N I E U W E ii u i t i: i. a i>. No. 009. Zondag 30 Juli 1882. 7e Jaargang. Bkr* Tirannie in Frankrijk. >a if*' Onze Dienstboden. De langste redevoering. ABONNEMENTSPRIJS Per 3 maanden voor Haarlem Buiten Haarlem franco per post. Afzonderlijke Nummers 0,85 li— 0,06 Dit blad verschijnt Eiken WOENSDAG en ZATERDAG BUREAU: St. Jansstraat Haarlem. «Hr-ii. Jt AGITE MA NON AGITATE. PRIJS DER ADVERTENTIËN Van 16 regels30 Cents. Elke regel meer5 Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant. Advertentiën worden uiterlijk Dinsdag- en Vrijdag avond voor 6 uur ingewacht. Uitgevers K P P E R S LAUREY. Vervolg en Slot.) De Conservatieven in de Kamer zijn in de gelegenheid om den Minister van onder wijs niet aanhoudende vragen te bestormen. Evenmin hij lust zal gevoelen, de partij van een Katholieken vader tegen de school commissie op zich te nemen, evenmin, zal hij het wenschelijk achten dat hem dikwijls onaangename feiten worden geopenbaard. Al deze methoden, om aan de wetten hunne scherpheid te ontnemen, eischen natuurlijk de medewerking der ouders. Wil een vader zijne kinderen in de staatsschool zenden, zonder zich veel om den aard van het onderwijs, dat zij daar ontvangen, te be kommeren, dan is daaraan al zeer weinig te doen; zijn er echter vele ouders wier geweten bezwaard wordt door den dwang hunne kinderen in scholen te moeten zen den, waar het ouderwijs niet-godsdienstig is, dan moet de Regeeriug dit wel degelijk in aanmerking nemen. Zooals wij reeds gezegd hebben, bestaat een groot gedeelte van de ouderwijzers en onderwijzeressen in Frankrijk, uit leden van de eene of andere religieuze orde. Eenige dezer orden zijn dan ook erkend geworden op voorwaarde dat zij onderwijzers zouden leveren. Volgens den ordensregel zijn deze onderwijzers en onderwijzeressen verplicht aan kinderen zoowel godsdienstig als wereldlijk ouderwijs te geven; thans hebben zij zich toch tot de Bisschoppen gewend, om te vernemen in hoeverre deze regel onder de nieuwe wet kan ten uitvoer ge bracht worden. Het antwoord dat de Aarts bisschop van Parijs hun gaf, was liet volgende: Kardinaal Guibert zegt, dat vol gens de nieuwe wetten, het godsdienst onderwijs niet meer verplichtend, maar toch ook niet verboden is; onderwijzers noch Priesters mogen godsdienst-onderricht in het schoolgebouw geven; meer zegt de wet niet van het godsdienst-onderwijs. Dientenge volge kan een schoolbroeder, die immers geen Priester is, godsdienst-ouderwijs ge ven, waar en wanneer hij wil, slechts niet onder schooltijd. Is deze interpretatie van de nieuwe schoolwet de juiste, dan gelast de Kardinaal de scboolbroeders, hunne be trekking op de lagere school niet neer te leggen. Wordt het hun echter verboden godsdienst-onderwijs te geven, dan moeten zij hun ambt vaarwel zeggen, omdat zij FE U1LLETON. Vervolg en slot.) Zonder Vrijdag zouden wij uit liefde tot orde, netheid en sierlijkheid den halven dag zeiven bezig zijn niet boenen, schrobben, poetsen, vegen, stoffen, om niet te gewagen van den tijd, dien wij in de keuken zouden moeten doorbrengen. Vreeselijk, niet waar? Welnu, laten wij daarom onze boden op prijs stellen, en hun tekortkomingen, in gepaste mate. leeren verdragen en... neen, 't andere later! vooreerst maar verdragen. Inschikke lijkheid is noodig. Eischen wij niet wat veel van de menschen? Zijn wij niet wel eens wat onredelijk? Ge herinnert u wat Figaro graaf Almaviva toevoegt: „Kent u er velen, die gerechtigd zouden zijn om voor meester te spelen, indien zij al de hoe danigheden moesten bezitten, die van dienstboden verlangd worden?" Ja, indien wij Aladin's wonderlamp bezaten! Ze ker, dat ware wel het gemakkelijkste. Men