NIEUWE
No. 635.
Zondag 29 October 1882.
7e Jaargang.
De onderwijsquaestie.
BUITENLAND.
rjgj,.
«HE
mmim
ABONNEMENTSPRIJS
Per 3 maanden voor Haarlem j 0,85
Buiten Haarlem franco per post. 1,
Afzonderlijke Nummers 0,06
Dit blad verschijnt
Eiken WOENSDAG en ZATERDAG.
BUEEAÏÏ: St. Jansstraat Haarlem.
A INT
AGITE MA NON AGITATE.
PBIJS DER ADVERTENTIÉN
Van 16 regels.30 Cents
Elke regel meer5
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant
Advertentiën worden uiterlijk Dinsdag- en Vrijdag
avond voor 6 uur ingewacht.
Uitgevers K P P E R S EAUREY.
Wegens den Feestdag van Allerheiligen zal
het volgende nummer dezer Courant een dag vroeger
verschijnen.
Door den Minister Pijnacker Hordijk
werd onlangs een onderwijs-ideaal ont
wikkeld. Hij gaf namelijk te kennen dat
het streven daarheen gericht moest zijn om
het bizonder ouderwijs het onderwijs te doen
worden. Alles moest ten slotte aan het
particulier initiatief worden overgelaten.
In de gegeven omstandigheden hebben
wij niet alleen vrede met de iniuisteriëele
uitspfaak, doch we gaan zelfs verder en
achten haar een veelbelovende verklaring
met het oog op de toekomst. Die inge
nomenheid kan noch mag ons evenwel
weerhouden enkele bedenkingen tegen het
stelsel, als theorie, in te brengen.
De Staat of de overheid behoort eigenlijk
te voorzien in de behoefte des volks aan
onderwijs. Dat is recht, dat is plicht. Als
Thorbecke gewaagde van het particuliere
initiatief, waaraan men zooveel mogelijk
moet overlaten, dan heeft hij daarbij, naar
onze opvatting, niet het oog gehad op het
onderwijs.Wij zouden daarom wel eens willen
weten, wat wel tot de roeping van den
Staat behoort, wanneer het niet het volks-
onderricht zou wezen, 't Hangt er maar
van af, wat men onder 't begrip van Staat
wil verstaan hebber..
Denkt men zich bij Staat niet een his
torisch geworden volk, dat zijn eigenaar
dige traditiëu, behoeften en wenschen heeft
met een aangewezen stamhoofd hetwelk
P5 7
de heerschappij er over uitoefent, dan zal
het onderwijs wel in staatsbandeu behoo-
ren. Maar dau zal ook dat onderwijs zóo
moeten gegeven worden, dat de kinderen
des volks gerust naar de staatsschool kunnen
gezouden worden.
De Staat (of de overheid) zullen boven
en voor alles moeten letten op de gods
dienstige richting der bevolking. Doen zich
daarin twee hoofdstroomingen voor, gelijk
b. v. in Nederland, dau moet ook de school
jeugd worden gesplitst en alzoo voor elk
der twee hoofdrichtingen afzonderlijke scho
len verrijzen. Alleen in die kleine gemeen
ten, waar het stichten van twee scholen
eene dwaasheid zou kunnen beeten, zou
men de kinderen bijeen kunnen houden,
doch dan onder volkomen waarborg eener
strikte neutraliteit, opdat de school niet
afbreke, wat het huisgezin tracht op te
bouwen.
FE U1LLETON.
Een edele daad.
Vervolg
Hij haalde diep adem en begon langzaam en
onzeker: „Ik heb Max meermalen aan de speel
tafel gezien en ik vrees.
Ik weet, hoe moeilijk het u valt, dat alles
van uw vriend te moeten zeggen," viel zij hem
vriendelijk in de rede, „en dat gij het evenwel
doet, is mij een bewijs van uwe oprechte en
goede bedoelingen, waarvoor ik u eeuwig dank
baar zal zijn; maar Max heeft mij met zijne be
wonderenswaardige openhartigheid al zijn gebreken
en hartstochten zelf bekend, en dat is n ij de
zekerste waarborg voor zijn door en door edel
karakter. Hij heeft mij gezegd," ging zij met
een zegevierenden lach voort, terwijl hare oogen
begonnen te schitteren, „dat ik alleen in staat
ben, hem op den goeden weg te brengen, dat
hij zonder mijne liefde voor altijd verloren is, en
zelfs wanneer ik Max niet zoo onuitputtelijk lief
had, zou ik mij al gelukkig achten, zulk een
goedhartig mensch voor het afwijken van den
goeden weg bewaard te hebben."
