N I E W E No. 662. Donderdag 1 Februari 883 8e Jaargang. Kerkzang. ÉFw - «SP3* Zonderlinge testamenten. HÜRLIM ABONNEMENTSPRIJS Per 3 maanden voor Haarlem j 0,86 Buiten Haarlem franco per post, 1,— Afzonderlijke Nummers 0,06 Dit blad verschijnt Eiken WOENSDAG en ZATERDAG BUREAU: St Jansstraat Haarlem. assBiui 1 - .-y AGITE MA NON AGITATE. PRIJS DER ADVERTENTIËN Van 16 regels30 Cents Elke regel meer5 Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant. Advertentiën worden uiterlijk Dinsdag- en Vrijdag avond voor 6 uur ingewacht. Uitgevers KÜPPERS LAUREY. Sinds het oogenblik dat de Engelen bij de menschwording van het Eeuwige Woord hun Gloria in excelsisden Koning der Eeuwigheid toezongen en smds de God- mensch zelve, bij de instelling van het allerheiligste geheim der Eucharistie, een hymne zong, ontstond in het nieuw ver bond der genade een nieuw lied, dat niet alleen weergalmde in de donkere holen der catacomben, maar ook in de majes tueuze tempels, door de vrijgewordeu Kerk ter eere Gods opgericht. Ja, aan de altaren van den waren God, in de aanbidding, in 'de verheerlijking van den eucharistischen Godmensch, heeft dat lied zijne hoogste roeping, zijne meest verheven wijding gevonden. Nu kon die muziek zich ontwikkelen in hare heilige tonen wereld om in heiligen gloed God te die nen en te verheerlijken en de kinderen Gods te verblijden van eeuw tot eeuw. Eu dra bracht die heilige muziek de wonder bloem voort van het Gregoriaausch koraal dat de Kerk als haar gezang heeft uitver koren. Eu op de fondamenten van dit eigenaardig, niet genoeg begrepen en nim mer genoeg gewaardeerd gezang, voegt zij harmonisch melodie op melodie, totdat het kunstgewrocht der polyphone harmonie voleindigd is. En dan stijgt als een geu rige wierookswolk het dank- en smeekge bed, de dank- en jubelhymue der heilige muziek in het eenvoudig lieflijk gezang van het uuisone koraal en in het kunst werk van de polyphonie, tot den troon van den Allerhoogste. Dat de Kerk den zang als een voornaam integreerend deel van den godsdienst be schouwt, is duidelijk en bewezen. Er be staan ook godsdienstoefeningen zonder zang, want het h. Misoffer heeft zijne waarde in zich zeiven, het behoudt zijn verheven ka rakter om het even of het te Rome in de St. Pieterskerk door het Opperhoofd der Christenheid wordt opgedragen, of in de kleinste kapel door den eeuvoudigen Missi onaris, om het efen of het plaats vindt onder muziek en zang, of in plechtige, heilige stilte. Wij hebben dus ook gods dienstoefeningen zonder zang, maar een feestelijke godsdienstoefening dient met zang te worden begeleid en men heeft derhalve te zorgen, dat de plechtigheid eeuer Hoog mis en de h. Mis blijft immers eeuwig FEUILLETON. Een apotheek in 1752. De vooruitgang der natuurwetenschappen is spreekwoordelijk geworden en ook do genees kunde heeft daarin gedeeld. Het beste bewijs daarvoor is de volgende lijst van geneesmidde len, die in 1752 voorhanden waren in een apo theek te Straatsburg. Men vond aldaar: bezoar (de maagsteen van eene soort van geit), album Graicum (honden- drek), nagels van elanden, die l'/a frank het gros kostten, buffonum exsiccatorium (gedroogde pad den), die 2 stuivers en 8 penningen het stuk kostten, tanden van wilde zwijnen tegen 1 stuiver en 4 penningen het gros. Onder de zalven be hoorden die van het vet van ganzen, honden, kapoenen, katten, hazen, adders, bunsings, beren en andere dieren. De kikvor-chpleister, met en zonder de lever kostte 4 en 2 stuivers liet halve ons. Goedkooper waren de volgende geneesmidde len: lumbrici terrestres (geprepareerde aardwor men), mandibulae lucii piscis (kaken van