NIEU W E
Zondag 23 Maart 1884
9e Jaargang.
l)e soepketel op de school.
BUITENLAND.
781.
Twee goochelaars.
N. Al-N I
Per 3 maanden voor Haarlem
Buiten Haarlem franco per post.
Afzonderlijke Nummers
Dit blad verschijnt
Eiken WOENSDAG en ZATERDAG.
BUREAU: St. Jansstraat Haarlem.
AGITE MA HON AGITATE.
PRIJS DER ADVERTENTIÉH
Van 16 regels30 Cents.
Elke regel meer5
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant.
Advertentiën worden uiterlijk Dinsdag- en Vrijdag
avond voor 6 uur ingewacht.
Uitgevers KÜPPEBS J-AUKEY.
Wij beleveu in onzen tijd al zeer won
derlijke dingen. Als men zich in onze dagen
nog over iets verwonderen kon, dan zou
men zeker over enkele verschijnseleu wer
kelijk verbaasd staan. Op alle vreemde
teekenen te wijzen zal wel van geen enkel
orgaan der openbare meening gevorderd
worden, zelfs al had het over honderdmaal
meer ruimte te beschikken dan wij. Toch
kunnen wij niet nalaten nu en dan eens
op deze of gene buitensporigheid onzer eeuw
de aandacht te vestigen.
Als wij daartoe overgaan hebben wij
daarmee altijd de zeer ernstige bedoeling
van te doen uitkomen tot welke dwaashe
den men vervalt zoodra men het Geloof
heeft prijsgegeven. Heden willen wij een
quaestie behandelen, welke nog een ko
misch karakter vertoont en toch een zeer
serieuzen achtergrond heeft. Wij bedoelen
het vraagstuk (gelijk men het reeds ge
noemd heeft) van den soepketel op de school.
Men weet, dat zich in de jongste jaren
ook binnen onze grenzen eene vertakking
van de sociaal-dcmocratische partij gewor
teld heeft. Hetgeen in dit opzicht geschiedde,
hebben vrij voorspeld toen men nog meende,
dat de sociaal-democratie te onzinnig was
in haren aard om eenigen bijval te vinden
binnen onze landpalen. Ons volkskarakter,
zoo heette het, is te bedaard, te degelijk,
dan dat onder de eenvoudigste standen een
bodem voor die richting zou te vinden zijn.
Onze opvatting, welke wij in de kolommen
van ons blad verkondigden, was eene andere.
Wij zagen in de sociaal-democratie een
vrucht van den boom der godloochening;
waarom zou die vrucht ook niet in Neder
land worden aanschouwd, terwijl het helaas!
niet te ontkennen valt, dat ook onder ons
volk duizenden bij duizenden, openlijk of
meer in 't verborgen, gelijk zijn aan den
dioaas, van wien de heilige Schrift spreekt,
die in zijn hart zegter is geen God.
De sociaal-democraten nu leeren allerlei
onzin. Zij droomen van de goederen-ver-
deeling, van een maatschappij, waarin fei
telijk de minst ontwikkelden alles en allen
zullen beheerschen, enz. enz. Een hunner
wenschen hebben zij in meer dan één Ge
meente ter kenuisse van den Raad gebracht,
teneinde van de Gemeeutevertegenwoordi-
ging de vervulling van dit verlangen te
verkrijgen. Die eisch is namelijk, dat aan
de kinderen op de volksschool warme spijs
zal worden verstrekt.
Ieder nadenkende gevoelt bij eenige over
weging dat bedoelde wensch (of vordering)
berust op het beginsel, dat de Staat ver
plicht is voor het onderhoud zijner burgers
te zorgen, eene leer, welke gegrond is op
FEUILLETON.
Het hoogste.
Lord Stanley was ongevoelig voor elke vleierij,
behalve voor eene. Als men van zijne talenten
als staatsman, van zijne groote kundigheden, zijn
scherp doorzicht en zijne wegslepende welspre
kendheid sprak, dan luisterde hij en nam het
stilzwijgend aan; maar sprak men er over, dat
hij zoo goed het geblaas van een bruinvisch wist
na te bootsen en verzocht men hem daar een
bewijs van te geven, wat men als een bizondere
gunst van hem zou beschouwen, dan bloosde hij,
aarzelde, werd zoo verlegen als een schoolmeisje,
en liet zich nog eene poos noodigen, terwijl hij
verontschuldigingen maakte.