wrijft, en aanstonds bedienen u onzichtbare geesten. En toch had zelfs die lamp nog inconveniënten. Want wanneer Aladin uit verstrooiing of bij vergissing in de verkeerde richting over de lamp streek, werden de dienstbare geesten boos en begonnen zij op te spelen. Maar 't moet erkend worden de boven alles eerst aan de regels hunner orde c5 moeten gehoorzamen en deze hen slechts veroorloven als onderwijzer op te treden als zij daardoor in de gelegenheid zijn eene religieuze opvoeding te geven. Overigens is het zeker dat deze interpretatie door de radicalen heftig wordt aangevallen en als dozen tot dusver iets in den zin hadden, dan had Freycinet nooit den moed hen te weerstaan. Intusschen is de Kardinaal in staat voor zijne opinie een onverwachte getuige te laten verschijnen. In het jaar 1880 sloeg Paul Bert voor, de scboolbroe ders uit de scholen van het lager onderwijs te verjagen en wel op grond, dat de Staat, daar hun ordensregel hun gebiedt godsdien stig ouderwijs te geven, hen dit niet verbieden kan, zonder hen in tegenstrijd of met hunne plichten, of met de wet, of met hunne geloften te brengen. Velen echter meenden dat dit de grootste misslag, dien de wetgever be gaan kon, zou zijn. De Katholieken zeggen dus, aangezien de Staat de scboolbroeders niet uit de scholen verdreven heeft, moet men aannemen, daar 't verbod niet bestaat, dat men geen plan had hen het geven van godsdienst-onderwijs te verbieden, 't Is echter mogelijk dat dezelfde grond, dien Paul Bert tegen de scboolbroeders aan voerde, bij hem niet meer geldend is, als hij ia hun voordeel wordt aangevoerd. In dit geval zal men van de Regeeriug eischen, dat zij zulke halsstarrigheid, gods dienst-onderwijs buiten de schooluren te willen geven, als een misdaad bestrafte en bij de tegenwoordige Kamer is het niet onwaarschijnlijk, dat dit geschieden zal. Als de scboolbroeders plotseling hun ambt nederleggen dau zal het lager onderwijs in Frankrijk een groot, zij het ook een tijdelijk verlies lijdendat de radicalen natuurlijk als een' groote winst zullen be schouwen. De Minister Ferry zeide, dat de wet geen ander doel had, dan de scheiding tusscheu School en Kerk te verkrijgen om de gewe tensvrijheid te beschermen; feitelijk echter belet de wet dat een groot aantal kindereu onderwijs ontvangen, zooalt hunne geloo- vige ouders zulks weuschen. Als de ouders willen meende de heer Ferry dat hunne kinderen eene Katholieke opvoeding ontvangen, dan zullen er ook zeker wel middelen gevonden worden, hoe dit kan geschieden; de Staat heeft slechts de ver- O 7 plichting, geen hindernissen in den weg lamp was gemakkelijk. Nu wij echter het adres kwijt geraakt zijn van de onderaardsche grot, waarin Aladin's lamp achtergebleven is, nu doen wij 't best ons tevreden te stellen met de wit ge mutste of zwart gerokte dienstbare geesten, die wij, al naar den staat onzer beurzen, voor een aan tal zilverlingen oproepen. Hun bruikbaarheid en aangename manieren han gen voor een groot deel van ons zeiven af. Voor al de huisvrouwen moeten zich toeleggen op de verbetering van het ras der dienstboden. En waar om niet? Wij hebben wel vereenigingen tot be schaving der inboorlingen van Tomboektoe. In ons eigen belang, niet minder dan in het hunne, moesten wij aan onze dienstboden in raadgevingen en belangstelling de gemakken vergoeden, welke zij ons bezorgen, ondanks onze vaak zeer lastige wijze van met hen om te gaan. Ik herhaal 't nog eens, een vereischte is en blijft, dat de huisvrouwen en heeren meesters zich zeiven eens herzien, om het lijfwoord van den minister Modderman te gebruiken. Ook van dezen kant belmoren hervormingen te komen, zullen er