snoeken), oleum laievtarum (hagedisse-olie), olie van aard wormen en van kikvorschen-lever. Deze oliën werden bereid door koken, uitpersen en afdrop pelen. De vraag doet zich voor, waar de apothekers de meest verheven godsdienstoefening wezenlijk afhangt van de schoonheid, waar digheid en majesteit van den zang die de Kerk den Priester aan het altaar, den zangers op het koor heeft voorgeschreven. Waarom de Kerk bij plechtige gelegenhe den zoo zeer op goeden zang gesteld is, valt licht te begrijpen. Vele menschen oor- deelet: helaas slechts naar den indruk, die door personen of zaken op hunne zinnen wordt uitgeoefend. Wie onze zinnen weet te boeien, die boeit ook onzen geest en wint ons hart voor 't, goede of voor 't kwade, o al naar den aard van het onderwerp dat invloed heeft op onze zinnen. Twee zin tuigen zijn er, die bovenal geschikt zijn diepe en blijvende indrukken op te nemen: gezicht en gehoor, oog en cor. Dat kon der door God geïnspireerde Kerk niet ont gaan en daarom heeft zij van den beginne af de schoone kunsten in haren dienst ge nomen, om door deze te werken op oog en oor harer kinderen en zoo de geesten des te inniger te boeien aan het eeuwig schoone, ware en goede, om de harten te zekerder te winnen voor God en de goddelijke dingen. Daarom ook heeft zij van den beginne af de edelste, wij zeggen misschien beter, de machtigste aller kunsten, de zangkunst, in haren dienst genomen, haar met een hei lig gewaad bekleed en tegen haar gezegd: ahelp mij door de macht, de tooverkracht en de bekoorlijkheid uwer tonen, mijn God prijzen; help mij bij de viering van de groote, verhevene offerande; help mij de gevoelens uitdrukken, die mij bezielen bij de overweging der daden Gods en van mijn Bruidegom Jezus Christus; help mij deze gevoelens verwekken in de harten mijner kinderen; help mij hunne harten tot den Hemel leiden. Waarlijk het is eene schoone, heerlijke roeping van den zang, te kunnen mede werken aan het groote Godswerk, waar voor de Zoon Gods zijn kostbaar bloed vergoten heeft, aan de verheerlijking van God, aan de heiliging der zielen. Inder daad men moet hen benijden, die door hunne welluidende stem zulk eene roeping van God ontvangen hebben; zij zeiven echter kunnen God niet genoeg daarvoor danken. De Gewijde Bladen verhalen, dat de Goddelijke Heiland na het Avondmaal, alvorens hij de zaal verliet om zijn lijden een aanvang te doen nemen, met zijne Apostelen een lofzang zong. En gelijk de hun voorraad van ossa de corde cervi (beende ren van het hart van een hert) opdeden, die tegen 2 stuivers en 8 penningen het gros werden verkocht. Geprepareerde longen van vossen (pulmones vulpis preparataewerden gebruikt bij de be reiding van lohoch de pulmone vulpis (looch van vosselongen), die voor 8 stuivers het halve ons werd verkocht. Het zou belangrijk zijn de be reidingswijze van dit preparaat en ziju genees kundig gebruik te lesren kennen. Verder is het jammer, dat wij niets weten omtrent de berei dingswijze van geprepareerd bokkenbloed, hetwelk 1 stuiver en 4 penningen het halve ons kostte. Hoe dit ook zij, wij mogen ons gelukkig achten, dat wij al die verschillende preparaten niet be hoeven te slikken; want, zoo ergens, dan geldt hot in de artsenijbereidkunde: Simplex sigillum veri: het eenvoudige is het kenmerk van het ware. Signor Pasquale Favelle, eerst in Napels, later in Londen levende, vermaakte aan 3 Italiaansche steden elk 450 en aan Londen 750 p. st. De interest daarvan zou dieueu om aan 3 meisjes, tusschen 16—25 jaar oud, een huwelijksgeschenk te geven; de dotatie mocht echter niet naar gunst of verdiensten, maar naar het lot geschieden. Een boer