NIEUWE buitenlanIë No, 713. Zondag 20 Juli 1883. 8e Jaargang Een ernstige waarschuwing. Overspanning en opgewondenheid. Lastige netheid. HAARIEMSM ('IIIIISUT. ABONNEMENTSPBIJS Per 3 maanden voor Haarlemj 0,85 Buiten Haarlem franco per post. 1, Afzonderlijke Nummers0,06 Dit blad verschijnt Eiken WOENSDAG en ZATERDAG. B U B E A IJSt. Jansstraat Haarlem. AGITE MA NON AGITATE. PBIJS DEB ADVEBTENTIÉN Van 1-^6 regels30 Cents. Elke regel meer5 Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant. Advertentiën worden uiterlijk Dinsdag- en Vrijdag avond voor 6 uur ingewacht. Uitgevers KÜPPERS LAUREY. In Frankrijk valt het niet moeilijk con- stitutiën te maken, wél om ze doen leven. Jules Ferry. Men moet willen leeren ook van zijn tegenstanders. Aan dien verstandigen eisch gedachtig, aarzelen wjj niet een uitspraak van een Pransch radicaal als eene ernstige waar heid, van kracht ook buiten Frankrijk, onzen lezers voor te houden. Haar bizondere beteekenis voor Frankrijk ligt voor de hand. Ferry belijdt toch in de geciteerde woorden de onmacht van de revolutie om staatsinstellingen in het leven te roepen, welke levensvatbaarheid be zitten. Dat getuigenis klinkt geheel anders dan de bombastische, erg opgeschroefde lofzan gen door de radicale bladen op de omwen teling en haar gezegende gevolgen aange heven. Tegenover dat gezwets stelt nu een der hoofdmannen van het Republikeinsch Frankrijk, in welk land de groote revolutie werd gemaakt, de machtige opmerking, dat' in zjjn vaderland grondwetten zeer gemakkelijk geboren worden, doch moeilijk kunnen blijven leven. 's Mans taal laat aan duidelijkheid niets te wenschen over. De republikeinen van allerlei slag, de volbloed, de heele en halve gematigden, de opportunisten, de positi visten en voorts alle >anen« en isten«tot de anarchisten incluis, weten nu welk een lief leventje de vrijheid in Frankrijk leidt. Nieuws werd door den radicalen bewinds man niet verkondigd. Wat hij leeraart, werd door de feiten reeds een eeuw lang gepredikt. De revolutie is de grootste be driegster, die ooit geboren werd, terwijl van haaT het omgekeerde geldt van hetgeen Ferry van de grondwetten getuigt. De om wenteling toch werd met moeite geboren, doch nog erger, zij is, in haar gevolgen nog moeilijker te dooden. Zij leeft in den dood der vrijheid. Van de bizondere beteekenis welke de woorden van Ferry voor Frankrijk heb ben, zullen wij nu zwijgen; wij willen het toepasselijke van de les, die zij bevatten ook voor ons vaderland doen uitkomen. Door geen onpartijdige zal kunnen wor den ontkend, dat de groote meerderheid van ons volk zich) om een Indische uit drukking te bezigen) niet lekker gevoelt. De groote verwachtigen door velen van de Grondwetsherziening van 1848 gekoesterd, zjjn niet vervuld. Nu, dat is geen wonder, FE U1LLE T ON. Men hoort soms van onwederlegbare bewijzen spreken. Zoo lezen wij in het Engelsche genees kundig tijdschrift „the Lancet",dat er in onze tegenwoordige manier van werken veel verkeerds is, en zelden gaat er een week voorbij zonder dat een onzer mannen van beteekenis aan de eene of andere ongesteldheid lijdt. Men heeft beproefd te bewijzen dat de oorzaak van geestesafmatting, die zoo dikwijls bij staats lieden voorkomt, te zoeken is in de slechte ge woonte om van den nacht een dag te maken, waarmede het Britsch Wetgevend Lichaam is voor gegaan; maar voor de geknakte gezondheid van andere mannen in het openbare leven is geen bi zondere oorzaak aan te wijzen. Zij lijden, evenals de gewone leden der