NIEUW No, 882. Donderdag 12 April 1883. 8e Jaargang. Het vijfjarig Pontificaat van Leo XIII. BUITENLAND. W8 Een gevaarlijk jachtavontuur. COURilT. PBIJS DEB ADVEBTENTIËN Van 1—6 regels30 Cents. Elke regel meer5 Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant. Advertentiën worden uiterlijk Dinsdag- en Vrijdag avond voor 6 uur ingewacht. Uitgevers K P P E R S LAUREY. HAlRUmilIS ABONNEMEItTSPB IJS Per 3 maanden voor Haarlem 0,85 Buiten Haarlem franco per post. 1, Afzonderlijke Nummers 0,06 Dit blad verschijnt Eiken WOENSDAG en ZATERDAG. B U B E A IT: St. Jansstraat Haarlem. vm..snK",/ AGHTE MA HON AGITATE. Den 19den Februari 1878 werd Leo XIII door het h. College tot Opperhoofd der Kerk gekozen; hij heeft dus thaus als op volger van den h. Petrus het vijfde jaar va 1 zijnPontificaat voleindigd, 't Was een jaar vau onafgebroken arbeid en moeite, voort durende ontberingen eu lijden, maar ook een jaar vol hemelschen zegen en verblij dende resultaten. Leo XIII liet in de vijf jaren zijner regeering niets onbeproefd om voor de Kerk de vrijheid, voor haar Opper hoofd de onafhankelijkheid te bewaren, de Staten aan te sporeu tot het sluiten van vrede met de Kerk, de volkeren voor de dreigende gevaren te waarschuwen en de geloovigen aan te sporen tot een waarlijk Christelijken levenswandel. Zijne herdersplicht kent geene nationale grenzen, zij omvat alle landen der wereld, het Oosten en het Westen, het Noorden en hot ZuideD, met dezelfde liefdevolle en opofferende zorgen. Overal, waar oneenig- heden uit den weg te ruimen waren, waar een strijd moest geëindigd worden, waar hervormingen dienden ingevoerd te worden, verhief de plaatsvervanger van Christus nu eens raadgevend, dan weder waarschuwend, of ernstig veroordeelend zijne stem. Zoowel aan het volk, als ook aan de bestuurders der Staten en aan de wetgevers wees zijne vaardige hand het kwaad dat moest worden verwijderd en de geneesmiddelen die moes ten aangewend worden, om de maatschappij geschikt te maken tot wederstand tegen de dreigende stormen der toekomst. Als wij terugzien op hetgeen de b. Vader in de jaren zijner regeering heeft verricht, dan komt allereerst de groote zorg in de gedachte die Leo XIII zich heeft willen getroosten in het belang van den kerke- lijken vrede in Duitschland. Het edele woord door den Opperpriester, gesproken: mijne ziel zal geen rust vinden al vorens het lijden der Katholieken in Pruisen geëindigd is, weerklinkt nog steeds in ons gemoed. En inderdaad heeft de h. Vader, van 't begin zijner regeering, aan de door den cultuur strijd geteisterde gedeelten van het Duitsche Rijk de eerste en beste zorgen besteed. Van zijn eerste brief, dien hij bij gelegen heid zijner verkiezing aan den Keizer-Ko- niug schreef, tot dien van December en Januari jl. was zijn streven een waren, soliden en duurzamen vrede voor de Prui sische Katholieken te verkrijgen. Toen de onderhandelingen te Weeuen zonder resul taat moesten worden afgebroken, omdat de Pruisische Regeering weigerde de Meiwetten te herzien en de onmogelijke inmenging van den Paus in zuiver politieke aangele genheden verlangde, bleef de hoop op de wijsheid en liefde van den h. Vader de beste troost voor de Katholieken in Pruisen. En zij heeft hen niet teleurgesteld. Het gelukte den schijnbaar verloren draad der onderhandelingen weder in handen te krij gen. In de plaats van conferentiën kwam er eene geregelde en duurzame diplomatieke verbinding tusscheu Rome eu Berlijn, en in December van het vorige jaar wendde de h. Vader zich nogmaals tot den Keizer- Kouiug om den lang