NIEUWE
No. 709.
Züüdag 15 Juli 1883.
8e Jaargang,
ïs (lat geoorloofd?
BUITENLAND.
De tocht naar Krakatau.
H44RLMSCIIE C0VH41T.
ABONNEME1TTSPB IJS
Per 3 maanden voor Haarlem 0,85
Buiten Haarlem franco per post. 1,
Afzonderlijke Nummers0,06
Dit blad verschijnt
Eiken WOENSDAG en ZATERDAG
BUREAU: St. Jansstraat Haarlem.
mm vn s n
AGITE MA NON AGITATE.
PRIJS DER ADVERTENTIÉN
Van 16 regels.30 Cents.
Elke regel meer5
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant.
Advertentiën worden uiterlijk Dinsdag- en Vrjjdag
avond voor 6 uur ingewacht.
Uitgevers K P P E R S LAUREY.
De verkiezingen voor de Eerste Kamer
der Staten-Generaal zjjn weder afgeloopen.
Gelijk zich vermoeden liet hebben de Sta
ten van de onderscheiden Gewesten de af
tredende leden die zich weder herkiesbaar
steldenmaar weer herkozen. Van eene
verplaatsing van de meerderheid in de Eerste
Kamer kan natuurlijk geen sprake wezen.
De kiezers zijn in Mei daartoe te flauw
geweest. Bjj de stembus voor de Provin
ciale Staten schitterden dikwerf 3/4 der
stembevoegden door hunne afwezigheid.
Wij zullen wel niet behoeven te verze
keren dat dit verschijnsel uiterst bedroe
vend is voor de vaderlandsche belangen.
Er is toch voor de toekomst van ons volk
uiterst veel gelegen aan een andere samen
stelling der Eerste Kamerwaarbij wijin
dit verbandniet denken aan een andere
formatie van dat hooge staatslichaam maar
aan het verkrijgen eener anti-liberale meer
derheid. Zulk eene omzetting van de Staten-
meerderheden zou ook in menig ander op
zicht hoogst gewenscht zijn. Te veel wordt
voorbij gezien dat de gewestelijke verte
genwoordigingen niet enkel kiescolleges voor
de Eerste Kamer zijn al is dit zeker een
der belangrijkste gedeelten van haar werk
zaamheid. Men ziet b. v. altijd met zekere
voorname geringschatting neder op de
behartiging der polderbelaugenwelke ook
aan de Staten is opgedragen. En als men
dan die belangen vermeld heeftdan roept
men uit: «wat hebben die te maken met
de politiek en de kiezers voor de Staten
blijven dood bedaard thuis.
Nu merken wij al dadelijk op, dat zelfs
bjj het behartigen der belangen van de
polders het volstrekt niet onverschillig is
tot welke richting de Stateu-leden behoo-
ren. 't Is volstrekt onze bedoeling niet
om iemand te kwetsen doch het dient toch
gezegd te wordenomdat de waarheid boven
alles gaat, dat van den belijder van de
ware beginselen op staatkundig en gods
dienstig gebied, het streven mag worden
verwacht, om in alles, ook in 't zooge
naamd kleine en geringede wet der hoogste
rechtvaardigheid en billijkheid te betrachten.
Wanneer wij niet geloofden dat de gods
dienstige overtuiging, welke wij voorstaan
ons voor het leven, in zijn veelzijdige be
moeiingen, beter deed zijn of worden dan
FEUILLETON.
Batavia's ingezetenen hadden met geestdrift de
gelegenheid aangegrepen, door de N. I. Stoom
vaart-Maatschappij geschonken, tot het brengenvan
een bezoek aan het eiland Krakatau in Straat
Sunda. Het Batav. Hbl. bevat van die tocht een
verhaal, waaraan wij het volgeude ontleenen.
Meer dan honderd passagiers werden inge
scheept aan boord van de Gouverneur-Generaal
Loudon. Te zes uur 's av. werd de reis aange
vangen onder de meest opgewekte en van nieuws
gierigheid tintelende stemming.