De confessioneele school is mitsdien ons
wezenlijk ideaal. Maar wij weten dat het
thans niet voor verwezenlijking vatbaar is.
De moderne Staat vertegenwoordigt
het begrip der godsdienstloosheid, welke
in de taal van onzen tijd, neutraliteit wordt
geheeten. Neutraal te zijn tegenover de
hoogste levensvragen voor menschheid en
mensch, dat is dus de hoogste en diepste
moderne wijsheidNu weten wij precies
wat die onzijdigheid te beteekenen heeft.
Hetgeen men onzijdigheid noemt is niets
anders dan de meest onverholen vijandig
heid.
Het Geloof raakt men niet, zoo spreekt
de moderne Staat, maar terzelfder tijd
tracht hij het Geloof in het hart te raken.
Den modernen Staat mag daarom liet onder
wijs niet worden toevertrouwd.
Op dien grond kunnen wij in de betui
ging van Minister Hordijk berusten, al doet
het ons leed, dat wij in die noodwendig
heid ons schikken moeten. Dat ons neder-
leggen bij een totstand, welke toch niet
normaal kan genoemd worden, moet echter
niet zoo worden verstaan, dat wij daardoor
den Staat zouden ontheven achten van zijn
onderwijsplicht.
Hier komen wij dus aan een belangrijke
reserve, die wij ten aanzien van het onder
wijsideaal-Hordijk moeten maken.
Wanneer toch de Minister van Biunen-
landsche Zaken bedoelde, dat de Staat in
elk opzicht aan het onderwijs vreemd moet
blijven, dan gaau wij daarin niet met hem
mee. Volgens ons standpunt blijft de plicht
van den Staat om aan de kinderen vau de
Natie, voor wier onderwijs niet door hun
ouders kan worden betaald, kosteloos onder
wijs te doen verstrekken.
De moderne Staat in ziju vijandigheid
tegenover den godsdienst, kan zich niet
meer van die taak kwijten, daar liij dan
in conflict geraakt met de gewetens der
burgers; Het moet dus aan de godsdien
stige vrienden van de volksbeschaving wor
den overgelaten, om te doen hetgeen eigen
lijk des Staats is. Dat gedeelte van de
roeping van den Staat op zich nemende,
moet de Staat hun die zich daartoe aan
bieden, ook de gelden daartoe uitkeercn,
die hij, zoo hij zijn taak volbracht, zou
moeten besteden.
't Is ons volmaakt onverschillig of men
de uitkeering met den naam van restitutie
of subsidiestelsel betitelt. Wij strijden niet
voor woorden of leuzen, maar voor beginselen
en voor het recht voor allen. En nu ishetouge-
Nu eerst stond Hartung op: „gij vergeeft mij
dus? Gij miskent mij niet?" begon hij met een
bewogen stem en zag vragende het meisje aan.
Ottilie trachtte opnieuw zijn bedenken door de
verzekering te doen verdwijnen, dat haar juist
zijn waarschuwing een waar bewijs van zijne
vriendschappelijke gevoelens wa9. Hij scheen
daardoor een weinig gerust gesteld. „Mocht gij
gelukkig zijn, ik wensch het oprecht leef wel!"
zride hij innig aangedaan, want het was met
zijn zelfheheersching bijna ten einde; haastig greep
hij naar zijn hoed en zonder zich nog eenmaal
om te keeren, ronder nog eenmaal het meisje
aan te zien, verliet hij met gebogen hoofd dc
kamer en liep opgewonden over de straat, dat
met zijn anders zoo kalm en bedaard handelen
in zeldzame tegenspraak was.
