N I E IT W E No. 631. Zondag 15 October 1882, 7e Jaargang. Godslasteringen der sociaal- democratie. BUITENLAND. Een toost. 141RLEISCH E ABONNEMENTSFH IJS Per 3 maanden voor Haarlem 0,85 Buiten Haarlem franco per post. 1, Afzonderlijke Nummers 0,06 Dit blad verschjjnt Eiken WOENSDAG en ZATERDAG BUEEAU: St. JansBtraat Haarlem. Men heeft wel eens beweerd dat het socialisme eene besmettelijke ziekte was voor welke wjj, bedaarde Nederlanders, geen voorbestemdheid bezitten. De gedrochtelijke onzin der maatschappij-bestormers zou geen vat hebben op ons nuchter verstand. Wjj zjjn echter steeds van een ander gevoelen geweest. Het kwam ons voor, dat het met de sociaal-democratie zou eraan O geljjk met zoo menig ander bedenkelijk ver schijnsel op staatkundig en godsdienstig gebied, namelijk dat het hier wel later zich zou openbaren, doch in geeneu deele blijven ontbreken. En wat zien wij thans plaats grijpen? Steeds meer woeden en wroeten de socia listen in ons vaderland. Zij prediken open lijk en overal hun dolzinnige leerstellingen. Zonder eenige omwegen richten zij hunne aanvallen op alles wat den Christen, den staatsburger, den mensch heilig en dierbaar is. De vraag rijst nu onwillekeurig: mag en moet dat alles worden geduld? Bestaat er geen strafwetboek meer, waarin verboden wordt om den godsdienst te honen en de onderlinge rust der burgerij te verstoren, den burgervrede in gevaar te brengen? Tot het stellen dier vraag werden wij geleid door het lezen van een libel, dat ons werd toegezonden en waarin de erger lijkste heiligschennis wordt gepleegd aan de Tien Geboden, 't Onze Yader, 't Geloof, 't Ave en 't Gloria. Wij zullen die godslasteringen niet in onze kolommen opnemen, ook al zou het zijn nut kunnen hebben omdat het kon doen zien tot welke heillooze eindpunten men gevoerd wordt als men eenmaal den weg des verderfs opgaat. Vreezende vele kleinen, in den zin van eenvoudigen, te ergeren zullen wij de satansche taal der sociaal-democratie niet in ons blad afdruk ken. De geest die in haar spreekt, zuilen wij wel aanduiden. Van 't begin tot 't einde en alles wat in het libel voorkomt, getuigt van de onchris telijke, goddelooze gevoelens welke den schrijver bezielen. De groote dwaling, die het geheele stuk verpest is de onjuiste voor stelling van het levensdoel. Zoodra het Goddelijk licht niet meer schijnt over onze FE U1LLETON. Op een banket, indertijd te Chicago gegeven door het leger van de Tennessee aan zijn toenma- ligen opperbevelhebber Generaal Grant, behoorde tot de vastgestelde toosteii er ook een op: ade zuigelingen, die ons troosten in onze smart en dus bij ons feestvieren niet vergeten mogen wor den." Een der aanwezigen, wien deze toost was ^opgedragen, sprak bet volgende: „Zoo mag ik bet zien. Wij zijn niet allen ge neraals geweest, of dichters, of staatslieden, maal ais we met de toosten aan de zuigelingen ge komen zijn, dan staan wij op algemeen grond gebied. 't Is schande, dat duizend jaren lang de zuigeling op de feesten is „geïgnoreerd," alsof hij niets beteekende. Denk een oogenblik na zie eens een vijftig, honderd jaren terug, naar uw eigen eerste huwelijksleven, haal u uw eer steling voor den geest en ge zult u herinneren, dat hij wèl iets beteekende, en heel wat! Gij krijgslieden, weet het wel, dat toen dit kereltje in uw huiselijk hoofdkwartier gekomen was, gij uw gezag moest neerleggen. Hij nam het commando geheel over. Gij werdt zijn lakei, zijn lijftrawant, en ge moest u duchtig weren ook. Hij was geen commandant die zich wat inschik kelijk betoonde met het oog op tijd, afstand, weder of iets anders. Gij moest zijn bevelen uit