N I E W E
ssssIIPC
No. 671.
Zondag 4 Maart 1883.
8e Jaargang.
Verdraagzaamheid.
BUITENLAND.
Reisavontuur van een Mummie.
Richard Wagner.
lü KLEUM!
ABONNEMENTSPRIJS
Per 3 maanden voor Haarlem j 0,81)
Buiten Haarlem franco per post. 1,
Afzonderlijke Nummers 0,06
Dit blad verschijnt
Eiken WOENSDAG en ZATERDAG
BUREAU: St. Jansstraat Haarlem.
AGHTE MA NON AGITATE.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
Van 16 regels,30 Cents
Elke regel meer5
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant.
Advertentiën worden uiterlijk Dinsdag- en Vrijdag
avond voor 6 uur ingewacht.
Uitgevers KÜPPERS LAUREÏ.
Het moderne indifferentisme op godsdien
stig gebied, dat zich meer en meer uitbreidt,
staat ongetwijfeld in eene merkwaardige
verhouding tot de ware verdraagzaamheid,
de tolerantie in godsdienstig opzicht, zoo
hoog geprezen, van alle kanten geëischt
en 't minst gevonden bij hen, die het woord
verdraagzaamheid* steeds op de lippen
hebben.
Onder religieus indifferentisme verstaan
We onverschilligheid, lauwheid in zaken den
godsdienst betreffende, voornamelijk gebrek
aan belangstelling in de geopenbaarde ge
loofswaarheden en de gelijkstelling van alle
godsdienstige gezindten en eerediensteu.
Deze lauwheid is, in 't algemeen genomen,
geen nieuwe verschijning; ten allen tijde
zijn er geesten geweest, die hetzij door
hunne zoogenaamde wetenschappelijke on
derzoekingen, hetzij ook zonder deze, eene
juiste en zekere erkenning van bovenna
tuurlijke waarheden voor onmogelijk hielden
en derhalve op intellectueel gebied slechts
meeningen zagen.
Met deze, z^o men wil, theoretische of
priucipiëele onverschilligheid, gaat de prak
tische gemakkelijk samen. Wie, als vele
oude wijsgeeren, het vaderlijk bestuur eener
Goddelijke Voorzienigheid loochent, omdat
hij aan geen hooger Wezen gelooft, of in
elk geval aanneemt dat dit Wezen zich
uiet met de zaken der menschen bemoeit,
hij zal zich ook niet om de Goddelijke
dingen bekommeren; en ziedaar, de prac-
tische onverschilligheid. Het theoretische
en practische indifferentisme tot een systeem
te ordenen en dit als beginsel, op philo-
sophisch, godsdienstig en politiek gebied
werkzaam te doen zijn, dat was aan de
nieuwe, rationalistische wijsbegeerte voor
behouden.
Door de philosophie der zeventiende eeuw,
die zich slechts op een subjectief stand
punt stelt en uit eigen begrippen elke
wetenschap vormen wil, welke richting
in genoemde eeuw voornamelijk door Des
cartes werd vertegenwoordigd ontstonden
verschillende stelsels, welke de menschelijke
lede tot rechter van kennis en plicht ver
hieven. De vertegenwoordigers dezer stelsels
hielden er een eigen godsdienst op na of
deden van allen godsdienst afstand; in plaats
van het geopeubaarde Christendom was
hun godsdienst die der rede. Vermits een
FEUILLETON.
Professor Maropereo, een Italiaausch geleerdei
is thans bezig met een zeer belangrijken arbeid
omtrent de oude geschiedenis van Egypte, nl.
een stelselmatig onderzoek van alle pyramides,
ten einde zoo mogelijk sporen te vinden van
vier oude vorstengeslachten, van welke tot dus
ver nog geen monumenten konden worden ont
dekt. Bij dit onderzoek vond hij te Sakhara in
eene pyramide de mummie van Koning Mcrenza,
die in vroegeren tijd waarschijnlijk door plun-
derzieke Arabieren, uit hare bewaarplaats te
voorschijn was gehaald, en zelfs van haar omhulsel
was beroofd. De kostbare vondst werd voorzich
tig opgenomen, om naar het museum van Bulacq.
te worden gezonden. Om daar te komen, moest
de mummie van Sakhara naar het spoorwegsta
tion Bedreschin gebracht worden, wat alleen mo.
gelijk was, door haar dwars op den rug van een
ezel te leggen. Te Bedreschin gekomen, zou het
kostbare voorwerp als bagage verder gevoerd
worden. Maar op de Egyptische spoorwegstations
worden de te verzenden goederen niet naar het
•gewicht, maar naar hunnen inhoud berekend.
