NIEUWE 81 "V No. 742. Donderdag 8 November 8e Jaargang. Het kerkelijk boekengericht. - - x De Neder landsche Bede vaart naar Lourdes. HitARLMHCIii ABONNEMENTSFBIJ8 Per 3 maanden voor Haarlem Buiten Haarlem franco per post. Afzonderlijke Nummers 1 0,85 1>— 0,06 Dit blad verschijnt Eiken WOENSDAG en ZATERDAG. B UB.EAU: St. Jansstraat Haarlem. AGITE MA NON AGITATE. PBIJS DKB ADVEBTENTIÈN Van 16 regels30 Cents. Elke regel meer5 Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant. Advertentiën worden uiterlijk Dinsdag- en Vrijdag avond voor 6 uur ingewacht. Uitgevers KÜPPERS LAUREY. De Kerk is eene stichting Gods, bestemd om den schat van Goddelijke Openbaring en waarheid, dien Christus op aarde heeft gebracht, te bewaren en te beschermen. Mag nu de Kerk rustig toezien, wan neer van onbevoegde zijde, inplaats van waarheid, dwaling wordt verspreid? Nooit. Het kerkelijk leeraarsambt heeft ten allen tijde eeD scherp toezicht gehouden op de reinheid van den geopenbaarden Godsdienst en met zorg gewaakt, opdat geen valsch- heid in de geloofs- en zedeleer kou indrin gen. Ofschoon het nu vrij wel hetzelfde is, of eene valsche leer mondeling of schrifte lijk verspreid wordt, zoo mag de Kerkelijke Overheid er nimmer vrede mede hebbent dat eene dwaalleer door den druk wordt verspreid, want het gevaar voor verbreiding van het vergift, wordt door deze omstan digheid zeer vergroot. De dikwerf gehoonde Index is dus niet anders dan de voortzetting en waarneming van den kerkelijken plicht der waakzaam heid op het gebied van het gedrukte* woord; want de Index is eene door de kerkelijke autoriteit uitgeven lijst waarop de titels voorkomen van verboden boeken en geschriften. In de oogen van velen geldt deze in richting als een onwaardige voogdijschap over de geloovigen. De Kerk, zoo rede neert men, legt daardoor den geest des meuschen aan boeien, verhindert den gees telijken vooruitgang en belet de intellec- tuëele vlucht der menschheid; of men zegt: de Kerk heeft zich met de beoordeeling van boeken niet te bemoeien, men moet de waarheid en de dwaling tegelijkertijd leeren kennen, om volgens de vermaning van den Apostel >het goede te be houden. Elk vergrijp tegen het Geloof, voorna melijk de ketterijen, behooren tot de com petentie van de Congregatie der Inquisi tie of, zooals de officiëele titel luidt, Sacra Congregatio Ronxanae et universalis inquisi- tionis. Ook die persprodructen, die geloofs zaken behandelen en het Geloof bedreigen, moeten voor deze, door Paus Paulus (15341549) opgerichte rechtbank ver schijnen. Vermits het heilig Officie steeds met andere werkzaamheden is overladen oefent het 't verbod van boeken slechts zelden uit. Die taak is echter opgedragen aan de FEUILLETON. Vervolg.) Met liet ontvangen der H. H. Sacramenten was de voornaamste voorwaarde van den te ver dienen aflaat vervuld, de overigen waren, dat de de pelgrims driemaal een bezoek zouden brengen in de boven- of ouderkerk of bij de Grot en er telkens een rozenhoedje zouden bidden tot intentie van Z. H. Nog was een aalmoes voor geschreven volgens huu staat, voor de voltooiing der Kerk, aan O. L. V. van den Rozenkrans toegewijd. Wij moesten ons van de Grot ver wijderen om deze gift te voegen bij de collecte, die onder de plechtige Hoogmis in de Basiliek gehouden werd en tot ons genoegen mochten wij in den loop van den dag vernemen, dat toen door ons 1800 franks waren gestort. Des na middags werd op andere wijze onze offervaar digheid gevraagd. Doch roepen wij, alvorens dit liefdewerk te bespreken, in ons geheugen terug hoe bij de achtste Verschijning de A.H. Maagd aan Bernardette gelastte te bidden voor de bekeering der zondaars terwijl Zij haar op de knieën