Eindelijk kuchte hij dan, spitste den mond en
blies met het grootste genot als een bruinvisch,
innerlijk overtuigd dat hij, in geval van nood,
<laarmede zijn brood zon kunnen verdienen.
de meening, dat de tneergegoeden verplicht
zijn aan de mindergegoeden, de onvermo-
genden, een bestaan te verschaffen, en dat
niet door arbeidmaar door het afstaan
van een deel vau hun eerlijk verkregen
bezit.
Tegen dien soepketel-eisch moet dus ieder
zich verzetten, die de maatschappelijke
ordeningen, door God ingesteld, wil ge
handhaafd zien. God heeft alles met wijsheid
en liefde beschikt en geregeld. Dat gelooven
wij in allen eeuvoud en eerbied. Rijken en
armen, zoo staat er in de Gewijde Bladen,
heeft God beiden geschapen. Door dat uit
wendig verschil in toestand, in levenspositie,
worden de onderscheiden karakters gevormd
en ontwikkelen zich de deugden van barm
hartigheid aan de eene zijde, van stille be
rusting aan den anderen kant. De rijkdom
is daarenboven wellicht, ja zeker, gelijk
de Heiland leerde, nog grooter beproeving
dan de armoede. De armoede voert tot
God, omdat zij hulp doet zoeken, het ge
voel van afhankelijkheid doet geboren
worden en onderhoudt, terwijl de rijke, als
hij niet wil inzien, dat het God is, van
Wien hij zijn schatten te leen ontving,
maar al te veel gevaar loopt op zijn eigen
goed zijn betrouwen te stellen.
De eisch der sociaal-democraten, tot den
Staat gericht: .voed mijn kinderen, want
onderwijs is niet voldoende, gij moet voor
hoofd en maag zorgen, is dus in volkomen
strijd, met het oog op 't beginsel, waarop
het rust, met Gods gebod. Er bestaat voor-
loopig dan ook geen groot gevaar, dat
een Gemeenteraad het gewraakt verlan
gen der heeren socialisten zal inwilligen.
Dat de dwaze eisch gesteld werd, werpt
echter een somber licht over het socialis
tisch streven van duizenden in onzen tijd.
Tweeërlei les willen wij aan de vermel
ding van de bewuste demonstratie der so
cialisten vastknoopen. De eerste betreft eene
vraag, welke wij aan allen voorleggen, die
har! hebben voor weldoen. Zij is deze
geeft gij reeds naar uw vermogen aan alle
stichtingen en inrichtingen, die beoogen
voor het lot ook van de kinderen der ar
men te zorgen, zooals b. v. de schoone
instelling van den h. Yincentius van
Paulo?
Hetgeen de sociaal-democraten begeeren
als een eisch aan de overheidzou alleen
kunnen worden ingewilligd door den drang
der Christelijke liefde, van welke de socia
listen niets willen weten, of voor welker
Goddelijke werking en inwerking zij blind
zijn. Dat de kinderen der armen op school
eenig voedsel ontvangen als weldadige Chris
tenen daartoe de
wie
gelden
zou daar iets tegen
bijeen brengen,
hebben? De liefde
In de „Memoires" van den beroemden goo
chelaar Alexander (A. Heimbürger) viudt men
vermeld, hoe hij eenmaal een bezoek bracht aan het
redactie-bureau van den Berlijnschen Figaro.
Onder meer opmerkelijke zaken goochelde
hij twee kolommen vol, liet uit het vestzakje
van een armen courantenombrenger vijf gouden
horloges te voorschijn komen, vulde de beurzen
der heeren redacteuren met „geeltjes", die hij
echter naderhand weder annexeerde, en deed,
last not least, het water in de karaffen in pa
relenden champagne veranderen.