bij Mainz wilde zijne erfgenamen voor hunne eigene gebreken beschermen; hij liet Bruidegom, zoo heeft de Bruid, de 'n. Ka tholieke Kerk, van den aanvang af de h. Offerande door zang doe t begeleiden. Zij heeft geofferd en gezongen zelfs in de cata comben te Rome, terwijl de heidensche Keizers haar bloedig vervolgden; en toen de dag O O 7 O der vrijheid voor haar aanbrak, toen hare kerken en kapellen overal als door een machtspreuk uit den grond verrezen, heeft zij hare h. Offeranden, eu haren zang steeds voortgezet. Een h. Paus, Gregorius de Groote, hield het niet beneden zijne waar digheid, den zang der Kerk te regelen; een h. Bisschop, Ambrosius van Milaan, was hem in dit werk reeds voorgegaan. Ofschoon het zeker is, dat de Kerk steeds aan den zang boven alle audere kunsten den voorrang gegeven heeft bij hare gods dienst-plechtigheden, even zeker is het echter ook dat de edele zangkunst, trots hare bevoorrechting, toch steeds als die nares van het heiligdom, niet als heer- scheres moet optreden. De Kerk, als de Bruid van Jezus Christus, wil zich slechts van den zang bedienen, om haren Godde- lijkeu Bruidegom te verheerlijken en de door Hem gekochte zielen te heiligen. God eu de zielen, dat is het tweevoudige voor werp harer reine liefde; de zielen tot God te leiden met al haar ten dienste staande middelen, dat is hare heilige roeping, hare verheven moederplicht. Wie haar helpt deze roeping, dezen moederplicht te ver vullen, dien iaat zij ingaan in het heilig dom, dien biedt zij haren warmste» dank, dien laat zij deelnemen aan hare onster felijkheid. En zoo heeft zij ook voor de schoone kunsten de poorten van het heilig dom geopend, en de kunsten zijn onster felijk geworde i, omdat zij de Kerk dienden. Maar ook slechts als dienaressen, niet als gebiedsters mogen de kunsten in de Kerk optreden, in het heilige gewaad, kuisch en rein, gelijk de Kerk zelve die de reine Bruid van het reine Godslam is. Niet wat haar bevalt, maar slechts wat de Kerk billijkt, mag de schilderkunst op glas, op doek, op de muren van het gods huis schilderen; niet wat haar bevalt, maar wat de Kerk toestaat, mag de beeldhouw kunst in hout, steen of metaal voor het godshuis beitelen; niet wat haar bevalt, maar wat de Kerk veroorlooft mag de borduurk unst op linnen, zijde of fluweel toovereu; en het godshuis zelf mag slechts volgens de voorschriften der Kerk gebouwd zijn nalatenschap vastzetten en bepaalde, dat wanneer een hunner betrapt werd op rooken, spirituosa drinken, spelen of wedden, deze zes maanden verstoken zoude zijn van het genot van den interest en, bij herhaling van overtre ding, telkenmale voor één jaar; bleven zij echter een geheel jaar zuiver en rein, dan kregeu zij het verlorene terug. Ern.' Beichtel te Ems onterfde zijn aanver wanten die snorren droegen. Dh Grittender in Londen bepaalde, dat zijn lijk aan Elise Williams moest gegeven worden, opdat zij er mede handelen kon, zooals hij in zijn brief haar opgegeven had; binnen 3 maan den na zijn dood zoude zij de te maken onkos ten uitbetaald krijgen. Hij wilde dan dat zijn lichaam op gekloofd hout zoude verbrand worden; zijne overblijfsels zouden daarna in een Wedg- wood-vaas gedaan worden, en miss Williams zoude die vaas bewaren. De executeuren kwamen dien wensch echter niet na en lieten het lijk onverbrand begraven. Miss W. requestreerde nu aan den minister van binnenlandsche zaken, doch die gaf alleen zijne toestemming, om, zooals hij nader opgaf, het lijk naar Wales te vervoeren eu daar te begraven, doch toen zij het eens in bezit had, reisde zij er mede naar Italië en liet daar de verbranding bewerkstelligen, doch een