NIEUWE No. 745. Zondag 18 November i§83. 8c Jaargang n Bezuinigen. BUITENLAND. De Nederlandsche Bedevaart naar Lourdes. h ttm nisi ut ABOHNEMENTSPBIJS Per 3 maanden voor Haarlemi 0,85 Buiten Haarlem franco per post. 1, Afzonderlijke Nummers0,06 Dit blad verschijnt Eiken WOENSDAG en ZATERDAG. B U BE AU: St. Jansstraat Haarlem. WmW AO-ITE MA NON AGITATE. PBIJS DEB ADVEBTENTIÉN Van 16 regels30 Cents. Elke regel meer5 Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant. Advertentiën worden uiterlijk Dinsdag- en Vrijdag avond voor 6 uur ingewacht. Uitgevers K P P E R S LAUREY. net staat met onze financiën (dat wil zeggen met 's lands geldmiddelen) niet best gesteld. De begrootingen voor Indië en Nederland sluiten met een tekort van zóó veel millioenen, dat men voor zulk een cijfer, als 't niet een treurig teeken des tjjds was, eerbiedig den hoed zou afnemen. Nu wordt er veel getwist over de quaestie: aan welke partij de schuld voor dien toe stand moet gegeven worden. Wij voor ons zien niet heel veel heil in dat twisten over de oorzaken der fiuanciëele ellende. Als men in eene ongelukkige positie verkeert, h eeft de vraaghoe kom ik er uit? altijd meer practisch gewicht dan de vraag: hoe kwam ik er in? Hoe men ook redeneere of philosopheere, het is en blijft eene ontzettende waarheid, dat wij op financieel gebied in een zeer bedenkelijken toestand zijn geraakt. Voor een gewichtig deel (de waarheid gebiedt dat te erkennen) ligt het klimmen der uit gaven buiten de verantwoordelijkheid van eenige partij. De behoeften der staathuis houding zijn onrustwekkend toegenomen. Daar werkten de omstandigheden des tijds toe mede; de ontwikkeling der tijden deed een geheele reeks van nieuwe behoeften geboren worden. Of zou men gewild hebben dat de Staat geen spoorwegen had aange legd Maar dan was er geen einde geko men aan de klachten over afzondering in de achter- en binnengelegeu landstreken. Moesten er geen nieuwe waterwegen worden in het leven geroepen? Doch dan zouden de groote koopsteden alleen reeds een soort van revolutie hebben uitgelokt. Zij zouden hebbeD geweeklaagd over de schandelijkste miskenning harer belangen. Moesten de post- en telegraafdiensten niet worden ver beterd ?Maar dan zou men gezegd hebben (en niet zonder reden) dat wij in alles achter blijven bij andere landen. Had men, nu er geen recht meer in de wereld is en de kleine Staten steeds meer gevaar loopen de dupes te worden van den najjver en de uitbreidiugszucht der groote Rijken, maar niets moeten doen aan onze defensie? Zou dan ten dage als de groote gebeurtenis sen kwamen, die ons onvoorbereid vonden, niet zijn beweerd, dat opvolgende Gouver nementen, welke de handen maar werkeloos in den schoot lieten rusten, landverraad pleegden Wij zouden, zoo voortgaande, nog zeer vele uitgaven kunnen opsommen, waartoe men wel moest overgaan, en die alzoo niet konden vermeden worden. FEUILLETON. Vervolg.) Te 6 uur werden wij daar ten disch geroepen en de avond braclit ons weder bij de GrotHoe waar en schoon klonk toen ons aangeheven Angelus-lied: „En daalt weêr de scheemring „Van 't avond-uur neer, „Door 't duister nog ruischt het „Gods Moeder ter eer: Ave Ave, Ave Maria!" Hier werden wij ook door de talrijke Fran- schen verslaan en met hetzelfde „Ave Maria" op de lippen begeleidden wij elkanders groet aan Haar, die zich hier vooral ons aller Moeder toont, want „De talen der volken „Verheffen Haar naam: „Zij smelten in 't Ave Maria te zaarr.." Verrukkelijke eenheid des geloofs! zoo dachten Over de