gewenscbten vrede tot stand te brengen. Hoe het met deze aangelegenheid thans geschapen staat, welke hoop men koestereu mag eu op welke even tualiteiten Pruisens Katholieken zich moeten voorbereiden, is onzen lezers bekend. Smee- ken we God, dat de onafgebroken bemoei ingen, welke de Paus in de vijf jaren zijner regeeriug voor de Katholieken in Pruisen heeft aangewend, eindelijk met het beste gevolg mogen worden bekroond, opdat Leo XIII als de hersteller der verwoeste Katho lieke Kerk in Pruisen moge gevierd worden. Evenals in de eerste jaren van zijn Pon tificaat vond Leo XIII ook in 't vorige maar al te veel aanleiding, tegen de ver krachting van de vrijheid des Pausen te protesteeren en de rechten van den h. Stoel tegenover de tijdelijk zegevierende revolutie te verdedigen. Op zijn kroningsdag, den 2den Maart 1882, klaagde hij over »de volle maat van bitterheid en smarten* welke de revolutie den Paus bereidt,en hij de creteerde tegelijkertijd, dat de rechten van den h. Stoel »noch door verjaring, noch door doodzwijgen* kunuen vernietigd worden. Zjjne protesten vonden in het hart van iederen geloovige luiden weerklank en spoorden de Katholieken van alle landen aan, om op te komen voor de aloude rech ten vau den h. Stoel. Ten aa nzien van de handelingen der Itali- aansche revolutionuairen, onder leiding van den nu voor den eeuwigen Rechter ge- O O daagden rooverhoofdmanGaribaldi,bij de vie ring der SiciliaanscheVesper uitgelokt om den volkshaat tegen het Pausdom aan te wak keren, wees Leo XIII in zijn schrijven aan het Episcopaat van Sicilië van den 22sten April, op de groote verdiensten, welke het Pausdom heeft ten opzichte van de bevor dering van het volkswelzijn in Italië. De woorden van den Paus maakten op het Italiaanschen volk, dat den h. Vader bij elke gelegenheid van zijne groote en innige vereering getuigenis geeft, den diepsten in druk. Dit hinderde de Italiaansche bewinds mannen en zette hen aan tot nieuwe ver drukkingen. Zij duldden niet alleen de grofste beleedigingen die den Paus werden aangedaan, alsmede de openlijke bedreiging, het Vaticaau in de lucht te doen springen, maar zij verleenden zelfs amnestie aan de beleedigers, trachtten door de rechtbanken zich in de huishoudelijke aangelegenheden van het Vaticaan te mengen en weigerden of stelden, uit haat tegen den h. Stoel, de exequaturs voor de Italiaansche Bisschop pen uit, zonder er zich over te bekomme ren, dat daardoor de godsdienstige belangen van het volk zeer benadeeld werden en zonder er aan te denkeu dat zij zoo doende de mannen der revolutie in de hand werkten. Het afgeloopen jaar heeft de vrijheid aan den h. Stoel nog niet gebracht, maar er zijn teekenen waar te nemen, die de hoop rechtvaardigen, dat de revolutie vroeg of laat het geroofde aan den rechtmatigen eigenaar zal moeten te ruggeven. (Slot volgt.) De Rijkdag heeft, met meerderheid van slechts 1 stem, eene wijziging gemaakt in de wet op de uitoefening van beroep of bedrijf. Het geven van onderwijs in het dansen) turnen en zwemmen, het exploiteeren van badinrichtingen en de handel in dynamiet en andere ontplofbare stoffen zal name lijk voortaan kunnen worden verboden, wanneer de onvertrouwbaarheid van den ondernemer of handelaar uit feiten is ge bleken. De handel in gebruikte kleederen, gebruikt beddegoed en andere uitdragerij zal kunnen worden verboden aan ieder, die veroordeeld is geweest wegens vergrijp of misdrijf, gepleegd uit eigen geldelijk belang. Het verhuren van dienstboden, als ook het houden vau een bureau ter plaat sing in verschillende betrekkingen, zal