N I E U W E
No. 648.
Donderdag 14 December 1882.
7e Jaargang
Een brutale bewering.
BU1TENLAN d!
SfisÈ
Eene misdaad.
hurl mem
ABONNEMENTSFBIJS
Per 3 maanden voor Haarlem 0,85
Buiten Haarlem franco per post. 1,
Afzonderlijke Nummers 0,06
Dit blad verschijnt
Eiken WOENSDAG en ZATERDAG
B TJ B. E A XJSt. Jansstraat Haarlem.
AGITE MA HON AGITATE.
PRIJS DER ADVEBTENTIÈN
Van 16 regels30 Cents.
Elke regel meer5
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant.
Adverteutiën worden uiterlijk Dinsdag- en Vrijdag
avond voor 6 uur ingewacht.
Uitgevers KÜPPERS LAUKET.
Sinds elf eeuwen regeerde de Pau3, de
redder van Italië, te Rome, als onafhan
kelijk Souverein, als een vrij opperhoofd
van een Staat, dien, zoo als Napoleon I zelfs
getuigde, de eeuwen hem met recht hadden
verschaft. Vreemde veroveraars hebben
gepoogd hem te berooven, ruwe gewelde
naars hebben hem voortgesleurd, opdat hij
ver van Rome zijn graf mocht vinden,
doch Europa, ja de gansche wereld, heeft
hem steeds als wettig Souverein met alle
rechten erkent en ten allen tjjde degenen
als overweldigers beschouwd, die hem zijne
Staten ontnamen. En toen Gods gerech
tigheid in onze eeuw de troon omverwierp
van den grooten overweldiger en diens ge
slacht verstrooide, verheugde zich de wereld
over den ondergang van den vervolger van
Pius VII.
Aan hen, die met kinderlijke genegen
heid als trouwe aanhangers van het Katho
lieke Geloof, met koninklijke loyaliteit naar
Rome waren gekomen, bleef het voorbe
houden, de vrijheid en onafhankelijkheid
des Pausen te miskennen, hem zelfs de
heerschappij te ontzeggen in het eenige
hem overgebleven paleis en hem toe te
roepen: gij zijt noch koning, noch gebie
der, gij zijt slechts de gast van Italië.
Hetzelfde Italië dat te Rome kwam met
den eed: »nooit en van niemand de minste
beleediging of beschimping der Kerk en
hare dienaren te dulden,(circulaire van
den Minister Raeli aan de Bisschoppen)
bereidt thans, nadat het de goederen aan
de Kerk heeft ontnomen, de kloosterlingen
verjaagd, de bespotting van elke geloofszaak
heeft beschermd, aan het Opperhoofd van
ruim tweehonderd millioen Katholieken de
grootste beleediging, door op de laagste
wjjze te beweren dat de Paus zelfs geen ge
bieder is in het Vaticaan, doch slechts een
getolereerd gast van dengene, die hem dage
lijks bestrijdt en beleedigt, nadat hij hem
heeft beroofd en gevangen gezet.
Rome was door de Voorzienigheid be
stemd als de heilige stad, waar de Opvolger
troont van den grooten Petrus; de grootste
denkers van Italië, wier geloof en leer ons
door Dante in zijne onsterfelijke verzen
worden geschilderd, wezen reeds op Rome
als den zetel van den Paus. Rome was
FE U1LLETON.
Vervolg.)
„Niets," antwoordde ik, „dan hetgeen de
bediende mij zeide; dat liij gezocht wordt."
„Sedert een uur wordt hij vruchteloos ge
zocht."
„Hij is zeker door het heerlijke weer verleid
geworden, om zijne wandeling verder uit te
strekken,"
„Neen, neen!" riep zij. „Dat is het niet. Er
heeft een ongeluk plaats gehad."
„Welk ongeluk?"
Zij wilde mij iets zeggen. Zij zweeg en
wendde zich blijkbaar radeloos van mij af.
„Mevrouw," hernam ik, „deel mij mede wat
er gebeurd is, vertrouw mij de oorzaak van
uwe droefheid."
Zij bedekte haar gelaat met hare handen.