weder van die ouderwetsche, hartelijke en aan gename verhoudingen tusscheu meesters en dienst baren ontstaan, welke men nu nog slechts in. romans aantreft. He langste redevoering, die ooit gehouden is, te leggen Intusschen schijnt het vrij waar schijnlijk te zijn, dat de interventie van den Staat riet dat neutrale karakter zal liebbeu waarvan Ferry gewaagt, 't Klinkt iu elk geval zeer verdacht als de République Frangaise zegt,« dat de wet voor de Katho lieke Kerk een gevoeliger slag zal zijn dan door de afschaffing van het concordaat haar zou zijn ten deel gevallen; de pries ters uit de school te jagen, is een grootere triomf, dan de deuren der kerken voor hen te sluiten.Deze woorden drukken de veranderingen, die de wet moet bewer ken, vrij duidelijk uit, ze komen echter niet overeen met de onzijdigheid, waarvan de Minister van onderwijs onophoudelijk spreekt. Het blad van den parvenu Gambetta maakt er ook volstrekt geen geheim van, dat het zijne hoop bouwt op de gezind heid van de onderwijzers, die thans van allen invloed der Geestelijkheid geëman cipeerd zijn. Hierin kon het wel eens gelijk hebben. De Fransche vrijdenkers bekom meren zich al zeer weinig om verdraag zaamheid of gerechtigheid en zullen zich stellig niet gebonden achten door de fraaie beloften van den Minister Ferry, die hij trouwens niet kan vervullen. Een on derwijzer kan bij zijn onderwijs elke gele genheid te baat nemen om den godsdienst te bespotten; als de kinderen niet over hem bij hunne ouders eu dezen niet bij de Re geeriug klagen, dan krijgt de Minister van onderwijs geen aanleiding tot interventie. Misschien zou eeu invloedrijk persoon het zoover kunnen brengen dat er eeu onder zoek naar de bezwaren werd gelast, doch de sympathieën der ambtenaren zijn dan aan de zijde des onderwijzers en het zal niet gemakkelijk zijn, de waarheid dei- aangebrachte feiten zoo onwederlegbaar te bewijzen dat een partijdig school-inspec- teur haar zal aannemen. Men moet wel in aanmerking nemen dat de natie in Frank rijk niet zooals iu Eugelaud in religieuze eu onverschillige menschen verdeeld is. De godsdienstloosheid in Frankrijk is evenals in Nederland, in den hoogsteu graad agres sief, hare aanhangers zijn niet alleen scep tici, maar ook ijverige Missionarissen. Onder alle omstandigheden, is het waarschijnlijk, dat het laatstgenoemde type onder de on derwijzers van de lagere school sterk, zal vertegenwoordigd zijn, temeer nog aange zien de corporatiën van welke de betioe- zal zeker wel die van D. Cosmos in de Wet gevende Kamer van Britsch Columbia zijn, toen er, nog zoo bizonder lang nog niet geleden, een maatregel was voorgesteld, die aan vele ko lonisten kun land zou ontnemen. De Cosmos be koorde tot een liopelooze minderheid. De behan deling van het wetsvoorstel was uitgesteld tot op het einde der zitting, en als het niet op een be paalden dag voor den middag was aangenomen, zou het ingetrokken worden. Den dag te voren 's morgens te tien uur, kwam De Cosmos aan het woord, en begon tegen de wet te spreken. Zijne vrienden stelden er zich weinig van voor, want zij dachten dat hij om één of twee uur wel gedaan zou hebben, en verwachtten niet anders of de wet zon doorgaan. Het werd één uur, en hij sprak nog. Het werd twee uur hij zeide „in de tweede plaats." Het werd drie uur hij haalde een ontzaglijk pak papieren voor den dag en stond er op die voor te lezen. De meerderheid begon kwaad vermoeden te krijgen. Zou hij misschien tot den anderen dag twaalf uur willen doorspreken, om zoodoende dit wetsvoorstel te vernietigen? Een poos maakte men zich daar vroolijk over, maar toen de avond be gon te vallen werd men ongerust. Men