N I E U W E No. 785. Zondag 6 April 1884 9e Jaargang. Niet genoeg. BUITEN LAND, De Hyacint. HA1R1EMHCBE COIIRAIT. ABONNEMENTSPBIJS Per 3 maanden voor Haarlem0,85 Buiten Haarlem franco per post. 1, Afzonderlijke Nummers0,06 Dit blad verschijnt Eiken WOENSDAG en ZATERDAG. BUREAU: St. Jansstraat Haarlem. ui:* r> AGITE MA HOR AGITATE. PRIJS DER ADVERTENTIE® Van 16 regels30 Cents. Elke regel meero Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant Advertentiën worden uiterlijk Dinsdag- en Vrijdag avond voor 6 uur ingewacht. Uitgevers KÜPPERS L A U R E Y Voor de vrienden van het bizonder onder wijs de tegenstanders alzoo van het Staats monopolie, bestaat er wel eenige reden tot tevredenheid. Het is toch onmiskenbaar, dat de stemmen zich vermenigvuldigen, ook in het liberale leger, welke eischen dat de Staatsdruk, op onderwijsgebied, worde verlicht. Nu weten wij wel, dat bedoeld getuigenis bij velen niet de vruebt is van louter beter inzien, maar voor een belangrijk deel ook van het besef, dat de liberale partij door haar schoolwetdrijven veler sympathie heeft ingeboet, doch dit neemt niet weg, dat de liberale aandrang tot het prijsgeven van het beginsel: Staatsonderwijs regel, bizonder onderwijs uitzondering, toch wel als een gewichtig teeken des tijels moet worden beschouwd. Maar met dat al moeten wij toch zorg dragen, dat wij (voorstanders van het vrije ouderwijs) ons niet, ten slotte, met een kluitje, door de liberalen, laten in 't riet sturen. Eenig gevaar voor zulk een mysti ficatie bestaat er wel degelijk. Wij zullen er met een enkel woord op wijzen. In de eerste plaats (reeds vroeger rele veerden wij dat) zijn er liberaleD, die bij eeue eventueele grondwetsherziening, de quaestie van de verhouding van het Staats- tot het bizonder onderwijs niet willen regelen in de constitutie zelve, maar later in eene speciale onderwijswet. Nu moeten wij eerlijk bekenueu, dat zulk een verschuiven der situatie van het onder wijs-vraagstuk ons nu niet zonder bedenking voorkomt. De heeren liberalen zijn toch altijd veel royaler in 't beloven dan in het ge ven; het is dus maar 't verstandigst om contante betaling van hen te vragen. Zoo begreep het ook de heer Van Nispen, op wiens merkwaardig Grondwets-adres wij vroeger reeds wezen. Daar hij met zooveel talent en alleszins tijdig voor den valstrik gewaarschuwd heeftwaarin men de voor standers van 't vrije onderwijs lokken wil, zullen minstens de Katholieke leden van de Tweede Kamer geen dupe van den liberalen toeleg, in 't aangegeven punt, bij een mogelijke Grondwetswijziging worden. Er bestaat nu eveuwel nog een ander gevaar, in dit opzicht, waarop wij mede thans de aandacht willen vestigen. Men vindt namelijk ook liberalen, die in artikel 134 der Grondwet wel zulk een verandering willen brengen, dat aan het vrije ouderwijs een zekere waarborg zou FEUILLETON. Het Portret. Limpers had vóór enkele jaren een schitterende zaak opgericht; ten minste de Barnum-achtige adverventiën en reclames, welke van tijd tot tijd m de dagbladen verschenen, deden een gunstig oordeel over deze zaak ontstaan. Toch vernam het publiek voor circa een half Jaar, dat Limpers zijne betalingen staakte. Hij verkeerde weldra in staat van faillissement en de geheele zaak met ap- en dependentie moest, wegens wanbetaling worden geliquideerd. Maar met nog meer verbazing vernamen zijne kennissen dat hij, drie maanden circa na zijn aceoord, te Lattendrecht een fraai buitentje had gekocht en daar prinselijk met zijn gezin was