N I E IJ W E
Zondag 26 Augustus 1883
8e Jaargang.
Verdraagzaamheid.
BUITENLAND.
No. 721.
Een heete zomer.
Parijs.
Egyptische ongevoeligheid.
AARLEMSC
ABONNEMENTSPBIJ S
Per 3 maanden voor Haarlem 0,85
Buiten Haarlem franco per post. 1,
Afzonderlyke Nummers 0,06
Dit blad verschijnt
Eiken WOENSDAG en ZATERDAG
BUREAU: St. JansstraatHaarlem.
AGITE MA NON AGITATE.
PRIJS DER ADVERTENTIÉN
Van 16 regels30 Cents.
Elke regel meer5
Groote letters worden berekeud naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant.
Advertentiën worden uiterlijk Dinsdag- en Vrijdag
avond voor 6 uur ingewacht.
Uitgevers KTJPPERS LAUREY.
Onder de modewoorden van onzen tijd
behoort ook het veelgeliefde verdraagzaam
heid. Nu moeteu wij er al dadelijk op wijzen,
dat het wel zeer vreemd is, dat juist in
onze dagen die uitdrukking zooveel gebe
zigd wordt, omdat men wellicht nimmer
onverdraagzamer was dan in onze eeuw.
De waarheid wordt dus ook weder in dit
verband bevestigd, dat men 't liefst spreekt
over datgene wat men niet bezit. De armen
en niet-rijken redeneeren zeer dikwerf over
rijk-zijn en rijkdommen, de dooven over het
gehoor, de blinden over het gezicht, de
kreupelen over goede beenen,enz. Zoo maakt
ook onze hoogst onverdraagzame eeuw zich bij
uitstek druk, in theorie, over de verdraag
zaamheid.
Als wij echter die quaestie der verdraag
zaamheid meer van nabij bezien, dan ont
waren we al ras waaraan het eigenlijk
hapert. Men redekavelt veel over het nut,
den plicht, het heil der verdraagzaamheid,
maar velen weten niet precies wat tigen-
ljjk onder haar moet verstaan worden. En
weder anderen weten zeer goed waaraan
men bij verdraagzaamheid te denkeu heeft,
doch zij spelen slechts comedie; zij willeu
niet verdraagzaam wezen. Eindelijk zijn er
een tal van lieden die verdraagzaamheid
en onverschilligheid als begrippen beschou
wen, die geheel hetzelfde te kennen geven.
Wat is verdraagzaamheid?
De vraag zou men ook zoo kunnen om
schrijven: waarin openbaart zij zich? Zeker
niet in het zich onverschillig stellen te
genover de onderscheiden richtingen, be
ginselen en meeningen op kerkelijk en staat
kundig gebied. Zulke verdraagzamen zijn
de onverschilligen, waarop wij reeds doel
den. De waarheid moet ons op elk, bovenal
op godsdienstig gebied dierbaar zijn. Het
is toch geen onverschillige zaak hoe men
denkt over God, de wereld, de menschheid,
de toekomst enz. Bij de religieuze waarheid
geldt het niet meer of minder dan ons ge
luk voor dit en het volgend leven. Toch
zijn er die zeggen: »'tis ons onverschillig,
wat iemand gelooft, ja wat wij-zelveu als
waar aannemen.Dezulken twijfelen aan
alles, zelfs aan den twijfel. Met hen gaan
wij niet mee; hnn weg voert naar 't eeuwig
verderf.
Verdraagzaam zijn zulke menschen ook
niet, zij hebben niets ver te dragenwant
zij zijn, naar hunne meening, met niets
belast; zij hebben niets te dulden, want hen
FEUILLETON.
De hitte van de laatste dagen heriunert aan
eene beschrijving van den heeten zomer vnn 1783,
waarvan in Gilbert White's Natural-History"
het volgende is te lezen.
