NIEUWE
No. 738.
Donderdag 25 October !883.
8c Jaargang
De godsdienstlooze School.
BUITENLAND.
0,06
De Nederlandsehe Bedevaart
naar Lourdes.
HURIMSM IOIRiVI.
ABONNEMENTSPBIJS
Per 3 maanden voor Haarlem
Buiten Haarlem franco per post.
Afz jnderljjke Nummers
0,85
1-
Dit blad verschijnt
Eiken WOENSDAG en ZATERDAG.
B U BEAU: St. Jansstraat Haarlem.
AGITE MA NON AGITATE.
PBIJS DEB ADVEBTENTIÉN
Van 16 regels .30 Cents
Elke regel meer5
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant.
Advertentiën worden uiterlijk Dinsdag- en Vrij dag
avond voor 6 uur ingewacht.
Uitgevers KÜPPERS LAUREY.
»Er is niets nieuws onder dezon!«Deze
woorden hoort men bijna dagelijks en bij
verschillende gelegenheden spreken. Zoo is
ook het het streven van het moderne hei
dendom, om de trouwe aanhangers van
Christus uit de plaatsen der kennis en we
tenschap, zoo niet direct dan toch indirect,
te verwijderen niets nieuws; reeds voor
ruim vijftien eeuwen heeft iets dergelijks
plaats gevonden. Juliaan de afvallige, die
den glans van het oude, afgeleefde heiden
dom weder wilde herstellen, kwam op het
idee, den steeds toenem enden invloed van
den Christelijken godsdienst te fnuiken, door
aan de Christenen bet bezoeken der Scho
len en andere plaatsen van ontwikkeling
des geestes te verbieden. Aangezien alle
menschen, zooals Aristoteles reeds zegt, een
aangeboren begeerte naar kennis en we
tenschap bezitten en hoe edeler demenseh
is, die begeerte zich te meer doet gevoe-
ien en naar bevrediging snakt, zoo hoopte
ook Juliaan door dit verbod de meest be
gaafde Christelijke jongelingen tot afval te
brengen, naardien hij, niet aan de Chris
tenen, doch slechts aan de heidenen de
toestemming gaf hun dorst naar kennis en
wetenschap te lesscheu en hun geest met
de schatten der klassieke literatuur en phi
losophic te verrijken. De Christenen waren
tot eeuwige onwetendheid gedoemd en aan
den spot der heidenen overgeleverd. Van
het rijke geestesleven der vroegere mensch-
heid, van de resultaten van 't denken en
onderzoeken hunner voorgangersuitgesloten,
moesten zij onbekwaam gemaakt worden
hun geloof wetenschappelijk te bevestigen,
te verdedigen en te verbreiden. Daar, bij
de vervolging van het Christendom, ruw
geweld, vuur en zwaard, bloed en moord
vruchteloos bleken, moest het verbod der
scholen den doodsteek geven aan het welig
tierende Christendom. Hierbij kwam nu
nog de bittere spot der heidenen, en,
zooals men weet, spot is een machtig wa
pen; reeds menigeen heeft, om hem te ont
gaan, zijne heiligste overtuiging verloochend.
De gansche Christengemeente moest een
troep weetnieten en domooren worden,
overgeleverd aan de verachting en den
afschuw der ontwikkelde, beschaafde en
denkende heidenen. Dit sluw verzonnen plan
van den afvalligen Juliaan, was inderdaad
gevaarlijker en gruwelijker dan de bloedigste
vervolgingen der vroegere keizers; zij bad-
FEU ILL ET ON.
Vervolg.
