NIEUWE
No. 732.
Donderdag 4 October 1883,
8e Jaargang.
De Middeleeuwen.
BUITENLAND.
HAIRlMSf
ABONNEMENTSPBIJS
Per 3 maanden voor Haarlem
Buiten Haarlem franco per post.
Afz inderl jjke Nummers
T 0,85
1
0,06
Dit blad verschijnt
Eiken WOENSDAG en ZATERDAG.
B TJ B E A TJSt. Jansstraat Haarlem.
m
PBIJS DEB ADVEBTEHTIÊH
AGITE MA HON AGITATE.
Van 16 regels30 Cents.
Elke regel meer5
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant.
Advertentiën worden uiterlijk Dinsdag- en Vrijdag
avond voor 6 uur ingewacht.
Uitgevers KÜPPERS LAUREY.
Geleerden en niet-geleerden hebben on
ophoudelijk al hunne welsprekendheid aan
gewend om over de middeleeuwen den staf
te breken. Niet dan met de grootste min
achting en verguizing werd en wordt er
over dat tijdvak gesproken. De liberalen
en de mannen der «algemeene ontwikke
ling,* die de gewoonte hebben nooit te
onderzoeken, doch die driestweg hun een
zijdig oordeel uitspreken, noemen de mid
deleeuwen eene ruwe, duistere, akelige pe
riode. Wij gelooven, dat wij tegenover onze
voorouders verplicht zijn naar de waarheid
van deze beschuldiging een onderzoek te moe
ten instellen.
Beschouwen we, aan de hand der ge
schiedenis, de meest gewraakte eeuwen, na
melijk de dertiende, veertiende en vijftiende,
dan vinden we dat er in die tijdvakken
vele zaken gansch anders waren, maar wij
komen tot een geheel ander resultaat, dan
de bovenvermelde critici.
Allereerst vinden we in alle omstandig
heden eene heilzaam werkende soliditeit en
eene uitmuntend georganiseerde orde, die
paal en perk stelde aan de teugelloosheid
der zeden, en die het nadeelige woekeren
van concurrentie in handel en industrie
voorkwam. Een wettige regeling van alle
takken van nijverheid verhoedde het tegron-
degaan van den koopman en industrieel;
strenge tucht en uitstekende orde waren
de fondamenten van alle inrichtingen; er
heerschte eene stabiliteit die een dieper in
dringen in eiken tak van kennis en weten
schap veel gemakkelijker maakte dan thans.
Alle wegen des levens waren zoodanig in
gericht dat ook middelmatige krachten hun
doel konden bereiken. De enorme concur
rentie,die thans in schieralle vakken heerscht
was toen niet bekend.
Onder zulke omstandigheden kon de
mensch rustig en tot zekere hoogte zorge
loos zich aan zijn beroep wijden, zonder
voor overrompeling behoeven te vreezen.
Hij bleef geheel en al in zijn levenselement
en hij hield nog tijd genoeg over, om zich
op passende wijze te vermaken. Die orde
en tucht hadden echter geen onaangenaam
karakter, zij voorkwamen echter vele uit
spattingen, want alle vermaken bleven bin
nen de grenzen van het geoorloofde.
Het edele vond steeds den meesten bij
val; de poëzie en muziek werden door het
volk gewaardeerd, bemind en beoefend. Nog
in onze dagen scheppen we uit de onuit
puttelijke bronnen van de volkspoëzie dier
dagen, die in de werkplaatsen der hand-
FEU1LLET ON.
Het Raadsel.
De in den krijg even dappere, als in vrede
weelderige koning van Polen en keurvorst van
Saksen Augustus II, om zijne buitengewone
lichaamskracht de sterke bijgenaamd, vader van
den beroemden Duitschen held Maurits, maar
schalk van Saksen, vereenigde in zijn karakter
op eene zeldzame wijze de tegeustrijdigste eigen
schappen: dapperheid en weekelijkheid, eenvou
digheid en sybaritismus, vorstentrots en groot
moedigheid.