„Gij zijt verplicht mevrouw, het mij mede te
deelen. Ik ben Holberg's oudste vriend; ik ben
ook uw vriend."
Zij schudde het hoofd. Eindelijk keerde
zij zich tot mij; haar gelaat was doodsbleek. Zij
zag mij wanhopig en hulpzoekend aan. Zij had
nog geen besluit genomen.
„Laat ons met bedaardheid spreken," hernam
ik, mij naast haar zettende, „laat ons bedaard
overleggen. Deel mij onverholen mede wat hier
gebeurd is.//
Zij antwoordde niet.
en is onafscheidelijk met den Paus ver
bonden; toch heeft een orgaan van het
nieuwe Italië dat zich waarschijnlijk
uit ironie 11 diritto (het recht) betitelt,
de brutaliteit te verklaren dat in datzelfde
Rome, hetwelk de eeuwen voor den Paus
bereidden, dat gedurende eeuwen voorden
Paus bewaard bleef, hetwelk bijna identiek
met den Paus is, het Opperhoofd der Ka
tholieke Kerk slechts als gast verblijf houdt.
Wie anders dan de Paus onderhield, ver
fraaide en bouwde Rome andermaal op.
Zonder Paus was de Tiberstad sinds lang
eene treurige ruïne, evenals Persepolis en
Ninive, een gehucht als Jerusalem en Sparta,
eene sage als BabyloD. En de tweede
grondvester van Rome zou een gast in
Rome zijn?
Rome zou door Attilla verwoest, dooi
de Barbaren verbrand, door de Byzantijnen
verkocht, onderdrukt, vertrapt zijn gewor
den. Het werd echter gered door de Pausen
en Rome erkende zulks; onder de bescher
ming der Pausen stoud het weder op, kwam
het weder tot een nieuw leven. En Rome,
door de Pausen opnieuw hersteld, voor de
Pausen door het bloed der Katholieke
Italianen behouden, is thans niet meer in
het bezit van het Opperhoofd der Katho
lieke Kerk, het is zelfs zoover gekomen,
dat men openlijk durft decreteeren dat de
Paus niet als vader, niet als souverein,
niet als een vrij en onafhankelijk Opper
hoofd der Katholieken te Rome verblijf
houdt, maar als gast. En waarom? Omdat
er na elf eeuwen eener wettige heerschappij
op zekeren dag iemand kwam, »met kin
derlijke genegenheid,gesteund door onge-
loovigen en samenzweerders, die door middel
van kanonnen de Porta Pia verbrijzelde,
met akóninlijke loyaliteit* de stad bezette,
er een hoop bandieten in vestigde, die de
gansche stad met wapenen vulde en toen
aan de Romeinen vroeg, of zij de nieuwe
Regeering wilden erkennen, en die, nadat
hij een toestemmend antwoord had ont
vangen, met dit antwoord elf eeuwen van
recht, traditie en roem uitwischte en met
één slag alles afsneed door zich tus-
schen den Paus en de Romeinen te plaatsen
en Rome te ontdoen van de majesteit en
waardigheid eener hoofdstad der Katho
lieke wereld. Maatschappelijke verorde
ningen, volkskarakter, aard en wijze
„Wat voert u hier?" vroeg zij met eene
bevende stem. „Zoo onverwacht, midden in den
nacht?"
„Dat zal ik u later wel mededeeleu."
„Waarom nu niet? Wien betreft het?"
„Het betreft noch uw echtgenoot, noch iemand
der uwen. Stel u te dien opzichte volkomen
gerust. Verhaal mij thans wat u zoo angstig
heeft gemaakt."
Eindelijk ving zij aan: „Het is u bekend,
dat ik met de kinderen reeds sinds eenige we
ken hier hen. Holberg komt nu en dan huiten.
Hij kwam heden nog doch ik vergis mij,
want wij hebben reeds weder een nieuwen dag
hij kwam gisteren avond. Hij was zeer stil en
somber gedrukt. Op mijne vragen, wat hem
deerde, antwoordde hij in onbepaalde uitdruk
kingen van onaangename handelszaken. Daarna
werd hij spraakzamer. Dewijl we gezelschap
hadden, en om de kinderen een vroolijken avond
te schenken, had hij aan een troep koorddansers
en goochelaars vergund, om op het slot eene
voorstelling te geven. Daarom was hij zelf
gekomen om tegenwoordig te zijn, opdat niets
de vreugde zoude verstoren. Er heerschte bij
de kunstvertooningen eene algemeene vreugde
en genoegen. Daar kwam nog laat in den avond
de heer Jonas. Kent gij hem?"