kun nen worden ontzegd aan ieder, die hetzij om bovengemelde reden, hetzij wegens aan randing der zedelijkheid gevonnisd is ge weest. Dépêches uit Berlijn melden dat het kroningsfeest te Moskou vermoedelijk zal worden uitgesteld, naar aanleidiug van de bedreigingen der Nihilisten. Uit Kopenhagen wordt gemeld, dat het geheime congres van Duitsche socia listen vrij lang zijn zittingen gebonden heeft in een aan de socialisten van Ko penhagen toebehoorend buis. De zittingen zijn een tijd lang geheim gehouden, tot FEUILLETON. Vervolg en slot.) Ik zat op een dunnen buigzamen tak, die heen en weêr zwaaide bij de min.te beweging die ik maakte, en die nauwelijks sterk genoeg was om mij te dragenik was daarbij genood zaakt, ten einde het evenwicht te bewaren, mij aan de omringende kleinere takken vast te hou den. Op weinige voeten afstands van mij inder daad zoo nabij dat ik meer dan eens zijn adem voelde was de panter gezeten, met vuurvlam mende blikken op mij loerende en van tijd tot tijd van ongeduld grommende, en zich zoo veel mogelijk vooruit strekkende, tot dat ik bijna in zijne macht was, waarop hij dan weder genood zaakt was zich terug te trekken, om weinige oogenblikken later eene nieuwe poging te doen. Al dien tijd loeide de koude nachtwind op droe- vigen toon door het bosch, als om mijne hoop op redding te bespotten. Wanneer, zooal. dikwijls gebeurde, mijne leden stijf begonnen te worden door te lang in ééne positie te blijven, was ik verplicht van houding te veranderen, hetwelk ik altijd deed op gevaar af van naar beneden te tuimelen, als wanneer ik stellig, hetzij door mijn val, of door den panter, of wellicht door beiden den dood had gevonden. Toen ik geloofde dat het zoo wat de tijd moest zijn, dat mijn zoon terug kon komen, begon ik zijn naam hardop uit te roepen, en ging daar mede met kleine tusschenpoozen voort, terwijl het gruwelijke gebrul van den panter mij daarbij accompagneerde, totdat ik eindelijk mijn roepen op grooten afstand flauw beantwoord hoorde. Zonderling was ik te moede bij het blijde ge voel, dat ik niet meer geheel alleen was, en nog eens met een menschelijk wezen kon «preken, terwijl de vrees mij bekroop dat, zoo hij al te dichtbij kwam, de panter mij wellicht zou ver laten om hem te bespringen. Hij kon niets doen om mij te helpen zonder zich zeiven in g.vaar te begeven, en zoodra hij dicht genoeg bij mij was, om mij duidelijk te kunnen verstaan, gaf ik hem vaii mijn gevaarlijken toestand kennis en beval hem, indien hij zijn eigen leven en het mijne lief had, terstond naar huis te gaan en daar te blijven, doch aan niemand te zeggen wat er gebeurd was. Hij bad en smeekte mij hem toe te staan 0111 mij ter hulp te komen, maar ik was onverbiddelijk. Eindelijk riep bij mij vaarwel toe, met eene bevende stem, die de ontroering van zijn edel hart verried, toen hij zijn vader in zulk een verschrikkelijken toestand moest achterlaten. Die nacht was eene eeuwigheid voor mij; elke minuut scheen mij eene eeuw toe; zou. de mor gen dan nooit komen, om mij van mijn bloed- dorstigen vijand te verlossen en zou hij dan wel vertrekken met. het daglicht, of nog blijven om mij te bewaken? Hulp zou er dan toch wel ko men, en ik zou ten minste even goed als hij kunnen zien; daarom hoopte en bad ik, dat de morgen slechts mocht aanbreken. O, met welke vreugde begroette ik de eerste grauwe schemering in het oosten en met welke blijdschap zag ik het al lichter en lichter wor den, en de roode vuurgloed in de oogen van mijn vijand verflauwen, naarmate het daglicht sterker wérd en zijn bruiu lichaam