Eens ging hij, zonder ster of ander teekeu van
zijne waardigheid, geheel alleen in de nabijheid
van het pas door hem van den veldmaarschalk
Hemming aangekochte slot Uebigau bij Dresden
wandelen en wel naar den kant van een straat
weg, die daar aangelegd zou worden, maar nooit
tot stand kwam. Onder de arbeiders bij dezen
weg viel hem een jong man in 't. oog die, een
vroolijk liedje neuriënde, de vlijtigste van al zijne
metgezellen scheen.
Hoe heet gij? vroeg de koning.
werkslieden, achter de schoenmakers-els en
achter den weefstoel ontsprongen en die
zich even willig aan de critiek moest on
derwerpen als het gezellen- en het meester
stuk. Het leven was niet somber, 't was
integendeel doorgaans vroolijk, blijmoedig,
het waadde echter niet in een overmatig
genot, doch het bleef steeds binnen de
grenzen der welvoegelijkheid. 't Kon ook
niet anders, want alle gevoelens en gewoon
ten zetelden in den godsdienst.
In alle klassen der maatschappij heerschte
welvaart, het land was rijk, zijne schatten
waren door eigen vlijt verzameld. Door de
innige verbinding met de kunst werd de
lust voor het handwerk verhoogd. Kunst
en industrie brachten te zamen wonderen
voort; zelfs voorwerpen voor huiselijk ge
bruik werden zoodanig gemaakt dat hunne
vormen voortdurend bijdroegen tot ont
wikkeling van den goeden smaak. Het leven
had in geen periode zooveel aangenaams
en afwisselends dan in de zoo vaak belas
terde middeleeuwen.
Armen en behoeftigen waren er natuur
lijk toenmaals ook, maar de positie der wer
kende klasse was oneindig beter dan thans;
hun bestaan was niet aan wisselvalligheden
onderworpen, hunne voeding was uitstekend.
Zelfs de zwakken en zieken leden geen ge
brek. Onze voorouders, die alles van God,
de bron van al het goede, verwachtten, ge
voelden zich verplicht allereerst voor die
ongelukkigen rijkelijk zorg te dragen. Tal
loos zijn de armenhuizen, hospitalen, wees
huizen en andere inrichtingen, die van den
weldadigheids- en godsdienstzin onzer voor
ouders getuigen en waarvan vele, ondanks
bloedige oorlogen en annexatiëu, nog tot
in onze dagen zijn blijven voortbestaan.
Aan de middeleeuwen hebben wij de heer
lijkste producten te danken op elk gebied
der kunst, voornamelijk echter de prachtige
domkerken en talrijke godshuizen, die nog
ten huidigen dage door deskundigen worden
bewonderd.
Ook voor beschaving en ontwikkeling
des geestes werd de meeste zorg gedragen.
De universiteiten, waar volle leervrijheid
heerschte, werden door een groot aantal
studeerenden bezocht en de wetenschap put
nog heden uit de bronnen des geestes, die
toenmaals gegraven werden.
Ook waren er tallooze lagere scholen,
de kosten voor het bouwen en voor het
onderhoud kwamen zelden ten laste van
den Staat, nooit echter ten laste der ge
meenten. De kosten voor de scholen en
voor de verpleging der armen, die thans
zoo kolossaal op de gemeenten drukken,
Velten Karig.
Hoeveel verdient gij dagelijks?
Vier grosschen.
Dat is niet veel; hoe kunt gij daarvan
leven?
Leven? O, indien het dat slechts ware!
Maar, mijnheer, ik betaal ook nog rente van dat
geld en leg er nog een kapitaaltje van op. Doe
mij dat eens na
Goede vriend, in een raadsel klinkt soms
iets vreemd, dat eigenlijk niets is, wanneer men
er den sleutel van heeft. Los mij uw raadsel op
en ik zal u prijzen, zelfs al is uwe kunst minder
groot dan zij schijnt.
Ga dan maar mee naar mijne woning. Ter
stond stak hij zijne spade in den grond en sloeg
rechtstreeks den weg in naar eene kleine hut,
voor welke een paar oude lieden gezeten waren.
De koning volgde.