Een bepaalde hoeveelheid stroo b. v. kost niet
•hetzelfde als een gelijk gewicht koren enz. Toen
uu de doode Egyptische Koning op het goede-
persoonlijk God niet werd aangenomen,
moest men toch iets op zijne plaats stellen;
dat is dus of het heelal (Spinoza) of het
zelf oordeeleude »ik« (Fichte, Schelling,
Hegel); in beide gevallen hebben we in
plaats van godsdienst in christelijken zin,
een nieuwe editie van het oude, heidensche
pantheïsme. Andere philosophen, met name
de aanhangers der school van Hegel, kwamen
bij hunne onderzoekingen tot bet resultaat,
dat er niets tastbaars en dientengevolge
niets reëels (werkelijks) bestaat dan de ma
terie en zoo verbond zich het pantheïsme
onmiddellijk met het materialisme en
atheïsme. Men had eenmaal de dwaasheid
gehad den mensch tot God te verheffen,
thans nam men de zaak gansch anders op
en men eindigde met te decreteeren dat
de mensch van het dier, van den aap af
stamt (Hackel, Vogt). Laatstgenoemde spruit
eener zoogenaamde natuurwetenschappelijke
philosophie, werd in de laatste jaren
herhaaldelijk door geleerde deskundigen
tereehtgezet; 't is dus te hopen dat men
de apentheorie voor altijd van de agenda
kan schrappen.
Het eindresultaat van deze in' 't kort
aangewezen pbilosophische stelsels is ten
opzichte van godsdienst, algeheele onver
schilligheid, die tot totaal, verbitterd onge
loof afdaalt. De godsdienst is door deze
philosophie van den geest des tijds, van
elk objectief karakter ontbloot en opgegaan
in een ledige subjectiviteit. Waar men niet
door een beslist vasthouden aan de oor
spronkelijke geloofswaarheden een machtigen
dam plaatste tegen den stroom der van het
Christendom afgevallen philosophie, daar
had zich het eigenlijk positieve van den
godsdienst spoedig een weg gebaand, het
confessioneele was op slechts enkelen over
gedragen en als algemeene wet werden
daartegen de eischeu der meuschelijkheid,
der humaniteit® geproclameerd. Langs
den weg van dezen humaniteits-godsdienst
kwam men spoedig, naar het voorbeeld der
Fransche encyclopedisten der vorige eeuw,
tot eene besliste en stelselmatige oppositie
tegen het positief-christelijke.
Men trachtte namelijk het indifferentisme
tot den socialen grondvorm te maken en
er behalve eene theoretische, ook eene po
litiek praktische zijde aan te geven. En
dit is helaas! maar al te wel gelukt, zoo
dat in onze dagen onverschilligheid op
godsdienstig terrein langzamerhand in alle
renbureau als bagage werd opgegeven, waren de
moeielijkheden, die men ondervond, niet gering.
In het tarief stonden mummiën niet vermeld, en
de spoorwegambtenaren wisten in 't geheel niet
wat een mummie was iets wat in het land
der mummiën wel meer moet voorkomen. „Maar,
wat drommel, wat is dan toch een mummie?"
vroeg de ambtenaar en keek zijn tarief van 't begin
tot het einde door. Al zijn zoeken was echter
vruchteloos, want deze waar was noch in het
oude, noch in het nieuwe tarief te vinden, en
nooit te voren was znlk een vracht op het sta
tion van verzending aangeboden. Eindelijk werd
de man ongeduldig en wierp zijn tarief op tafel,
terwijl hij vroeg: „Waarvoor dient het ding? Waar
voor wordt het gebezigd?",,'t Is een mensch, een
man!" antwoordde hom de leider van het mu
seum. „Goed als 't een mensch is, dan moet er
een biljet voor hem genomen worden als passa
gier," besliste nu de ambtenaar van het goede-
renbureau en keerde hem den rug toe. Men was
dus genoodzaakt, voor Koning Merenza een
kaartje te nemen, en het strekt zijnen geleiders
tot eer, dat zij een kanrtje eerste klasse voor
hem namen. Zoo werd dus een Egyptische Koning
verscheiden duizend jaren na zijn overlijden per
spoor als passagier le klasse naar Cairo ver
voerd.
klassen der maatschappij is doorgedrongen,
en op elk sociaal gebied tegen de Kerk ageert.