Drie uren later was het geheimzinnig Kraka
tau in het gezicht, spottende met de geleerdheid
en de geleerden, die het, op het voorbeeld van
prof. de Hollander Land- en Volkenkunde, I.,
blz. 162) een uitgebranden vulkaan noemden,
omdat sedert 1680 geen uitbarstingen waren
Waargenomen
Het Westelijk gedeelte van het aan den Zui
delijken ingang van Straat Sunda gelegen eilandje
ligt in nevelen en wolken gehuld. Statig en dui
delijk zichtbaar verheft zich echter de groote
piek, scherp afstekend door het helder maan
licht. Schijnbaar uit het midden van het eiland
zager, wij een dichte zilverwitte rookkolom zich
duizenden voeten hoog verheffen en bij hare aan
raking met de wolken stadig naar het Westen
de voorstanders van andere religieuze (of
anti-religieuze) denkbeelden waartoe zou
den wij dan nog voor onze zienswijze strij
den
Men beeft wel eens, van radicale zijde,
spottend gevraagd als de noodzakelijkheid
werd betoogd van het afvaardigen naar
alle het volk vertegenwoordigende colleges
van godsdienstig gestemde mannen welk
rapport bestaat er tusscben wetten en re
ligie?
Die vraag getuigde van die oppervlak
kigheid, welke de ontkennende richtingen
altijd kenmerkt. 't Is waar, in de wet
ten des lands of in de verordeningen van
Gewest of Gemeente worden geen leerstel
lingen geformuleerd; de dogmatiek is (ge
lukkig) buiten de vergaderzalen dec wet
gevers gesloten. Maar omdat men in de
Raadszaal van Land Provincie of Gemeente
niet theologiseertzou het daarom een
onverschillige zaak worden door welken
geest de leden van al die vergaderingen
worden bezield? In geenen deele.
De Godsdienst geeft ons een anderen
blik op alle dingen zij verheldert ook het
verstandeljjk oog en doet ons de eischen
van recht en gerechtigheidvan billijk
heid en onpartijdigheid duidelijker besef
fen en waardeeren. Tot staving vau die
opvatting zullen wij voor heden wijzen op
een punt, dat door de Provinciale Staten,
van welke colleges wij in dit betoog uit
gingen, wordt beheerscht.
Geljjk onze lezers weten werden door de
Staten der onderscheiden Gewesten steeds
ook subsidiën verleend voor het stichten
van kerkgebouwen, wanneer daartoe bil
lijke redenen bestonden. Men ging daarbij
uit van het zeer rationeele denkbeeld, dat de
kerkelijke belangen, wel degelijk behooren
onder de belangen voor welke de Staten,
volgens de Grondwet, hebben te waken.
Jaren achtereen (wij bedoelen na de Grond
wetsherziening van 1848) ging dan ook
alles goed. De Staten van alle Gewesten
verleenden tegemoetkomingen aan kerkelijke
besturen, die daartoe, ten behoeve van hun
eeredienst, aanvraag deden. Daar kwam
echter op eenmaal verandering. De libera
len lieten zich geheel overmeesteren door
het rationalisme. Van dat oogenblik was
er natuurlijk geen sprake meer van het
subsidiëeren van kerkbouw. De meerderheid
in onderscheiden Provinciale Staten wei-
afdrijven. Bij tussclienpoozen van vijf minuten
verspreidde zich een purper licht over den voet
dier kolom, en toen wij naderbij kwamen, ont
dekten wij dat dit purper schijnsel de gloed was
van ontelbare vlammen en vonken, welke op al
lerlei punten uitsloegen. Aangrijpend schoon en
ten hoogste indrukwekkend was dit tafereel, maar
al te geschikt om den mensch van zijn nietig
heid te overtuigen en daarom hoogst leerzaam
voor onze Indische, aan zelfoverschatting lijdende
samenleving.
Tegen tien uur namen een dertigtal passa
giers in de uitgezette booten plaats en landden
zonder eenig incident. Dit voorbeeld, vooral toen
het bleek dat er geen gevaar bestond, vond
navolging, en andermaal stevenden stoombarkas
en sloep met passagiers bevracht naar den wal.
Welke inspanning het doorzoeken van het eiland
ook kostte, zij was in alle opzichten loonend,
niet alleen voor den geest, maar ook voor den
tast, welke slechts had te grijpen naar verkoold
hout, stukken lava en puimsteen, en zelfs naar
op de zee drijvende doode visschen.