Zie! zeide de arbeider, de oudjes vriende
lijk groetend, dat zijn mijne ouders, die thuns
door ouderdom verzwakt en tot werken onbe
kwaam, van mijn kleine verdienste onderhouden
worden. Zij voedden mij op in de vreeze des
Heeren, zonden mij naar school en werkten voor
werden vrijwillig gedragen. De talrijke ver
eenigingeu en de particuliere weldadigheid
droegen zorg dat het niet ontbrak aan in-
O O
richtingen voor de ontwikkeling en bescha
ving der menschheid.
Wat is de oorzaak dat de middeleeuwen
voortdurend belasterd worden De eenige
oorzaak is dat de innige godsdienstigheid
die in dit tijdvak heerschte een doorn in
't oog is van de vrijdenkers der latere tijden;
zij werden inderdaad met ziende oogen blind.
Inderdaad sedert de godsdienstscheuring
kwijnden handel, nijverheid, kunst en wel
vaart en eerst in de laatste jaren komt
men tot de overtuiging, dat veel, wat men
in de rommelkamer heeft geworpen, weder
voor den dag moet worden gehaald. Moge
deze overtuiging steeds meer en meer toe
nemen
Wij weten zeer goed dat veranderde
tijden ook veranderingen in het burgerlijk
leven noodzakelijk maken; men moet echter
bij zulke wisselingen niet boven het strikt
noodzakelijke gaan en vooral niet aan die
beginselen tarnen, die als eeuwige wetten
aan de menschheid gegeven zijn.
De Primaat van België en Aartsbisschop
van Mecnelen, Kardinaal Deschamps, is
in het aartsbisschoppelijk paleis te Mecheleu
overleden. Reeds sedert geruimen tijd liet
zijn gezondheidstoestand veel te wenschen
over, maar zijn verscheiden schijnt toch
nog onverwacht gekomen te zijn. Mgr.
Deschamps was den 6en December 1810
te Melle geboren en derhalve bijna 73 jaren
oud. Van 1864 tot 1867 was hij Bisschop
van Namen, in welk laatste jaar hij ge
roepen werd tot de opvolging van Kardi
naal Sterckx in het aartsbisdom van Me-
chelen. Kort daarna werd hij door Z. H.
Pius IX tot Kardinaal bevorderd.
Zonder zich te storen aan de eerste
eischen der beleefdheid, heeft Zaterdag het
volk dat zich, onder meer, ook zoo gaarne
bij uitnemendheid »la nation chevaleresque*
pleegt te noemen, zijn gast den Koning
van Spanje ontvangen.
De revolutionuaire pers heeft eer van
haar werk. Eene talrijke volksmenigte is
den Koning bij zijne aankomst gaan op
wachten en heeft hem uitgescholden voor
»uhlaan!« despoot 1* »tyran!« enz. enz.
en hem met fluiten en gillen achtervolgd,
't Was zulk een oorverdoovend geschreeuw,
dat zelfs de militaire muziek overstemd werd.
President Grévy, die in een ander rijtuig
zat, werd daarentegen levendig toegejuicht.
mij, tot ik mijn eigen brood winnen kon. Dat
was hun kapitaal, waarvan ik thans de rente be
taal; en hier, terwijl hij den koning iu 't
binnenhuis bracht en hem zes vroolijke kinderen
van vier tot tien jaren toonde, die als pronksie
raden rond de spinnende moeder zaten te lezen,
te schrijven, te breien of te spelen; in deze hier,
waaraan ik doe, wat mijne ouders aan mij ge
daan hebben, leg ik een kapitaal op, dat, zoo
God wil, zijne rente wel geven zal.
De koning was getroffen. De kinderen prij
zende en de ouders gelukwenschende met zulk
een zoon, verliet hij de hut zonder herkend ie
worden en zonder eenig geschenk achter te la
ten want hij droeg gewoonlijk geen geld bij
zich, doch met de belofte van spoedig eens
weer te zullen komen.
Den volgenden morgen verscheen eensklaps
een koerier bij den wegarbeider, die hem beval,
dadelijk op het Dresdener slot te komen, daal
de koning hem wilde spreken, onder streng ver
bod om aan iemand in het dorp te zeggen, waar
hij heen ging.
