NIEÜ W E \'o. 796. Donderdag 15 Wei 18*4 9e Jaargang. De wonderen en de moderne wetenschap. BUITENLAND. Juliette Dodu. HAABLEIHHCHE El ERA AT. ABONNEMENTSPRIJS Per 3 maanden voor Haarlem Buiten Haarlem franco per post. Afzauderljjke Nummers 0,85 1 0,06 Dit blad verschijnt Eiken WOENSDAG en ZATERDAG. BUREAU: St. Jansstraat Haarlem. UNTJ AGITE MA NON AGITATE. PRIJS DER ADVERTENTIÉN Van 16 regels30 Cents. Elke regel meer5 Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant. Advertentie n worden uiterlijk Dinsdag- en V r ij d a g- avond voor 6 uur ingewacht. Uitgevers KÜPPERS LA URE Y. Vervolg en slot.) De grootste twijfelaars, die zich aan de getuigenissen van Priesters en leekeu niet storen, zullen toch zeker wel senig gezag toekennen aan Dr. Constautin James die in het Journal de Paris het volgende schreef: >Ik heb Lourdes bezocht en mijne onder zoekingen en navorschingen met dezelfde nauwkeurigheid als bij andere beroemde bronnen gedaan. Om slechts van gevallen te spreken, die ik zelf bij mijne patiëuten heb waargenomen, verklaar ik gezien te hebben, dat zieken volkomen genezen van Lourdes zijn teruggekomen, wier genezing naar mijn oordeel en dat van mijue col lega's buiten het bereik der natuur en kunst is gelegen. Op deze feiten antwoordt men met smaadredenen. Voor de materialisten en atheïsten is iedere pelgrim een bedrieger. Zijne ziekte is een verzinsel, zijne genezing zwendelarij. Daarop antwoord ik slechts dit: al deze ziekten zijn verzinsels zegt men. Welnu, heb dan de goedheid mij eens te zeggen, hoe ik kan voorwenden eer.e ver zwering op de borst, op het hoofd, op de tong of andere dergelijke kwalen te hebben, welke in Lourdes zijn genezen. Ik heb daar lijders zien herstellen, wier ziekten of kwalen niet van zelf genezen en ook niet door (ie kunst kuunen worden geheeld." Wat kunnen we na zulk een getuigenis nog doen, om de ougeloovigeu te over tuigen Als zij zulke bewijzen niet willen aannemendan moeten wij hen wel aan hunne ongeloovigheid overlaten. Willen ze niet aan wonderen gelooven, laten ze dan tenminste ophouden ons van lichtgelovig heid en fanatisme te beschuldigen. Zij moeten toch wel toestemmen, dat ook wij iets van de wetten der logica verstaan en van de kenteekeus eeuer houdbare hypothese. Onze getuigen zijn geen domme, onbeschaafde FEUILLETON. De naam, die hierboven slaat, is die van een meisje, dat in den FranschDuitsclien oorlog zeer dikwijls met eenvoud en bewonderenswaar dige koelbloedigheid den dood getrotseerd heeft. Als beambte geplaatst op het telegraaf-bureau te Pithiviers, werd mej. Dodu na het begin van den oorlog belast met een buitengewonen nacht en dagdienst, en het bestuur vertrouwde aan hare onvermoeibare werkzaamheid den dienst der militaire observatie toe. Zoolang liet kanon in de verte bulderde, nam zij, hoe moeielijk de haar opgedragen taak ook was, geen uur rust; alleen met haar moeder, leefde en waakte zij onafgebroken naast haar toestel. Doch wat be- teekende die vermoeienis in vergelijking met de gevaren, die haar wachtten en waaraan zij wel gemoed het hoofd bood? Na de Frausche nederlagen drong het Pruisi sche leger meer en meer op; den 20 September 1870 vertoonden Pruisische verkenners zich in Pithiviers. Als jong meisje en eenige steun harer moeder zou mej. Dodu zeker te verontschuldigen zijn geweest, wanneer zij haren door den vijand bedreigden post had verlaten. Zij dacht daar zelfs niet aan, zij seinde naar Tours aan de Nationale Verdediging het bericht van wat er voorviel. Den volgenden dag had zij, verwittigd van de ophanden zijnde nadering van een eskadron Uhlanen, den tijd een telegram naar Orleans te zenden, haar toestel uit