N I E IJ W E
No. 789.
Zondag 20 April 1884
9e Jaargang.
m.imm
De Eed.
BUITENLAND.
Geleende veer en.
Wat prins Von Bismarck denkt
van de sociaal-democraten
Een zeer gedistingeerd hotel.
Terechtwijzing.
IIAK11HSDES II I
ABONNEMENTSPBIJS
Per 3 maanden voor Haarlemt 0,85
Buiten Haarlem franco per post. 1,
Afzonderlijke Nummers0,06
Dit blad verschijnt
Eiken WOENSDAG en ZATERDAG.
BUREAU: St. Jansstraat Haarlem.
"NAINTJENDR
AGITE MA NON AGITATE.
PRIJS DER ADVERTENTIÉN
Van 16 regels30 Cents.
Elke regel meer5
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant.
Advertentiën worden uiterlijk Dinsdag- en Vrijdag
avond voor 6 uur ingewacht.
Uitgevers KÜPPERS L A U R E Y.
De Minister van Biunenlaudsche Zaken
heeft onlangs den Koning een cordaat Be
sluit voorgelegd, hetwelk Z. M. wel geliefde
te bekrachtigen. Wij bedoelen de beslissing,
waarbij werd uitgemaakt, dat twee leden
van den Gemeenteraad van Goes, die, hoewel
geen Doopsgezinden, geen eed, maar een
belofte hadden afgelegd, moesten worden
beschouwd als onwettig zitting te hebben.
Eene benoeming, tot welke zij hadden mee
gewerkt, werd, dientengevolge, vernietig I.
Reeds werd aan den Minister Heemskerk
voor die daad rechtmatige hulde gebracht.
Wij voegen gaarne onzen lof bij die welke
dezen Staatsman van andere zijde deswege
werd toegezwaaid. Het betreft hier toch
een zeer gewichtig beginsel. Aan het be
houd van den eed hechten wij de grootste
waarde. Uitgaande van het beginsel, dat de
geloofs- en gewetensvrijheid moet worden
ontzien, kunnen wij het billijken dat men
de Doopsgezinden, die een godsdienstig be
zwaar hebben tegen het afleggen van den
eed, vergunde te beloven, wat door anderen
wordt beëedigd. Ongodsdienstige bedenkin
gen behoeven echter niet te worden ont
zien. De Staat verleent vrijheid aan eiken
godsdienst, doch, daaruit volgt nog niet,
dat de Staat ook de godloochening moet
beschermen en dat zou hij toch doen, wan
neer hij aan godloochenaars den weg opende
voor het zitting nemen in de Regeerings-
colleges en voor het verkrijgen van Staats
betrekkingen. Nederland is, Gode zij dank,
nog geen goasdienstloozen Staat geworden.
De Grondwet is volstrekt niet op god
loochening, veeleer op God-erkenning ge
bouwd. Dat blijkt reeds uit de eedsformule
waarin van het bestaan van een persoonlijken
God wordt uitgegaan, daar het zin zou
hebben noch klank, om een onbewusten
Algeest (den God van het pantheïsme) aan
te roepen als getuige bij het afleggen van
den eed.
De Grondwetgever nam dus aan, dat het
Nederlandsche Volk, in zijn geheel geno
men, in God, als den Almachtige, den
Schepper van hemel en aarde, gelooft.
Wanneer de Grondwet dan ook, voor het
aanvaarden van zekere waardigheden, het
afleggen van een eed voorschrijft, dan is
FEUILLETON.
Een blinde over blinden.
Op eene uitvoering voor blinden, in den
Victoriapark-Tabernakel te Londen gehouden,
voerde dezer dagen de Postmaster-General, de
heer Fawcett, zelf een blinde, het woord. Hij
zeide o. a., dat de grootste dienst, dien men een
blinde bewijzen kan, is: hem zoo min mogelijk af
hankelijk van anderen te doen zijn en hem zooveel
mogelijk lietze'tde leven te doen leiden als anderen,
opgevroolijkt door dezelfde genoegens. Behandel
een blinde alsof hij zien kan; als gij met hem
wandelt, spreek met hem over de menschen die
u passeeren, over de gebouwen en landschappen
die in het gezicht komen, en de blinde zal zich
gelukkig gevoelen; sluit een blind gewordeno
niet op in een instituut; laat hem niet met zijn
lotgenooten, maar laat hem het huiselijke leven
deelachtig zijn.