Nu vielen den braven man de schellen van
de oogen.
Men wist namelijk, dat hij er slechts met
moeite toe te bewegen was geweest, den
Koning tot aan het station tegemoet te
gaan, en dit schijnt hij, niet zeer tactvol
en evenmin beleefd, ook hebben willen
toouen, door in een ander rijtuig plaats
te nemen dan Z. M. In 't kort: men had
den gast van Frankrijk zoo geplaatstin een
rijtuig met den niet zeer beminden Ferry
dat alle beleedigingen hem alleen en direct
troffen. Onder het huilen en sissen der me
nigte derhalve reed de Koning naar het
hotel der Spaansche ambassade. Hij zag
bleek, maar hield zich goed.
Niettegenstaande deze onbeschoftheden is
de Koning, die »nota bene« tot dit bezoek
uitgenoodigd was( niet onmiddellijk ver
trokken, gelijk zulk een ontvangst eigenlijk
verdiende. Hij bracht een bezoek aan het
Elysée, en dineerde er Zondag-middag. Hij
wist wel, zeide hij beleefd en verstan
dig, toen men hem zijn leedwezen over het
gebeurde te kennen gaf, dat de tegen hem
gerichte manifestatie niet het werk was
geweest van de Parijsche bevolking, maar
slechts van enkele personen.
De heer Poisot, een bekend musicus
te Dyon, welke door het dagblad der pre
fectuur verweten was, bij een lijkdienst
voor den Graaf van Chambord medege
werkt te hebben, heeft de «academische
palmen,hem door de Regeering geschon
ken, teruggezonden.
Uit Madridsche dépêches blijkt de diepe
ontroering des volks wegens het gebeurde
te Parijs. Enorme scharen vulden eergiste-
ren-avond de straten, kreten en liederen
aanheffend tegen Frankrijk. Eene buiten
gewone politie-macht bewaakte het gebouw
der Frausche ambassade.
De officieuze bladen te Madrid aldus
wordt uit die stad aan de >Indépendance
Beigegemeld verzekeren dat de Spaan
sche gezant te Parijs teruggeroepen zal
worden. Eene nota, waarbij voldoening ge
vraagd wordt (voor de beleedigingen den
Koning van Spanje aangedaan) zou naar
Parijs worden gezonden.
Volgens den berichtgever van»Daily
News,zijn te St. Petersburg onderschei
dene officiereu in hechtenis genomen. Te
Charkoff zou een geheel depót van wape
nen, kruit en dynamiet, benevens eene ge
heime drukkerij ontdekt zijn.
Te Kolpino, bij St. Petersburg, werd eene
dergelijke ontdekking gedaan. Niet minder
dan 138 officieren zouden daar in arrest
zijn genomen.
Te Simbirsk werd, altijd volgens dezelfde
bron, een kolonel der artillerie gearresteerd
Anna Louisa! zeide hij opgetogen tot zijne
vrouw, wij hebben gisteren een hoog bezoek ge-
hadl De heer, dien ik medebracht, was zeker
onze allergenadigste koning!
Hiermede trok hij zijn Zondagspak aan en ijlde
naar het slot, aan welks trap reeds een bediende
wachtte, die hem stil naar een afgelegen ver
trek bracht.
Nadat hem hier Damens den koning een ge
schenk van honderd daalders iu nieuwe specie
was uitgeteld, verscheen de koning zelf, prees
hem nogmaals wegens de hem gegeven oplossing
van het treffende raadsel, maar zeide hem tevens
ook, dat hij het heden zijn tafelgasten wilde op
geven en beval hem daarom, het aan niemand
meer voor te stellen, nog veel minder er eene
verklaring van te geven, wanneer hij daarnaar
gevraagd werd, althans niet voegde de koning
er lachend bij, voordat gij mij ten minste vijf
tigmaal hebt wedergezien.
Alles belovende en als tot den derden hemel
opgetrokken, vloog de man naar huis, om zijn
geluk met de zijnen te deelen.
Wordt vervolgd.)