gaan leven. In zijn villa was ook een salon; in dat salon moest natuurlijk een kabinetsportret van den eigenaar pronken. Hij liet dus bij een beroemden Apelles zijn portret, ten voeten uit, in olieverf schilderen; heel natuurlijk, in nonchalante hou ding, zelfs met de handen in den zak. worden geschonken voor ontwikkeling en bloei. Zij zijn bereid het beginsel zuiver te aanvaarden, dat het vrije onderwijs regel, het Staatsonderwijs slechts aauvulling zou worden. Een der tolken van die opinie is ook de bekende lioogleeraar Spruijt, die voor de bedoelde leer in den tijdspiegel van April partij kiest. Hij wil aan de Katholie ken en orthodoxe Protestanten de volkomen vrijheid laten om scholen in hun geest op te richten terwijl dan eerst een openbare school zou worden gesticht, als eeu zeker aantal huisvaders hare oprichting verlangen. Het stelsel van den heer Spruijt komt dus eigenlijk hierop neder, dat ieder richting maar in haar eigen onderwijs-behoeften meet voorzien. Als zij dit doet, moet de Staat zich terugtrekken. De hoogleeraar komt tot dat voorstel, gedreven door de overtuiging dat neutra liteit in het onderwijs eeue onmogelijkheid is; ieder onderwijzer zal onderricht ver- strekkeu naar persoonlijke zienswijze. Zelfs op de Staatsschool acht hij geen absolute on zijdigheid denkbaar. Een ongeloovig Staats- onderwijzer zal zijn zienswijze onwillekeurig doen doorschemeren in zijn onderricht en eeu Staatsonderwijzer, die geloovig Katho liek of geloovig Protestant is, zal van zijn religieuze gevoelens, zelfs zonder het te willen, bij zijn onderwijs doen blijken. De heer Spruijt begrijpt dus zelf dat de Staatsschool voor allen onbruikbaar is. De huisvaders, die eventueel om eeu Staatsschool zouden vragenloopeu (zoo schrijft hij) natuurlijk de kaus van op die school een onderwijzer te zien verschijnen, wiens richting hun ook niet bevalt, maar willen zij die kans wagen, dan mag men hun verzoek niet afslaan. 't Klinkt alles zeer fraai, doch de medaille heeft hare keerzijde. Wat toch is het geval? De heer Spruijt formuleert de practische uitkomst van zijn stelsel volgeuderwijs »Er moeten,zegt hij, natuurlijk iu eeu schoolwet, waaraan de hier geschetste be- heginselen ten grondslag worden gelegd, bepalingen worden gevonden over het aantal huisvaders in een gemeente, die gezamenlijk recht hebben de oprichting eener openbare school te eischen, en over het aantal dei- openbare scholen, iu grootere gemeenten noodig, waar wellicht duizenden huisvaders die scholen boven de bizondere zouden ver kiezen. Die regels kunnen niet voor alle gemeenten dezelfde zijn.« Alsnu voorziet de professor, dat iu de groote gemeenten de toestand bijkans precies zal blijven zooals hij is, terwijl de liberalen Zachtjes aan kwamen zijne kennissen weer op dagen. Ieder moest dat portret zien en daarover zijn oordeel zeggen. Dit geschiedde ook met zijn vriend Blok. Na dat deze alles, dus ook het conterfeitsel van Limpers, aandachtig beschouwd had, vroeg deze hem: „Wel, hoe vindt ge het?" „O, heel goed, alleen de houding deugt niet." „Hoe meent ge dat?" „Wel, ik begrijp niet, waarom de schilder je met de handen in je zakken afgebeeld heeft, terwijl ge die steeds in de zakken van je aan deelhouders hadt." Van de hyacint, de bloem die op dit oogen- blik in Haarlem's omstreken in grootsche pracht bewonderd kan worden en er ook het meest ge teeld wordt, zijn niet minder dan ongeveer vijf tienhonderd variëteiten bekend die allen namen dragen. Toen op zekeren dag de