Reims was weder achter ons, de avond viel,
de gebeden werden verricht en een ieder schikte
zich tot eene sluimering, die zelfs bij velen overging
in een diepen slaap, soms ongestoord voortgezet tot
het volgend station, hetgeen wel hoofdzakelijk hier
aan is toe te schrijven, dat de Fransche spoorwagens
in hun vaart een minder schokkende beweging ver
oorzaken dan ten onzent het geval is; die rustige
gang moet waarschijnlijk aan de hardheid van den
bodem, dien de treinen berijden, worden toege
schreven. Na slapen en waken herinnerden ons de
eerste stralen der zon aan het morgengebed. Daar
op luidde natuurlijk de eerste vraag, waar zijn wij
nu? Onze reiswijzer antwoordde: Cóte d'or, terwijl
tegen het gebergte Dyon, de hoofdstad van dit de
partement, de geboorteplaats van den grootenBos-
suet,voor ons lag. Het liefelijk oord, tusschen Mou
lin» en Macon gelegen, vertoonde zich nu aan
onzen blik. In dit vruchtbaar dal, terecht met den
naam van gouden dal bestempeld, zouden wij in
den morgenstond te 7 uur, 13 min. afstappen,
den slechts de lichamen vermoord en ge
offerd, Juliaan wilde den geest onderdruk
ken en door verachting vermoorden.
Hetzelfde streven, de Katholieke Kerk
van de levende bron der wetenschap, van
school en onderwijs uit te sluiten, is in
den loopen der eeuwen meermalen waarge
nomen en ten huidigen dage is immers de
godsdienstlooze school een der doeleinden,
welke de vijanden van het positieve Chris
tendom op hunne banier geschreven heb
ben. Zeker, zij weten zeer goed wat zij
doen, zij weten maar al te goed, dat, wie
de school in zijne macht heeft ook de toe
komst van Staat en Maatschappij bezit,
dat de mensch in 't algemeen datgene
wordt, hetgeen de opvoeding heeft bewerkt.
Zoolang de boom nog jong en tenger is,
kan men hem buigen en leiden, zooals
men wil; verlangt mer. dus dat de invloed
van het Christendom gebrokende Chris
telijke Staat in een modernen Staat zonder
God en zonder Godsdienst veranderd worde,
dan moet men vroeg beginnen het reli
gieuze gevoel voor de ontwikkeling reeds
in de kiem te verstikken, dan moet men
het kind onverschillig maken voor alles,
wat wellicht eene vrome moeder het als
verheven en heilig in 't hart heeft inge
prent, en reeds spoedig zal het vroegrijpe
zoontje met alle gezag spotten, medelijdend
op zijne ouders nederzien een opper
vlakkig zwetser worden, die in't bespotten
van al wat verheven en heilig is iets held
haftigs vindt, geen God kent dan den Mam
mon en het vermaak en zonder moreelen
steun ten slotte in den storm der harts
tochten verloren gaat. Door ontkenning en
twijfel kan men onmogelijk kinderen goed
opvoeden en ontwikkelen; dat weet ook
menig vader, die zelf aan zijn Geloof schip
breuk heeft geleden. Het kinderhart ver
langt iets positiefs, het wil geloovenniet
twijfelen en de twijfel dus, die in zijn hart
gestort wordt, vernietigt het verrijzende
gebouw van opvoeding en onderwijs; hij
valt op het warme kinderhart als een kou
den ijzel, die in eene lentenacht de schoonste
en heerlijkste bloesems in de kiem vernie
tigt. Dit zulk eene schooljeugd, zooals de
moderne heidenen haar willen kweeken,
kunnen geen mannen van karakter en
wilskracht, geen vrouwen vol deugd en
verstand te voorschijn komen, want de ge
welddadige inbreuk op de heilige rechten
van het kind, de gruwelijke miskenning van
den kinderlijken geest en van het kinder-
want daar vindt de godvruchtige pelgrim, die
Frankrijks heiligdommen bezoekt, het stadje
Paray le Monial, wereldberoemd, sinds die
plaats door God is uitgekozen, om aan de on
verschillige wereld de schatten van het God
delijk Hart te openbaren.
