N I E W E
No. 794.
Donderdag 8 Mei 1884,
9e Jaargang.
De wonderen en de moderne
wetenschap.
BUITENLAND.
0,06
Insecten als metaalwerkers.
Per minuut.
HiiRLElISdH! (0 CRI IT.
ABOmfEMENTSPB IJS
Per 3 maanden voor Haarlem
Buiten Haarlem franco per post.
Afziuderlijke Nummers
t 0,85
1.—
Dit blad verschijnt
Eiken WOENSDAG en ZATERDAG.
MAiNTJ^DiUf
BUREAU: St. Jansstraat Haarlem.
AGITE MA NON AGITATE.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
Van 16 regels30 Cents
Elke regel meer5
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant.
Advertentiën worden uiterlijk Dinsdag- en Vrijdag
avond voor 6 uur ingewacht.
Uitgevers KÜPPERS l.AURET.
Wonderen Welke een verschillende uitwer
king heeft dit woord op de onderschei
dene toehoorders, van den overmoedigen
al het bovennatuurlijke ontkeunenden, zoo-
genaaraden verlichte*, tot de kinderlijke
eenvoud, waarmee dikwijls een geloovig
gemoed alles zonder lang beraad of onderzoek
als zeker aanneemt. In 't algemeen kan men
zeggen, dat niemand licbtgeloovig wil hee-
ten in religieuze zaken men wil doorgaans
liever te weinig dan te veel gelooven. Het
is voor velen eene aangename bezigheid
het mes der critiek, zooals zij zich gelieven
uit te drukken, bij wouderen en bijgeloof
te gebruiken, het voorgewende bovenna
tuurlijke als zeer natuurlijk te verklaren,
vroom bedrog te ontsluieren en bedriegers
te ontmaskeren. Wanneer nu ook zonder
bedenken kan worden toegegeven, dat vele
zaken, die wonderen schijueu te zijn, op na
tuurlijke wijze kunnen verklaard worden,
dat er ook bedrog onder schuilt, dan toch
is het onze meening, dat wij Katholieken
meestal veel te bescheiden zijn tegenover
de driestheid en brutaliteit van onze terren-
O
standers. Ons standpunt is inderdaad niet
moeielijk, mits we zorgen omtrent woude
ren en geloof aan wonderen heldere be
grippen te verkrijgen. Het zal ons dan
niet moeielijk vallen, te bewijzen, dat onze
tegeustauders een veel grootere dosis lieht-
geloovigheid bezitten dan wij. De Nine
teenth Centuryeen te Londen verschijueud
tijdschrift, dat de voornaamste schrijvers
van Engeland tot zijne medewerkers telt,
heeft onlangs een artikel Moderne wou
deren* gepubliceerd, dat veel onduide
lijkheid en onwetendheid betreffende dit
onderwerp uit den weg ruimt. Hoe streug
wetenschappelijk dit artikel geschreven is
blijkt daaruit, dat de Nineteenth Century
in welks Januari-nummer de bekende phi-
losoof Hubert Spencer het atheïsme pre
dikt, voor den schrijver van meergemeld
artikel, een geleerde Jezuïet, zij ne kolom
men openstelde. Ziju doel is opheldering
te geven aan het groote aantal sceptici,
welke oprecht de waarheid zoeken en be
reid zijn, haar aan te nemen, als het hun
gelukt haar te vinden. Deze lieden vinden
eene groote moeielijkheid dikwijls daarin,
dat zij bedriegerijen zien en dan meenen
dat de Kerk deze, al steunt zij ze niet,
FEUILLETON.
Om niet te verdrinken.
Een ervaren zwemmer zegt ten opzichte van
verdrinken: Als gij in een diep water ligt, zult gij
eerst eenige voeten naar omlaag zinken, doch als
gij maar niet spartelt, komt gij wel weder naar de
oppervlakte, en zoodra gij die bereikt moet gij
diep ademhalen, uw hoofd achterover werpen,
en dit brengt u in eene liggende houding. Dit
is echter een kritiek oogenblik voor iemand, die
niet weet wat hem verder te doen staat. Strek
uwe armen uit op gelijke hoogte met uwe schou
ders, de handpalmen benedenwaarts, en begin
zoo zacht te roeien, alleen door de beweging
van het handgewricht. Strek uwe beenen bedaard
en langzaam uit op eene lijn met uw lichaam.