„Het laatste was het beste," sprak naderhand
een medewerker, „want de champagne was echt
en goed en in Berlijn zijn goede invallen dingen,
die maar zelden voorkomen."
't Is, in onze dagen wellicht geen zeldzaam
heid, dat er artisten gevonden worden, die water
in wijn kunnen veranderen en met den goochelaar
in concurrentie kunnen treden, maar totnogtoe
is er niemand geweest die van wijn inkt
maakte.
vermag alles. Maar het moet een daad der
liefde blijveu. Weldoen moet niet als een
recht worden geëischt, doch als een gunst
gevraagd. Allen dus, wier gemoed door de
hoogste liefde, dat is de Christelijke, wordt
beheerscht, mogen, ook tegenover de
socialistische teekenen van den dag, ernstig
oO
overwegen, of zij voor hunne behoeftige
medebroeders en zusters wel alles doen, wat
binnen den kring der mogelijkheid valt.
Wij bedoelen hiermede geen verwijt tot onze
geloofsgeuooten te richten; de liefdadigheid
wordt door de Katholieken zeker in loffe
lijke mate beoefend. Toch zou het kunnen
gebeureD, dat velen nog iets meer zouden
kunnen doen, dan zij tot heden ver
richtten.
De tweede les, die wij aan het soepketel
verschijnsel ontleenen, betreft de houding
van de liberalen, welke terecht geen voeding
aan de kinderen der armeu willen doen
verstrekken, doch voor de opvoeding der
kinderen van minvermogenden uitsluitend
door den Staat willen doen zorgen. De
Staatsschool is het ideaal der libertijnen.
Naar die school zouden zij alle kinderen
wel als met geweld willen heenvoeren.
Plaatsen de libertijnen den plicht der
ouders, als het de voeding der kinderen
betreft, op den voorgrond, als het de opvoe
ding, waarvan het onderwijs een deel uit
maakt, aangaat, dan willen zij dien plicht
omzetten in de verplichting om alleen van
de Staatsschool gebruik te maken. Dat nu
gaat niet aan; de plicht der ouders erken
nende, willen wij ook hunne vrijheid in
de keuze van den weg, waarop die plicht
kan worden vervuld, ten volle geëerbie
digd zien.
Doch de liberalen streven er steeds naar
om het bestaan der bizondere scholen te
bemoeilijken. Aan de Staatsschool moet de
Staat al zijn geldelijke hulpmiddelen ver
spelen. De Staatsschool moet de financiëele
soepketel alleen hebben en de soep moet
zoo krachtig mogelijk worden bereid.
Dat noemeu wij een onrecht niet min
der groot dan de socialisten eischen, als
zij op school spijs voor de kindereu der
armen begeeren. De socialisten zijn echter
verdwaasde lieden, terwijl de libertijnen
beweren, dat zij de wijsheid in pacht
hebben.
Wij blijveu dus strijden, ook op onder-
wijs-gebied, zoowel tegen de liberalen als
tegen de socialisten.
In de politieke kringen van Berlijn ver
zekert men dat tusschen de groote Mogend
heden geen formeel verdrag werd gesloten
De eer van dit kunstje komt aan een restau
ratiehouder in Keulen, die op waardige wijze,
den vermaarden Alexander uaar de kroon heeft
gestoken.
De snuggere man had vermoed, dat er wel
gevierd Carnavals-
drinken en was tot het
exquisiet wijntje te
het onlangs
*OÏV
deelnemers aan
feest zouden komen
besluit gekomen om
vervaardigen.
Hij kocht van een talentvol man op het gebied
der wijnveredeling een receptje voor het vervaar
digen van mousseerende wijnen en ging druk
aan het fabriceeren, terwijl hij zich, bij voorbaat,
in de gedachte verkneukelde, dat zijn geniale
inval hem geen windeieren zoude leggen.
Het carnaval kwam en de verwachte gasten
kwamen ook.
„Htidaar, edele bottelier", riep een gecostu-
meerde, „ik moet heden-avond iets extra7 s> neb
ben, geef me een keurig fleschje champagne!"
