NIEUWE No. 733. Zondag 7 October 1883. 8e Jaargang. Eigen schade. iHÜTENLAim HURLER ABONNEMENTSPRIJS Per 3 maanden voor Haarlem Buiten Haarlem franco per post. Afzonderlijke Nummers r 0,85 1»— 0,06 Dit blad verschijnt Eiken WOENSDAG en ZATERDAG. BïïfiEAÏÏ: St. Jansstraat Haarlem. AGITE MA NON AGITATE. PB.IJS DEK ADVEBTENTIÉN Van 16 regels.30 Cents. Elke regel meer5 Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant. Advert en tiën worden uiterlijk Dinsdag- en Vrij dag avond voor 6 uur ingewacht. Uitgevers KÜPPERS LAUEET. Wij li6bben reeds eenmaal de aandacht gevestigd op een instelling, welke wjj, van 't standpunt eener wezenlijk gezonde eco nomie, niet aarzelden zeer ongezond te heeten. De inrichting, op welke wij het oog heb ben, is de Vereeniging Eigen hulp. Omtrent haar hebben wij indertijd trachten aan te toonen, dat zij, door het in 't leven roe pen van een niet gewettigden strijd van belangen de maatschappelijke verhoudingen in gevaar brengt. Het lag reeds lang in ons voornemeu, om nogmaals op die inrichting de aan dacht te vestigen, doch andere onderwer pen eischten de voorkeur. De aanleiding tot een nadere bespreking vonden wij in de rede, met welke de voorzitter van het hoofdbestuur der Vereeniging, Jhr. H. O. Wichers, de algemeene vergadering in Juli te Amsterdam gehouden, opende. Door den president werd bij die gelegenheid gepro testeerd tegen »de woorden van afkeuring en geringschatting, die wel eens over de Vereeniging Eigen hulp werden vernomen. De redenaar constadeerde ten overvloede, zooals hij zeer merkwaardig er bijvoegde, »dat Eigen hulp niemands rechten wil krenken, aan niemand, wie hij ook moge zijn, de rechtmatige vruchten van zijn arbeid wenscht te ontnemen, maar uitslui tend en alleen tracbt ter hulpe te komen, degenen die daaraan behoefte hebben bij het voeren van den strijd voor het bestaan, een strijd die steeds moeilijker wordt, voor al voor hen, die met hun gezin van een bepaald en beperkt inkomen moeten leven. Als men die woorden oppervlakkig leest schijnt de afkeuring, welke Eigen liulp bij zeer velen vond, niet te rechtvaardigen te zijn. Volgens den heer Wichers is de bedoelde Vereeniging tegen niemands belangen ge richt en tast zij niemands rechten aan. 't Doet ons leed voor den feestredenaar- volksvertegenwoordiger, dat wij niet in zijne opvatting kunnen tieelen. Naar onze zeer stellige overtuiging toch maakt Eigen hulp wel zeer degelijk inbreuk op bestaande rech ten en zij krenkt zeer gewichtige belangen. Zij doet dat door eenzijdig voor de belangen van een groep in de samenleving op te treden en die belangen zelfs vijandig te plaatsen tegenover die van andere klassen der maatschappij. Langs dien weg gaat de onmisbare sociale harmonie te loor. Eigen FEUILLETON. Het Raadsel. Juist waren er te dien tijde aan Augustus' prachtvol en weelderig hof vele hooge vreemdelingen vereonigd, als don Giovanni Gaston, erfprins van Florence, de vorstin-weduwe van Nsssau-Diez, de markgraaf Ernst van Baireuth, Eleonore, de moeder van den prins George Radzivil, enz. Bij zulke gelegenheden was de koning altijd buiten gewoon levendig, nog meer echter wanneer hij de een of andere scherts achter de hand hadi waaraan het in een tijd toen men nog hofnarren bezoldigde, natuurlijk zelden ontbrak. Ook nu verheugde hij zich zeer, zijne gasten een, gelijk hij meende onoplosbaar, raadsel voor te kunnen stellen. Bizonder dacht hij daarbij aan de ge malin van den opperhofmaarschalk, de gravin Isterloe, die voor de meest geestvolle dame van het hof doorging, en tegelijk cm hare buitenge wone