N I E U W E
No. 667.
Zondag 18 Februari 1883.
8e Jaargang.
De toestand op Kerkelijk
gebied in Pruisen.
BUITENLAND.
lillSf
MCp&f
ABONNEMENTSPRIJS
Per 3 maanden voor Haarlem 0,85
Buiten Haarlem franco per post. 1,
Afzonderlijke Nummers0,06
Dit blad verschijnt
Eiken WOENSDAG en ZATERDAG.
BUREAU: St. Jansstraat Haarlem.
AGITE MA NON AGITATE.
PRIJS DER ADVERTENTIÊN
Van 16 regels.30 Cents.
Elke regel meer5
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant.
Advertentiën worden uiterlijk Dinsdag- en Vrijdag
avond voor 6 uur ingewacht.
Uitgevers K P P E R S LAUEEY.
De kerkelijke vrede in Pruisen is nog
niet op komen dagen, in weerwil van alle
optimistische berichten aangaaude de brief
wisseling tusschen Z. H. Leo XIII en den
Duitschen Keizer. Men heeft reeds ver
kondigd dat de Paus zijue toestemming
aan de eischen van den Pruisischen Staat
ter zake van het benoemen en verplaatsen
der Eerw. Heeren Geestelijken afhankelijk
zoude hebben gesteld van eene organieke
herziening der Mei wetten. Of dit bericht
een schijn van waarheid bevat, zullen we
moeten afwachten. Dit echter kunnen we
constateeren, dat de hoofdorganen der Evan
gelische Kerk in Pruisen: de Evangeliscli-
Lut.herische Kir dien zei tungde Kreuzzeitung
enz. tegen den nog steeds heerschenden
cultuurstrijd gekant zijn en openlijk ver
kondigen, dat de Katholieke Kerk in Pruisen
zich zelve den strik om den hals zoude
halen, wanneer zij ook slechtseenigermate
de Meiwetten zou erkennen. Waarlijk een
verpletterend oordeel voor de aauhangei's
en aanhitsers van den cultuurstrijd in den
Pruisischen Staat. De Kreuzzeitung o. a.
schrijft het volgende:
»De punten der bestaaude wetgeving,
die de Katholieke Kerk niet zal toegeven
en die ook door elke andere Kerk zullen
verworpen worden, zijn de volgende:
Ten eerste: Zij zal den eisch afwijzen dat
hare Priesters, zooals de wetten van 20 Mei
1874 en 22 April 1875 verlangen, onvoor
waardelijke gehoorzaamheid aan de staats
wetten zullen beloven. De algemeene ge
hoorzaamheid aan de wetten volgt van zelve
en daarvoor wordt van de burgerij geen
speciale belofte geëischt. Men mag deze
dus ook niet van Heeren Geestelijken eischen,
temeer nog daar de verlangde belofte zich
niet alleen uitstrekt op de wetten der bur
gerlijke orde, maar ook op die van kerke
lijke wetten, die strijdig zijn.met het dogma.
Voor de Bisschoppen heeft men reeds eene
discretionnairedispensatievaudengeêischten
eed in 't aanzijn geroepen. Er blijft thans
nog over dien eed geheel en al af te
schaffen.
Ten tweedeGeen Kerk, welke dezen naam
FE U1LLETON.
De Poolreis der Eira.
De Eira verliet Peterhead, iu Schotland, op
14 Juni 1881, met een bemanning van 25
koppen. Doel der expeditie was de in 1880 ver
kregen kennis nopens Fransjozefsland te ver
meerderen. De Eira ontmoette het ijs op 22
Juni en volgde toon den ijsrand, tot zij acht
dagen daarna Nova Zembla bereikte. Eene poging
om de Kara-zee binnen te varen mislukte; den 13den
Juli ontstond er een openiug in de ijsmassa's,
door welke het scheepje nu noordwaarts stevende.
Het ijs bood niet veel tegenstand, want het was
brokkelig. Eerst hooger op werd het compacter.
Men passeerde reusachtige schollen: één er van
was minstens 15 mijlen lang. Tweemalen raakte
de Eira tusschen zulke schollen bekneld, zonder
nochtans schade te bekomen. Ettelijke ijs ruggen
moest men echter met geweld verwijderen, alvo
rens verder te kunnen gaan.