Menig uur van den dag, waarop wij daar
vertoefden, werd doorgebracht in de Kapel van
het klooster der Visitatie. Deze vindt men in
het midden van een der zijstraten van Paray,
waar een met weinige treden verhoogd pleintje
toegang geeft tot de gewijüe muren, binnen welke
de plaats ligt die zoo heilig is, omdat daar de
gelukzalige Margareta Maria Alacoque, in het
jaar 1675, haren Goddelijken Meester mocht aan
schouwen, wijzend op zijn van liefde brandend
Hart en haar bekend makend met de beloften,
die aan alle ware vereerders van 's Heeren Hart
zullen vervuld worden. Deze gebeurtenis is boven
het schoone hoofdaltaar in sprekend schilder
werk teruggeven. Op eenige voeten van de
epistelzijde sluit een hoog traliewerk de eigen
lijke plaats der Verschijning af en aan dezelfde
kant, voor aan het priesterkoor, bevindt zich een
kostbare reliquienkast, voor twee derden een ge
schenk der Belgen, waarop, onder glas, de af
beelding van de gelukzalige Margareta, in lig
gende houding, alsof hare ziel zoo even het
lijk gemoed wreekt zich bitter; mannen
zonder wil en overtuiging, vrouwen zon
der deugd en Gods lienst, zijn een welkom
materiaal voor geheime genootschappen;
ze zijn de vruchten van eene opvoeding
zonder God en zonder Geloof.
De School is ontegenzeggelijk een kind
der Kerk. Teneinde waardige dienaars van
het Goddelijke woord aan te kweeken,
richtte men eertijds overal kloosterscholen
op. De Geestelijken waren eeuwen lang de
eenige dragers der wetenschap en de kloos
ters hebben de letterkundige schatten van
de volkeren der oudheid bewaard en over
geleverd. Historisch staan dus Kerk en
School in een innig onderling verband. Dit
verband nu tracht men te vernietigen. De
school is sinds lang mondig geworden,
zegt men schier overal, zij kan op haar
eigen beenen staan en heeft den leiband
der Kerk niet noodig.
Hoe dwaas geredeneerd, want de ware
belangen van Kerk en Staat gaan immers
steeds hand aan hand.
Doordien men nu Kerk en Godsdienst
totaal uit de school heeft verbannen, om
door een verkeerd begrepen verdraagzaam
heid de school voor allen goed te maken,
ofschoon men werkelijk alles in den grond
bedierf, heeft men zich zwaar aan de jeugd
bezondigd; men heeft het Christendom on
dermijnd, vermits men ongeloof en onver
schilligheid heeft verspreid; men heeft ook
de Staats- en maatschappelijke orde onder
mijnd, want zooals zelfs Machiavelli zegt,
bestaat er geen zekerder teeken voor den
ondergang van een land, dan wanneer men
er den dienst van den Almachtige miskend
en geminacht vindt. En tot dien ondergang
zal men komen, als men het Christelijk
element uit het onderwijs verwijderd houdt
en men aan iedereen de gelegenheid ont
neemt,Christelijk Geloof en Christelijke zoden
aan het opkomend geslacht in te prenten.
Het aanzien en de waarde van den Staat,
zoowel als van het individu, rijst of valt
met de moraal. Leerares der moraal nu is
de Kerk en niet de politie.
(Slot volgt.)
De nieuwbenoemde Lord-Mayor van Lon
den, Fowler, eene vurige negervriend, heeft
het verzoek afgewezen om de Transvaalsche
deputatie tot het feestmaal in de Guildhall
te noodigen. Hij zeide dat hij nimmer de
lichaam verlaten had, ia ten toon gesteld. Voorts
hangen tal van vanen aan de gewelven van het
rijk versierde heiligdom, waarin bij het licht
der vele gewijde kaarsen en lampen, ontelbare
ex-voto's, veelal zilveren of gouden harten,
schitteren, die ter gelegenheid der bedevaarten, in
de kapel der Visitatie als blijk van devotie zijn
achtergelaten. Behalve een altaarkleed, voegden
ook wij daar nog een andere, blijvende gedach
tenis bij.
Aangezien voor de gezamenlijke godsdienst
oefeningen van het groot getal pelgrims de
hoofdkerk het best geschikt was, werd in dien
tempel van de twaalfde eeuw, in romaanschen
stijl gebouwd, op den morgen van onze aan
komst door den Z. E. Heer W. Jansen onder
de Hoogmis de predikatie gehouden en des
namiddags de oefening van den H. Kruisweg
v erricht. Eenigen onzer vonden ook gelegenheid
om onder welwillend geleide van den Z. E.