liedendaagsche maatschappij, aan de overspanning en opgewondenheid, die een kenmerk van onzen tijd zijn, en die onder alle klassen heerschen. De demon „overmaat van ar beid" ten onrechte zoo genoemd is evenzeer in den koopman gevaren, die om elf uur naar bed gaat, als in den staatsman, die tot de vroege ochtenduren opblijft om redevoeringen aan te want als men menschen spreekt, die toen reeds volwassen waren, en als men leest wat destijds zooal, ter voorlichting der openbare meening, gedrukt werd, dan komt men tot het resultaat dat voor 35 jaren niet meer of minder dan algemeene vetpot« aan de goê gemeente werd beloofd, 't Zou alles uitstekend gaan; de belastingen zou den tot een minimum worden teruggebracht en de vrijheid tot een maximum opge voerd. De uitkomst was echter geheel anders. Het aanslagbiljet in de belastingen werd elk jaar hooger; vele nieuwe heffingen wer den ingevoerd, waaronder zeer hatelijke; men denke slechts aan de successiebelasting in de rechte lijn. Wel schafte men enkele Rijksaccijnseu, alsmede alle Gemeente-accijnsen af, doch de artikelen waarop zij gelegd waren, werden niet goedkooper door de onthef fing. Zoo stond het op belastinggebied ge schapen. Nog erger was het op dat der vrijheid gesteld. Na 1848 brak toch de bloeitijd der wetten en reglementen aan; de wetzaligheid kwam aan de orde. Wij zullen in geen aanwijzing treden van hetgeen werd geregeld bij wetten en reglementen. De bewegingsvrijheid der bur gers werd oneindig meer dan onder't oude régime belemmerd. Bij politieverordening werden allerlei kleingeestige bepalingen vastgesteld, welke in dat opzicht, den prui kentijd deden terugwenschen. De Staatsbemoeiing werd steeds meer uitgebreid, terwijl met betrekking tot een allerbelangrijkst onderwerp, het volkson derwijs, wel in de Grondwet vrijheid werd beloofd, doch feitelijk niet geschonken. De Staatsconcurrentie verlamt toch de kracht van het vrije onderwijs. De mededinging wordt aan net bizonder onderwijs onmoge lijk gemaakt, daar de Staat voor zijn on derwijs put uit aller beurs, terwijl het vrije onderwijs maar over die van betrek kelijk niet velen kan beschikken. Het volgt uit den aard der zaak, dat tegenover dergelijke feiten de wensch in veler hart geboren werd, dat de veelszins onhoudbare toestand anders moge worden. Grondwetsherziening wordt alzoo veler leus en keus. Gedweept hebben wij nimmer met het denkbeeld van Grondwetswijziging, en zulks niet, omdat wij de constitutie van 1848 volmaakt rekenen, integendeel; maar omdat wij der meening zijn toegedaan, dat wetten alleen een volk niet gelukkig kunnen maken. hooren, of er zelf te houden. Nog iets anders mag hierbij ook wel vermeld worden, namelijk, dat wie de verinaken najagen doorgaans nog la ter opblijven dan de leden van het Parlement, en daar natuurlijk nog meer onder lijden. Men moet onder de oppervlakte zoeken als men de oorzaken der storingen wil vinden. Geen „overmaat van arbeid" maar overstelping knakt de gezondheid. Wie met het hoofd werken, zouden veel meer kunnen uitvoeren dan zij doen, als zij zich maar wat minder koortsachtig haastten, zich minder overspanden en hunne krachten minder verspilden. Alles wat wij doen, doen wij te haastig. Wij on dernemen te veel tegelijk en beginnen alles te krampachtig. Met overleg en kalmte, en door in volkomen zelfbeheersching zijne krachten te sparen, kan iemand al zeer veel werken zonder zich te ver moeien of zijne gezondheid te benadeelen. Ge jaagdheid, angstige zorg en overspanning van werkkracht gaan