Ofschoon het in eigen onderhoud leeren voor
zien, in de blinden-instituten in Er.gelaud in de
laatste jaren sterk wordt toegepast, valt er toch,
wat de opvoeding der blinden betreft, nog veel
van het buitenland te leeren, vooral van de
Vereeuigde Staten en Saksen. De Heer Fawcett
meende, dat de beschikbare fondsen beter tot
heil der blinden konden worden aangewend, als
men de in die beide landen gevolgde methoden
in Engeland wist over te brengen en gaf daarom
het blijkbaar de bedoeling, dat bij, die naar
de bewuste betrekking dong en haar ver
kreeg, of wel haar door kiezersopdracht
ontving, gelooven zal in den GodDien
hij bij het op zich nemen der bediening
aanroept.
Het is onze stellige overtuiging, dat de
Grondwetgever godloochenaars van het be
stuur van land, gewest en gemeente heeft
willen uitsluiten. Nu beriepen de godlooche
naars zich op de bepaling der Grondwet,
volgens welke een eed of een belofte wordt
afgelegd, ieder op de wij'.e zijner gods
dienstige gezindheid. Wanneer dus (zoo rede-
neereu zij) onze godsdienstige gezindheid
meebreugt dat wij geen eed willen afleggen
omdat wij niet aan God gelooven, dan moet
men dat gemoedsbezwaar eerbiedigen en
genoegen nemen met een belofte.
De heeren atheïsten vergissen zich echter
zeer. De Grondwet spreekt van godsdienstige
gezindheid, alzoo niet van ongodsdienstige
gezindheid, 't Is bovendien reeds juridiek
in 't hoogste ressort, beslist, dat onder
gezindheid kerkgenootschap moet worden
verstaan. Het kerkgenootschap waartoe men
officiéél behoort, moet den eed verbieden,
wil men zich beroepen op de Grondwet,
om een belofte af te leggen.
Zooals de Grondwet en andere wetten
nu nog luiden, kunnen minstens de openlijke
godloochenaars uit bet Bestuur des lauds
worden geweerd. Het bewust Koninklijk
Besluit nopens de Goesche eedsquaestie noe
men wij daarom een verblijdend teeken van
den daghet bekrachtigt de meening van
hen, die oordeelen dat de Grondwetgever
het religieus karakter van den eed op den
voorgrond stelt en daarom alleen genoegen
neemt met een belofte, als het eedsbezwaar
in godsdienstige bedenkingen wortelt, gelijk
dit bij de Doopsgezinden het geval is.
De Commissie voor de Grondwetsherzie
ning (hare meerderheid althans) adviseert
om uit den eed, voor zoover de Grondwet
aangaat, weg te laten de woorden: een
ieder op de wijze zijner godsdienstige over
tuiging, welke nu in de artikelen 83 en
125 voorkomen. Tevens wil de Commissie
het afleggen van eed en belofte facultatief
stellen, zoodat het geheel zou afhangen van
't bon plaisir van den betrokken persoon, of
hij van geloof of ongeloof zou doen blijken.
in overweging daartoe een commissie van onder
zoek in te stellen.
De statistieken toonen, dat er in Engeland,
Schotland en Ierland, over de geheele bevolking,
één blinde op de duizend is.
In New-York kan men tegenwoordig pels
jassen huren. Nieuw kosten deze van otter-vel
ongeveer 300 a BOO dollars en in het eerste
en tweede jaar betaalt men daarvoor een huur
van 50 dollars per drie maanden. In het derde en
vierde jaar vermindert de huurprijs, tot liij op
't laatst als de p ls al wat kaal begint te worden, tot
10 dollars per drie maanden is gedaald. Op't al
lerlaatst doet de eigenaar hem voor een dollar
of 50 van de hand.
't Wordt daar aan de overzijde langzamerhand
alles huurspul tegenwoordig, wel teek enen,
dat de tijd den schijn stelt boven of althans
gelijk met het wezen.
kan men nog eens leeren uit het werk van dr.
