NIEUWE No. 619. Zondag 3 September 1882. 7e Jaargang. Geen eenheid met België. BUITENLAND, 0,06 De macht van de maag. 1AAKI1I8C1E (ÖIIU1T ABONNEMENTSPB IJS Per 3 maanden voor Haarlem Buiten Haarlem franco per post. Afzonderlijke Nummers 0,85 1,— Dit blad verschijnt Eiken WOENSDAG en ZATERDAG. BUREAU: St. Jansstraat Haarlem. EslRJry AGITE MA NON AGITATE. PRIJS DER ADVERTENTIÈN Van 1—6 regels30 Cents. Elke regel meer5 Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant. Advertentiën worden uiterlijk Dinsdag- en Vrijdag avond voor 6 uur ingewacht. Uitgevers KÜPPERS LAUB.EY. Onlangs bevatte de Arnhemsehe Courant (in haar nummer van 23 Aug.) eene be schouwing welke ons belangrijk genoeg voorkwam om ter behandeling in portefeuille te houden. Wij wenschen thans naar aan leiding van dat betoog, eenige opmerkingen ln t midden te brengen. De Arnhemmer releveerde een sensatie- tflding, die was opgenomen in den Vlaam- xchen Standaard en volgens welke, op het initiatief van Duitschland, een beslissing zou genomen zijn omtrent de houding der derlandsche strijmacht bij een nieuwen Pransch-Duitschen oorlog, terwijl de fa- nieuse berichtgever tevens wist te melden, dat de strijdmachten van Nederland en België zouden worden vereenigd, voor t geval van buitenlandsch gevaar; het op perbevel over de gecombineerde troepen zou voorloopig aan den Kouing Willem III worden opgedragen, doch na diens dood afwisselend aan de Koningen van België en Nederland. Boor de redactie der Arnh. Ct. wordt in het verhaal van den Vlaamschen Stan daard terecht niets dan een pers-komkom mergezien. Toch was er in deze »kom- ommer-phantasie« iets dat de aandacht van de Arnhemmer trok. »Er spreekt (zoo schreef zij) het besef uit van de gemeen schappelijkheid van belangen die, meer dan tusschen andere Staten van ons werelddeel, tusschen Nederland en België bestaat. In dezen tjjd, in de laatste jaren onzer be schaafde, verlichte, humane negentiende eeuw, reeds dicht bij de twintigste eeuw genaderd, is geen kleine Staat en geen klein volk zeker van zijn bestaan, wanneer tusschen zijne groote en machtige buren twist en oorlog ontstaat. Alleen zij die zich zelf helpen, beschermen en verdedi gen kunnen, die genoeg kracht bezitten om zich, zelfs tegen geweldige aanvallen, in hun positie te handhaven, hebben een waarborg van duurzaamheid. Nederland het zich, sinds een dertigtal jaren, steeds weerbaar makend en steeds weerloos blij vend Nederland heeft dien waarborg niet, en België heeft dien evenmin. Maar wanneer België met zijn ruim millioen inwoners en Nederland met zijn ruim 4 millioen inwoners de handen ineensloegen en hun krachten vereenigden, wanneer zij een twee-eenigen Staat vormden en een twee-eenig volk werden met één gemeen schappelijke diplomatie, één gemeenschap- FE U1LLETON. Een duur portret. Van den Belgischen schilder Wiertz verhaalt men het volgende: Hij begon naam te krijgen en was tevens als portretschilder in de mode, zoodat het tot den goeden toon behoorde zich door hem te laten schilderen. Zoo kreeg hij op zekeren dag op zijn atelier bezoek van zekeren notaris Von Speek, bekend wegens zijn rijkdom en zijn gierigheid. De prijs dien Wiertz hem noemde (10,000 franks) viel hem lang niet mede. Wiertz, die in andere omstandigheden waarschijnlijk nooit een centime z°u hebben laten vallen, had evenwel zooveel schik in den karakteristieken kop van den no taris, dat hij zich voor den spotprijs van 3000 franks bereid verklaarde Von Speek te schilderen. Nauwelijks