Vier weken later vierden Max Tannberg en
Ottilie Becker in alle stilte hun bruiloft. De
bruidegom zou wel gaarne bij die gelegenheid
een vroolijk feest gevierd hebben, maar Ottilie
was er op gesteld, dat de plechtigheid in stilte
zou plaats hebben, en hij, met de hem eigen
toegevendheid, voegde zich naar haar wil. Herman
Hartung was wel op de bruiloft genoodigd ge
worden, maar was niet verschenen. Hij had echter
een prachtig huwelijksgeschenk gezonden.
twijfeld een groot onrecht als de Staat,
onmachtig om aan de werkelijke onder
wijsbehoeften des volks te voldoen, zou
weigeren hun tegemoet te komen, die op
zich namen, wat de Staat behoorde te ver
richten.
»Ge dwaalt,zoo hooren wij ons toe
roepen van de zijde der Staatsonderwijs-
mannen, »de Staat kan en wil onderwijs
geven, maar gij, geloovige Christenen,
weigert het aan te nemen. Daarin zijt ge
vrij, doch dau moet gij ook de uitgaven
zelveu betalen, die uw onderwijs vordert.
Tegen die redeneering komen wij in
verzet. Onze afkeer van het Staatsonder
wijs is geen nuk, maar een getuigenis des
gevoelens. Volgens ons geweten moet een
ouderwijs, waarvan het godsdienstig onder
richt het grootste element uitmaakt, zijn:
hoogste kracht en bezieling. Het verstand
moet op de school worden ontwikkeld,
maar ook het gevoel, het gemoed worden
bestuurd, geleid en geheiligd. Dat heeten
wij een onafwijsbare eisch van het Chris
telijk besef, die niet onvervuld mag blijven
eu waarop de Staat, als hi] nog was hetgeen
hij van historisch standpunt behoort te zijn,
ook wel degelijk letten zou.
Thans hebben wij geen staat meer in
den historischen geest; wij hebben een soort
van Gouvernementen, welke ondanks zelfs
den monarchaleu vorm, zich oplossen in
een omzetten van den wil der tijdelijke
meerderheden in de parlementen, in wetten
en besluiten.
Tegenover zulk een Staat verklaart de
r>
geloovige bevolkingwij willen van uw
onderwijs niet gediend zijn, wij willen zelf
voor 't onderwijs onzer kinderen zorgen.
Dat doende hebben de geloovige burgers
dau ook een onbetwistbaar recht op gel-
delijken steun voor het bizonder onderwijs.
Wanneer voor het geld van alien niet
allen worden gebaat met betrekking tot
eene zaak, waarbij alleu belang hebbeu,
dan geschiedt een onrecht, zoo groot dat
geen burger daarin berusten kan.
O O
Onze onderwijsstrijd geldt dus het ver
krijgen van recht voor de meerderheid
des volks, als men het volk achter de
kiezers in deze zaak, naar billijkheid, me
dereken t.
In het zuiden van Frankrijk gaan de
anarchisten voort met schrik te versprei
den. Te Montpellier sprongen dynamiet-
De vrienden waren in dezelfde bankzaak werk
zaam, maar wanneer de werkzaamheden afgeloopen
waren, verkeerden zij niet meer zoo als vroeger
met elkander.
Max had in de eerste tijden den ouden con
frater bij zich uitgenoodigd, maar daar deze altijd
nieuwe uitvluchten vond om voor die bezoeken
te bedanken, had hij eindelijk zijne uitnoodigingen
gestaakt.
Herman was buitendien zeer veranderd.
Hij was wel nooit een gezellig prater geweest;
maar nu scheen hij alleen voor het kantoor te
leven en tot een volslagen schrijfpen uit te drogen.
Twee jaren waren voor de jongehnwden gelukkig
en aangenaam voorbijgegaan. De angstige voorge
voelens van Herman hadden zich niet verwezen
lijkt. Max bleef met bewonderenswaardige wils
kracht aan zijn eed getrouw, hij bezocht geen
publieke lokalen, leefde alleen voor zijn huisge
zin en gevoelde zich recht gelukkig in het bezit
van zijn schoon en zachtmoedig vrouwtje en van
den knaap, dien Ottilie hem geschonken had en
die nu al zonder hulp, hoewel met wankelende
schreden, hem tegemoet huppelde, wanneer hij
van zijn bureau te huis kwam.
