NIEUWE
No. 674.
Donderdag 15 Maart 1883.
8e Jaargang.
Ongeloof.
BUITENLAND,
Twee kunstenaars.
Wederkeerige tevredenheid.
Hummen
ABONNEMENTSPB IJS
Per 3 maanden voor Haarlem j 0,85
Buiten Haarlem franco per post. 1,
Afzonderlijke Nummers y 0,06
Dit blad verschijnt
Eiken WOENSDAG en ZATERDAG
BUBEAÏÏ: St. J ansa t raat Haarlem.
spmjT
AGHTE MA NON AGHTATE.
PBIJS DEB ADVEBTENTIÉN
Van 16 regels30 Cents
Elke regel meer5
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant.
Advertentiën wórden uiterlijk Dinsdag- en Vrijdag
avond voor 6 uur ingewacht.
Uitgevers KTJPPERS LAUREY.
Helaas! Proudhon had gelijk, toen hij
zeide, dat men zich niet meet verbeelden
dat het heidendom verdwenen is. omdat
het Christendom zijn doopwater over de
wereld gegoten heeft. Het nieuwe heiden
dom geeft aaii het oude in mets toe; het
tracht in elke richting even laag als dit
te zinken. In de niet-katholieke theologie
streeft eene richting naar burgerrecht, die
de totale ontkenning van elke Christelijke
theologie beoogt. Onder den dekmantel
van wetenschappelijke theologie zoekt deze
secte in de Christelijke Kerk de meest ver
schillende tbeoriën van ongeloovige wjjs-
geeren in te voeren. In de philosophie is
men genaderd tot de uitersten, tot het
materialisme en atheïsme. Voor de aan
hangers dezer stelsels is de meusch slechts
het spoedig weder verdwijnende product
eener eeuwig blinde substantie, eene snel
opkomende en snel verdwijnende golf in de
zee des tijds. Hun vreeselijk, eenvoudig en
troostloos devies luidt: »geen God, geen
eeuwigheid.
Zou men nu kunnen gelooven dat zelfs
deze meuschen het nog oneens zijn en zich
in twee partijen verdeelen? Toch is dit het
geval. Want al stelt men zich ook op het
standpunt der uiterste ontkenning, altijd
zal men toch de vragen te beantwoorden
hebben; .waarvoor dient deze wereld? waar
voor dient het menschelijk leven? Bij de
beantwoording dezer vragen scheiden zich
de atheïsten. Eenigen prediken het epicu
risme en huldigen in de theorie en practijk
de grondstelling: »laat ons eten en drinken,
want morgen zullen we sterven.Dit is
echter geene ontdekking der negentiende
eeuw, maar een verval in de oude philo
sophie en dit 3telsel is reeds wijd en zijd
verkondigd. De andere school van het
atheïsme is minder levenslustig. Ook het
pessimisme heeft zijne wortelen in de antieke
philosophie. Reeds Plato laat in de apo
logie van Socrates dezen zeggen, dat de dood
reeds dan een wondervol gewin zou zijn,
als hij ons voor altijd van het zelfbewust
zijn beroofde, vermits een diepe, vaste,
droomlooze slaap, de voorkeur heeft boven
eiken dag, al ware hij ook dien van het
gelukkigste leven. Nu is het echter eene
dwaasheid te zeggen, dat de slaap op zich
FE U ILL ET ON.
Sèvres-porselein.