had deze zijn hielen gelicht of Wiertz toog aan 't werk en schilderde uit zijn geheugen 't portret van den notaris zóó snel en zóó welgelijkend, dat hij er zelf verbaasd over was. Het portret was genomen en face, terwijl de rechterellenboog rustte op een tafel met pa pieren en allerlei notariëele stukken. Na den volgenden dag nog het een en ander pelijk leger en één gemeenschappelijke vloot, dan zou er in gansch Europa geen rijk en geen volk wezen, dat meer verze kerd ware van de duurzaamheid van zijn bestaan dan het Nederlandsch-Belgisch rijk en het Nederlandsch-Belgisch volk. Het is een eenigszins afgezaagd onderwerp; elk die de moeite neemt er kennis van te nemen erkent er de waarheid van; alleen het ge beurt niet: niemand denkt er aan hoe het plan tot werkelijkheid zou kunnen gemaakt worden en van de gedachte een daad. In de komkommer-phantasie van den Vlaam schen Standaard zien wij het middel ter verwezenlijking van de gedachte en ter verwerkelijking van bet plan niet; maar toch is het goed om, zoolang het nog niet te laat is, zoolang er nog een Nederland is en een België, het denkbeeld levendig te houden en te trachten de middelen te vinden om van de twee thans gescheiden helften een samenhangend geheel te ma ken. Tot dusver de Arnhemsehe Courant. Wij zullen wel niet behoeven te verze keren, dat er in het betoog van den Arn- hemschen schrijver wel iets voorkomt, waar wij van harte mee instemmen. Hier den ken wij vooral aan de erkentenis door de Arnhemmer afgelegd, dat in deze verlichte eeuw geen kleine Staat, geen klein volk zeker is van zijn bestaan en dat alleen zij die zich zelf helpen, beschermen en verdedigen kunnen, die genoeg kracht hebben om zich zelfs tegen gewelddadige aanvallen iu hun positie te handhaven, den waarborg bezitten van duurzaamheid. Wanneer nog voor eenige jaren zulk eene betuiging werd opgenomen in een anti liberaal blad, dan kwamen alle liberale pennen in beweging. Men had dan heilig schennis gepleegd aan de eeuw der ver lichting, der beschaving en van den voor uitgang. Eindelijk schijnt de waarheid ook den liberalen te sterk te worden; zij kunnen niet langer ontkennen, dat de beginselen van welke onze eeuw uitgaat tot de omver werping van alle historisch geworden toe standen moet voeren. Meermalen wezen wij er trouwens op, dat er in deze geze gende negentiende eeuw geen vaste grondslag meer gevonden wordt, waarop het recht der volken, zoowel als dat van bizondere personen veilig rusten kan. Het vuistrecht, zoo schreven wij nog voor eenigen tijd, is in een vorm, nog oneindig gevaarlijker dan vroeger, herleefd. geretoucheerd te hebben, liet Wiertz het portret bij den notaris brengen. Maar deze was er hoogst verontwaardigd over, dat de kunstenaar liet met het portretteeren van een man als hij zoo luch tigjes had opgenomen. Zonder poseeren was een man van zijn kracht immers niet te treffen enz. enz. enz. En hij zond het portret met een hoogst onbeleefden brief terug. Met een paar streken veranderde toen de ge niale artist in een oogenblik tijds het geheele portret. Het gelaat liet hij zooals het was, maai de houding maakte hij meer gebogen, de oogen loenscher, de kin puntiger, terwijl hij den ach tergrond veranderde in een steeneu muur met een tralievenster en de tafel met papieren plaats maakte voor een schraag, waaronder een bos stroo, een kruik en een stuk droog brood. Verder schreef hij met groote letters onder het stuk: „In de schuldgevangenis." Toen zond hij het, ter expositie, naar