spaarzaamheid algemeen beroemd werd. Nauwelijks had de koning zich aan tafel gezet of hij bracht dan ook het gesprek op de spaar zaamheid, en prees de vorstin van Nassau, Amelia, de gravin van Isterloe aan als een toon- lmlp zondigt dus tegen een der levenswetten van de samenleving. Al dadelijk merken wij op dat de beer Wichers een zeer Darwinistische wereld opvatting voorstaat. De strijd voor 't be staan, zooals hij dien voorstelt, komt toch feitelijk neder op 't overheerschen van het zwakkere door het sterkere,de gecoaliseerden tegen den enkele. De Vereeniging, zegt de feestredenaar (wij zullen hem op den voet volgen) wil niemands rechten krenken, zij wilniemand, wie hij ook zijn moge, de rechtmatige vruchten van zijn arbeid oninemen, doch hoe is daarmee de concurrentie te rijmen, welke Eigen hulp den handeldrijvenden aandoet, vooral ook door het verkoopén aan niet-leden. En is het niet waar, dat de geldmiddelen, met welke tegen de nering doenden wordt geconcurreerd, mede door ken zijn geleverd? Worden niet de ambte naren, uit wie Eigen hulp is gevormd, be taald uit de belastingen, die, zeker voor een niet onbelangrijk deel, door die nering doenden worden opgebracht? Kan men dus niet met het volste recht zeggen, dat de handeldrijvenden met hun eigen dubbeltjes worden in het aangezicht geworpen? Gaat het dus aan, om met zekere plechtigheid (of pathos) te constateeren, dat geen rech ten worden gekrenkt, geen rechtmatige arbeids-vruchten ontnomen? De ambtenaren, winkel vereenigingen (om ons daarbij nu te bepalen) stichtende, be geven zich op een terrein, vreemd aan hun eigenaardige werkzaamheid; zij doen daarin iets, wat zij ten hoogste zouden afkeuren, als het tegen henzelven werd toegepast. Den Staat zou het toch wel eens in het hoofd kunnen komen, om de werkzaamheden,welke nu door de ambtenaren worden verricht, aan de minst iusckrijvendeu uittebesteden. 't Wil ons toeschijnen dat dan menige amb tenaars- arbeid tegen veel minder loon, dan er nu voor betaald wordt, zou worden ver richt. Al dadelijk voegen wij er bij, dat wij die handelwijze van den Staat zouden af keuren, omdat wij het niet meer dan bil lijk oordeeleu, dat een ambtenaar, ook al zijn de werkzaamheden, hern opgedragen, niet altijd even gewichtig, moet kunnen leven van de betrekking welke hij vervult.De Staat moet niet enkel het werk van den ambtenaar betalen, maar ook den tijd welke het eischt. Zelfs de copiïst moet van zijn betrekking kunnen leven. Daar wij van harte de leer voorstaan van de harmonie der belangen, zouden wij beeld dezer deugd. Hij wendde zich toen tot deze dame zehe met de vraag: of zij wel ge neigd was de oplossing te beproeven van een raadsel, dat met hare wijdberoemde zuinigheid in de nauwste betrekking stond. De gravin vroeg, hoe het was. Nu stelde de koning voor: hoe het wel moge lijk was, bij een inkomen van vier grosschen daags niet slechts eene vrouw en zes kinderen te on derhouden, maar er ook nog rente voor een be langrijk kapitaal van op te leggen. Een mijner geringste onderdanen, voegde de koning er bij, verstaat en beoefent deze kunst, doch naam en persoon doen niets ter zake, het hoe? slechts moet geraden worden. Nadat de gravin er zich laig gene eg te ver geefs over gepijnigd had, wendde zich de ko ning met zijn raadsel tot het gezelschap, verzeke rende, dat de oplossing van zulk een moeielijk vraagstuk geenszins de zaak was van een enkel mensch. Ha lang peinzen verklaarden ook de gezamenlijke heeren en dames dat het hun on mogelijk was, er eene oplossing van te vinden. Welaan, zeide eindelijk de