Moritz Busch, dat dezer dagen ook in het
Engelsch verschenen is. Dr. Busch toch herinnert
in zijn belangrijk werk aan een speech van
Von Bismarck, die van de maand Mei 1878 dag-
teekent. De Kanselier sprak toen als volgt, met
bepaalde zinspeling op Karl Marx en Liebknecht,
die toen de aanvoerders waren van de sociale
beweging in Duitschlaud:
Die regeling is zeker wel zoo slecht
mogelijk. Boven haar zouden ook wij de
voorkeur geven aan de afschaffing van den
eed. De heer Van Nispen, wiens ontslapen
dezer dagen zoo groote droefheid in uit
gebreider! kring verwekte, kwam in de nota,
welke hij bij het rapport der Grondwets
commissie voegde, tegen het eedsbesluit
der meerderheid op. Toegevende dat de
woorden: Eeu ieder op de wijze zijner
godsdienstige gezindheid, niet veel practi-
sche gevolgen liebbeu opgeleverd, consta
teerde hij toch, dat zjj hare beteekenis
hebben. Hij vreesde dat de weglating, zij 't
ook buiten de bedoeling van de Commissie,
zou kunnen strekken om aan den eed zijn
godsdienstig karakter te ontnemen. Tegen
het facultatief stellen van eed of belofte
verzette de heer Van Nispen zich krachtig.
Bij zulk een regeling (schreef hij) loopt
men gevaar aan weinig betrouwbare lieden
een privilege te verschaffen, in tegen
stelling met anderen, die allicht kunnen
verdienen enkel op liuu woord te worden
geloofd. Deze regeling schijnt inderdaad
(zoo besloot hij) te moeten uitloopen op
het afschaffen van den eed; hoe er zonder
eed voortaan recht zal worden gedaan,
verklaart hij niet wel te begrijpen. Wij
ook niet, tenzij men aan de dieven en moor
denaars een weg wil banen om ongestraft
hun handwerk te verrichten, 't Is nu toch
eenmaal niet anders, maar duizenden, die
gelukkig nog terugdeinzen voor een val-
schen eed, omdat zij den Almachtige er bij
aanroepen, zullen zich door belofte om de
waarheid te zeggen, niet laten weerhouden
voor den rechter te liegen, afsof het ge
drukt staat. Het is dus wel te hopen, dat
bij eene eventueele Grondwetsherziening
op het echt godsdienstig getuigenis van
den edelen Van Nispen met nadruk zal
worden gelet. Zijn advies heeft door zijn
spoedig, na 't uitbrengen er van, gevolgden
dood, een zekere wijding outvaugen. Het
verkreeg nu toch eeuigermate het karakter
van eeu uitersten wilin eik geval van een
laatsten wensch.
Onze opmerking over de eedsquaestie
kunnen wij niet besluiten zonder nog eenmaal
nadruk te leggen op den zedelijken moed
van welken de Minister Heemkerk deed
blijken. Hij wist bepaald dat hij het libe-
„Zoodra de sociaal-democraten eenig practiscli
plan zullen voordragen ter verbetering van het
lot der arbeidende klassen, zal ik ten minste
niet weigeren, hun voorstellen in een vrede-
lievenden en welwillenden geest te ontvangen;
ook zal ik de theorie niet afvallen, dat de Staat
diegenen helpt die z:ch zeiven helpen. Sedert
elf jaar hebben wij nu het voorrecht gehad om
sociaal-democraten in dit Huis te hebben; maar
kunt gij in hun gerekte speeches de schaduw
ontdekken van een enkel positief idee of voor
stel, wanneer bestaande inrichtingen zouden neer
gehaald zijn? Ik zeker niet. Het is omdat zij
zeiven niet weten wat zij willen'1.
Een vreemdeling wandelt met ziju vriend
(ren Duitscher) die hem tevens tot gids ver
strekt, door een Duiische stad. Voor een groot
en prachtig hotel, waarvoor een paar schildwach
ten op en neder wandelen, blijft hij staan.
En wie resideert hier, is zijne vraag?