De fraaie bloemen van Sèvres-porselein die,
't zij als bouquet aangebracht op een grond van
donkerkleurig fluweel, 't zij als versiering van
vazen, bloemenmanden als anderszins, in den
laatsten tijd weder een der meest gezochte ar
tikelen van weelde zijn, werden het eerst ver
vaardigd in de „Manufacture royale de porce-
laine de France" te Vincennes. Later, toen deze
fabriek te klein werd om aan de vele aanvra
gen te voldoen, werd zij verplaatst naar Sèvres
Waar zij den naam droeg van „Manufacture
royale de Sèvres." Koning Lode wijk XV, die op
raad van Mad. de Pompadour een derde aan
deel in de fabriek had genomen, kreeg in 1759
het geheel in zijn bezit. Men had zich hier in
den laatsten tijd hoofdzakelijk toegelegd op het
maken van porseleinen bloemen en deze op ver
schillende wijze aangebracht aan lampen, spie
gels en meubels, die dikwijls als met bloemen
bezaaid waren. Deze nieuwe wijze van decoreeren
viel zoozeer in den smaak van Lodewijk XV, dat
hij in het jaar 1750 aan de fabriek te Vincen
nes een buitengewoon groote bestelling deed van
porseleinen bloemen, ten einde er zijne verschil
lende buitenverblijven mede te sieren. Jaloersche
en kwaadsprekende tongen zeiden, dat deze bezen
ding eene waarde vertegenwoordigde van 800.000
livres. In zijn Journal zegt de Graaf d'Argenson
zeiven een aangename en gelukkige toe
stand is. Het aangename van den slaap
ondervinden we slechts als we ten halve
of geheel en al zijn ontwaakt, en zeker
is ook de slaap zoet in de phantasie van
den vermoeiden en van den door den slaap
gesterkten mensch. Te zeggen dat iemand
die in een vasten slaap ligt, zich in een
buitengewoon gelukkigen toestand bevindt,
is eene even groote dwaasheid, als van hei
geluk van eene tafel of van eene vuurtang
te spreken. Het raadsel wat hen bevredigt
en wat hun hart zij hebben er immers
ook een kan tevreden stellen, wordt dus
door de hedendaagsche, moderne philosophen
niet opgelost.
Naast de radicale theologie en philo
sophie is nu ook de ongeloovige natuur
wetenschap in den bittersten strijd tegen
het Christendom opgetreden. Charles Dar
win was met zijne afstammingsleer de
grondvester dezer .nieuwe aera« in de na
tuurwetenschap en zijne leerlingen en geest
verwanten hebben het goed verstaan, de
nieuwe leer in den dienst tegen de Chris
telijke waarheid aan te wenden. Het Chris
tendom, de historie en de wetenschap moes
ten zich aan eene hervorming* onderwerpen.
Buckle verkondigde dat de aard der gods
diensten afhing van de verscheidenheid der
landschappen, Liebig heeft aan 't gebrek
van kali en phosphorzuur in 't aardrijk,
den ondergang van het Romeinsche Rijk
toegeschreven en het viel een Duitsche
Darwinist onlangs gansch niet moeilijk te
bewijzen dat de talrijk aanwezige hom
mels in Engeland, de zegenrijke grondves
ters zijn der Britsche beschaving. Waarlijk
een nieuwe theorie leidt de neophieten tot
de waanzinnigste dinge i. Ook David Strauss
en nog andere radicale .theologenen
en philosophen namen het nieuwe systeem
aan, een stelsel dat immeis de moeilijkste
vraag wonderbaarlijk snel had opgelost en
aldus meenden de moderne radicalen, ein
delijk door een gelukkig toeval in het volle
bezit der onfeilbare waarheid te zijn ge
komen. Wij zien alzoo dat Proudhon
inderdaad gelijk had, toen hij zeide dat
door het doopwater van het Christendom
het heidendom niet is verdwenen.
De materialistische denkwijze, bracht,
zooals begrijpelijk is, een gedeelte der mensch-
heid tot den Mammondienst en tot aan-
„Men spreekt te Parijs over niets anders dan over
de groote sommen die de koning aan deze bloemen
besteedt, en waarlijk, zulk eene ongehoorde weelde
geeft wel slof tot ergernis."
Daar het Saksisch porselein zoowel in vorm
als in fijne bewerking veel achterstond bij deze
fraaie bloemen, wilde Marie-Joseph van Saksen,
de echtgenoote van den kroonprins van Frank
rijk haren vader, toen deze koning van Polen
werd, eens toonen wat de fabriek te Vincennes
voor schoons kon leveren. Te dien einde zond
zij hem een bouquet van porseleiuen bloemen in
een dito vaas, die met drie witte beelden ver
sierd was. Uit vrees voor beschadiging, werd
het geschenk op een draagbaar overgebracht
door twee mannen, die den geheelen weg tot
Dresden te voet aflegden. De bouquet, waarvan
het onderstel uit brons was vervaardigd, was drie
voet hoog en bestond uit 480 verschillende
bloemen. Het porselein had 100 louis gekost en
het bronswerk evenveel. Het was het fraaiste
werk, dat de fabriek tot dusverre had opgeleverd.