deed kruipen tot binnen in de Grot en driemaal uitriep: boetvaardigheid! Bernardette Congregatie van den Tndex, die het heilig Officie ter zijde staat. Deze Congregatie is dus een kerkelijk college, dat het verbod uitspreekt van zulke geschriften, die voor Geloof en zedelijkheid gevaarlijk zijn. Ten alle tijde is het geschreven woord de weg geweest waarop de revolutionuai- ren het ongeloof en de onzedelijkheid ge tracht hebben onder het volk te versprei den. Reeds de Grieken en de Romeinen hebben zulks erkend en hunne maatrege len genomen. De geschriften van Prota goras werden verbrand, hij zelf werd ver bannen omdat hij tegen de oude godenleer schreef. De Romeinsche Pontifex Maximus paste eene strenge censuur toe en liet alle geschriften die tegen de goden gericht waren vernietigen. Kan de Katholieke Kerk nu dulden, dat door de verspreiding van god- delooze boeken, het heil der onsterfelijke zielen wordt in gevaar gebracht? De Apostel-geschiedenis meldt, dat de eerste Christenen van Ephese de ongodsdienstige en onzedige boeken verzamelden en in tegenwoordigheid van allen verbrandden, niettegenstaande men hunne waarde op 50.000 denaren schatte. Niets heeft de Ariaansche ketterij meer in de hand gewerkt, dan de verspreiding van Ariaansche geschriften en tractaten. Arius zelf schreef zijne xlhalia*. met het bepaalde doel dit geschrift als lectuur bij de gastmalen te doen dienen en op deze wijze zijne goddelooze leer in de verste kringen te doen verspreiden. Constantijn de Groote gaf bevel dit en alle andere geschriften van Arius door beulshanden te doen verbranden en het Concilie van Nicea (in het jaar 325 gehouden) verbood op ernstige wijze het lezen van Ariaansche geschriften en hoofdzakelijk van de Thalia Dit is het eerste historische voorbeeld van een kerkelijk boekengericht. De kerkgeschiedenis verkondigt een groot aantal gevallen van aanzienlijke mannen, die tengevolge van slechte lectuur in alle mogelijke dwalingen vervielen. Eutyches een onverschrokken verdediger des Geloofs werd, nadat hij een Manicheesch werk had ge lezen, een ketterhoofd. Bardasanes van Syrië was wegens zijne vroomheid en zijn jjver, een voorwerp van bewondering der geloovigen, doch nadat hij eenige godde looze boekeu had gelezen, werd hij de ver- woedste verbreider van de secte der Va- lentinianeu. De vrome Priester Avitus, die volbracht dit gebed en men hoorde haar ook driemaal zeggen: boetvaardigheid! Doch had Zij, die de Toevlucht der zondaren is, hiermede te kennen gegeven, dat vooral het heil der zielen Haar ter harte gaat, op den volgenden dag, bij de negende Verschijning, wilde zij ook eene heilbron openen voor de lichaamskwalen harer kinderen. Alsdan met eene teedere liefde Ber nardette tot zich trekkend, zoo luidt het verhaal, sprak de machtige Vrouwe en nu mijne doch ter, ga drinken en u wasschen aan de fontein." Geelt water ziende, keerde Barnardette zich naar de Gave heen, maar Maria hield haar mot een wenk terug, zeggende: „ga niet derwaarts:" Ik heb niet gezegd aan de Gave te gaan drinken, ga naar de fontein, die is hier." Het kind be weegt zich nu knielend in de Grot naar de aan gewezen plaats, begint daar in den grond te wroeten en eensklaps borrelt het water op onder hare teedere hand; zij drinkt en wascht zich en middelerwijl loopt het water uit de kleine holte van de wonderbare bron, met een dunnen straal over de helling van den rotsgrond weg, naar de zijde der duizenden toeschouwers, die van dit wonder getuigen waren. En ook wij zagen thans nog de wateren vloeien van die rijke fontein, welke meer dan honderd duizend kan water eiken dag oplevert en waaruil sinds vijf- en-twintig jaren, honderdduizenden, gegoeden en