Indische huishouding zwijgen wij. Wilden wij daarvan spreken, dan zou den wij zeer bepaald er wel toe moeten komen, om aan een bepaalde partij (de liberale) de schuld vau de gezamenlijke finauciëele ellende, voor zooveel Indië be treft, toe te kennen. De heer Van Baar heeft dat in de zitting der Tweede ICamer van jl. Woensdag zoo duidelijk mogelijk aangewezen. Thans zwijgen wij echter over Indië. Later hopen we op die gewichtige quaestie terug te komen. Tot den Nederlandschen dienst ons be palende en beperkende, hebben wij ook nog van ontzettend hooge uitgaven te gewagen, voor welke wel degelijk weder ééne richting de schuld te dragen heeft. Men gevoelt reeds wat wij willen opmerken. Ons oog rust namelijk op de uitgaven van het on derwijs. De dwaze en gevaarlijke opvoering van het Staatsonderwijs, is eene daad van de liberale partij. De verderfelijke onderwijs- richting bereikte haar hoogste punt in de wet-Kappeyne, terwijl wij er tot ons leed wezen moeten bijvoegen, dat de rampzalige wet, hoewel het nog mogelijk was haar uitvoering te vertragen, waardoor dan mis schien van uitstel afstel was geworden, ouder een Ministerie, aan welks hoofd een Van Lijnden stond, werd ingevoerd. Die ouderwijs-uitgaven hadden kunnen en moeten vermeden worden. Wij gaan verder en erkennen de noodzakelijkheid van het standpunt door sommigen ingenomen, die zeggen aan geen enkele wet, verster king der Rijksmiddelen beoogende, geven wij onze stem, zoolang wij niet de bepaalde toezegging van de Regeering ontvangen, dat zij er op bedacht is om de fiuanciëele offers, welke de tegenwoordige schoolwet eischt van de schatkist des Rijks (de beurs van allen) minstens tot meer bescheiden »proportiën« terug te brengen. Daarmee (wij herhalen het) zijn wij het volkomen eens. De schatkist moet worden ontlast van eenige millioenen voor het on derwijs. De Staat mag zulk een onduld- bareu last niet blijven torschen. Al vallen echter enkele onderwijs-millioenen van de Staatsbegrooting af, dan zijn wij echter nog niet geholpen, hetgeen wij natuurlijk niet constateeren, om het niet een eisch der gerechtigheid te blijven noemen, dat het Staatsonderwijs worde ingekrompen. Maar de staathuishouding zal ook laags anderen weg van beter conditie moeten worden gemaakt. De Regeering wil de middelen van inkomst versterken, waartegen wij en met dit ééne Ave Maria voor den geest gingen wij de nachtrust te gemoet. Even als de vorige dag werd ook de Maandag door schoon weder begunstigd. Wie zou deu volgenden dag Lourdes willen verlaten, zonder- het bevoorrecht stadje zelf in oogenschouw te nemen? Gaat ge dus, na afloop der godsdienstoefe ningen, met ons mede en vraagt ge dan aan een der koetsiers, die ons bestormen: waarheen? hij zal u antwoorden: Lac de Lourdes! Binnen een half uur werden wij verzocht van het rijtuig af te stappen en langs een zijpad het Meer op te zoeken. Dit, als ook een voertuig, om ons over te zetten, is spoedig gevonden. Onder het varen over deu stillen waterplas, dien bergen ons beletten geheel te overzien, vernemen wij van den roeier, dat het Meer van Lourdes zeer visch- rijk is en in den winter zelden of nooit bevriest, men wil er bij voegen, dat daar het oude Lour des eenmaal stond, nu verzwolgen door de wateren, die wij overstaken. Naar het nieuwe Lourdes terugkeerend, vroegen wij naar de rue des Petits-Fossés. In die straat, juist aan den voet van het kasteel Mirabel, dat op een steile rots zijne tinnen 100 meters boven de Gave uitsteekt, staat eene armelijke woning, die echter