Als gij uwe armen of beenen boven de opper
vlakte van het water opheft, zinkt gij, maar
als gij de tegenwoordigheid van geest hebt om
dit niet te doen of te spartelen, zult gij niet
inken, zoolang gij maar zacht met de handen
roeit, en zoo drijft gij voort, totdat gij wordt
opgenomen oftotdat gij door de koude ver
doofd zijt.
toch stilzwijgend billijkt eu er geloof voor
eischt. 't Kan derhalve zijn nut hebben,
te toonen, welke graad van vroom geloof
van de kinderen der Katholieken Kerk ver
langd wordt en uiteen te zettenwat een
oprecht Katholiek, die beide uitersten wil
vermijden, van wonderen heeft te gelooven.
De wonderen waarvan ons de H. Schrift
verhaalt eu die natuurlijk de fide zijn, komen
hier niet in behandeling; wij zullen ons
bepalen tot de wonderen van den nieuwe-
ren tijd, waarover de opinies verdeeld zijn,
die door den een als echt worden aange
nomen, door anderen betwijfeld, door der
den verworpen, wier mogelijkheid ten
slotte door velen wordt geloochend.
In hoeverre raken de woudereu van onzen
tijd het gebied des Geloofs? Wat moet
een Katholiek gelooven als hij ziju naam
als Katholiek niet wil verliezen? Deze
vragen zullen wij nu in 't kort behan
delen.
Het is een ieder bekend dat in eu door
de Kerk wonderen geschieden. Als wij ver
klaren dat wij aan eene heilige Katholieke
en Apostolische Kerk gelooven, dan schrij
ven wij haar het karakter der heiligheid
toe, dat ongetwijfeld de macht der wou
deren in zich sluit. De belofte van den
Goddelijken Heiland dat de geloovigeu door
bovennatuurlijke gaven zullen onderschei
den worden en de belofte dat Hij bij hen
blijven zal tot aan het einde der wereld,
zijn gelijktijdig gegeven. Wie derhalve de
wonderkracht der Kerk loochent, loochent
het voortbestaan van den bovennatuur
lijken bijstand en trekt Gods woord in
twijfel. De leer van zekere Protestanten,
dat ten tijde van Christus eu de Apostelen
eu ook nog eenige eeuwen later, wouderen
zijn geschied, later echter steeds zeldzamer
zijn geworden en ten slotte echter gansch
opgehouden hebben, kan eene ketterij zijn
of niet. AI3 zij daarmee willen zeggen,
dat de macht wonderen te bewerken niet
meer in dè Kerk bestaatdan verkondigen
zij eene dwaalleer, willen zij er echter
mede zeggen, dat deze macht in de laatste
eeuwen niet meer is uitgeoefend, dan is dit
wel is waar geen ketterij, maar eene be
wering, die met bekende feiten in tegen
spraak is. De wonderen geschiedden in den
beginne menigvuldige!-, zij zijn zeldzamer
geworden, om de eenvoudige oorzaak, dat
de ijver en geloofskracht onder de Chris
tenen meer en meer verminderden en hoofd-
In de meren van Zweden bevindt zich op den
bodem eene zeer groote hoeveelheid metallisch
ijzer, dat door de inwoners wordt rerzameld,
terwijl de van het ijzer beroofde bodem na een
tijdsverloop van 25 a 26 jaren weder een gelijke
hoeveelheid metaal bevat. Dit ijzer komt voor in
kogeltjes die met met slik bedekt zijn, waardoor
zij voor oxydatie bewaard worden. Het draagt
den naam van meererts.
Het is zeer zuiver metaal, dat slechts een
eenvoudige bewerking in de hoogovens behoeft.
Vanwaar deze opeenhooping van metallisch
ijzer, die telkens door de natuur wordt vernieuwd?