armen, gezonden en zieken, mannen en yrou- aan de waarschuwingen van den heiligen Hieronymus geen gehoor gaf, geraakte ver ward in de dwalingen van Origenes, door het lezen van diens geschriften. De boeken der Priseillianen brachten Spanje en Por tugal op een verkeerden weg, zooals de heilige Hieronymus ons meldt. Wicleff heeft met zijn boeken gansch Boheme verleid, en welk onheil Luther in de zestiende en de encyclopaedisten in de achttiende eeuw met hunne geschriften gesticht hebben, is algemeen bekend. Ongetwijfeld is het een feit van groote beteekenis, dat de eenige boekeu, die Luther in het klooster mede nam, twee heidensche dichters waren: Vir- gilius en Plautus; ook was het zijne ge woonte, reeds vóór hij zijne leer openlijk verbreidde, in de bibliotheek der kettersche boekeu dikwerf te studeeren. Toen met de uitvinding der boekdruk kunst de boekenmarkt eene verbazende uitbreiding onderging en de nieuwe leer zich ijverig en handig van de pers mees ter maakte, om aan hare revolutionuaire ideeën de grootste verspreiding te geven, was de Kerk tot meerdere waakzaamheid genoodzaakt. De bestaande maatregelen waren niet meer voldoende. Had zij zich tot dusver tevreden gesteld, de reeds ver schenen kettersche en onzedelijke geschrif ten aan hare kinderen te verbieden, thans zag zij zich genoodzaakt voorzorgsmaat regelen te nemen en den druk van alle boeken die over het Geloof handelen, onder bedreiging: van excommunicatie, van de O O voorafgaande toestemming des Bisschops afhankelijk te stellen. In het jaar 1501 werd door Paus Alexander VI deze Pause lijke Constitutie voor de diocezen Maagde burg, Trier, Mentz en Keulen uitgevaar digd. Deze verordening Inter multiplices heeft later algemeene kracht van wet ge kregen en zij werkte met uitmuntend ge volg, zoolang het gezag van den Paus algemeen werd erkend. Aangezien echter de hervormershet kerkelijk gezag over boord wierpen, was de preventieve censuur niet meer voldoende, de regressieve moest wederom in werking gesteld worden, d. w. z. het verbod van 't lezen der voor 't Ge loof of voor de goede zeden gevaarlijke boeken. Nadat Keizer Karei V in het jaar 1540 door daartoe bevoegde personen een Index lihrorum proliihilorumhad laten samenstellen, kreeg ook Paus Paulus V in het jaar 1557 het gelukkige denkbeeld een wen, grijsaards en kinderen met vreugde water scheppen, zoo wel ten tijdelijkeu als ten eeuwigen leven. De bron ontspringt achter in de Grot, ter linkerzijde van hen, die er binnen koinen. Of schoon aldaar het water met eene beschutting is omsloten, hoort men het toch gestadig voort- ruiachen in de Grot; daarbuiten wordt het door metalen buizen langs dezelfde zijde afgeleid eerst naar eene drinkplaats met drie, vervolgeus naar een andere met twaalf kranen. Natuurlijk had den wij geene gelegenheid voorbij laten gaan, om van dit water te gebruiken, maar op den namiddag van dezen dag, aan Maria gewijd, aai.- vuarddeu wij, opgewekt door het woord ons ou der de Hoogmis toegesproken, vol ijver de taak, om ook aan anderen, gebrekkigen of zieken, bij het gebruik van dit water onze diensten te bieden Wie zou, gedachtig aan de wonderen van genezing, welke God op voorbede van Maria voortdurend door dit water uitwerkt, hen dien liefdedienst kunnen weigeren? Wij konden hen op tweeërlei wijze bijstaan: eenige van ons sloten zich aan bij de bewonderenswaardige Vereeniging, die, bestaande uit mannen en vrouwen, soms van hoogen adel, zich te Lourdes vrijwillig belast met de verzorging der kranken, verre de meesten onzer trachteu hen te helpen met het gezamen lijk Roreukransgebed. Wij begaven ons dan tot dat einde naar de plaats nevens de Grot aan de zijde, waar de Bron zacht murmelend