meer dan geen redelijk bezwaar kan worden inge bracht als maar doeltreffende nieuwe hef fingen worden ingevoerd. Een inkomsten belasting zouden wij, wijl onder haar wer king de brave voor den gewetenlooze be taalt, alleen op dien grond ten hoogste afkeuren. Zeer zeker hebben evenwel ook zij ge lijk, die in bezuinigen een redmiddel waar- deeren uit de fiuanciëele ellende waarin wij langzamerhand geraakt ziju. Wat men ook zeggen moge, het staat bij ons vast, dat ons staathuishouden op veel te omslachti- gen voet i3 ingericht. Voor een zeer be langrijk deel is dat natuurlijk te wijten aan de werking der grondwettige instellingen. Constitutiëu, en hetgeen uit haar volgt, zijn zeer fraaie zaken doch kosten, blijkens de ervaring van alle landen, welke met baar zijn begiftigd, veel, ontzettend veel geld. Na de invoering der Grondwet vau 1848 zijn de uitgaven voor het Staats&c/iccr dan ook niet weiuig toegenomen. Toch gelooven wij dat 's lands admini stratie aanmerkelijk zou kunnen worden vereenvoudigd. Het heirleger van ambte naren moest, dunkt ons, worden ingekrom pen. Controle is goed, doch ook zelfs bij dat controleeren moet men met verstand tewerk gaan. Bedriegen wij ons niet, dan zijn er nu vele controleerende ambtenaren, wier taak bestaat in het controleeren van de controleurs. Zoo zou men aan het nog eens overdoen der controle kunnen blijven. In het algemeen bestaat er eene te sterke neiging tot het vormen van stapels pape rassen de administratieve wegen bestaan uit omwegen zonder tal. Daaraan make men een einde, steeds echter gedachtig aan de waarheid, dat zulke verkeerde toestanden niet op eenmaal te veranderen zijn. Verder (en dat is een gewichtige zaak) betrachte men verstandige zuinigheid bij leger en vloot; tot karigheid, die ons tegen over het gewapend groot-Europa zwak zou doen staan, mag niet worden overgegaan. Eindelijk (en dat is het allergewichtigste) moet met groote behoedzaamheid tot den aanleg van groote werken worden besloten. Nu Indië ons geen baten meer levert, zijn wij, in financiëel opzicht, tot den rang der kleine mogendheden gekomen. Dat moge hinderlijk voor ons gevoel zijn, wij moeten er ons echter in schikken en dienovereen komstig handelen. Wij verkeeren nu in den toestand van een particulier, wiens inkom sten belangrijk verminderen en die daarom zijn paard en rijtuig afschaft. Nederland moet (om een voorbeeld in die richting te het trolsche kasteel wordt bezocht, want in dit huis der armen woonde eenmaal Bernardette Soubirous. Hoe onaanzienlijk het ook is, met eerbied gaat men er binnen en voorziet zich gaarne van eene gedachtenis, die ons aan dit bezoek herinneren zal. De parochie-kerk is nu ook niet ver meer af. Marmeren kolommen schragen dezen tempel, in den stijl der renaissance gebouwd; doch in de nabijheid hebben de muren van eene nieuwe kerk reeds het dakwerk be reikt. De meeste straten der stad bestaan uit hotels en winkels; deze laatste bieden den pel grims de ruimste keuze van religieuze artikelen aan. Lourdes heeft ook zijn Panorama. Wat zal dit voorstellen? zoo gissen wij, den donkeren gang doorgaande, die met een trap naar het rondg. spannen doek geleid. O hoe schoon! was ons aller uitroep, toen wij boven gekomen waren. De Grot der Verschijuing lag voor ons in deu zelfden toestand, waarin zij was toen Bernardette met onweerstaanbare kracht daarheen getrokken werd. Wij zien ons omgeven door het Pyreneesch gebergte en het kasteel Mirabel ziet van zijne hoogte de Gave naar het Zuiden stroomeu. Eene menigte lieden