Door het indifferentisme krijgt men in zaken
van den godsdienst slechts »meeuiugen
meerlingen alle aan elkaar gelijk en van
gelijke waarde; dogma's beschouwt men
als gewetensdwang. Verdraagzaamheidis
het dus wat men verlangt. Doch wat verstaat
men onder dat woord, wat is ware verdraag
zaamheid en hoe wordt zij beoefend?
Aangezien het moderne indifferentisme
eiken geopenbaarden godsdienst verwerpt
en zich met hetgeen de menschelijke rede
erkennen en beoordeelen kan, tevreden stelt
en daarbij, zoo men beweert, niets zoo zeer
verafschuwt, dan benadeeling van de men
schelijke vrijheid en van 'i geweten, zou
men gelooven, dat het zich in 't geheel
niet om religieuze aangelegenheden en mee-
ningen van a dere menschen bekommert en
het dus aan een ieder overlaat, naar eigen
goedvinden religieus te zijn; dat zou, al
is het uiet van de ware, tenminste iets
van de zoo hoog geprezen verdraagzaam
heid hebbe Dit is echter niet het geval.
Daar het indifferentisme als ontkenning
onmogelijk een vast beginsel van verdraag
zaam lieid bezitten kan, zoo is het feitelijk
niet tolerant, maar in den hoogsten graad
onverdraagzaam. Het praktische, moderne
indifferentisme is niet onpartijdig tegen
over alle godsdiensten, maar het toont zeer
beslist den grootsten haat tegen al wat
O O
positief kerkelijk is. Wat nog geloovig is,
is het voorwerp van zijn aanval. Zijneenig
streven is om van de wereld eiken reli
gieuzen grondslag te doen verdwijuen en
aan den Staat, aan het huisgezin, maar
vooral aan de school het Clnistelijk karakter
te ontueme.i. Eu terwijl het indifferentisme
in bijna alle landen met kracht aan't werk
is om het Christelijk element uit te roeien,
predikt het luide verdraagzaamheidals
de eerste plicht van iederen burger, waar-
ouder moet worden verstaan dat men het
ongestoord moet laten begaan in zijn ver
nietigingswerk, wil men niet als een rust
verstoorder, of als een staatsgevaarlijk en
onverdraagzaam sujet worden beschouwd.
Evenals in zijn doel is het moderne
indifferentisme ook in zijn middelen de
onverdraagzaamheid zelve. Inplaats van
met dezelfde maat te meten en de religieuze
tegen3tauders even als andere te behande
len, met wieu men eene zaak niet eens is,
wordt hier eene gansch andere taktiek ge-
De anekdoten, die omtrent nu wijlen Ricliard
Wagner worden medegedeeld, zijn talrijk.
Het was in 1861 dat Wagner beproeven wilde
zijn opera Taunkaiiser te Parijs opgang te doen
vinden. De Oostenrijksche ambassadeur, Prins v.
Metternich, nam bet muziekstuk onder zijne be
scherming en deed al het mogelijke om er succes
voor te verwerven. Wagner zelf gaf de libretti uit,
met een begeleidenden brief, op muziek. Wat was
het gevolg? De Parijzenaars hadden gelukkig
nog al gelachen om den muzikalen brief, en gingen
in opgewekte stemming naar het operagebouw.
Maar, zoo schrijft Prosper Merimée in een bewaard
gebleven brief, „een algemeen gapen nam de over
hand.Sommigen merkten al schertsende op dat deze
miserabele uitvoering te Parijs een der geheime
artikelen van het tractaat van Villafranca was;
anderen en zoo luide dat Prins v. Metternich
het in zijn loge kon hooren dat Oostenrijk
nu eens wraak kwam nemen over den slag van
Solferino. Ik heb er u eerst den volgenden dag
overgeschreven, toen ik de Tannhaiiser al weer
vergeten was; mijne inspiratie was heden morgen
onze kat, die toevallig over de toetsen der piano liep.