Koning en de Koningin van Zweden een bezoek aan de inrichting der heeren Krelage brachten, moesten juist drie nieuwe soorten gedoopt worden en de majesteiten waren zoo vriendelijk die „Reine de Suède," „Roi de Suède en „Etoile du Nord" te noemen. er wel voor zullen zorgen dat zelfs in de kleinste gemeente een zeker aantal huis vaders de Staatsschool zal verlangen. Duizen den bij duizenden zullen mitsdien, iu het stelsel-Spruytuit de openbare kassen van het Staatsonderwijs blijven besteed en het bizonder onderwijs zal geen cent ontvangen, hoewel het duizenden aan de gemeentefondsen bespaart. Het is op dien gron 1, dat wij ook tegen het systeem-Spruijt, hetwelk ook door an dere liberalen wordt omhelsd, ten ernstigste protesteeren het geeft wel iets, maar vol strekt niet genoegdaar het geen subsidie van overheidswege aan het vrije ouderwijs wil toekennen. Naar ons oordeel heeft het bizouder onderwijs, dat doet hetgeen de Staat anders zou behooren te doen, wel degelijk aanspraak op geldelijkeu steun, in evem-edigheid van de som, welke minder aan uitgaven voor de Staatsschool behoeft te worden besteed. Professor Spruijt wil daarvan echter niets wetenhij prijst het in de anti-revolu- tiounaire richting, dat zij (volgens hem) eindelijk begrepen heeft, dat haar uitzieu naar Staatssubsidie geheel iu strijd is met baar beginsel vau souvereiniteit iu eigen kring, op het staatsonderwijs toegepast. Ons is nog niet gebleken hetgeen den hoogleeraar schijnt gebleken te zijn. Wij meenden, dat de an'i-revolulionnaire partij nog wel degelijk haar recht op financiëeleu steun van de overheidskas handhaaft. Wat daarvan zij, de anti-revolutionnairen moe ten weten, wat hun past. Wij voor ons, wij blijven van oordeel, dat zoolang de Staat (of de overheid, de gemeente) scho len sticht (al zij het dan ook op verlan- g ;n van eenige huisvaders) en dus over de beurs van allen beschikt, dat zij, die voor hunne kinderen niet van die scholen ge diend believen, recht hebben op eene finau- ciëele tegemoetkoming. Dat is een recht hetgeen niet mag wor den prijs gegeven. Het voorstel-Spruijt is daarom onaannemelijk. Daarenboven wil ook de genoemde hoogleeraar nog te veel overlaten aan den gewonen wetgever. De Grondwet moet minstens de hoofdlijnen der regeling van de iugrijpeude quaestie bevatten. Daar allen opbrengen iu de be lasting heeft ook elke groep iu de samen leving er recht op, althans zoo de Staat als ouderwijzer blijft optreden, te worden tegemoetgekomen in de uitgaven voor het stichten en onderhouden voor scholen ge vorderd, zoo zij tot het in 't leven roe- Eeue donkerblauwe, bijna zwarte soort, heet „Oihello" en onder de narcissen vindt men o. a. het „Kopje en Schoteltje" en het „Kievietsei," omdat do eene soort zeer eigenaardig gevormd en de andere zeer eigenaardig gespikkeld is. De bollenhandel is enorm en wordt meestal naar het buitenland gedreven; niet enkel in Europa, maar ook in Amerika en Australië vindt men afnemers en in de drukke tijden wordt er eens per week bollenbeurs gehouden. Wanneer men bedenkt dat de prijs van een enkele hyacintenbol van vijf centen tot vijf-en- twintig gulden varieert, en de teelt op groote schaal gedreven wordt, kan men nagaan dat de bollenhandel (die in onze dagen gelukkig zeer reëel is en in niets meer op den hollen-zwendel onzer voorvaderen gelijkt) van veel beteekenis is en velen brood verschaft. Ook deze tak van handel heeft nu en dan met wederwaardigheden te kampen toen de „phylo- xera„ ten tooneele verscheen, waren