De beroemde componist Rossini was dikwijls
buitengewoon scherp in zijne beoordeelingen,
maar was daarentegen ook zeer gevoelig voor
berisping van anderen. Slechts weinigen waren
tegen hem opgewassen, en onder deze behoorde
ook de beroemde schilder en teekenaar Chatelet.
Toen hij dezen op zekeren dag bezocht, vond
bidding van het gouden kalf, terwijl zij een
groot gedeelte der proletariërs tot recruten
van het Socialisme vormde. De materia
listisch gezinde rijke werd een ongevoelig
egoïst, want hij dacht; rijkdom baart recht-
Waarom zou hij zijne krachten en goederen
opofferen voor den dienst van 't algemeene
en van 't ideale, als er niets hoogers bestaat
dan dit leven op aarde, als de grond op
zijne doodkist, niet slechts zijn lichaam,
maar ook dat wat men zijn »ziel« noemt,
bedekt? En waarom zou aan den anderen
kant, de hongerende proletariër zich de
genietingen dezer wereld ontzeggen en de
rijken ongestoord in het bezit hunner schat
ten laten, als er geen God was die zijne
versterving beloonde? Bestaat er geen ver
rijzenis, geen leven na dit leven, dan immers
zouden de paria's der maatschappij trachten
zich met geweld meester te maken van de
schatten en goederen dezer wereld.
De materialistische denkwijze beeft overi
gens zelfs ultra liberale geleerden in verwar
ring gebracht en hun veel zorgen gebaard.
Zoo klaagt Dubois-Reymoud, van wiens ma
terialistische redevoering wij onlangs spra
ken, in zijn voordracht over de geschiedenis
der beschaving en der wetenschap, in hart
roerende bewoordingen, over den ondergang
van het geestelijk leven, over het verval
in kunst en letterkunde en over de ver
hardheid van het tegenwoordig geslacht
en deze klachten hebben schier overal haar
echo gevonden.
Op het wetenschappelijk materialisme
volgt natuurlijk het practische materialisme.
Menig modern beschaafd persoon die zich
in het wetenschappelijk materialisme ver
kneukelt, ziet echter zeer ongaarne het
practische materialisme bij anderen. Wie
zelf een materialistisch gezind egoïst is,
wil toch niet gaarne door anderen met
dezelfde munt betaald worden. Voornamelijk
is dit het geval bij de liberale burgers, die
door atheïstische staatsscholen, gevaarlijke
geschriften en dergelijken, het volk van
zijn Geloof trachten af te brengen. Gaarne
geven zij de kerken aan het »canaille«
over, maar als dit canaille verder gaat
en hunne kasteelen en villa's evenmin
respecteert als de huizen en tempels die
aan den dienst van den Allerhoogste gewijd
zijn, als de tred vau het werkliedenbatal
jon gehoord wordt en de donderende kreet
hij hem juist bezig met in zijn atelier een
zijner bekoorlijke beelden op het papier te
brengen.
„Wat maakt ge daar voor een poppetje?" vroeg
Rossini aan zijn vriend; „worden u die prulle
tjes nog al behoorlijk betaald?"
„Nu, dat gaat wel, vijftien stuivers per stuk.
Verdient gij meer met uwe deuntjes?"
Rossini keek hem verbluft aan.
„Met mijne deuntjes, zegt ge?" antwoordde
hij aarzelend, „dat is verschillend. De een be
taalt meer voor mijne opera's dan de ander."
„Dan gaat het u al evenals mij; mijne pop
petjes worden ook zeer verschillend betaald."
„Ik componeer echter geheel uit liefhebberij,
ge weet ik ben rijk," zeide daarop Rossini met
een spottenden lach; „ik wil u echter wel zulk
een poppetje afkoopen en zal er zooveel franks
voor betalen als een ander er stuivers voor
geeft.
De schilder keek hem verrast aan.