beproefde hem te storen, maar dat gaf men al spoedig op, omdat elke stoornis eene gelegenheid voor hem was om weer te beginnen, waar kij gebleven was en in herhalingen te vallen. miug der onderwijzers uitgaat, veelal uit agressieve vrijdenkers bestaan. Men zal wellicht zeggen, dat het de ouders vrij staat hunne kinderen naar eene bizondere school te zenden, doch wij heb ben gezien dat er iu Frankrijk 28000 ge meenten zijn, waar geen andere dan de staatsschool bestaat. Men zou ook kunnen aanvoeren dat de Kerk het ontbrekende kau aanvullen. Doch de uitdrijving der re ligieuze orden heeft aan de Kerk hare beste werktuigen voor de opvoeding ontroofd en als zij in den loop des tijds andere mid delen zal weten te verkrijgen, zoo bezit de Kerk die toch niet op 't oogenblik. De berekening der radicale partij is zoo, dat alvorens de Kerk een nieuw middel ont dekken kan, om haren invloed op de volks scholen weder te doen gelden, een nieuw geslacht evenals ten tijde der Fransche revolutie zal gerijpt zijn, dat van alle godsdienstige tradities zal geëmancipeerd zijn en zijne kinderen iu elk geval naar de staatsschool zal zenden, al mocht de Kerk er zich nog zoo sterk tegen verzet ten. Iu ieder geval zal nu voor langen tijd de Fransche boer, die te arm is om zijne kinderen tehuis te laten onderwijzen, ge noodzaakt zijn zijne kinderen naar eene i school te zenden, waar het atheïsme open lijk en in 't geheim ouderwezen wordt. In Eugelaud zou eene Regeeriug, die zulk eene wet zou durven voorstellen, spoedig tot haar einde genaderd zijn; in Frankrijk echter zullen de tegenstanders van de wet zich meer en meer van de verkiezingen verwijderd houden en hulp niet van eene verbetering der thans bestaande orde, maar van hare omverwerping verwachten, iets dat niet hen, doch alleen de roode partij zal baten, voor welke door de thans aan 't staatsroer staande machthebbers de weg gebaand wordt. Arm Frankrijk Prins Victor, oudste zoon van prins Jéróme Napoleon, zal binnen eene maand iu 't leger gaan dienen als vrij williger voor een jaar. Hij zal bij een regiment artillerie ingelijfd worden. Naar men uit Berlijn aan de Standard bericht, loopt daar een gerucht, dat tusschen de Duitsche en de Nederlandsche Regee ring verscheidene telegrammen zijn gewis- Men beproefde hem uit te jouwen, maar dat gaf hem tijd om adem te scheppen, en eindelijk be sloot men den strijd tusschen wilskracht en licha melijke zwakte af te wachten. Men gunde hem geen oogenblik rust; gelegenheid om te gaan zitten of om iets te eten, of om zijne lippen met iets anders dan water te bevochtigen gaf men hem niet. Het eene lid van de kamer voor, het andere na, ging eenige ververscliingen gebruiken en kwam terug om te slapen, maar De Cosmos sprak ge stadig voort. De president zat te knikkebollen of deed wanhopige pogingen om wakker le blijven. Zoo ging het den geheelen nacht door. De dag kwam aan den hemel, en de meerderheid liep bij troepen de zaal uit om zich te wassohen en te ontbijten, en De Cosmos ging nog maar altijd met spreken voort. Het was juist geen zeei logische, welsprekende of samenhangende redevoering te noemen. Er kwamen veel noodelooze uitweidingen en afwijkingen in voor; maar hij hield het toch vol totdat het twaalf uur geslagen had. De te leurgestelde meerderheid was woedend, en één man zegevierde, hoewel zijne stem tot een heesch "efluister was gedaald, zijne met bloed doorlo'open oo°-én bijna dichtvielen, zijne knieën knikten en zijne droge lippen gescheurd en bloederig waren. Hij had zes-en-twintig uur achtereen gesproken, eu de kolonisten behielden hun land.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1882 | | pagina 1