voeren, of het mogelijk was of niet. Voor hem aardsche toestanden, wordt alles dadelijk in een valsch licht gesteld; men ziet onrecht en verwarring, waar toch werkelijk, als het aardsche overstraald wordt door den glans des Hemels, heilig recht en de hoogste orde valt waar te nemen. Het hoofdthema der sociaal-democratie is altijd: er kan geen almachtig God be staan, want ware Hij er, dan zou geen ongeluk, geen ramp, geen gebrek in de wereld zijn, dan zou de rechtvaardige altijd gezegend, de onrechtvaardige altijd gestraft worden. Reeds de groote Job tobde zich af over het raadsel van leven en lot; hij werd tot twijfel vervoerd, en alleen door de Godde lijke genade gered, die hem door de duis ternis geleidde tot het eeuwige licht. De godiieloozen hebben geen begrip van 't denkbeeld van loutering. Het behaagt den genadigen God de zielen der recht vaardigen reeds hier op aarde te louteren; daartoe moeten al de beproevingen des levens strekken. De armen worden gelou terd, beproetd in dit leven, maar in de eeuwigheid wacht hun, zoo zij geloofden in den Gekruiste eu de gebodeu zijner Kerk volbrachten, het heerlijkst loon. Rijkdom is dikwerf veeleer een gevaar dan een voorrecht; de Zaligmaker heeft dat uit drukkelijk verklaard toen Hij sprak, dat het lichter was dat een kemel gaat door het oog eener naald, dan een rijke in het koninkrijk der Hemelen. In die Goddelijke uitspraak legde de hoogste Heilleeraar de waarheid ter neer »dat bet bezit van aard sche schatten maar al te vaak het hart aftrekt van God, om het te hechten aan de aarde. De arme wordt door het bewust zijn van zijne afhankelijkheid, door den drang der innigste behoefte, gebracht voor den Troon der Barmhartigheid. In de ge wijde bladen lezen wij, tot troost van alle misdeelden en behoeftigen, dat de arme Lazarus in Abrahams schoot werd gedra gen, terwijl de rijke man, niet omdat hij rijk was, maar wijl hij in zijn rijkdom God vergat,zijn oogen opsloeg zijnde in de pijnen.Zoo valt in de duisternis der armoede het licht van Gods genade en vertroosting. Helaas! van die waarheid willen de soci aal-democraten, in hun jammerlijke ver blindheid, niets weten. En diezelfde ver blinding brengt hen er ook toe om steeds bestond er maar één soort van marsch, en dat was de looppas. Hij behandelde u onbeschaamd en minachtend, op allerlei manieren, en de dapperste onder u durfde er geen woord tegen zeggen. Ge hebt in menig heet gevecht den dood in het aange zicht gezien en voor eiken slag een teruggegeven; maar als hij in uw haard greep, aan uw haar trok of uw neus te pakken nam, moest ge u dat maar laten welgevallen. Bij het gedonder dei- kanonnen ruktet ge met vasten tred op de bat terijen aan, maar wanneer hij zijn geducht krijgs geschreeuw aanhief, dan liept gij den anderen kant op, en waart dolblij als ge hem kondt ont- loopen. Wanneer hij om zijn stroopje riep, hebt ge het dan ooit gewaagd een aanmerking te maken omtrent diensten, die niet pasten voor een heer en een officier? Neen, ge stondt op, en gingt het halen. Als er pap gewarmd moest worden, hebt ge dan tegengeprutteld? Neen, ge zijt ze dadelijk gaan warmen, en ge zijt zelfs in uw dienstijver zoover gegaan van het warme, flauwe goed te proeven, om te zien of het in orde was. Eu als de kleiue een wandeling wilde doen, op zijn gewonen tijd, twee uur in den nacht, zijt ge dan niet dadelijk opgestaan, om met een uit drukking, die niet bepaald stichtelijk te noemen was te betuigen, dat ge dit juist wildet voorstel len? O, ge waart goed gedrild, en als ge de kamer op en neer liept in uw nacht-uniform, dan spraakt ge niet alleen onsamenhangende kleine