„Gij wilt een mijner poppetjes hebben goed,
neem dan dit, maar geen betaling tusscben ons
vrienden! Gij zendt mij bij gelegenheid eens een
deuntje, zoo iets van tralala, hopsasa; daarmee
zult ge mij genoegen doen."
„Zoo iets van tralala, hopsasa?" riep de com
ponist uit, terwijl hij zijn woede nauwelijks kon
verbergen.
„Nu ja. beste vriend," antwoordde Chatelet
met onverstoorbare kalmte, „het behoeft niet
zoo lang te zijn, zoo'n deuntje zooals gij dagelijks
weerklinkt: »oorlog aan de paleizen, vrede
in de hutten! »dan heeft gewoonlijk zelfs
de liberale burger geen genoegen meer
aan de verspreiding van het »nieuwe
Evangelie.
Slot volgt.)
De National Zeitung wil weten dat het
verzoek om ontslag van den chef der Prui -
sische admiraliteit von Stosch sedert acht
dagen bij den Keizer is; of en in welken
zin daarop een besluit genomen is, bleef
echter aan het blad onbekend.
Met 195 tegen 40 stemmen is in
beginsel net wetsvoorstel aangenomen, dat
duivenschieten in Engeland verbiedt als
een barbaarsch en wreed vermaak.
Een regiment infanterie keert over Malta,
een ander over Gibraltar terug; eene bat
terij en eene compagnie mineurs gaan naar
Engeland. De sterkte van het Engelsch
leger in Egypte zal zoodoende tot 6000 man
verminderd worden.
In het Lagerhuis bevestigde Fitzmaurice
dat de Douau-conferentie hare werkzaam
heden Zaterdag heeft geëindigd. Haar arbeid
omvat een verdrag, bestaaude uit negen
artikelen. Bovendien is er een protocol
onderteekend, dat van gelijke kracht is
als het verdrag. De conferentie verzocht
Lord Granville hare besluiten aan de
Donau-oever-staten mee te deelen, en hou
tot toetreden uit te noodigen. De ratificatie
is opzettelijk zes maanden uitgesteld, om
den oever-stateu de gelegenheid te laten
tot toetreden. Lord Granville wordt ge
machtigd nog weder eene nieuwe zitting
der conferentie te beleggen, indien hij dit
mocht noodig oordeelen. Men gelooft dat
de getroffen bepalingen gunstig zullen
werken voor den Britscheu handel, en
tevens dat zij strooken met de eischeu vau
het geval en met het Europeesche staats
recht.
De Regeering zeide geen tijding te hebben
ontvangen omtrent de komst van een
Fransch eskader voor Madagaskar. Het
bericht in de dagbladen is echter waar
schijnlijk juist. Het Engelscbe schip Dryad
bevond zich thans te Tamatave.
De vlucht van Egan, den schatmeester
der Landliga, naar het buitenland, en 's mans
bij honderden fabriceert. Ge moet weten, wij
hebben eens per week een gezellige bijeenkomst
in de herberg bij moeder Saguet te Montmartre,
waar wij gaarne een vroolijk deuntje zingen. Uw
stukje behoeft geen groote muzikale waarde te
bezitten, het dient maar tot afwisseling."
Eerst nu bemerkte Rossini dat zijn vriend
hem eens een welverdiende les had gelezen; hij
nam de teekening aaii en vertrok. Den volgen
den morgen zond hij den schilder met een be
leefd briefje een zijner vroolijkste drinkliederen,
dat algemeen grooten bijval vond.
In het laatst van het jaar 1757 voltooide
Johnson zijn woordenboek van Engelsche schrij
vers, evenzeer tot zijne eigene tevredenheid als
tot die van den uitgever, den boekhandelaar
Millar. De blijdschap waarmede deze het laatste
manuscript ontving, blijkt uit het volgende briefje,
dat hij den schrijver zond: „Andreas Millar maakt
den heer Samuel Johnson zijn compliment, zendt
hem het honorarium voor het laatste manuscript
en dankt God dat hij in 't vervolg niets meer
met hem te doen zal hebben."
Johnson antwoordde hierop: „Sainuel Johnson
bedankt voor het compliment van den heer Millar
en verheugt zich, uit diens briefje te vernemen,
dat Andreas Millar nog in staat is, God voor
iets te danken."