Dr. Sjogreen heeft het vreemdsoortig verschijn
sel aldus verklaard: Bij nauwkeurige waarneming
van den bodem eens meers bij zeer lagen water
stand, nam hij te midden van het erts een zeer
groot aantal iufusie-diertjes waar. Millioenen in
secten van verschillende grootte, zoodat sommige
zelfs aan 't bloote oog ontsnapten, bewogen zich
te midden van het erts. De werkzaamheid dezer
insecten bestond daarin, dat zij zich in een
metaalachtig omkleedsel wikkelden op gelijke
wijze als de rups in de pop. Dit metaalachtig
omkleedsel was zuiver ijzer. In de meren bevindt
zich het ijzer in geoxydeerdeu staat, dat wil
zeggen: met zuurstof verbonden. De insecten
zakelijk, omdat de gelegenheden, bij welke
de wouderen kunnen plaats vinden, niet meer
zoo talrijk waren. De wonderen waren midde
len, waarvan God zich voornamelijk voor de
bekeering der wereld bediende; nadat de
Kerk over de gausche wereld verbreid was,
waren zulke middelen minder noodzakelijk,
en God toont nog slechts bij bizoudere ge
legenheden dat zijne macht over de natuur
en hare wetten niet heeft opgehouden. Eene
uiting dezer Goddelijke woudermacht heeft
te allen tijde plaats gehad en vindt ook
in onze dagen nog plaats. Het bestaan
dezer Goddelijke wondermacht in de Kerk
te loochenen is eene openbare dwaalleer;
de uiting dezer macht in onzen tijd te
loochenen, is, zooals wij zullen bewijzen,
eene meening, die de hoogste afkeuring
verdient.
Er zijn meuscheu, die aan den bijstand
van den H. Geest en aan zijne besteudige
tegenwoordigheid in de Kerk gelooven.
Velen gelooven de wonderen van den bijbel
eu van den eersten tijd der Kerk; zij
loochenen echter dat er in de laatste eeuweu
een wonder is geschied. Zij verklaren de
wondereu, die aan een h. Franciscus van
Assisi, Viucentius van Paulo, Franciscus
Xaverius eu anderen toegeschreven wor
den, voor verzinsels; zij verwerpen met nog
meer beslistheid de wonderen onzer dagen
en zien b. v. in de wonderen van Lourdes
slechts de werking eener natuurlijke bron
of eener sterke verbeeldingskracht. Wat zal
men hiervan zeggen? Allereerst zou men
hen opmerkzaam kunneu maken dat hunne
uitspraken weiuig logisch zijn. Als er vroeger
wouderen hebben plaats gehad, waarom
zouden zij dan nu niet meer kunnen ge-
beureu Evenwel als de twijfelaars geen
loofica willen leeren, dan moeten we wel
O
een nader onderzoek instellen en tot dat
doel drie soorten van wonderen onder
scheiden
1) Wouderen, die door het Kerkelijk
Gezag ziju onderzocht en door den Apos-
tolischen Stoel plechtig zijn geapprobeerd.
2) Wonderen, die niet formeel door den
Apostolischeu Stoel zijn geapprobeerd, doch
die de bevestiging eene ondergeschikte Ker
kelijke Overheid hebben verkregen.
3) Wonderen, die noch bevestiging, noch
approbatie hebben ontvangen.
Tot de eerste soort behooren die wonderen,
welke in een canonisatie-proces aan het
oordeel der Congregatie onderworpen en
ontnemen de zuurstof in dit geoxydeerde ijzer,
terwijl het metallisch ijzer zich volkomen zuiver
aan hunne oppervlakte afscheidt. Door middel
van een eigenaardig organisme volbrengen deze
insecten alzoo eene bewerking, die den mensch
slechts door glotiing met kool of door audere
sterke scheikuudige bewerkingen gelukt.
De metaallaag op het lichaam der dieren wordt
van dag tot dag dikker, totdat het masker iu
volmaakt insect is overgegaan, hetwelk door eene
opening ontwijkt, die in den metaalkogel is
overgelaten. De afgescheiden ijzerkogel is door
het insect met een eigenaardige zelfstandigheid
bekleed, waardoor het water geen roestende
uitwerking kan oefenen.