kinde- renpraat, maar poogdet zelfs met uw krijgs- in de patroons, de werkgevers, uitzuigers te zien. Als men niet langer gelooft in een be stuur van God over de lotgevallen der menschen, als men in het verschil van lotsbedeeling geen daad van hemelsche wijsheid ziet, dan murmureert men tegen het feit, dat er machten boven ons gesteld zijn. Alle meusclien willen dan heerschen, in plaats van gehoorzamen. Daar zit nu juist het groote gebrek vaii onzen tijd. Gehoorzaamheid en tucht, zij worden als de pestziekte gevreesd. Toch eisehen de geboden Gods van ons, dat wij zullen huigen voor hooger, eu dat waar het menschen geldt, niet als slaven, maal ais vrije mannen, die weten en gelooven, dat die tijdelijke onderdanigheid moet mede werken aan ons eeuwig welzijn. Daarenboven, hoe dikwerf misleidt ook niet in deze zaak de schijn. Hoevele pa troons zouden wenschen hun werklieden, in betrekkelijke onbezorgdheid voor den dag van lieden en morgen gelijk te zijn. 't Is alles waarlijk geen goud wat er blinkt in het huis en bart des werkgevers. Doch al ware hun lot zoo in alle opzichten be nijdenswaard als 't voorkomt, dan nog zou niemand hun voorspoed mogen begeeren, gelijk God in zijn heilige wet verboden heeft. Wraken wij dus de sociaal-democratie omdat zij afwijkt van Gods wet en van het Evangelie, wij willen daarmee niet zeggen, dat wij niet oordeelen dat er nog niet veel goeds voor den werkenden stand kan worden verricht. Vele instellingen zouden nog in 't leven zijn te roepen, die in den toestand voor den arbeider een gewenschte verandering zoudeu kunnen brengen. Ook der doodenue concurrentie zou, door beschermende maatregelen van regeerings- wege te nemen, hoogst vermoedelijk een heilzameu wederstand kunnen worden ge boden. Alles wat men doen kan om het lot van den minder bedeelde te verzachten, juichen wij toe, zouden wij gaarne met alle krachten ondersteunen. Doch de werk lieden zeiven moeten niet in revolutiemaken, in godverzaking, in kerkbespotting hun heil zoeken. Dan zal er zeker geen blijven- den zegen op hun streven kunnen rusten. Wij geven daarom den raad aan alle mansstem te zingen van „slaap, kindje slaap!" Welk een schouwspel voor een leger van de Tennessee! En wat een verdriet voor de buren ook; want niet iedereen in den omtrek van een mijl hoorde gaarne militaire muziek om drie uur in den morgen. Eu als ge zoo een uur of wat bezig waart geweest, en het kleine vlaskopje te kennen gaf, dat het in niets zooveel schik had dan in beweging en leven, wat deed ge clan? („ga voort!") Dan gingt ge voort, totdat ge er haast bij neervielt. En dan zou men willen zeggen, dat een zui geling niets beteekende! Wel, één zuigeling is genoeg om het geliede huis op stelten te doen staan en geeft meer te doen dan het geheele departement van biunenlandsche zaken kan af handelen. Hij is ondernemend, ontembaar, en geneigd alle wetten met voeten te treden. Ja het werd hoog tijd, dat een ceremonie meester het gewicht van de zuigelingen erkende. Denk eens, wat er in voorraad is voor den oogst! Over vijftig jaren zullen wij allen dood zijn, denk ik, en dan zal deze vlag, als zij nog bestaat wat wij natuurlijk hopen) wapperen boven een re publiek van 200 millioen zielen, volgens de wetten der vermeerdering van onze bevolking. Ons te genwoordig schip van staat zal een politiek zee monster, een Great Eastern geworden zijn. De kinderen, die nu in de wieg liggen, zullen dan op het dek zijn. Laat hen dan goed opgeleid wezen, want wij hebben heel wat aan hunne handen over te laten. Onder de drie of vier werkliedeu, om zich niet in te laten met goddelooze lieden als van wie