De zon van vreugde en geluk bescheen hun
levensweg.
bommen en te St. Etienne kreeg een kof
fiehuishouder namens de ontevredenen
(»afdeeling voor de ontploffingen« was er
bijgevoegd), aanzegging, dat men zijn eta
blissement zou doen verdwijnen, wanneer
hij langer de vetgemeste bloedzuigers-ka
pitalisten daar ontvangt. In dergelijke
omschrijvende aanduidingen zijn de anar
chisten ver. Zoo is »strooper uit de Jura«
een naam, die aan den President der Re
publiek wordt gegeven, met zinspeling op
diens bekende liefhebberij voor de jacht.
Volgens den Lyonschen Salut public
zijn aan het station eenige kisten met
dynamiet gevonden, die er al drie maanden
bleken gestaan te hebben.
In den jongsten Ministerraad heeft men
zich ernstig met deze bedenkelijke ver
schijnselen beziggehouden.
De uitspraak over de beklaagden, die
thans voor het hof van assises te Clni-
lon-sur-Saone terechtstaan, is uitgesteld tot
de nieuwe zitting der jury, wegens bedrei
gingen tegen de thans fungeerende ge
zworenen.
De Gambettistisclie Paris verzekert dat
de regeering alle draden eener wijd ver
takte samenzwering in handen heeft. Geheel
Frankrijk is door de samenzweerders
verdeeld in een districten ver band.
Men heeft bewijzen dat prins Krapotkine,
't voornaamste hoofd der Russische nihi
listen, de hand heeft gehad in het oproer
te Montceau. Eenige vau de voornaamste
raddraaiers zijn thans gevangen genomen.
In het Hoogerhuis zeide Granville
in antwoord aan Salisbury, dat hij slechts
kan mededeelen, dat het plan der Regee
ring is den Khedive als hoofd des Staats
in Egypte te handhaven.
De limes zegt dat het eindresultaat der
reorganisatie van Egypte waarschijnlijk
eerder een beperking dau een uitbreiding
van Turkije's gezag -over Egypte zal zijn.
De Times verneemt dat de Britsche re-
geeri'ng aan Frankrijk heeft te kennen
gegeven, dat zij geen bezwaar maakt tegen
de afschaffing der capitulaties en instelling
van Fransche rechtbanken te Tunis, maar
dat zij geen belemmering van den Engel-
schen haudel met Tunis zou dulden.
Arabi maakt zijn verdediging gereed,
en het getal getuigen a décharge., die uit
Koustantinopel verwacht worden, neemt
toe. De Egyptische Regeering is volstrekt
niet voornemens, welke pogingen de Porte
ook moge aanwenden, van het proces af
te zien.
Het jonge echtpaar leefde wel is waar een
voudig en bescheiden, want het salaris van Tann
berg was niet te groot; Ottilie echter wist be
wonderenswaardig in hare kleine huishouding alles
zoo genoeglijk en behagelijk in te richten, dat de
jonge boekhouder niets ontbeerde en aan zijne
schoone beminnenswaardige echtgenoote zoo me
nigmaal met volkomen overtuiging verzekerde,
dat hij niemand om zijn glans en weelde benijden
kon.
Toen kwam er een tijd, dat vele nieuwe bank
zaken werden opgericht, en die tijd verstoorde
ook den vrede van dit waarlijk gelukkige echt
paar.... Het was alsof Eortuna zich ook plotse
ling den armen boekhouder herinnerde en hem
met hare verrassende gaven wilde overladen.
Door het ontstaan van allerlei banken, die als
paddestoelen uit den grond verrezen, kon men
geene boekhouders genoeg vinden. Jonge, oner
varen menschen werden zelfs zonder bedenken de
zwaarste en verantwoordelijkste betrekkingen toe
vertrouwd en groote salarissen gegeven, want er was
gebrek aan menschen.
Ook Max Tannberg bekwam een eerste kas
siersplaats bij een nieuw opgerichte bank met
een salaris van zes duizend gulden cn een aan
deel in de winst. (Wordt vervolgd