maar al te zeer mot bedrijvig heid gepaard. De zucht om maar spoedig vruch ten van zijn werk te zien is de vloek der lite ratuur geworden, die haar doodt en het „jour- nalisme" in hare plaats heeft gesteld. Diezelfde zucht heeft het denken en de wetenschap onder mijnd, en bedreigt ook de menschelijke gezond- Toch waren wij van oordeel, dat er, nu de beweging, welke tot Grondwetsver andering dringt, niet langer is tegen te houden, in elk geval voor meet worden gewaakt, dat de hervorming zoo kalm en bezadigd mogelijk worde tot stand gebracht. De benoeming eener commissie tot Grond wetsherziening hebben wij, om die reden, dat ook niet ongaarne gezien, vooral nu zij onpartijdig werd samengesteld. Naar alle menschelijke berekening hebben wij dus binnen een niet al te langen termijn een Regeeringsvoorstel tot Grondwetswij ziging te wachten, 't Kwam ons daarom niet overbodig voor, om toen het ware woord van Ferry ons onder de oogen werd ge bracht, naar aanleiding daarvan, ook onze lezers te waarschuwen, tegen het vormen van illusiën nopens de gevolgen eener wij ziging der Grondwet. In het beste geval zullen enkele recht matige grieven worden weggenomen, maar alle gegronde grieven zullen zeker niet ver dwijnen, 't zal al heel mooi wezen, als er iets goed wordt verkregen. Grondwetten te maken zal ook in Ne derland niet zoo uiterst moeilijk vallen al zijn wij er niet zoo handig mee als de Franschen. Iets geheel anders is het echter (Ferry herinnerde het ons) om de begin selen eener Grondwet te doen leven in den boezem des volks, om haar levensvatbaar te doen blijven. 't Hoogste goed dat eene Constitutie geven kan is de vrijheid; doch het waar achtig genot van die vrijheid kan geen Grondwet waarborgen. Boven de wet staat de persoonlijkheid van den mensch; de beste wetten maken nog geen goede menschen. De ware hervorming van den Staat moet door de vernieuwing van iederen burger voor zich geboren worden. Blijft die inwen dige hervorming uit, dan baat de uitwendige letterlijk niets. Zoo moet ook het wijze woord van den radicalen Ferry ons er toe leiden, om naar die zedelijke wedergeboorte (alleen van den Godsdienst te wachten) te streven, door welke alleen de staatsrechtelijke wederge boorte een weldaad voor Nederland zou kunnen worden. De Belgische Kamer heeft het ontwerp tot verhooging der belasting op het ge distilleerd met 69 tegen 66 stemmen aan genomen, evenals verscheidene amende menten. heid. Wij willen dadelijk uitkomsten hebben. Redevoeringen worden gehouden in het bewust zijn dat zij binnen weinige uren in druk zullen verschijnen, en dat, als er iets uitgelaten wordt, dit gebrek door een van de tegenpartij geeriti- seerd zal worden. Elke gelegenheid moet aange grepen worden zoodra zij maar voorkomt, anders gaat de kans voorbij. Daaruit volgt dat staats lieden in gestadige opgewondenheid worden ge houden, en hunne hersens, in of buiten het par lement, in eene soort van gisting verkeeren. De hersens van den beursspeculant, ja, van den koopman op zijn kantoor, lijden aan dezelfde spanning. Alle klassen der maatschappij deelen in die opgewondenheid. De hersens worden af gemat, het denkvermogen en het zenuwgestel worden overspannen. De hoogere zenuwcentra worden in eén staat van gestadige werkzaamheid gehouden, en daardoor, als 't ware, te veel ver hit, zoodat zij in de korte tusschenpoozen van rust niet behoorlijk kunnen afkoelen. Dikwijls rusten zij niet eens in den slaap. In plaats van te slapen, sluimert het brein slechts in een toe stand, die