elkander te nemen en de electrische zuil er van te verbergen. Maar in dien tusscbemijd hadden de Pruisen het telegraaf-bur< au omsingeld en het scheen on vermijdelijk, dat, wanneer zij het gebouw door zochten, hat Morsetoestel door hen gevonden zou meiiscben, docb zeer ontwikkelde mannen Wij ontleenen onze getuigenissen niet aan de legenden van een tijd, aan welken de voor waarden eener wetenschappelijke critiek ont breken, maar wij nemen ze uit het volle licht der negentiende eeuw. Wij dagen onze tegenstanders uit, eene houdbare hypothese te stellen, welke zij, ook slechts met een schijn van waarhei 1, op de plaats onzer verklaring dezer wonderbare verschij ning kunnen stellen. De feiten kuunen zij niet loochenen; zij kunnen hoogstens van een nog onbekende natuurwet spreken. Maar zulke eene wet zou eene volkomen omver werping van alle ervaringswetenschap zijn. Zulk eene wet te veronderstellen, die alle wetten verwerpt, welke de meuschheid te allen tijde eenparig erkend heeft, is de daad van een waanzinnige. Welke wonder doener heeft ooit zulke eischen aan de menschen gesteld als onze verlichte sceptici Inderdaad, hun ongeloof is niets anders dan eene lompe lichtgeloovigheid. Als wij hen eens op zekeren dag vertelden: »men heeft onlangs eene minerale bron ontdekt, wier water gausch wonderbare eigenschap pen bezit; eene onderdompeling is voldoende om van de vreeselijkste ziekten bevrijd te worden en vau eene kwaal plotseling te worden genezen ja nog meer, dat dit water eene kracht bezit, dat hij, die in de nabij heid nederknielt, zijne verlamming als door een tooverslag ziet verdwijnen; eindelijk is het zelfs dikwijls voldoende slechts eenige druppels van dit water in eene ver ver wijderde plaats te drinken, om van alle mogelijke ziekten te worden genezen,zou den zij ons niet leugenaars en dwazen noe men? Eu toch blijft hen in werkelijkheid niets over, dan ons verhaal als waar aan te nemen, als ze loochenen, dat God de macht bezit, op de voorspraak van de allerheiligste Maagd deze wonderen te be werken. Niet alle zieken worden te Lourdes genezen, zelfs niet zij, die er met het grootste worden. Weldra had onze heldin een kloek be sluit genomen: zij wierp een mantel om en haren schat daaronder verborgen houdende, was zij gelukkig genoeg de verschillende wachtposten voorbij te komen, zonder geïnsp 'Cteerd te wor den. Twee dagen later hadden de Uhlanen zich verwijderd en do herstelde telegraaf van Pithiviers werkte opnieuw. Den 27n September kwam Prins Albert van Pruisen in het stadje; mejuffrouw Dodu wilde deze belangrijke tijding naar Orleans seinen; zij deed het en nam daarna, in eenige minuten, andermaal haar toestel uiteen. Doch toen zij wilde heengaan en het den vijand onttrekken vond zij de deur streng bewaakt. Een enkele uitweg bleef over: tusschen het telegraaf-bureau en de stadsschool was een put; zij klom op den rand daarvan en sprong er met levensgevaar af. Dank zij hare koelbloedigheid was zij andermaal niet beroofd geworden van het wapen, dat zij in dienst van haar vaderland wilde bezigen. Nau welijks was Juliette ontsnapt, of de Pruisen doorsnuffelden haar kantoor; daar niet ontdek kende wat zij er hoopten te vinden, sneden zij den draad af, die naar het station leidde, doch verzuimden dat ook dien te doen, welke verbin ding gaf met Orleans. Van dat oogenblik af deelde het onverschrokken meisje aan die stad eiken nacht de berichten mede van al wat te Pithiviers en in zijne omstreken voorviel. Maar Orleans werd door de Pruisen bezet. Meende mej. Dodu genoeg voor haar vaderland gedaan, genoeg haar leven gewaagd te hebben? Neen, door een vertrouwd, aan haar onderge schikt beambte, Parceval