De dagelijksche rente van den Amerikaanschen
mijnenkouing Mackay wordt door kenners op
minstens honderd duizend mark geschat. Voor
het verstand van gewone stervelingen zal dit
Nabob-inkomen zeker bevattelijker gemaakt wor
den door herleiding per minuut en door verge
lijking met het iukomen van anderen. Elke
minuut vallen Mackay 70 mark iu den schoot>
ongeveer even veel als de Rothschilds en den Czaar
aller Russen. De Sultan komt hem, ondanks den
slechten financiëelen toestand van zijn land het
meest nabij. De civiele lijst brengt den Keizer
door deze na een nauwkeurig en consciën
tieus onderzoek, voor bewezen worden ver
klaard. Het bestaan .van zulk een wonder
te loochenen, zal steeds een dwaze zaak zijn,
waut de Congregatie gaat met zulk eene
strengheid en voorzichtigheid te werk, dat
een door haar erkend wonder als gansch on
wraakbaar kaïi worden beschouwd. Aan een
advocaat wordt de taak opgedragen, alle
mogelijke bezwaren en tegenwerpingen iu
te brengen. Hij moet alle mogelijke moeite
doen, ooi voor de opgegeven woudereu na
tuurlijke verklaringsgronden op te sporen.
In '1 kort, men stelt zich slechts met eene
zekerheid tevreden, welke voor eeue verga
dering van rechtsgeleerden,vrij van alle voor
oordeel, meer dan voldoende zoude zijn.
Maar in de bevestiging dezer wouderen
door den Apostolischeu Stoel ligt nog iets
meer. Als de Paus een zijner kiuderen
plechtig canoniseert, dan beschouwt hij
gewoonlijk eenige op de voorspraak van
den Heilige gebeurde wonderen, als een
bewijs van diens heiligheid. Eene heilig
verklaring is eeue acte eu; cathedra en moet
dus door de Katholieken worden aangeno
men. De Paus nu kan onmogelijk dwalen, als
hij verklaart dat deze of gene Heilige tot
het getal der uitverkorenen behoort eu
openlijk kan vereerd worden.
Bij de niet door den Apostolischeu Stoel
bevestigde wondereu is de zaak anders. Het
staat een ieder vrij, ze te gelooven of niet.
Als iemand een wonder, dat niet in de
canonisatie-bullen is opgenomen, maar door
de Cougregatie, die met het canonisatie
proces is belast, als echt erkend is, 'loochent,
dan zou men hem op zijn minst genomen
zeer vermetel kunnen heeten, tenzij hij zeer
gewichtige gronden had, om zijn persoon
lijk oordeel te verkiezen boven de beslissing
van gemeld tribunaal Het onderzoek der
Congregatie is echter zoo streug, dat ieder
verstandig mensch overtuigd kan ziju,dat een
wonder 't welk door haar wordt erkend,
ongetwijfeld een waar wonder is.
't Ligt uiet iu onze bedoeling deu gang
van zulk een proces te volgen, doch dat
dienen we te coustateeren, dat elk wonder
in het canonisatie-proces vermeld, het ka
rakter draagt eener onbetwistbare zeker-
beid. Wordt vervolgd.)
Naar verzekerd wordt is de voordracht
der Duitsche ïtegeeriug tot regeling der
van Oostenrijk 28 mark per minuut, Keizer
Wilhelm 22,5 mark, den Koning van Italië 18,
de Koningin van Engeland 17,5, den Koning van
Beieren 8, den Groothertog van Hesseu 2,5
mark. Wie een millioen thaler bezit, zou met
zijne rente juist rondkomen als hij elke minuut
28 pf. uitgaf. Als de Rijkskanselier geen eigen
vermogen bezat er, alleen van ziju traktement
moest leven, zou hij zich slechts eene uitgave
van 10 pf. per minuut mogen veroorloven, de
Ministers en bevelvoerende Generaals moeten
zelfs met 6,8 pf. p .r minuut toekomen. De Op
perburgemeester van Berlijn moge zich met zijn
zware ambtsplichten het hoofd breken of op
een donzen bed den slaap des rechtvaardigen
slapen, altijd levert elke minuut hem 5,7 pf. op.
De Staatssecretaris Stephan weet met 4 pf. per
minuut zeer gemakkelijk rond te komen, en de
Burgemeester van Berlijn zal met 2,85 pf. per
minuut zeker ook geen gebrek lijden. Als men
het heirleger van ondergeschikte ambtenaars in
de drie klassen met 4000, 3000 en 2000 mark
traktement deelt, krijgen deze per miuuut0./6,
0,57 en 0,38 pf. De handwerksman in Berlijn
heeft gemiddeld maar over 0,13 pf. per minuut
te beschikken. Het resultaat is dus, dat Mackay
zooveel inkomen heeft als 53,000 arbeiders,
Vorst Bismarck zooveel als 77 en de Burge
meester van Berlijn zooveels als 22 arbeiders.