voor mijne oogen duidelijker verscheen. Met het daglicht bemerkte ik dat hij onrustig eri slecht op zijn gemak'begon te worden, en dikwijls wantrouwig dat een talrijker opkomst- dan gewoonlijk de aandacht der overheid trok. Het congres, zoo wordt beweerd, bestond uit 70 leden, waaronder zich bijna al de socialistische leden van den Rijksdag bevindeu zouden. Parijs, Zwitserlaud en Rusland hadden ge delegeerden gezonden. De gemeenteraad van Weeneu heeft het houden der tentoonstelling, tegen 1884 ontworpen, onbepaald verdaagd. Het rechtsgeding voor de jury vau de beschuldigdeu iu zake den moord in het Phoenix-park nam eergisteren een aanvang. Eene hoeveelheid nitroglycerine, van Glasgow gekomen, werd te Londen door de politie aangehouden. In de nabijheid dezer stad zijn eene menigte andere ontplofbare stoffen gevonden. Uit Petersburg komt bericht van zware overstroomingeu in de Zuid-Russische provinciën. Vele spoorwegen staan blank, 0. a. de Charkoff-Azof over 400 werst. Beide Kamers in Spanje hebben zich dezer dagen met het vraagstuk van den eed bezig houden. De Senaat heeft eerst een beslissing genomen; de Kamer van Af gevaardigden, zich daarmee vereenigend heeft met 164 tegen 45 stemmen uitgemaakt, dat de Volksvertegenwoordigers naar verkie zing, bij den eed den naam van God kun nen aauroepen of wel op hun eer kunnen zweren. Uit New-York wordt bericht dat Most manifesten uitvaardigde, die in elke Europeesche taal moeten wordec openbaar gemaakt. Hij zegt daarin, dat de revolu tionuairen allerwege vereenigd zijn tegen de monarchie, en besloten zijn voortaan elke kroning te beletten, of het den Czaar of den Prins van Wales geldt. De kroning van den Czaar is het keerpunt en moet daarom tot eiken prijs worden voorkomen. Duizenden zijn bereid hun leven daarvoor op te offeren, en een volksopstand zal plaats hebben, als het noodig mocht zijn. Louis Veuillot, de beroemde Fran- sche publicist, is gestorven. Hij bereikte den ouderdom van 70 jaar. In de journa listiek speelde hij een groote rol en men mag zeggen, dat hij de beroemdste der journalisten was van zijn tijd. Zijne groote gaven wijdde hij aan de verdediging der Kerk, en als zijue vijanden hem iets te verwijten wisten, was het bijv. dit, dat hij een meester was in het schelden Maar dan lagen die vijanden iu het stof, zich kronkelend onder de felheid zijner slagen. Veel waarde heeft hun oordeel dus niet. Louis Veuillot was de zoon van een kuiper uit de provincie, die later naar begon roiul te zien, totdat hij zich eindelrjk be gon terug te trekken en naar beneden te klim men, jankende van ongenoegen over bet missen van zijn prooi. Eindelijk was hij in het bosch verdwenen. Met een hartelijk dankgebed voor mijne won dervolle redding, begon ik nu, mij huiten gevaar- ziende, naar beneden te klimmen, maar mijne leden waren zoo verstijfd en krachteloos gewor den van de moeielijke houding, waarin ik zoo lang had moeten blijven, dat ik, mij niet langer kunnende vasthouden, van eene hoogte van vijf tien of twintig voet naar beneden viel, gelukkig zonder mij ernstig te bezeeren. In het volgende oogenblik lag ik in de armen van mijn zoon, die met eenige buren, die hij gewekt had, mij ter hulpe was gesneld. Lang duurde het, eer ik weder van de ge volgen van dien nacht vol angst was hersteld, en nog kan ik er niet aan denken zonder dat eene koude rilling mij door de leden loopt, als voeldeik nogmaals de nadering des doods. Zooah gezegd, was dit de laatste nacht dat ik jaagde bij fakkellicht.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1883 | | pagina 1