koning, wanneer er onder mijne gasten geen rader is, vind ik hem misschien wel ergens anders. Heden over acht dagen zien wij elkander, zoo als wij hier zelfs wenscheu, dat de levenspositie van de ambenaren in 't algemeen aanzienlijk werd verbeterd; hun «strijd voor 't bestaan» moet worden verlicht. Dat is een gewichtig maat schappelijk belang. Een Darwinistische Staat of Maatschappij is ons ideaal geenszins. Is het nu echter te verdedigen dat de amb tenaar om zijn positie te verbeteren, die van anderen, de neringdoenden en handel drijvenden belage Moet de ambtenaar een vergoeding voor de tractemeutsverhooging, welke de Staat hem weigert, zoeken in het ontnemen van een deel der bestaans-mid- delen van anderen? Wordt langs dien weg niet een strijd van belangen geboren, die doodeud is voor de maatschappelijke wel vaart? Als het Darwinisme zou zegevieren in de samenleving, de Maatschappij, dan zou zij in haar diepst wezen zijn geschokt; zij zou spoedig in een puinhoop verkeeren. Niet door het treden op een gebied waar hij niet behoort zoeke de ambtenaar zijn redding. Hij trachte met alle eerlijke mid delen zijn bestaan te verbeteren in eigen kring. Bij dat streven kan hij op de mede werking van alle weldenkende burgers, van de neringdoenden en handeldrijvenden in de eerste plaats, rekening maken. De ambtenaar heeft persoonlijk het grootste belang, juist met het oog op de lotsver betering, welke hij beoogt, bij den bloei van handel en nijverheid. Wanneer toch door het bloeien van alle takken van volks bestaan, ook de staatsinkomsten mild vloeien, kan met te meer ernst aan het verbeteren van het lot der ambtenaren wor den gedacht. Het ambtenaarsbelang staat dus niet, gelijk Eigen hulp feitelijk pre dikt, tegenover dat van de neringdoenden, maar het maakt daarmee bepaald een on verbrekelijk geheel uit. Door Eigen hulp wordt gezondigd tegen de leer van de harmonie der belangen, 't Plaatst zelfs, wel beschouwd, het Dar winisme als leidend sociaal beginsel, tegen over de Christelijke idee. leder voor zich dat meent Eigen hulp', allen voor en met allen, dat is het waarachtig Christelijk en juist daarom ook het eenig gezonde maat schappelijk beginsel. Het Christendom staat toch niet tegenover de sociale eischeu en nooden; het tracht die veeleer bevredigend te vervullen. Het Evangelie heelt ook de belofte voor deze, zoowel als voor de toe komende wereld. Eigen hulp is een vrucht van het on- godistisck, socialistisch streven van onzen tijd; het raakt dus wel dieper dan de op zitten, aan deze tafel weder. Ontbreekt dan nog de sleutel tot het raadsel, zoo laat ik hem door leeander zoeken. Men .wete, dat toen in Dres den een weekblad bestond, onder den titel: Sak- sisches Curiositeiten- Cabinet of Curiosa Saxonica, hetwelk de boekhandelaar Etal onder den naam van leeander uitgaf, en waarin met raadsels niet zelden op eene vrij plompe, toenmaals dikwijlsin het leven zoowel als in de poezie voor geestig geldende wijze geschertst werd. Het zoeken van de oplossing der raadsels door dit blad behaagde den heeren en dames, en vooral der gravin Is terloe zeer weinig, want gaf nu misschien de een of ander burgerlijke mensch, die het meest voor dat weekblad werkte, de oplossing, in welk een bleeken maneschijn verscheen dan niet eens klaps de geest van alle, die slechts in het zon nelicht van den hoogsten rang en daarmede ook van het meest ontwikkeld verstand voor het volk wilden schitteren? En toch zou er geene hulp opgedaagd zijn in dezen raadseluood, ware zij niet door zulk een mensch gekomen. De keurvorstelijke hofiutendant Leinhaus