Pater Tristot S. J. het voormalig verblijf te
bezoeken van de E. Paters Jezuïeten, die nu
door het willekeurig decreet der Fransche re
geering verjaagd, hunne kapel moesten sluiten
en hun huis verlaten hebben. Belangrijk even
wel blijft een bezoek aan dit gebouw. Al aan
stonds ontwaart men in de vestibule tegen den
muur over den ingang, een hoogen, marmeren
hand zou reiken aan de vertegenwoordi
gers eener Republiek, wier geheele bestaan
eene aaneenschakeling was van roof, bloed
dorst en moord.
Naar de «Standard» uit Hongkong ver
neemt, is een inboorling van Jersey, thans
in Chineeschen dienst, generaal Mesny,
zooeven uit Yunnan teruggekeerd. Mesny
bevestigt dat China de Zwartvlaggen met
geld, wapenen en krijgsbehoeften steunt.
De Chineesche Onderkoning van Kanton
weigert vreemdelingen toe te laten. Hij
trekt 10.000 man troepen samen rondom
de stad, naar het heet om de vreemdelin
gen te beschermen, maar werkelijk tot het
afslaan van den verwachten aanval der
Franschen. De Onderkoning koopt wape
nen te Hongkong.
Uit Hongkong wordt aan de «Daily
News« gemeld, dat de Europeesche bewo
ners van Haiphong zeer verontrust zijn
wegens het verschijnen van eene bende van
1200 man, die op twaalf mijlen afstands
gekampeerd is en met een aanval dreigt.
Men acht de Fransche bezetting, hoewel
zeer geslonken, voldoende om dien af te
slaan; maar toch ziet men angstig ver
sterkingen tegemoet. Eene aanvallende be
weging der Zwartvlaggen wordt mede
verwacht. In het Chineesche kamp be
noorden Hanoi heerscht groote bedrijvig
heid.
Het Journal officiel« maakt thans
de vijfde en laatste lijst van ambtenaren
bekend, die tengevolge der wet op de
nieuwe rechterlijke inrichting hun ontslag
gekregen hebben. Deze lijst omvat 29
rechters.
Wij meeneu te weten, zegt «le Gaulois,»
dat Jerome Napoleon op nieuw gen eigd
is, binnenkort een manifest uit te vaardi
gen. De dag van openbaarmaking zou af
hangen van de incidenten, die bij den te
rugkeer der Kamers zich zouden kunnen
voordoen, of wel zou men wachten tot
Prins Victor zijn tijd als vrijwilliger uit
gediend heeft, d. i. tot het begin van
November.
Deze week zal een nieuw staatkundig
weekblad te Parijs verschijnen onder den
titel van «Moniteur royaiiste.«
In »Le Figaro« deelt een der Marine-
officiereu, die de Tongkin-expeditie mede-
maakt, afschuwelijke bizonderheden mede
omtrent de wreedheden der Fransche
Marine-soldaten tegenover de vluchtende
en gekwetste Annamieten. die bij honder-
gedenksteeu, omhangen met bloemkransen om
de nagedachtenis in eere te houden van den
eerbiedwaardigen dienaar Gods en zielsbestuur-
der van de zalige Margareta, Claudius de la
Colombière. Verder voortgaande werden wij
binnengeleid in de zalen der Exposition Eucha-
ristique." Daar zagen wij in boek- plaat- en
schilderwerken, in oude en nieuwe voorwerpen
van godsdienstzin en kunst, alles gerangschikt vol
gens orde van tijd, zeer veel bijeengebracht, wat
uitsluitend op de vereering van het aanbiddelijk
Geheim onzer altaren betrekking heeft. Ten
hoogste gesticht door deze beschouwing werden
wij uitgenoodigd ook de sierlijke kapel te bezoe
ken en een daaraan belendend gesticht, waar
zieken door de liefderijke zorgen van Zusters
verpleegd worden. Onder meer belangwekkende
zaken van godsdienstigen aard werd ons daar ook
een eigenhandig geschreven brief van de zalige
Margareta getoond. Dankbaar namen wij af
scheid van onzen Eerw. geleider. Niet lang
daarna eindigde de gedenkwaardige dag, dien wij
te Paray mochten beleven. Ook den volgenden
morgen had een ieder de gelegenheid om aan
zijne godsvrucht te voldoen daar wij eerst te 11
uur 15 minuten, onze reis gingen voortzetten.
Wordt vervêlgd.)