„De zomer van het jaar 1783 was vol ver
bazende en onheilspellende natuurverschijnse
len; want behalve de ontzettende meteoren en
onweders, die in de graafschappen van Engeland
angst en schrik verspreidden, was de zonderling
dikke of rookachtige nevel, die een gedeelte van
den zomer orer de Britsche eilanden en geheel
Europa en nog verder hing een buitengewoon
verschijnsel zooals binnen menschengeheugen
i.ooit ergens had plaats gehad. In mijn dngboek
vind ik dat ik dit zonderling natuurverschijnsel
van 23 Juni tot 26 Juli heb waargenomen, in
welken tijd de wind uit alle hemelstreken blies
zonder de geringste verandering in de lucht te
weeg te brengen. Tegen den middag zag de zon
er zoo bleek uit als een onbewolkte maan, en
verspreidde een roestkleurig licht over den grond,
terwijl zij bij het op- en ondergaan eene akelige
bloedkleur had. Al dien tijd was de hitte zoo
verschrikkelijk, dat het vleesch nauwelijks op
kan niets ergerenzij zijn de Gallios op
godsdienstig, of niet-godsdieustig terrein.
Meu kan eerst verdraagzaam zijn als men
persoonlijk een zeer besliste overtuiging
bezit. Dan toch komt de verdraagzaamheid
eerst werkelijk te pas.
Wat heeft men te verdragen? De leugen?
Doch dan zou men zich niet verzekerd
toonen van de waarheid te bezitten. On
waarheid en waarheid verdragen zich niet,
kunnen zich niet verdragen, evenmin als
vuur en water.
De leugen verdragen mogen wij dus niet.
legenover de onwaarheid moeten wij zoo on
verdraagzaam mogelijk zijn. Heulen met de
onwaarheid is eene groote zonde.
Wat wij dan wel moeten verdragen? De
personen, die de onwaarheid voorstaan,
aanhangen. Tegenover hen moeten wij doen
wat God doet tegenover den zondaar. Hij
haat de zonde, maar heeft den zondaar
lief! Zoo moeten ook wij de onwaarheid
haten, doch de menschen welke zich door
haar lieten vangen, lief hebben. Wij moeten
trachten hen tot eene andere, eene betere
overtuiging te brengen.
In de aangegeven omschrijving hebben
wij kortelijk aangeduid wat verdraagzaam
heid is, zien wij nu eens hoe zij doorgaans
handelen, die beweren, dat zij de verdraag
zaamheid voorstaan.
Wij hebben daartoe slechts te wijzen op
een beslissend feit. Op de groote revolutie
hebben wij het oog. De mannen der
omwenteling hieven de banier der verdraag
zaamheid op. Zij eerst zouden de ware ver
draagzaamheid in practijk brengen. —Eu
wat deden zij? Ieder, die niet dacht als de
heeren revolutionairen werd door hen ge
dragen, soms vernaar.... de guillotine!
De verdraagzame heeren der revolutie be
roofden allen die niet met hen mee wilden
liegen en bedriegen, rooven en stelen, van
leven en goed.
Zoo handelden de mannen der revolutie
van 1783, zoo al hun volgelingen of naapers
sedert een eeuw.
Reeds zinspeelden wij er in den aanvang
op, dat de onverdraagzaamheid der revo
lutiemannen en van hun opvolgers zich hult
in het kleed der verdraagzaamheid. Op de
welsprekendste wijze wordt door hen dikwerf,
in woord en schrift, de deugd der verdraag
zaamheid verheerlijkt. De pers der heeren
libertijnen vloeit vaak over van den lof der
verdraagzaamheid. Hun daden zijn evenwel
geheel en al met hun woorden in strijd.
Onder de moderne Jacobijnen is inzon
den dag na het slachten gegeten kon worden, en
de vliegen (op eene andere plaats wordt van eene
ontzettende menigte wespen melding gemaakt)
vlogen zoo bij zwermen op de wegen en om de
hekken, dat de paarden en het vee er half ra
zend van werden en het rijden hoogst onaange
naam was. Calabrië en een gedeelte van Sicilië
werden door aardbevingen geschokt en verscheurd,
en op de kust van Noorwegen rees een vulkaan
uit de zee op."
Honderd jaar vroeger moet Milton ook iets
dergelijks beleefd hebben, zooals men over het
aanzien der zon in het eerste boek van het Ver
loren Paradijs" kan lezen.
Dat het jaar 1783 een goed wijnjaar was, we
ten we uit den eersten zang van „Herman en Do
rothea".