na melijk, wien er van zelf veel aan gelegen lag, zich bij de gemalin van den opperhof maarschalk aan te bevelen, sloeg haar tot noodhelper een candidaat voor, met name Jolian David Ger- pervlakte der Maatschappij; het treft haar hartader. Dat de ambtenaren naar lotsverbetering streven, dat is hun plicht en hun recht. Zij mogen dat echter niet doen ten koste van de belangen van anderen; zij mogen dat te minder, zelfs in hun eigen belang, tot hun wezenlijke eigen hulp alzoo, omdat de middelen waaruit hun jaarwedden worden geput, meer of minder ruim vloeien al naarmate van de meerdere of mindere welvaart der burgers, onder wie de han deldrijvenden en neringdoenden de over- groote meerderheid uitmaken. De Eigen helpers doen de bronnen opdrogen, waar uit zij zeiven worden gelaafd. De ambte naren moeten dus, willen zij hun te be perkt inkomen verbeteren, de algemeene welvaart niet belagen, veeleer bevorderen. Strijdende voor Eigen hidp, bestrijden zij zich zeiven, want het verminderen der volkswelvaart doet de opbrengst der be lastingen dalen en alzoo ook het vooruitzicht op lotsverbetering der ambtenaren. Eigen hulp verdient dus inderdaad Eigen schade genoemd te worden. Te Wezel heeft eene arrestatie plaats gehad die groot opzien verwekt. Een be ambte van de stedelijke spaarkas, twee ouder officieren van het garnizoen, benevens een militair geëmplooieerde te Dusseldorf, zijn gelijktijdig in hechtenis genomen. Om trent de aanleiding dezer arrestatiën loopen de berichten uiteen. Volgens sommigen zouden die personen verdacht zijn van so cialistische drukwerken te hebben verspreid. Maar anderen beweren dat er stukkeu ge- vonden zijn, waaruit bleek dat er een toe leg bestoud om geheime vesting- en mo- bilisatieplanneu aan buitenlanders in han den te spelen. Het laatste wordt voor waarschijnlijker gehouden, omdat onlangs twee vreemdelingen zich een geruimeu tijd in Wezel hebben opgehouden onder voor wendsel de Duitsche taal te willen leeren, terwijl zij zoowel met de gevangen geno men militairen als met den stedelijken amb tenaar in intieme betrekking hebben ge staan. Een dezer vreemdelingen, die door groote verteringen de aandacht had ge trokken, werd vermoed een Fransch officier te zijn. In den eergisteren-morgen te Parijs ge houden Ministerraad was de minister Thi- baudin aanwezig. Het bevestigt zich dat mann, die veel, maar voornamelijk raadsels voor genoemd blad bewerkte en bij 't publiek als de knapste raadselsmid van zijn tijd bekend stond. De gravin Isterloe liet dezen jongen man bij zich komen, en beloofde hem eene aanzienlijke som, wanneer hij in staat was, haar binnen drie dagen, want vier waren er reeds verloopen, uit den nood te helpen. Nadat onze candidaat een geruimen tijd te ver geefs had zitten peinzen, sloeg hij een anderen weg in. Hij onderzocht namelijk door Leinhaus, waar de koning in de laatste dagen vóór de op gave van het raadsel was, en waarmede hij zich had bezig gehouden, en nu bleek weldra, dat het slot Uebigau allerwaarschijnlijkst de geboor teplaats van het raadsel geweest was, want daar had zich de koning, hetgeen den hofbediende niet ontgaan was, een geruimen tijd met een wegar- beider onderhouden, ja hem zells in zijne woning vergezeld. Deze was nu spoedig gevonden, maar ofschoon hij wel bedektelijk toegaf, wilde hij er toch niets van verraden en besloot eindelijk met te zeggen, dat men hem na een paar jaar eens weder moest vragen, daar hij dan wellicht in staat zou zijn, er de beteekenis van te openbaren. Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1883 | | pagina 1