onze Duitsche buren (die, naar men weet, ingemaakte groenten in blikjes als "blik„ belasten) zoo vriendelijk de onschuldige bolletjes als hoogst gevaarlijke vijan den te beschouwen, en zij berokkenden menigen kweeker eene aanzienlijke schade; ook de stijfhoofdigheid der Amerikanen, die niet van pen van scholen overgaan, omdat de Staats school niet voldoet aan eischen, welke zij voor hun kroost aan eene school stellen. Dien subsidie-eisch kunnen wij niet laten vallen; wij zijn niet tevreden met een vrij heid welke feitelijk en wettelijk nu reeds bestaatom zooveel bizondere scholen op te richten als men maar wil. Beper king der Staatsconcurrentie, welke zeker hier en daar uit het stelsel-Spruijt zou volgen, zou ons zeker welkom zijn, doch die concessie zou ons bij eeu Grondwets herziening niet voldoen. Dan moet er in belangrijker opzicht aan onze eischen wor den toegegeven. 't Moet eindelijk gedaan wezen met het onrecht dat thans op ouderwijs-terreiu be treurd wordt, te weten: de begunstiging der ongeloovigen. Als de Staat scholen o o bouwt en onderhoudt voor de liberalen waarom wordt dan aan de geloovigeu eeu geldelijke bijstand voor het door hen noo dig gerekend onderwijs geweigerd Dat is niet liberaalmaar tiranniek. De voorstau- ders der bizondere school moeten dan niet rusten voor ook zij hun deel krijgen iu de schatten, welke thans nog alleen ten bate der Staatschool besteed worden. De Kölnische Zeitung, eerst zoo vlug met haar tegenspraak, moet nu toch ook erken nen, dat Yon Bismarck wijzigingen in zijne werkzaamheid heeft verlangd. In de jongste bijeenkomst van het Staats-Ministerie, zegt het blad, moet door den Vorst de wensch zijn te kennen gegeven om ontheven te worden van zijne betrekking iu het Pruisisch Ministerie. Met deu Keizer en den Kroon prins had de Rijkskanselier daarover te voren langen tijd geconfereerd. De Rijkskanselier dus deelt de Kölnisrhe verder mede is van gevoelen, dat zijne gezondheid niet bestand is tegen de vele verwikkelingen in de Pruisische aangelegen heden (in den laatsten tijd ligt hij weer overhoop met deu Minister van Eeredieust), maar de belangen van Duitschland en vau Pruisen haugeu zoo innig te zamen, dat het soms onmogelijk is die te scheiden. Al is Von Bismarck dus voortaan nog alleen maar Rijkskanselier, toch zal hij een be- slissenden invloed blijven oefenen op de Pruisische aangelegenheden. Robert, Janson, Demeur, Féron, Scail- quin en Arnould hebben bij de Belgische Kamer eeu wetsvoorstel ingediend tot af- verlaging der bespottelijk hooge invoerrechten wilden weten, was oorzaak van strijd en moeie- lijkkeid. Vertellen wij terloops nog hoe wij de nijvere bij, als nuttig, ongesalarieërd adsistent van den hovenier hoorden roemen, en dan dat het rondom Haarlem op het oogenblik tooverach- tig is. De crocus is uitgebloeid en de tulp komt eerst later aan de beurt om te bloeien en de hyacint is dus op het oogenblik oppermachtige meesteres onafzienbare velden, dicht bezet met bloemen van de meest verschillende kleuren, houden glansrijk de concurrentie tegen de fraaiste Smirna-tapijten vol; blauw en geel, rood en wit, violet en paars, mengelen zich tooverachtig door elkander en geven, wanueer de lentezon hare stralen over het geheel uitgiet, eeu onver- getelijken aanblik. Lang duurt de weelde niet en wie er dus genot van wil hebben dient zich te reppen, want over een veertien dagen is het met de heerlijkheid gedaan.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1884 | | pagina 1