Uit de laatste statistiek van Parijs blijkt, dat
het de meest cosmopolitische stad in Europa mag
heeter. Hetzij dit iets is om trotsch op te zijn
of niet, Parijs wordt voornamelijk bewoond door
niet-Parijzenaars. Op de honderd inwoners zijn er
maar dertig binnen de grenzen der stad geboren;
de andere zeventig zijn provincialen en vreem
delingen. Men komt in de hoofdstad om geld te
verdienen of te verteren, of wie genoeg verdiend
derheid de haat jegens den Godsdienst
blijven voortleven, een verschijnsel alleen
reeds merkwaardig als men let op de dui
zendwerf, in allerlei vorm en bij allerlei
gelegenheden door de radicalen herhaalde
betuiging, dat zij, wijl zij niets gelooven,
ook volkomen onverschillig zijn omtrent
hetgeen een ander gelooft en niet gelooft.
Het revolutiebegrip is ook in dat opzicht
de leugen, niets anders en niets minder.
Van de verdraagzaamheid der liberalen
kau gezegd worden wat in de Gewijde
Bladen staat geschreven van de barmhar
tigheid, namelijk de barmhartigheden der
giddeloozen zijn wreed.
Wreed is ook de verdraagzaamheid van
beu, die zonder God leven in deze wereld,
die van Hem niet willen weten in hun
denken en doen.
In naam nogwel der verdraagzaamheid
worden nog in onze hoogverlichte dagen
de bedienaren van den Godsdienst vervolgd,
de eigendom meu der Kerk gestolen en de
geloovigen belet huu godsdienst naar den
eisch der Kerk waar te nemen.
Wanneer nu de liberalen waarlijk dien
naam verdienden, dan zouden zij ook die
godsdienstige meeuingen eerbiedigen, in
welke zij niet kunnen deelen. Hun libe
rale programma's en belijdenissen vormen
echter slechts een vlag, bestemd oni ladingen
vol van gruwelijke tirannie te dekken.
Trouwens het liberalisme kan niet anders
handelen dan het doet. Zonder God, dat is
zonder Geloof, zonder Hoop en zonder
Liefde. Hoe kan nu iemand, die geen
Eeuwige Macht boven zich erkent, wiens
verwachtingeu zich niet verder uitstrekken
dan tot deze beperkte wereld en die de
liefde niet heeft, welke wonderen, ook van
geduld en lijdzaamheid, doet verrichten,
waarlijk edel, waarljjk goed, waarlijk mensch
zijn, in den vollen zin van dat woord?
Hoogstens kan hij, aan niets hechtende,
op niets rekenende, op niets hopende, in
doodelijke onverschilligheid, ook jegens gods
dienstige en staatkundige denkbeelden weg
zinken, doch te avond of te morgen zal
die onverschilligheid toch als principiëele
vijandschap jegens God en die Hem dienen
en vereeren openbaar worden.
De ware verdraagzaamheid wordt alleen
geleerd op den Calvarieberg, waar de God-
mensch, om een zondige wereld te verlossen,
het gewicht onzer zonden en ellende droeg
in den absoluut-Goddelijken zin verdroeg.
Zoo is dan op Golgotha het wezen der
waarachtige verdraagzaamheid in een God-
hebben verlaten Parijs eu gaan buiten wonen.
Echte, geboren Parijzenaars zijn uitzondering,
geen regel.
Al die vreemdelingen te classificeeren is zeer
moeilijk. Politiek aanzien, noch haudelsvoorspoed
schijnt daarbij tot maatstaf te kunnen genomen
worden. Men zou meenen dat de Engelschen,
als naburen, en een handelsvolk, en bovendien
een volk dat sterk voor kolonisatie is, er het
meest vertegenwoordigd moesten zijn. Maar zij
komen veeleer achteraan; zij staan ver achter de
Zwitsers en vooral ver achter de Belgen.
Slechts tien percent van de vreemdelingen zijn
Engelschen, terwijl bijna vijftig percent onderda
nen van Koning Leopold zijn. Maar het verras
sendst komen de Duitschers in de Parijsche statis
tiek voor. Zij zijn altijd zeer sterk in Parijs
geweest, sterker dan de Engelschen en de Ame
rikanen te zamen. In aantal bedragen zij een-
en-dertig percent van de vreemdelingen. Doch
het merkwaardigste is dat hun getal gestadig
aangroeit en vooral snel is toegenomen sedert
den Eransch-Duitschen oorlog. In 1876 waren
er maar negentien percent, en nu meer dan een
en dertig percent.