De noodlottige Zondag, 21 Augustus, was een
fraaie, zonnige dag. Niets verkondigde het ua-
derende onheil, maar met den vloed kwam pak
ijs en de Eira werd als het ware kapotgedrukt
tusschen dit en de vaste landschollen. Aanvan
kelijk scheen de beschutting van een aan den
grond geraakten ijsberg haar te zullen redden,
maar deze natuurlijke dijk brak door, onder den
druk van het pakijs. De Eira helde weldra naar
bakboord over en zonk in elf vademen water.
Vooraf had men eenigen tijd gehad om leef-
verdient, kan toegeven, dat de Staat zich
het recht toeeigent te beslissen, wie al of
niet aan de Kerk behoort. Elke private
vereeniging verklaart door hare legitieme
organen, onder welke voorwaarden men lid
wordt en blijft; wil zulk een lid zich niet
onderwerpen aan de gemaakte bepalingen
en kan hij langs legitiemen weg geen ver
andering in de wet verkrijgen, dan schiet
er niet anders over dan voor het lidmaat
schap te bedanken. De Katholieke Kerk
kan dus nooit toegeven, dat de zoogenaamde
oud-Katholieken, die de besluiten van 1870,
door den Paus en het Concilie uitgevaar
digd, voor ongeldig verklaren, even goede
Katholieken zijn als hunne tegenstanders.
Men kan deze kracht- en machtelooze secte
volle vrijheid laten haren levensdraad verder
te spinnen, maar het is onzin den Staat
het recht toe te kennen te beslissen wie
tot eene Kerk behoort, wie niet.
Ten derde: de Kerk kan niet toegeven
dat zonder hare toestemming de overdracht
van een geestelijk ambt geschiedt door den
Staat, door eene Gemeente of door Patro-
naatsrechteu. Het verleenen van kerkelijke
ambten is in handen der Kerkelijke Over
heid; die niet van haar eene benoeming
ontvangt, heeft geen recht kerkelijke func-
tiën uit te oefenen, doet hij het toch, dan
valt hij in de excommunicatie (Conc. Trid.
Sess. 23, cap. 7. Sess 24, cap. 19 de rif.)
Ten vierde: Wat voor de benoeming geldt,
is ook van kracht voor het ontslag. De
Kerk kan niet erkennen, dat een Geestelijke
door de uitspraak van een burgerlijk ge
rechtshof de geschiktheid verliest, zijn ambt
te bedienen en dat dientengevolge de aan
hem ondergeschikte leeken van hunne plich
ten tegenover hem zijn ontslagen. De Prui
sische wetten machtigen daarentegen het
uit leeken saamgestelde gerechtshof, dat
zelfs niet aan positieve bewijzen gebonden
is, Bisschoppen en Priesters te ontslaan,
hunne zetels vacant te verklaren en be
dreigt de verdere uitoefening zelfs der gees
telijke functiën, met crimineele straffen.
Zoo spreekt een Protestantsch blad van
den eersten rang, dat in de hooge kringen
zeer in aanzien staat. De Auzeigepflickt«
is dus de hoofdzaak; nergens echter ter wereld
wordt deze in dier voege geëischt, dan in
tocht en andere zaken te reden She is away!"
riepen de manschappen op smartvollen toon,
„she was our home; she was a bonny schip."
Door de heldere baren heen kon men haar van
de ijsschollen duidelijk gadeslaan. Men sloeg
een tent op, maakte vuur aan en bereidde thee,
waarna men, na een goed avondmaal men
had sinds den ochtend niets te eten gehad
naar bed ging. Daags daarna begon men het
geredde in booten naar Kaap Flora te brengen.
Zoodra dat transport was bewerkstelligd, sloeg
men daar een tent op, bij een bloemrijk strand,
twintig voet boven de oppervlakten der zee. Maar
de winter naderde met rassche schreden en
hoewel men van veel hulpmiddelen was beroofd
om zijn verschrikkingen te trotseeren, liet men
den moed geenszins zakken. Eerst wilde men
nog terug naar het magazijn op Bell-Island,
maar er was zóóveel ijs, dat men dit plan moest
opgeven.