uit „de Bearn" en „Bigorre," in de hun eigene kleederdracht, bezet de berg- gebruiken) in het vervolg te voet gaan; de equipages moeteu onverbiddelijk weg. Bezuiuigen is plicht; bezuinigen op wer kelijk bezadigde wijzemoet geschieden. Wij wekken er daarom ook toe op en verheu gen ons er hartelijk in dat de Regeering er bereidvaardig toe wil medewerken. Men eische echter van haar het onmogelijke niet. De eerste begrootiug welke zij indiende kan niet dadelijk alle op zich zelve billijke be- zuinigingseischeu vervullen. De Regeering doet reeds veel, als zij ernstig een begin maakt. Ook tegenover haar blijve men, ten aanzien van deu drang tot spaarzaamheid, gedachtig aan de bekende spreuk: tot het onmogelijke is niemand gehouden. Het Journal officiel behelst tliaus de laatste lijst van rechterlijke ambtenaren, die hun ontslag gekregen hebben naar aanleiding der wet van 31 Augustus op de nieuwe rechterlijke inrichting. De Regeering is tot de uiterste grens harer bevoegdheid gegaan. Zij heeft 614 rechters ontslagen, juist het cijfer waarover de wet haar de beschikking gat. Buitendien hebben ook die rechterlijke ambtenaren hunne betrekking verloren, welke geen genoegen namen met de hun toegedachte verandering van standplaats. De Justice en de Rappel hebben eene inschrijving geopend ten gunste der Spaan- sche vluchtelingen, die deel genomen hebben aan den opstand te Budajoz en Seo de Urgel. Elk der beide bladen heeft voor f 100 frank ingeschreven. Een nieuw royalistisch orgaan V Expres du Loiret is te Orleans verschenen. Men wil te Parijs het jaarlijksche ge bruik van deu optocht van den vetten os weer invoeren. Er is eene commissie ge vormd, die stappen zal doen om de ver- eischte vergunning te krijgen. De commissie bestaat uit leden van syndicale Kamers. Yoor den Parijschen handel zegt men, is die optocht van groote beteekenis en men zou thans daaraan ook een weldadig doel kunnen verbinden. De Franscheu, die ingezonden hebben op de tentoonstelling te Amsterdam, heb ben den heer Hérisson, minister van koop handel, in het Hotel Continental een feest maal aangeboden. Driehonderd achttien per sonen waren aan den disch vereenigd. Bij het nagerecht werden verscheidene toosten ingesteld. De Minister heeft den inzenders zijn dank betuigd voor de eervolle wijze, waarop zij den Franscheu handel en nijver paden, hellingen en wegen, anderen omringen de Grot of komen met hunne kruiken water scheppen uit de pas ontsprongen bron. Hier ligt een zieke op zijne sponde, daar staat een kreu pele op zijn krukken de stonde der genezing af te wachten. De oude steenhouwer daar, ver haalt geheel bewogen, hoe hij reeds het gebruik van zijn oog, dat hij gansch verloren waande teruggekregen heeft. Bernardette bemerkt niets van dat alles, maar knielt in haar eenvoudig landelijk gewaad op de ruwe steenen vóór de Grot neder. Een glans, als de weerkaatsing van het kemelsche licht, straalt op haar aanschijn af. Zij heeft bij het beschouwen van de Verschijning der A. 11. Maagd de handen eenigszius opgeheven en vervolgeus laten rusten op de brandende kaars, die zij steeds met zich medenam. Men ziet de vlam tusschen de vingeren van hare half gevouwen banden doorspelen en, van den wind bewogen, daar boven uitschieten. Bernardette blijft nochtans onbewegelijk en ontvangt hoegenaamd geen letsel, ofschoon dit verschijnsel een kwartier uurs duurde. De gansche menigte roept in ver voering uit: Mirakell Mirakel! Wordt vtrwlgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1883 | | pagina 1