wegvloeit uitgebreidere lijst vau verboden boekeu te laten verschijnen. Dat is in 't kort de geschiedenis van 't ontstaan van den zoo dikwerf gehoonden Index. De op het Concilie van Triënte verzamel de Vaders konden zich niet onverschillig gedragen ten opzichte van de literarische beweging die in het religieuze leven drong. In vele zittingen hield de Synode zich met de boeken-qnaestie onledig. De vierde zit ting vaardigde het decretum de ediiione et usu sacrorum lihrorum uit; de achttiende zitting benoemde eene speciale commissie, die de taak ontving verder over de be langrijke aangelegenheid te raadplegen en aan de Vergadering van hunne beraadsla gingen kennis te geven. De vijfentwintigste zitting eindelijk gaf de voorstellen der Com missie ter beoordeeling aan den Paus. On der Pius V (1566-1572) werd nu eene vaste Congregatie van Kardinalen voor het gedachte doel benoemd. Voorzitter in deze Congregatie is een door den Paus aange wezen Kardinaal, «n de Magister sacri palatii wordt tot vasten assistent des Voorzitters be noemd; als Secretaris fungeert een Geeste lijke van de orde van den h. Dominicus. Een rij van raadslieden en verslaggevers wordt aan het Bestuur der Congregatie toe gevoegd. Met minutieuze nauwgezetheid en zorg vuldigheid gaat de Congregatie te werk, om eensdeels de geloovigen voor het lezen van slechte en gevaarlijke boeken te bewaren, anderdeels echter ook om geen overijld af keurend oordeel uit te spreken en den naam des schrijvers voor nadeel te bewaren. Komt er bij de Congregatie een bericht in over een te censeeren boek, dan moet de Secretaris bij den persoon, die het bericht gaf, on derzoek doen, of dit bericht rein en eerlijk is. Tevens moet hij het boek ernstig bestu- deeren, om zich te overtuigen, of er gron den bestaan het boek aan de kerkelijke cen suur te onderwerpen. Daartoe kiest hij, onder goedkeuring van den Kardinaal-Pre fect, raadslieden om met hem over den in houd van het boek te beraadslagen. Is men het eens dat het boek onder kerkelijke censuur moet worden gebracht, dan wordt een deskundige verslaggever benoemd, die het boek bestudeeren moet en de twijfel achtig plaatsen heeft aan te stippen. De door den deskundige aangewezen plaatsen worden dan door eene vergadering van zes raadslieden, den Magister sacri en den Se- door een kanaal in de vijvers van een zestal kleine vertrekken, in welke de zieken zich wasschen. Daarvoor kiezen zij bij voorkeur het uur van den „Angelus," omdat de H. Maagd op den middag aan Bernardette verscheen bij het kleppen van de bedeklok. Terwijl een kranke wordt binnen geleid, wachten de anderen daar buiten op de zitbank of in het vervoerbare rustbed wat hun ten dienste gegeven is. Wie denkt hier niet aan het wonderbare van Bethsaïda, waarbij, evenals bij Lourdes' bron, blinden, kreu pelen en lammen gelegerd waren. Zonder ver- poozing den Rozenkrans biddend, stonden wij om hen heen. Later zouden wij het liefdewerk knielend verrichten, maar heden werd ons dit belet door een allerhevigste regenbui, die bijna ander half uur aanhield. Nochtans bleven allen, als hoorden zij weder Maria's drievoudigen kreet, boetvaardigheid! te midden der regenplassen op dit uur geduldig en met stijgend vertrouwen hun gebed voortzetten, in de hoop de genezing te verwerven van de zieke, die zich in het bad bevond. Werd onze verwachting al aanstonds bevredigd? Neen, wij werden op de proef ge steld, maar juist daarin vonden wij eene aan sporing, om ook op de volgende dagen van ons verblijf te Lourdes, des morgens en des middags met volhardend gebed en dienstbetoon den zieken op dezelfde wijze ter hulp te komen. Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1883 | | pagina 1