genaamd, doet zij een draad spannen, die over Baume-le-Itolande Pi thiviers met Montagis verbindt en brengt alle tijdingen aan het Fransche leger over. Pithiviers wordt opnieuw door de Franschen bezet. Zij zijn ten getale van 45,000, onder be vel van den generaal Aurelles de Paladine. Sedert 3 dagen waren zij er in rust, toen te 11 uren vertrouwen heengaan. De oprechte Katho liek onderwerpt ecliter zijn wil aan dien van God, Die ongetwijfeld het beste weet, of de verlangde genade tot ons bestwil strekt, dan niet. Overigens mag men niet vergeten, dat dikwijls naast het ware, zich het valsche bevindt; bedriegerijen en misleidingen hou den nimmer geheel en al op te bestaan; onder de wonderen van onzen tijd telt men ook valsche. De sceptici en ongeloovigen, wijzen op de laatstgenoemde en verbeelden zich nu daarmee de loochening van alle, ook van de echte wonderen te kuunen recht vaardigen. Met dezelfde logica zouden ze o O ook kuunen zeggen, dat de kennis van de schuld van Judas voldoende is, om ook de overige Apostelen te veroordeelen, en dat het bestaan van valsche geldstukken een motief is om alle gouden en zilveren munten te verwerpen. Wij echter zullen ons ver stand gebruiken, om de feiten te toetsen, het ware van het valsche te scheiden en niet dralen, aan de waarheid, waar wij die ook vinden mogen, de eer te bewijzen, welke haar rechtmatig toekomt. De Kreuzzeitung beweert, dat de Keizer tot het uittreden van Von Bismarck uit het Pruisische ministerie thans zijne toestem ming heeft gegeven. Het voorstel om aan de leden der Duitsche cholera—commissie eene dotatie toe te ken nen, is in den Rijksdag bij eersteen tweede lezing met algemeene stemmen aaugenomeu. In het begin der zittiug van den Duit- schen Rijksdag, waarin de Socialisten-wet in behandeling kwam, had een incident plaats, dat den algemeenen lachlust opwekte. Er moest beslist worden of men eerst de amendementen van Von Windthorst dan wel het ontwerp der Regeeriug zou be spreken. De Voorzitter Von Levetzow deed des avonds mej. Dodu den generaal aankondigde, dat het leger van Prins Frederik Karei op het punt was hem te overvallen. Dadelijk werd alarm geblazen en de stad ontruimd, en toen den volgenden dag de Pruisen in Pithiviers kwamen, ontdekten zij met teleurstelling, dat al 't voor deel, dat zij van hunne beweging verwachtten, voor hen verloren was gegaan. En weder vinden zij geen bruikbaar toestel in het telegraaf-bureau, dat zij in bezit nemen. Daarom verbannen zij mej. Dodu, haar moeder en dienstbode naar een vertrek, dat het katoor belendt. De Pruisen, die den oorlog niet lichtzinnig ondernomen hadden, zijn echter voorzien van de middelen om de telegraphische gemeenschap te herstellen; zij doen dat te Pithiviers ondanks de stoute hinderpalen, die mej. Dodu hun daarbij in den weg legt. Den 28n November heeft de slag van Baume- la-Rolande plaats; Prins Frederik Karei, die de telegraaf niet verliet, ontvangt slechte tijdingen; de betrokken Pruisische bevelhebbers houden den slag voor verloren, als men knn niet spoedig krachtige versterking zendt. Juliette Dodu ziet in allerhaast troepen en kanonnen uittrekken; in haar vaderlandslievende wanhoop vergetende, dat de Prins vol opmerkzaamheid aan hare zijde is, roept zij uit: Dat nu ook geen enkele Franschman er aan gedacht heeft den draad door te snijden! Gelukkig voor ons, mejuffrouw, antwoordde Frederik Karei, heeft niet iedereen uw moed en uwe tegenwoordigheid van geest. Bedroefd, maar niet ontmoedigd door den tegenspoed der Fransche wapenen, zoekt mej. Dodu andermaal een middel om Frankrijk van dienst te zijn. En zij vond het. Het was haar niet onbekend, dat wanneer