„„Dat is eerst een merkje!"" sprak de waard,
toen hij met eene flesch kwam aandragen, „„proef
dat eens terdege mijnheer.""
tot een gemeeuschappijk optreden tegen de
anarchisten. Slechts zou langs diplomatie-
ken weg ziju overeengekomen elkaar, geval
voor geval, vriendschapsdiensten te bewij
zen. Alles zou zich dus bepalen tot het ver-
leeueu van politiehulp.
Bij de eergisteren in dan Rijksdag ge
houden beraadslaging over de verlenging
der socialistenwet en over het geschrift be
treffende de toepassing der wet op Berlijn
en Hamburg kwamen de sociaal-democraten
Haseuclever, Grilleuberger en Bebel op tegen
hetidentificeeren der sociaal-democraten met
de anarchisten. Zij zeiden dat de wet hunne
partij geen schade heeft gedaan, alleen heeft
hare toepassing verbittering opgewekt. De
heer Marquardsen verklaarde zich, uit naam
der nationaal-liberalen vóór het ontwerp.
Minister Puttkammer zegt t9 hopen dat de
ontworpen sociale hervorming de op een
dwaalspoor gebrachte lieden tot bezinuiug
brengen zal, en dat aan de opheffing der
wet nu minder te deuken valt dan ooit,
nu zij heeft beschermd tegen gevaarlijke
buitensporigheden, waarmede bijna alle an
dere landen zijn bezocht.
In den verderen loop der Rijksdagzitting
heeft Dr. Wiudtborst voorgesteld, hetontwerp
tot verlenging der Socialisten-wet aan eene
commissie te verzenden, onder voorbehoud
van zijn definitief oordeel. Hij sprak de hoop
uit dat de versterkte gezondheid van den
Rijkskanselier weldra leiden zal tot den te
rugkeer der vroegere Christelijke levensbe
schouwing in Pruisen.
In Frankrijk is men boven de wolken
over den val van Bac Ninh. Als men nu
echter gelooft, dat alles reeds gewonnen
is, bedriegt men zich zeker. China zal niet
in alles toestemmen, want achter China,
als verscholen achter den Chiueeschen muur,
staat Engeland met zijn handelsbelangen.
En de zeeroovers zijn er ook nog, een
factor met welken men le Parijs wel
licht te wfiuig rekent.
De Frausche Kamer heeft in de eergis-
teren gehouden zitting met geringe wijzi
gingen het laatste artikel van het wets
ontwerp op het lager onderwijs aangenomen;
zij verwierp talrijke amendementen der
rechterzijde, strekkende om leden van het
vrije onderwijs en vertegenwoordigers der
Geestelijkheid deel der schoolcommissiëu te
doen uitmaken.
De heer Charles de Bourbon en zijn
zuster Amélie de Bourbou bevinden zich
te Parijs, waar zij opnieuw hun aanspraken
aan het oordeel van den rechter zullen
onderwerpen.
Een Memorie van Toelichting onder den
titel van: Ou est la maison de Franc*? Lettre
aux légitimistes, par un ancien partisan du
Er volgde een plof en een knal en 't ge
zicht van den kastelein werd buitengewoon lang,
want het vocht dat hij in de glazen schonk, was
zoo zwart als inkt.
„Drommels!" riep de waard, ik heb zeker
e ene verkeerde flesch genomen, een oogenblik
geduld, als het u belieft."
De tweede flesch kwam en wederom kwam
een zwarte vloeistof te voorschijn, terwijl ook
een derde en vierde hetzelfde resultaat geven.
Natuurlijk ontstond er een kolossaal gejubel
in het lokaal, dat nog toenam, toen iemand he1
raadsel oploste.
Het wijnsteen-zuur, dat onze champagne-fa
brikant gebruikt had, was loodhoudend geweest
en er was, daar als „grondstof" gezwavelde wijn
aangewend werd, zwavel-lood ontstaan, dat aan
den piek-fine champagne een pikant zwart tintje
had gegeven.
De restauratie-houder was radeloos en moest
op den koop toe nog hooren hoe zijne habitués
hem den raad gaven om het nieuwe merk „carte
noire" te doopen.