O is het antwoord, dat is eene inrichting
voor dames en heeren pas geleden gebouwd,
't Is er alles naar den eisch ingericht en zoowel
onder de heeren als dames treft men onderling
verschillende familieleden aan. Onder de vele
gemakken behooren een goed onderhouden tuin,
een leeszaal, een badkamer, enz. enz; terwijl alle
kamers zoowel van een waterleiding als van
gaspitten zijn voorzien.
Kan ieder zich daarin koopen, vroeg al
weder de vreemdeling
raai Nederlanddoor 't bedoeld Besluit,
tegen zich in 't harnas zou jagen. Des on
danks droeg hij de belangrijke decisie den
Koning ter goedkeurig voor. Het Venloosch
Weekblad merkte niet onaardig op: »dat
is nu weer eens de oude Heemskerk.
Naar onze meeniug moet een Minister
des Konings steeds moedig en cordaat, voor
zijn standpunt uitkomen. Dat van den heer
Heemskerk was het anti-liberalegelijk uit
zijn geschriften daghelder blijkt. Men mag
dus van dezen Minister van Binnenlan Ische
Zaken verwachten dat hij altijd anti-liberaal
zal besturen. Met genoegen coustateeren
wij hier dat zijn herziening der Schoolwet
ook aan den ouden Heemskerk doet denken.
Ons dunkt dat alleen een beginselvast be
windsman waarlijk vruchtbaar besturen kan.
Op beginseltrouw rust steeds zegen. Iu het
belang des vaderlands wenscheu wij daarom,
dat het tegenwoordig Kabinet voortaan in
alle zaken zal te werk gaan in den geest,
waarin het eedsbesluit werd geuomen. Die
geest is de Nederlaudsche bij uitnemendheid,
want hij ademt eeu vrijheid welke niet iu
losbandigheid ontaardt en tevens een geloof
in God, waarop de Nederlandsche Staats
instellingen, als op 't hechtst cement zijn
gegrondvest.
Op het Katholiek congres, 't welk den
tweeden Paaschdag te Keulen is gehouden,
werden verscheiden resolutiën aangenomen,
alle de strekking hebbende, om de rechten
der Katholieken te handhaven en hun eer
biediging van den Staat te eischen. Aan
het Centrum werd iu de warmste bewoo r-
dingen hulde gebracht.
In eeu schrijven van 14 dezer betuigtdeKo-
ningiu van Engeland aau hare onderdanen iu
alledeeleudes rijks haren warmsteudauk voor
de jegens haar en de Hertogin van Albany
betuigde deelneming bij net overlijden vau
haren beminden zoon Leopold. De Konin
gin voegt er bij, dat zij, hoewel zeer ge
schokt door de talrijke pijnlijke beproevin
gen der laatste jaren, den moed niet ver
liezen zal en trachten zal zoo lang moge
lijk te blijven arbeiden voor het heil des
lands. De Koningin betuigt verder dank
uit naam van de jonge weduwe, die haar
Neen, dat niet, daarvoor moet men zija
Dnilscher van geboorte en door een of ander
feit naam gemaakt hebben.
En dat waarom
Omdat het de nieuwe staatsgevangenis is!
Toen de bekende prediker Spurgeon dezer
dagen een godsdienst-oefening in zijn kerkge
bouw leidde, was het eene brpn van ergernis
voor hem, om te zien, dat drie jongelieden den
hoed op het hoofd hielden.
De prediker deed echter, alsof hij het feit
niet bemerkte en vertelde ziju gehoor, hoe hij
eenmaal een bezoek aan eene synagoge bracht.
„Toen ik binnentrad," zeide hij, „nam ik mijn
hoed af, maar men deelde mij mede, dat het
juist een bewijs van Imogen eerbeid was om dien
op te houden; daar ik mij niet tegen het gebruik
wilde verz.;tteu, bedekte ik het hoofd weder, niet
tegenstaande het mij vreemd voorkwam om bij
eene godsdienstige bijeenkomst den hoed op te
houden.
„Zoude ik thans, nu ik verhaald heb, hoe ik
in eene synagoge handelde, de drie Israëlieten,
die ginds op de galerij zitten, mogen verzoeken
om zich naar onze gebruiken te schikken, en
zoo vriendelijk te ziju, om hunne hoeden af te
nemen?"
Het effect van het verzoek was schitterend;
de hoedtii verdwenen onmiddellijk.