Over 't geheel blijkt uit de opbrengst der be
lasting, dat hoewel de bevolking van Parijs ver
meerderd is sedert do laatste statistiek werd op-
delijk-verheveu daad geopenbaardter
wijl al de woorden der revolutie, waarin
zij haar verdraagzaamheid verkondigt, nog
nimmer tot een daad van verdraagzaamheid
leidde. Opnieuw bleek dus hierin, dat de
wijsheid (ook de revolutionaire) dezer wereld
dwaashe d is voor God.
Het Gerechtshof der Rhone heeft den
gérant van het anarchistisch orgaan le
Drapeau Noir, wegens opzetting tot roof,
moord eu brandstichting, veroordeeld tot
twee jaren gevangenisstraf en fr. 3000
boete.
De ATational meldt, dat een attaché by
het Chineesche gezantschap te Parijs eer
gisteren van Marseille naar China is ver
trokken met gewichtige dépêches van den
gezant Tseng, die doordrongen is van de
noodzakelijkheid om den vrede tusschen
Frankrijk en China tebewaren. Wij meenen,
zegt dit blad, er te kunnen bijvoegen, dat
de gezant bij zijne regeering aangedrongen
heeft op het terugtrekken der aan de gren
zen bijeengebrachte Chineesche troepen.
In het Lagerhuis heeft Gladstone
medegedeeld dat de Fransche Regeering
door haren Gezant heeft verklaard dat den
gevangen zendeling Shaw op Madagascar
in elk opzicht de gelegenheid zou worden
gegeven om zich te verdedigen eu dat de
zelfde Regeering bovendien alles wat in
hare macht staat zou doen om de zaak
uit den weg te ruimen.
Het Hoogerhuis nam in derde lezing het
wetsvoorstel betrekkelijk de faillissementen
aan, evenals dat over de tramwegen in
Ierland.
Het Lagerhuis verwierp de door het Hoo
gerhuis voorgestelde wijziging van de pacht
wet, en nam het ontwerp betrekkelijk de
financiën definitief aan, met welk voorstel
het Hoogerhuis zich vereenigde na eerste
lezing.
De Times behelst eene dépêche uit Hong
kong van 22 dezer, waarin gemeld wordt
dat 2000 Franschen met 500 Geelvlaggen
den 15 dezer van Hanoi opgerukt zijn naar
Soutay. Zij ontmoetten den vijand te Phakoi
op zeven mijlen afstands van Hanoi. Een
gedeelte der Franschen moest terugtrekken.
De midden-kolonne bezette Phakoi, maar
verliet vervolgens die plaats. Het verlies
der Franschen was: aau dooden 2 officieren
eu 15 manschappen, aau gewonden 70.
De Standard verneemt uit Caïro dat bij
gemaakt, die vermeerdering voornamelijk be
staat in vreemdelingen, die er woueu.
Een Erausch geneesheer, Dr. Daremberg, beeft
onlangs de reisindrukken in 't licht gegeven,
die hij tijdens den Engelschen oorlog in Egypte
heeft opgedaan. Hoogst merkwaardig is 't wat
de geneesheer van het zenuwstelsel der Egypte-
nareu zegt. Hunne huid is harder dan die van
ar.dere menschen. Zweepslagen verdragen zij met
eene kalmte, die vroeger voor heldenmoed ge
houden werd, maar van naderbij beschouwd, uil
hunne ongevoeligheid schijnt voort te komen. Bij
amputaties of andere operaties gebruiken de Ara
bische geneesheeren nooit chloroform of andere
verdoovingsmiddelen, niettegenstaande hunne in
strumenten gebrekkig en bot zijn. Bij gezwellen
wordt altijd een gloeiend ijzer gebruikt als een
probaat middel. De Egyptenaren staan zulke opera
ties met groote hardvochtigheid door, ja, zij voe
len nauwelijks het gloeiend ijzer, dat sissend in
hun vleesch dringt. Zenuwachtigheid, waarvan
de Europeanen zooveel last hebben, kent dit an
ders in zoovele opzichten achteruit gegane volk
iu het minst niet.