proces, dat zij over de kosten maakte tegenover den executeur, verloor zij. eu ingericht worden, niet echter volgens de luimen en grillen der wereldsche architectuur. Eu niemand zal daar iets op af te wijzen hebben; wij gevoelen integen deel allen, dat niet een en dezelfde zaak voor de Kerk past eu voor den schouw burg, voor het godshuis en voor de woning der menschen, voor het heiligdom en voor I f O de profane dingen. Wat echter voor alle kunsten geldt, dat is ook van kracht voor de zangkunst, zoodra zij het heiligdom binnentreedt. Als dienares, niet als heer- scheres werd zij in het heiligdom opgeno men, als dienares moet zij in het heilig dom leven, zij ziuge alzoo niet wat haar behaagt, maar wat de Kerk haar voorschrijft; niet hoe het haar bevalt, maar zooals de Kerk het verlangt; niet wanneer het haar behaagt, maar wanneer de Kerk het ver oorlooft. Heilig zijn de gevoelens, die zi] moet uitdrukken, heilig is de handeling, die zij moet begeleiden, heilig is de gezindheid, die zij moet opwekken; heilig en rein moeten derhalve ook de melodieën en harmonieën zijn, waarin zij zich beweegt. Zij moet de aandacht der biddende geloo- vigeu verhoogeu, zij mag die geenszins aflei den. Slechts als dienares niet als heerscberes heeft de zangkunst een plaats in het heiligdom. Men zegge niet; als de zangkunst slechts als dienaresse in de Kerk mag optreden, hoe zal zij zich dan daar ontwikkelen, bloeien en hare volmaaktheid bereiken? Geurt het viooltje minder omdat het de verborgenheid lief heeft? Juist de ver borgenheid geeft aan het viooltje den geur en maakt het tot onze lievelingsbloem. En zoo staat het ook met den zang ge schapen, die, gehoorzamende aan de wetten der Kerk, in het geheimzinnig duister van het heiligdom zijne woonplaats heeft. In stede van zijne schoonheid en liefelijkheid te verliezen, ontvangt hij van de Kerk bij eene vlekkelooze reinheid zulk eene overheerschende bekoorlijkheid en bij den grootsten eenvoud zulk eene volmaaktheid, dat een kunstenaar, wiens roem de gausche wereld vervult, Mozart, getuigde: »dat hij afstaud zou willen doen van al zijn glorie, als hij er zich op beroemen kon de com ponist eeuer enkele prefatie te zijn.« Wordt vervolgd.) In 1877 stierf te Berlijn een man, die 34,000 mark naliet; 32,000 vermaakte bij aan de stad; het overige liet hij aan negen verwanten en één voormaligen vriend, met wien hij echter den laatsteu tijd in vijandschap leefde. De erfgenaam, die den overledene naar het graf begeleide, ver loor zijn aandeel. Het sprak van zelf dat nie mand ter begrafenis kwam; de voormalige vriend ging echter om de oude herinneringen en liet dus ziju portie varen. Maar daar komt een paar dagen later een codicil voor den dag, dat voor- Schreef, dat de erfgenaam, die mogelijk onge hoorzaam mocht zijn geweest aan het vroeger ge geven bevel om het lijk niet te volgen, hetge- heele kapitaal zoude .krijgen, dat eerst aan de stad vermaakt was. Gelukkige oude vriend! In Kaïiada liet een landbouwer een groot ver mogen na. Hij bepaalde dat zijn erfgenaam dat moest beheeren ten voordeele van zijn stiefmoe der en dat hij, na den dood dier moeder, jaar lijks 50 dollars moest geven aan de erfgenamen der stiefmoeder en dat 60 jaren lang: daarna werd het goed zijn vrij eigendom. Het is bijna aan te nemen dat de erfgenaam voor die ver making zal bedankt hebben, want daar de stief moeder nog geen 50 jaren oud was, zou de ge lukkige zeker een 120 a 130 jaren oud moeten geworden zij, om genot te erlangen van wat zijn dwaze oom bepaald had. Een legaat dat veel van een onterving had.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1883 | | pagina 1