Tot over de enkels door fijuverdeelde asch wa
dende, stegen wij van de kust door een kaal
geblakerde en verbrande vlakte opwaarts. Eenige
verspreide, verschroeide boomstammen en
horribile dictu een huppelend wild zwijn, dat
te vergeefs naar eenig voedsel zocht, waren de
eenige herinneringen naar Krakatau's voorheen.
En het tegenwoordige?
gerde pertinent subsidie voor het bouwen
of onderhouden van kerkgebouwen toete-
staan. Als men Godshuizen wilde stichten
dan moest men dat maar (zoo redeneerden
de kerkhaters) zelf betalen.
Ten einde nu de kiezers te misleiden,
die willicht nog zouden hechten aan de
bestaande gewoonte, werd de onwil om
voor-den Godsdienst iets te doen, verbor
gen onder het voorgeven, dat de Grond
wet het verleenen van zulke subsidiën ver
bood. Zelfs in de Tweede Kamer maakten
velen (liberalen) bezwaar de wetten goed
te keuren tot heffing van Provinciale be
lastingen, wanneer in den considerans der
wet, onder de uitgaven, tot welker dekking
de belastingen moesten dienen, een bewuste
subsidie was opgenomen.
De gansche theorie van ongrondwettig
heid is niets dan een flauw, radicaal
verzinsel. Zij werd dan ook door twee li
berale Ministers, de heeren Thorbecke en
Kappeyne, bestreden; beiden handhaafden de
vrijheid der Staten om den bedoelden on
derstand toe te staan. Toch houden
vele radicalen (de meerderheid zelfs)
aan hun anti-kerkbouwtheorie hardnekkig
vast.
Door diezelfde kerkhaters wordt echter
volstrekt geen bezwaar gemaakt, om sub
sidie te verleenen b. v. aan een
tooneelschool. Het tooneel, wij weten het,
moet, volgens sommigen, voortaan de Kerk
vervangen. De zedelijke vernieuwing der
samenleving, naar het oordeel der onge-
loovigen, niet langer van de Kerk te
wachten, zal nu tot stand komen door bet
tooneel.
Over het onzinnige van zulkeGod-ont-
eerende denkbeelden zullen wij tegenover
onze lezers niet veel woorden behoeven te
verspillen. Dat de vervulling der godsdien
stige behoeften in vele Gewesten kan wor
den nagelaten eu aan een tooneelschool de
voorkeur wordt gegeven, i3 mede een ge
volg van de flauwheid der kiezers voor de
Staten. Godsdienstige, anti-liberale leden
van die colleges zouden tot zulk een zondige
dwaasheid niet meewerken.
Als men toch van godsdienstig standpunt
de vraag stelt: is dat (het plaatsen van
den schouwburg boven den Godsdienst)
geoorloofd? dan zal het antwoord wel niet
anders dan ontkennend kunnen luiden.
Op dergelijke teekenen, als wij releveerden,
Naarmate wij verder gingen verdwenen ook
de boomstammen en bewogen wij ons door een
uitgestrekte kale aschwoestijn voort, die door het
zonlicht grijs en van verre, waarschijnlijk ten
gevolge van zwaveldeelen groenachtig gekleurd,
een treffende tegenstelling bood met het verge
zicht achter ons, de blauwe zee' en het eiland
Dwars in den Weg. Het duurde echter niet lang
of ook dat gezicht werd ons door de kale asch-
heuvelen benomen. Met, de grootste inspanning
vervolgden wij onzen tocht, het dieper voetspoor
onzer voorgangers volgende. Naarmate wij ver
der kwamen werd de lucht benauwder, het ge
raas luider en, wat meer zegt de bodem heeter,
zJfs tot zulk een graad, dat men aan de hier
en daar verspreid liggende brokken puimsteen en
lava bij- aanraking de vingers brandde. Over een
groote uitgestrektheid waren deze wijd en zijd,
meer of min diep begraven brokstukken de eeni
ge afwisseling, waarop het oog voor een oogen
blik rusten kon. Met de grommende rookkolom
voor ons stegen en daalden wij intusschen on
vermoeid voort, totdat eindelijk een helling be
reikt werd, bedekt met licht violet gekleurde
kleine lavadeelen. Ook deze helling daalden wij
af en aan de grens daarvan gekomen, mochten
wij eindelijk zeggen: wij zijn aan den krater ge
naderd, voor zoover dit maar eenigszins moge
lijk was.