Den 26sten Augustus begonnen zij uit turf
en steenen een hut te bouwen. In de tent was
de koude reeds zoo groot, dat de mannen niet
lapen konden. De wind verscheurde de zeilen
en de vocht en koude drongen door. De laatste
Augustus-dagen bracht men door met het schie
ten van bereli eti walrussen. Gelukkig was daar
aan geen gebrek, en men kon, wat voeding be
treft, uitwinteren en teren op de hulpmiddelen
des lands.
Den len September bracht men een bezoek
aan Eira Haven en bracht van het eiland Bell-,
eenige dringend noodige zaken terug. In den
herfst schoot men 21 beren, 13 walrussen en
Pruisen. Iu Frankrijk heeft de Staat slechts
mee te sprekeu als er pastoor,«plaatsen bezet
moeten worden in de zoogenaamde canton-
parochiën. De overige Pastoors en Vica
rissen worden door de Fransche Bisschoppen
benoemd. Iu Oostenrijk wordt de aankon
diging slechts geëischt bij de benoeming
van Pastoors, doch niet bij de benoeming
van administrateurs en Kapelaans. Zelfs
kan een Pastoor iu Oostenrijk, al is zijne
benoeming door de Regeering niet goed
gekeurd, ongehinderd al zijne geestelijke
functiën waarnemen; hij verliest slechts het
recht de kerkelijke administratie te voeren.
Daarom noemde ook Z. H. Pius IX z. g.
de Oostenrijksche wet, al was zij ook van
denzelfden geest der opperheerschappij van
den Staat doortrokken, in vergelijking met
de Pruisische, eene »gematigde« en de Kerk
nam er vrede mee, omdat hare levenstaak
en hare vrijheid er niet door vernietigd
werden.
Dat de Kerk niet toegeeft aan de eischen
van de Pruisische Anzeigepflicht«, 't is
dunkt ons, zeer rationeel. De Pruisische
wet is van dien aard dat de Staat de Kerk
beheerscht en dat het de Pruisische Regee
ring gemakkelijk kan vallen hare guuste-
lingen van de vacante plaatsen bezit te
doen netuen.
Er kan dus nimmer spraak zijn van het
aannemen der onveranderde Pruisische An-
zeigepflicht« door den Heiligen Stoel. De
Kerk kan zich niet gebonden aan den Staat
overleveren.
Als de Katholieke Kerk aan het ver
langen van den Pruisischen Staat toegeven
kondat zou zij dit ongetwijfeld reeds tien
jaren geleden hebben gedaan, dan zou zij
waarlijk niet al het leed ondergaan hebben,
onder welks gewicht zij thans nog zucht.
Er blijft dus voor het Centrum en
voor het Katholieke volk niets anders over
dan, zonder acht te geven op lof of afkeu
ring, zmder rechts of links te zien, den
weg te vervolgen, dien plicht en geweten
hen aanwijzen en in dezen tijd van smart
en leed, hart en handen te ijveriger naar
den Hemel te verheffen om den Oppersten
Bestuurder der dingen te smeeken een
einde te maken aan den crisis en de dagen
der beproeving te willen verkorten.
1200 meerkollen, m;var eiude October was er
geen vogel meer. Behalve 25 menscken over
winterden nog op kaap Flora de zwarte retriever-
hond „Bob", een poes en een arme kanarie, die
het slechts tot oudejaarsavond uithield. Uit het
schip had men geborgen 1500 pond meel, 400
pond brood, 1 vat pekelvleesch; 1000 pond in
gemaakt vleesch; 800 pond soep; 60 gallons rum,
eenige vaten brandy en whiskey; een hoeveelheid
sherry; zes dozijn champagne; voldoende inge
maakte groenten en andere zaken, alsook genoeg
tabak om iederen man twee ons per week te
kunnen gunnen.
Op 8 Januari was het laatste stukje steenkool
verstookt en traan vormde toen de eenige brand
stof. De ingemaakte groenten en het ingemaakte
vleesch werden bewaard voor de aanstaande reis
in de booten. Men had geen limoensap. Het
ontbijt voor allen bestond uit ongeveer tien
pond here- of wal rus vleesch, in kleine stukjes
gehakt en tot soep verkookt met eenige groenten.
Een ieder kreeg ook een kan thee met melk en
suiker. Het ontbijt werd te acht uur in den
ochtend opgedischt. 12.30: diner, wederom be
staande uit bere- of walrm-soep, met dit onder
scheid, dat daarin meel-frikadellen gekookt wer
den. De tea, te 5 uur, leverde niet veel afwis
seling in dit dieet. Een uur later kreeg iedereen
een glas rum, Zaterdags bovendien een extraatje.