het libel dat wij brandmerkten, afkomstig is. Hij die God vreest, zal het, ook in den werk kring van arbeider, niet aan welvaart ont breken en als beproevingen over hem komen, zal hij kracht ontvangen naar kruis. God die slaat, zal te zijner tijd ook heelen. Ons laatste woord over dit onderwerp, is een terugkeeren tot onzen aanvang. Wij vragen nogmaals, ziende op de be wuste spotternijen, mag de overheid dulden, dat al wat heilig is door het slijk gesleept eu geheel de maatschappelijke orde eu or dening ondermijnd worden? Wat ons betreft, wij gelooven zeer stellig van neen. De Minister vau Justitie moge over dit vraagstuk zeer ernstig nadenken. De gewezen keizerin der Franschen, die eenigen tijd op het kasteel van den hertog de Monchy heeft doorgebracht, is van daar naar Engeland teruggekeerd. Op verscheidene punten zijn te Mont- ceau-les-Mines plakkaten aangeplakt met bedreigingen van brandstichting. Woens dag-nacht zijn twee dynamietschoten ge lost tegen het huis van een meesterknecht. Er is materiëele schade toegebracht, doch niemand is gewond. Te Bordeaux wil men eene nieuwe expe ditie uitrusten naar midden Afrika, afge scheiden van die van dr. Bayol. Zij moet strekkeu om een Frausche kolonie te stich ten in de nabijheid van Timbo en de kleine Franscke kolonie Assinie in verbinding te brengen met Frankrijks bezittingen aan den Senegal Twee-en-dertig Europeanen zijn met een Oosteurijksche stoomboot te Alexandrië gekomen om dienst te nemen in de Egyp tische gendarmerie. Ingeschreven zijn daar voor reeds 381 personen. Drie kolonels, bekoorende tot het leger korps van Mustapha-Zeen, eu beschuldigd van medeplichtigheid aan de gebeurtenissen van 11 Juni, zijn in het binnenland ge vangen genomen en naar Alexandrië gevoerd. Baker-Pacha, die reeds te Kaïro aan het werk is getogen, verzekert, dat er een jaar noodig zal zijn om het Egyptische leger millioenen wiegen, die nu in het land geschom meld worden, zijn er, die ons volk eeuwenlang als gewijde voorwerpen zou bewaren, als wij konden weten, van wie zij geweest zijn. In een van die wiegjes ligt de onbewuste Earragut der toekomst tanden te krijgen; in een ander tuurt de toekomstige beroemde sterre- kundige naar den blinkenden Melkweg met niet meer dan flauwe belangstelling. In nog een ander houdt de toekomstige president zich bezig met geen diepzinniger vraagstuk dan waar zijn haar reeds zoo vroeg gebleven is; en in een breede rij van andere wiegen liggen een 60,000 tal toe komstige postjes-begeerige sollicitanten, die hem eens gelegenheid zullen geven om zich voor de tweede maal met die oude vraag bezig te houden. Ook ligt er in een van (tie wiegjes ergens onder de vlag, de toekomstige roemrijke opper bevelhebber van de Amerikaansche legers; en hij is zoo weinig bezwaard door de grootheid en de verantwoording die hem te wachten staan, dat hij op het oogenblik al zijn strategisch talent gebruikt om te trachten een manier te vinden om zijn grooten teen in zijn mond te steken. Aan die pogingen, wij kunnen het met alle respect veronderstellen, heeft onze geëerde gast van heden-avond op zijn beurt, zes en vijftig jaren geleden, al zijn aandacht gewijd; en als het kind een profetie van den man is, dan zijn er zeker maar zeer weinigen die twijfelen of hij er in geslaagd is." JlfMAlSClEMMtn: AGHTE MA NON AGITATE. PRIJS DER ADVERTENTIEN Van 16 regels.30 Cents Elke regel meer5 Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant. Advertentiën worden uiterlijk Dinsdag- en Vrijdag avond voor 6 uur ingewacht. Uitgevers KÜPPERS L A U R E Y.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1882 | | pagina 1