„Ik ken hem," antwoordde ik.
„Maar, had Holberg u de komst van den
Amerikaan niet vooraf bericht?"
„Neen. Verwondert u dat?"
der Regeering, alles werd veranderd, alles,
zelfs de religieuze eenheid, die men door
krenkende maatregelen tegeu de Katholie
ken, trachtte te verderven. En als antwoord
op allo protesten der Romeinen, als ant
woord aan de elfduizend hoofden van huis
gezinnen, die getrouw wenschten te blijven
aan den Paus, als antwoord aan de mil-
lioenen Italianen, welke zijne rechten willen
verdedigen, noemt men den Paus thans,nadat
men hem tot dusver tenminste in zijn
paleis Souverein geheeten heefteen
gast! Het nieuwe, Ghibel'ijnsche, gods-
dienstlooze Italië beschouwt den Paus als
gast en verklaart zich heer van Rome en
zelfs heer van het Vaticaan!
't Is brutaal
Eu als bewijs van recht, wijst men op
het bezit alsof bezit ook recht ware,
alsof twaalf jaren twaalf eeuwen in de
schaduw konden stellen en alsof in deze
twaalf eenwen met den triomf van ge
krenkte rechten, niet ook andere feiten op
den achtergrond gekomen zijn.
Immers, wij willen het gevraagd hebben,
zijn de twaalf jaren van een bestreden
bezit niet het beste bewijs, dat het feit
nietkao biijveu voortbestaan,zonder dat da
gelijks het recht met voeten wordt getreden.
Men begon twaalf jaren geleden onder
het voorwendsel dat men te Rome was ge
komen, om den zetel van het Opperhoofd
der Katholieke Kerk te beschermen, met
de herhaling dat men den Heiligen Vader
met achting en eerbied zou behandelen en
dat men hem volle vrijheid en veiligheid
zou doen genieten en men eindigt daar
mede, dat men hem als gast verklaart en
hem te verstaan geeft, dat hij het aan de
edelmoedigheid en goedheid van den nieu
wen heerscher te danken heeft, dat men
hem in Rome duldt, evenals iemand die,
geen eigen huis bezittende, bij andereu in
wonen moet.
Elk jaar wordt de positie van den Paus
benarder, elk jaar vermeerderen de hem
toegevoegde beleedigingen elk jaar
wordt de hoogmoed en brutaliteit der re
geerders grooter. Thans is Leo XIII daar
een gast, waar een Costa en Maffi, een
Bertani en Pianciani wetten gevenhij is
daar een gast waar de duizenden avon
turiers der pen en der beurs hun zetel
hebben, zich Romeinen noemen en driest
„Heb de goedheid te vervolgen."
„Do heer Jonas bleef een uur in ons gezel
schap; daarna ging Holberg met hem alleen in
zijn kabinet.
„Zij vertoefden daar zeer lang. Eindelijk
keerde mijn echtgenoot in ons gezelschap terug.
Hij zag er ontevreden uit. Ik kon in tegen
woordigheid der kinderen niet naar de oorzaak
vragen. Ik vroeg alleen naar Jones.
„Hij antwoordde: dat deze was vertrokken,
omdat het hem te laat zoude worden. Wij zetten
ons aan tafel, maar Holberg kon niets gebruiken.
Hij staarde sprakeloos voor zich neder. Zoo
had ik hem nooit gezien, ook de kinderen niet.
Er heerschte eene pijnlijke doodsche stilte in
de kamer. Plotseling stond Holberg op; hij nam
zijn hoed, om de kamer te verlaten.
„Waar wilt gij heen?" vroeg ik hem.
„Ik-wil nog een wandeling in het park doen.
„Zoo laat nog?"
„Ik heb hoofdpijn; in de frissehe lucht zal
het wel beter worden."