Ik kan u verzekeren dat er niemand was of hij
geeuwde gisteren-avond en niemand die wist of
hegreep naar welk raadsel hij zat te luisteren.
Het fiasco is terrible."
Waguer wreekte zich later over die ontvangst
volgd. In alles stelt men belang, voor het
goede heeft men erkenning, het verkrachte
recht wordt verdedigd en in bescherming
genomen, maar voor de geloovige Chris
tenen staan de zaken gansch anders. Hier
wordt het goede doodgezwegen, elke fout
tot een wereldschandaal omgewerkt, in de
pers en op het tooi.eel, in schrift en beeld
het heiligste dagelijks bespot, zonder dat
de helden der humaniteit een woord van
afkeuring uiten, want er moet verdraag
zaamheid zijn; dat verlangt onze verlichte
eeuw. Ja, tolerantie, doch welk eene? Men
verstaat ouder tolerantie de verdraagzaam
heid tegen audersgezinden in religieuze
zaken. De grondslag der ware verdraag
zaamheid bestaat in rechtvaardigheid en
oprechte meuscheuüefde. Uit rechtvaardig
heid respecteert de waarlijk verdraagzame
mensch alle wezenlijke rechtstoestanden,
uit menschenliefde betoont hij ook den in
't geloof afgescheiden broeder ware wel
willendheid en genegenheid. Dat is de ver
draagzaamheid, die gelijk recht voor allen
eischt en geeft, dat is de echte humaniteit.
En nu vragen wij, waar is zij te vinden?
Wellicht bij hen, die het lijk van een Paus
bezoedelen? Bij hen, die de kruisbeelden
van de kerkhoven rooven en verbrijzelen?
Bij hen die de Zusters van liefde uit de
hospitalen verdrijven? Bij hen die eerbied
waardige Priester; en kloosterlingen uit het
land jagen of is zij te viüden bij de
Katholieken, die bidden voor hunne vijandeD,
welke hen vervolgen?
In de Belgische Kamer van afgevaardig
den is bij de Beraadslaging over de be
grooting van eeredienst een amendement
tot vermindering der bezoldiging van de
Bisschoppen verworpen met 69 stemmen
tegen 63. Daarentegen heeft de Kamer
het voorstel aangenomen om de Kanun
niken door middel van uitsterving af te
schaffen en de vicariaten terug te brengen
tot het bij cie wet van 1866 bepaalde ge
tal, zullende aan de regeering de vrijheid
gelaten worden om in ieder bizonder geval
dienaangaande te beslissen.
De Fransche Kamer heeft met 348
stemmen tegen 120 een amendement van
den heer Léo aangenomen, waarbij de ge
meenten vrijgesteld worden van de kosten
van het onderhoud der kerken.
door zijn „Beleg van Parijs," en vóór dien tijd,
door Koning Lodewijk II vau Beieren, zijn vriend,
te bewegen om ook zijn leger, met bet Prui
sische, naar Frankrijk te zenden.
Wagner en Koning Lodewijk waren aan
elkander gewaagd. Men kent de grillen eu ver
kwistingen van dezen monarch; Wagner was
geen haar béter. Hem waren, als hij te Munchen
vertoefde, eenige kamers in het koninklijk paleis
aldaar, ten gebruike afgestaan; welnu, de be
dienden wisten dat die vertrekken verschillend
gemeubeleerd moesten zijn, volgens de jaarge
tijden. In de lente moesten behang, canapé, stoe
len, alles groen zijn, de kamers en vooral zijn
studeervertrek vol bloemen en vogelkooien; in den
herfst geel en 's winters blauw met wit. Wagner
zelf hield zieb in zijn toilet ook aau die kleuren;
's winters was hij in 't blauw, met breede boorden
en manchetten; in de lente droeg bij groene
stof, enz.
Rossini zat eens voor de piano, met een
pagina muziek van Wagner voor zich, doch het
onderst boven. Toen iemand hem opmerkte dat
het muziekpapier verkeerd lag, zeide hij:
meent, dat ik het blad verkeerd heb liggen;
in 't geheel niet; ik heb 't gisteren reeds an
ders om geprobeerd, maar dan wil liet in 't ge
heel uiet. Ik beproef het nu eens op deze manier;
misschien is er nog iets van te maken,"