den kunsthandel van Sem Melehior. Heel Brussel bewonderde het stuk, maar geen half uur duurde het of een der vrienden van Von Speek kwam er langs en geen vijf minuten later wist de notaris, dat en hoe hij was ten toongesteld. Onmiddellijk reed hij naar Wiertz, die hem uiterst kalm ontving en zijne dreige- Tegen dat gevaar (ook dat moge door de libertijnen overwogen worden) levert het liberalisme geen beveiliging op. Wil men bet geheel ineenstorten der maatschap pij, der gevestigde instellingen, ook der onafhankelijke Staten voorkomen, dan moet men terug tot de beginselen van een ge zond behoud. Laat ons hopen dat het tijdstip niet meer verre zal zijn, waarop velen, tot hiertoe geschaard onder de vaan van het liberalisme, zich zullen voegen in de gele deren van hen, die het tegen den geest der omverwerping en der ontkenning opne men voor godsdienst, waarheid en recht. Sympathiseeren wij dus met de weeklacht van de Arnhemmer over het teloor gaan van den eerbied voor de heiligste, ook inter nationale, beginselen, wij hebben groot bezwaar tegen haar denkbeelden der innig ste staatsrechtelijke eenheid tusschen Ne derland en België. Met den twee-eenigen Staat door de Arnhemmer begeerdkunnen wij ons niet vereenigen. Ten eerste moeten wij aan den Arnhemschen schrijver opmerken dat er zelfs van geen of- en defensief ver- boud tusschen Nederland en België sprake kan zijn, daar de positie van België en Nederland niet dezelfde is in Europa. De onzijdigheid van België werd door de groote Mogendheden gewaarborgd. Wan neer dus een der Machten België mocht aanvallen, krijgt zij met de andere tractaat- Mogendheden te doen. België is dus niet vrij in zijne bewegingen. Het kan alleen maatregelen nemen om zijn eigen onzijdig heid te verdedigen. Het zou in conflict ge raken met de Machten, welke zijn bestaan en neutraliteit verzekerden, wanneer het zich met Nederland verbond tot gezamen lijke waardeering van onzijdigheid. Men zou dus eerst het tractaat van Londen moeten verbreken, wilde België iu staat komen zich met ons over een gemeen schappelijk militair optreden te verstaan. En het te niet doen van dat verdrag zal nimmer door België worden gevraagd, want op dat tractaat rust geheel zijn be staan, terwijl de Mogendheden elk voor zich beducht dat de bedoeling van dat tractaat-verbreken tegen haar zou zijn ge richt, er wel nooit in zouden toestemmen. Het staat dus vast dat België niet zou kunnen medewerken tot het vormen van den twee-eenigen Staat. Al ware België daar wel toe bevoegd, dan zouden wij er zeer tegen gekant zijn. Zou het denkbeeld menten aanhoorde als waren het loftuitingen. Het eenige wat hij zeide en dat was de waar heid was, dat. Yon Speek hem dadelijk zwart op wit had gemeld, dat een portret, zoo vluchtig neergegooid, immers nooit kon ge lijken. Hoe nijdiger de notaris werd, des te 011 ver- stoorbaarder bleef Wiertz. Toen het slachtoffer hem eindelijk aanbood de 3000 franks te betalen, vroeg hij er 15,000, wegens de aangebrachte veranderingen, en toen Von Speek daarop niet spoedig genoeg toebeet: 30,000 franks. Inderdaad heeft de notaris ten slotte die som voor de schilderij moeten betalen, alleen om haar te huis gekomen te kunnen vertrappen, in reepen te snij den en te verbranden. Wiertz behield 3000 franks voor zich en gaf de rest, 27,000, aan de armen. Brillat-Savarin, de beroemdste autoriteit op het gebied van goeden smaak, voor zooverre de maag betreft, beweert dat de meeste onzer ze delijke hoedanigheden en handelingen