Ik ging met hem tot buiten de kamer; in
den gang waren wij alleen.
„Holberg; is er iets dat n verontrust?"
vroeg ik.
„Neen, neen."
„Gij liebt iets met dat geheimzinnige wezen
gehad. Zijne tegenwoordigheid was u sinds lang
onaangenaam. Er bestaat een geheim tnsscheu
u en hem, dat u drukt. Wilt gij uwe zorgen
niet met uwe vrouw deelen?
beweren, de openbare meening in Rome
te vertegenwoordigen. Zoover heeft
God betere het, de loyaliteit,* het geloof
en de kinderlijke genegenheidvan den
20sten September 1870 het gebracht.
»Het is in het Ministerie een kwajon-
gensboelen de grootste bengel is de Se
cretaris van Staat
»En ik noem het een schurkenstreek
met dergelijke ongegronde verzinsels aan
te komen
Men zou het zeker »niet gemakkelijk
raden als men 't niet wiste, dat deze wis
seling van liefelijkheden plaats had 11. Za
terdag in de Hougaarsche Kamer van Af
gevaardigden tusschen den Afgevaardigde
Rohonozy en den Staatssecretaris Hieronymi.
De heeren zullen nu duelleeren.
Prins von Bismarck heeft van zijn
afkeer van de Latijusche letter weder een
nieuw blijk gegeven. Op zijn last zullen
de officiëele handboeken voor hetDuitsche
Rijk (Rijks-Almanakken), tot hiertoe met
Latijusche letter gedrukt, voortaan met
Duitsche letter worden uitgegeven.
Bij de voortgezette algemeene beschou
wingen in den Rijksdag over de rijksbe-
grootiug, (waarbij de Regeering, nevens het
budget voor 1883/84 ook dat voor 1884/85
had ingediend) is het voorstel om eenige
onderdeelen van het laatstgenoemde budget
aan eene Commissie te verzenden, met
224 tegen 43 stemmen verworpen. Even
zoo verwierp de Rijksdag een voorstel om
die onderdeelen aan de Beerootines-com-
O
missie te verzenden met opdracht: te on
derzoeken of de geopperde bedenkingen
tegeu het indienen vau tweejaarlijksche be
grootingen gegrond waren. Daarna werd
een voorstel aangenomen om slechts enkele
onderdeelen der begrooting voor 1883/84
aan een commissoriaal onderzoek te on
derwerpen.
Men bericht uit Lyon van den 8en dezer,
dat drie nieuwe arrestatiën hebben plaats
gehad van personen, die verdacht worden
in betrekking te staan tot de Internationale.
De Egalité meldt dat twee personen,
onder welke een Belg, betrapt op het
aanplakken van oproerige biljetten, eergis
teren te Armentières gevat zijn.
„Hij kon aan mijn dringend verzoek niet
langer tegenstand bieden."
„.Ta, dat menscli is mijn is ons aller
ongeluk."
„En wat bestaat er dan tusschen u en hem?"
„Er bestaan oude verbintenissen tussclien ons.
Ik kan ze niet verbreken,tenzij wij aan hem
onze dochter geven.
„Therese?"
„Ons braaf, goed, engelrein kind."
„Aan dat menscli?"
„Die bedrieger, die schurk!"
„Voor oude verbintenissen? Geef hem alles,
alles wat wij aan geld en goed bezitten; indien
wij maar ons kind kunnen behouden."
„Ik kan hem voor alles, wat wij bezitten,
niet afkoopen."
„Groote God, wat is het dan?"
„Morgen morgen zult gij alles vernemen."
Ik smeekte hem mij in die vreeselijke onze
kerheid niet te laten maar dadelijk mij op
heldering te geven. Doch hij hoorde niet
naar mij; haastig vertrok hij. En hij is nog niet
teruggekeerd. Toen het middernacht was ge
worden, zond ik eenige bedienden uit om hem
te zoeken; zij keerden zonder hem terug. Zou
ik mogen hopen, dat hij zich het leven niet heeft
ontnomen zich of zij zweeg.
„Of?" moest ik vragen, en een vreeselijk voor
gevoel kwam in mijn geest op.
(Wordt vervolgd.)