gestoord wordt door droomen, waarin zich het afgebroken dagwerk afspiegelt, 't Is wer kelijk te verwonderen dat een plotseling bezwijken van geestelijke kracht niet veelvuldiger voor- De Fransche Kamer heeft alle amende menten op de spoorweg-overeenkomsten verworpen met ruim 150 stemmen, dat van Lefèvre met 248 tegen 174 stemmen. De vier eerste artikelen zijn aangenomen de zitting opgeheven. De Fransche Senaat heeft van het ont werp op de hervorming der rechtbanken verworpen met 131 tegen 86 stemmen het artikel, houdende opheffing der rechtban ken, welke minder dan 150 zaken per jaar berechten. Yolgens een telegram uit Konstan- tinopel aan the Morning Post wofden er op 't oogenblik tusschen de Fransche Re geering en de Porte drukke onderhande lingen gevoerd over het verleenen van een concessie aan den heer De Lesseps voor het graven van een tweede Suez-kanaal. De Lesseps zou aan den Parijschen cor respondent van the Daily News verzekerd hebben dat het tweede kanaal door de landengte ook zonder Engelands financiëele hulp zal tot stand komen. Zoodra er geld gevraagd wordt, maakt De Lesseps zich sterk, dat hem het driedubbele bedrag in Frankrijk ter beschikking zal worden ge steld. Het nieuwe kanaal zou in ongeveer drie jaar gereed zijn. De Khedive is eergisteren-ochtend van Kaïro vertrokken. Dokter Hunter is in den namiddag aangekomen. Men verzekert dat er opnieuw gevallen van cholera ouder de Engelsche troepen zijn voorgekomen te Helouan. Luitenant Crofft van de Royal Field Artillery is aangetast en in hope- loozen toestand. Het 60e regiment, dat ge huisvest is in de kazerne Abdinheeft één doode. Uit Zuid-Afrika kwamen met elkaar overeenstemmende berichten, die geen twij fel overlaten dat Cetewayo werkelijk ge sneuveld is. Usibepu's manschappen achter volgden den gewonden koning, nadat deze den slag verloren had en nadat er eene groote slachting onder zijne soldaten was aangericht. Op zijne vlucht stortte Cete wayo twee-driemalen van het paard. Hij stierf vermoedelijk als krijgsgevangene. Usibepu's zegepraal is volkomen. De partij van Cetewayo schijnt vernietigd. Twintig Kafferhoofden van de kouings-partij sneu velden. Anderen, waaronder Dabulamanzi en vele Zoeloe's vluchtten naar het Engelsch gebied. Men verzekert dat tien blanken onder Usibepu streden. De Bondsraad van Zwitserland heeft het door juffrouw Booth ingesteld beroep tegen het vonnis van uitzetting, door de komt, en dat wij niet meer gevallen van doo- delijke hersenziekten te vermelden hebben. Als de loffelijke deugd van ordelijkheid bij de vrouwen in opredderingswoede ontaardt, wordt zij eene ware kwelling voor de mannen. Sir Walter Scott beklaagde er zich. over, dat zoo dikwijls als zijne dienstmaagd in zijn schrijfver- vertrek was geweest, hij eenige dagen niet op zijn gemak kon werken, en daardoor eene aan zienlijke som schade leed. Het is maar al te waar, dat er sommige vrouwen zijn, die niet rusten voordat zij uwe boeken en papieren op have ma nier in orde hebben gelegd, met andere woorden, het een en ander zoo goed weggeborgen hebben, uit vrees dat het zoek zou raken, dat zij het zelve niet terug kunnen vinden, en de eigenaar nog het allerminst. Als iets is blijven liggen waar gij het vinden kunt, noemen zij het (o, die waan wijzen!) rommel. „Weet daarvan eenig mensch, ik weet er van te spreken!" zal wel de uitroep zijn, die menig slachtoffer van zulk eene overdieven netheid on willekeurig op de lippen komt.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1883 | | pagina 1