van den toestand onzer spijsverteringsorganen afhangen. „Een dik mensch, een goed mensch!" zegt hij; ons toelachen van een Staat te vormen van Vlaamscb-België en Nederland, van een vereeniging, of innige verstandhouding zelfs, met Fransch-België, zouden wij altijd afkeerig blijven. Daarenboven is in België sedert de laatste jaren liet revolutionnair element onrustwekkend in kracht toegeno men. De libre-penseurs voeren aan gene zijde van den Moerdijk den boventoon. Met een volk, waarin ongeloof en revo lutie woelen en woeden, zouden wij in geen geval Nederland ia te intieme relatie willen zien treden. Nog een aantal andere bezwaren zouden wij tegen den twee-eenigen Staat van de Arnhemmer kunnen inbrengen, doch wij gelooven dat het aangevoerde voldoende is, ieder te doen beseffen, dat het plan, waarmede de Arnhemsehe schrijver zoo dweept, staatsrechtelijk verboden en voor ons vaderland practisch niet gewenscht is. De Arnhemsehe Courant boude ons ten slotte nog eene opmerking ten goede Wan neer Nederland en België hadden één di plomatie, één leger, één vloot, waarom zou het dan niet hebben één Vorst? En nu wenschen wij ons niet te scheiden van het grondwettig koningschap, dat in het Huis van Oranje, bij Neêrland3 herstel na de Fransche tirannie, werd gesticht. Alleen dat bezwaar zou heel het Arn hemmer idéé voor ons onaannemelijk maken. Van offlciëele zijde wordt thans het ge rucht bevestigd, dat de Pruisische Regee ring het voornemen niet koestert vooreerst nieuwe kerkelijk-politieke wetsvoorstellen bij den Landdag aanhangig te maken. Door de Pruisische Regeering zijn de autoriteiten herinnerd aan het wenschelijke om de heilzame politie-bepaling te hand haven, dat de herbergen niet voor 8 uur in den morgen mogen geopend worden. Langs dien weg wordt voorkomen, dat de arbeiders reeds voor den aanvang van hun dagtaak bedwelmend vocht gebruiken. Het »beurswezen« zal in Pruisen op nieuw geregeld worden. Men wil Rijks commissarissen van toezicht benoemen, die zullen te waken hebben niet alleen over het toelaten van fondsen aan de beurs, maar ook over de wijze, waarop de beursnoteering plaats heeft. Den 27en Aug. is de onlangs aange kondigde bijeenkomst van Duitsche en Zwitsersche socialisten op het kasteel Wyden en 't is waar dat vele misdaden alleen uit honger bedreven worden. Cesar is (bij Shakespeare) van dezelfde meening en verdenkt „de mannen, die er zoo welgedaan uitzien en 's nachts goed slapen" niet van verraad. Maar Savarin gaat nog verder, en verklaart zelfs de richting van den geest der dichters (die, volgens de meening van anderen, alleen als zij honger hebben den Pegasus goed berijden) uit het vermogen van hunne maag. Wie eeue geede maag hebben, verzekert hij, hellen tot het luimige genre over, wie eene slechte hebben, tot het tragische; tusschen die twee in, staat de dichter van elegieën en idyllen, met eene langzame of trage spijsvertering. Ieder, die met hoofdwerk te doen heeft, zal trouwens moeten bevestigen, dat denken en spijsvertering in om gekeerde verhouding staan. Dat persoonlijke moed ook uit de maag ont staat, dacht die Engelsche generaal toen hij den raad gaf: „Haasten wij ons onze soldaten ten strijde te voeren terwijl zij hun roastbeef nog in hunne maag hebben." En zoo dacht ook die ho veling van Bodewijk XIV, die, toen prins Euge- nius van Savoye Frankrijk benarde, hem toe- wenschte: „Had hij maar acht dagen lang maag- verstoring

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1882 | | pagina 1