De scheepskok Masson, een prettige vent, le
verde de eterij, behalve de frikadellen, die zóó
lang duurden als het meel (30 April). Masson
was aan het kokkerellen van 's morgens 6 tot
's avonds 6 en geenszins altoos onder prettige
Eenigen tijd geleden, beweerde een indi
vidu in een herberg te Saint Alban d'Ay,
bij Annonay, dat hij voor rekening der
anarchisten de lijst der huizen opmaakte,
die verbrand moesten worden. Om de waar
heid te bewijzen, van hetgeen hij beweerde,
vertelde hij, dat dienzelfden avond nog een
fabriek in de omstreken van Annonay zou
afbranden, en werkelijk had dit plaats.
Na lang zoeken heeft de politie eindelijk
de hand op dezen anarchistischen profeet
gelegd.
In de Fransche Kamer heeft Marcou
het rapport der commissie voorgelezen over
het wetsontwerp van den Senaat betreffende
de pretendenten, strekkende tot aanneming
van het oorspronkelijke ontwerp van Flo-
quet. De Miuister Devès verklaarde dat de
Ministers, die iu functie blijven totdat op
hun verzoek om ontslag zal zijn beslist,
ter beschikking van de Kamer zijn. Daarop
werd tot onmiddellijke behandeling besloten.
Floquet bestreed de conclusie der commis
sie; gisteren, zeide hij, had liij in eene ver
gadering der radicale linkerzijde zich ver-
eeuigd met het outwerp-Barbey, met uit
zondering van art. 3, omdat zijn ontwerp,
na reeds eenmaal verworpen te zijn, zeker
opnieuw verworpen zou worden.
Bij Pauselijke breve is de 90-jarige
Bisschop van Straatsburg, Mgr. Andreas
Rass, ontheven van de waarneming zijner
functie, met behoud van den titel. De
Staatsregeering nam genoegen met die
schikking en de hoogbejaarde Prelaat blijft
iu het genot van 't Bisschoppelijk Paleis
en van zijn jaarwedde. De tegenwoordige
Coadjutor, de Bisschop van Casaropolis i. p. i.,
Mgr. Stumpf, is met het beheer over het
diocees en de uitoefening der Bisschoppe-
pelijke functiën belast.
Volgens den Dubliuscheu correspon
dent van de Daily Newszijn er in zake
de moordeuaarsclub nieuwe belangrijke ont
hullingen te wachten, en wel omtrent de
wijze waarop de moord in het Phoenix-park
beraamd werd en uitgevoerd. Voorts zou
den de namen van verscheidene personen,
die tot de hoogere standen bekooreu en
omstandigheden. Hij had een maatje om hem te
helpen.
Dr. Neale was belast met het wegen en uit-
deelen der provisiën. De manschappen kregen
hun maal in bed en zaten dan te eten, net als
vogels in hun nest.
Zondag te half tien weerklonk het gelui voor
het gebed. Dr. Neale nam den dienst waar. Op
Kerst-avond en Oudejaars-avond had men een
feestmaaltijd, gevolgd door een concert.
De manschappen brachten hun tijd grooten-
deels door met het verstellen van hun kleeren,
laarzen en kousen. Ook was er geen gebrek aan
muziek en kaartspel. Veel last van duisternis
had men niet. Zelfs op 21 December had men
vier uren schemering. De maan bleef tien dagen
iu elke maand weg. Noorderlicht kwam niet
vaak voor en was geen enkele maal bizonder
sterk.
Met behulp van Bob bleef men beren en wal
russen schieten en had dus nooit gebrek aan
versch vleesch. In Mei begon men toebereidse
len te maken voor den tocht naar het Zuiden.
Het was den 21sten Juni, dat men in de hut
het laatste maal gebruikte, waar men zes fles-
schen champagne achterliet voor den eerstvol-
genden liefhebber, die er mocht landen. Men ver
deelde de manschappen over vier booten, en
stiet van wal, na een luid hoerah te hebben
aangeheven.
Hoe deze booten later door de Willem Ba
rents en door de Hope werden opgevischt, is, reeds
voldoende bekend.