemde saus die nog
in onzen tijd zijn naam draagt.
Dit boek bezit verder de eigenaardigheid, dat
het in verzen is geschreven en dat bij elk ge
recht een bekende melodie is aangegeven, waarop
men het recept onder het bereiden der spijzen
kan neuriën. Waarlijk een goed middel om re
cepten spoedig en voor altijd van buiten te
leeren.
Tot dien tijd waren de Duitsche kookboeken
bijna geheel samengesteld uit Fransche recepten,
totdat later de gewezen Hannoversche opperhof
maarschalk Yon Malortie zich bizonder verdien
stelijk maakte met het schrijven van twee dege
lijke kookboeken „Das Menu" en „Feine Küche."
Het eerste bevat niet alleen menus voor eiken
dag van het jaar, maar bovendien een aantal
historische menus, die de schrijver met zorg uit
alle tijden en volken verzameld heeft. Zij be
ginnen met een spijskaart der Welfsche vorsten
bij een feest in het jaar 1148, waarop ossen,
marmotten, bevers, wilde zwijnen, beren, kor
hoenders, zwanen en zalm worden aangegeven,
terwijl haringen en stokvisch als een zeldzaam
heid er op vermeld staan.
Dan volgen kolossale menus van hofdiners
uit de 16e eeuw, waarvan een enkele gang vol-
Waar moet dat heen? Allerwege ziet meu
de Rijken zich versterken, alleen Nederland
blijft zwak. Is dat te verantwoorden? Wij
gelooven van neen. De bommen van Alexan
drië moeten, dunkt ons, de slapenden wak
ker schudden, zij moeten ook Nederland
uit den dommel wekken. Onverschillig of
generaal Reuther blijft of door een ander
vervangen wordt (wij hopen dit laatste
niet, want hij is een uitstekend man) er
moet spoedig gehandeld worden. Langer
dralen ware onverantwoordelijk tegenover
heden en toekomst. Hiermede eischen wij
niet het hoogst mogelijke oorlogs-budget,
maar het doeltreffendst besteden der toe
gestane gelden. Een deugdelijke leger-in-
richting, en die met talent ingevoerd.
De Minister von Puttkamer is naar Eisen
ach vertrokken. Sommigen willen dat die
stad slechts een omweg voor hem vormt
om naar Yarzin te komen, waar hij met
prins von Bismarck wil overleggen omtrent
de ontbinding van den Berlijuschen Ge
meenteraad.
Op het adres van de Katholieke Kerk
besturen enz. te Keulen aan den Koning
van Pruisen, houdende verzoek om de belet
selen uit den weg te ruimen, waardoor Msg.
dr. Melchers van staatswege wordt verhin
derd zijne aartsbisschoppelijke functiën uit
te oefenen, is thans antwoord ontvangen.
De minister van eeredienst deelt daarin
mede, dat de Koning hem het adres in
handen heeft gesteld, en dat hij, minister,
thans in opdracht de3 Konings aan de adres
santen verklaart, hun verzoek niet bij Z. M.
te kunneu ondersteunen.
De heer von Schlözer, Pruisisch gezant
bij het Vaticaan, is eergisteren te Berlijn te
ruggekomen.
Volgens la Patrie hebben twee maires
van Parijs hun ontslag genomen, als ge
volg van incidenten op het feestmaal ter
inwijding van het nieuwe stadhuis.
In eene circulaire van Said Pacha,
in antwoord op de door de ambassadeurs
doende zou zijn voor een geheel diner in onzen
tijd. Verder vinden wij de menu van een diner
bij den prins Louis de Bourbon-Condé op 9
Augustus 1652, waarvan elke gang uit veertien
schotels bestond en waarbij de prijs van 1960
livres staat aangegeven.
De Heer Yon Malortie maakt verder melding
van menus van de hertogin De Berry, van ko
ning Louis Philippe, van den koning en de ko
ningin van Pruisen bij gelegenheid van de kroning
111 Koningsbergen, van den onderkoning van
Egypte bij de opening van het Suez-kanaal en
van nog een groot aantal historische diners uit
den tegenwoordigen tijd, waaronder de Rijks-
vischmaaltijd en de groote Rijks-wijnproef van
den Duitschen Rijksdag; terwijl hij ten laatste
ook nog eenige menus aanhaalt van diners door
vegetariërs gegeven.
Ten slotte willen we hier nog melding maken
van de spijzen en dranken, waaraan verschil
lende beroemde personen bizonder de voorkeur
gaven.
Koffie was de lievelingsdrank van Frederik
den Groote en van Napoleon I. Hendrik
III van Frankrijk, de laatste der Valois, had
bizondere voorliefde voor waterige, zoete meloe
nen. Torquato Tasso, de zachtmoedige dichter,
hield veel van gesuikerde vruchten; Kant ver
koos boven alles linzen en spek; Schiller ham
en bourgognewijn, de laatste om zijn geest weer
op te wekken voor nieuwe scheppingen. De kalme
Goethe prefereerde champagne; Klopstock truffels
en druiven. Bij Karei XII ging niets boven
brood met versche boter, en Karei de Groote,
de grondvester van het oude Duitsche Rijk, zag
het liefst elk soort van wild op zijn tafel ver
schijnen.