Voor ons verhief zich een kolossale heuvel,
samengesteld uit dicht opeengestapelde rotsblok-
moei dus met grooten ernst door de kiezers
worden gelet. Het moet uit wezen met het
dwaze praatje: »Oeh, de Staten beteekenen
niet veelZij beteekenen werkelijk zeer
veel, gelijk wij in een kr-achtig voorbeeld
aantoonden. Men zij dus in 't vervolg beter
dan tot hiertoe op zijn hoede als er voor
leden van de Provinciale Staten moet ge
stemd worden.
Van liberale zijde wordt beweerd, dat de
jongste zenuwpijnen van prins Von Bis
marck niet buiten verband zouden staan
tot het terugtreden van den heer Von Ben-
nigsen. De Rijkskanselier zou met dien
Hannoveraau een onderhandeling hebben ge
had, waarbij het nog al warm zou zijn toege
gaan. Prins Von Bismarck zou aan den
heer Von Bennigsen hebben toegevoegd,
met een zinspeling op de Amerikaansche
reis van den heer Lasker: Gij kunt ook
wel naar Amerika vertrekken
Door de Pruisische Regeeriug is, uit het
budget voor buitengewone uitgaven, een
som van 500 000 mark beschikbaar ge
steld, ten behoeve van hen, die in Silezië
door de overstroomingen zoo groote schade
hebben geleden. Uit de genoemde som
zullen voorschotten verleend worden, tot
het aankoopen van zaad, veevoeder enz.
De Koning van Beieren heeft toegestaan,
dat alle pleegzusters, zoowel geestelijken als
leeken, half-geld op de spoorwegen zullen
betalen.
De Fransche Senaat heeft het ont
werp tot bescherming der verwaarloosde,
mishandelde en verlatene kinderen met eenige
wijzingen aangenomen.
In het Lagerhuis zeide Gladstone, dat
de rechtsgeleerden der Kroon beweren, dat
de Lesseps uitsluitend recht op een kanaal
door de landengte van Suez heeft. Als dit
vermoeden onjuist is, dan kan de Regee
ring de voorloopige schikking niet recht
vaardigen.
Childers heeft medegedeeld dat de Re
geering door middel van eene leeniug, 8
millioen aan de Suez-kauaal-maatschappij
zal verschaffen.
De regeling omtrent het twee Suez-ka-
naal maakt in de City een onguustigen
indruk.
Lord Fitzmaurice zeide, dat Egypte's
ken, die telkens van uit de wolken nieuwen los
voer ontving en opgehoogd werd door de brok
stukken van de hoog opgeworpen steenklompen,
die af en toe als fijn verdeeld steengruis weder
de aarde bereikten. Deze heuvel van steen en
gruis, waarin zich op eene plaats een voor het bloo-
te Oog duidelijk zichtbare kleine krater gevormd
had, waaruit voortdurend gloeiende zwarte mod
der werd opgespoten, scheen ons ons toe de biu-
nènste kraterrand te wezen. Daarbinnen vormt
zich dan ook die reusachtige rookkolom, die dooi
de naastbij zijnden werd geschat een omvang te
hebben van duizend voeten en tot een hoogte
van meer dan 6000 voeten te stijgen om zich
verder in het luchtruim te verliezen.
Bij het vallen van den avond heeft de uit
barsting nog niets van hare hevigheid, maar ook
niets van haar ontzagwekkende grootschheid ver
loren. Naarmate de duisternis invalt, beginnen
de vlammen door den rook meer zichtbaar te
worden en steken door het vurig purper schit
terend af bij den donkeren smook, 't Is een
majestueus gezicht; de stilte rondom ons in de
geheele natuur is aangrijpend; de kalme zee ligt
effen en slechts bewogen door een lichte deining
als een uitgestrekt, azuren veld in het verschiet
en voor ons het eiland Krakatau, daar straks pas
verlaten, steeds rook en vlammen brakend, ge
tuige van den strijd der machtige elementen in
het hart zijns bodems.