hare handeling ontdekt werd, haar dood zeker was, maar zonder beven nam zij die vreeselijke mogelijkheid aan. Zooals wij zeiden, had zij haar Morse-toestel gered, en de Pruisische telegraafdraad liep langs haar venster. Zij kwam op de gedachte den opmerken, dat de laatste weg de natuur lijkste was, ofschoon beide naar Rome leiden. Bij die woorden ontstond een algemeen ge lach, waaraan geen einde scheen te komen; linker- en rechterzijde zagen naar het Cen trum, en Von Windthorst lachte harte lijk mee. De beslissing in den Duitscheu Rijksdag van de Verleugingswet (Socialisten-wet) is gevallen. Aan 't 3lot der tweede lezing werd zij aangenomen, met 185 tegen 157 stem men. Het debat was den derden dag, ver geleken bij de beide vorige dagen, bizouder kalm. - De personen, die door de rechtbank te Valenciennes veroordeeld waren wegens deelneming aan de onlusten te Deuain, hebben meerendeels ontheffing gekregen van hunne verdere straf. Vrijdag hebben de Lo'/Rsmet 78 tegen 48 stemmen Lord Balfour's voorstel tot verbod van het zoogenaamde »duivenschie- ten verworpen. De Aartsbisschop van Can terbury had er krachtig voor gesproken en de andere aanwezige Bisschoppen er voor gestemd. De Times verneemt uit Durban dat de Oesoetoes blijkbaar alle zendeliugen uit Zoeloelaud verdrijven willen. Zij vielen de Noorweegsche kerk te Iuhlabatki aan, en doodden al de Christenen die zij tegen kwamen. Naar de Times uit Konstantinopel ver neemt, houdt de Porte vol, in haar ant woord op Engeland's uitnoodiging tot de conferentie, dat de fiuanciëele toestand van Egypte niet uitsluitend behandeld kan wor den. De hervorming van de Britsche be zet tings wijze zou mede moeten worden be- haudeld. De Porte geeft te verstaau dat des Sultans souvereiniteit in Egypte onaauge- rand behoort te blijven. Zij verkiest Kon stantinopel als plaats van bijeenkomst. De militaire autoriteiten te Kaïro hebben nog geen opdracht ontvangen om de uit stroom af te leiden, door op den Pruisischen draad twee geleidingen te brengen. Dit gelukte volkomen, en gedurende zeventien nachten had zij den moed brokstukken van berichten of wel geheele vertrouwelijke berichten der Pruisen te onderscheppen, die zij naar Gien zond. Den 5n Januari weid zij verraden door een ellendige dienstbodetot welke zij verwijten richtte over haar lichtzinnig gedrag jegens de vreemde soldaten. „Dat, juffrouw," antwoordde die onbeschaamde „wat gij eiken nacht doet met berichten te rooven is vrij wat erger." Een soldaat hoorde dat en onderrichtte er den plaatselijken bevelhebber van. Oogenblikkelijk werd Juliette gevangen genomen en ontrukt aan hare weenende moeder; na een kort verhoor beveelt de Prui sische officier dat een peloton gereed zij haar te fusilleeren. De jonge martelares bereidt zich op den dood voor. Inmiddels seint men van Pithiviers aan Prins Karei Frederik de groote ontdekking, die men gedaan heeft deze begrijpt daarop eindelijk hoe zoo vele zijner plannen voorkomen en ver hinderd zijn. Maar hij bevestigt het doodvonnis niet en gaf beveldat het jonge meisje met den eersten trein als krijgsgevangene naar Duitsch- land zou worden gevoerd. Het teekenen van den wapenstilstand verloste haar uit dien toestand en gaf haar de vrijheid weder. Door Cochery, Minister der telegraphie, versierd met het kruis van het legioen van eer, dat nooit op edeler borst geschitterd heeft, en met eerbied door gansch Frankrijk gehuldigd, heeft mejuffr. Juliette Dodu haren naam zien opteekenen in het gouden boek, waarin het vaderland zijne roemrijke kinderen inschrijft. Zij is een waardige zuster van de edelste en roemvolste heldinnen der Fransche geschiedenis. Mejuffrouw Juliette Dodu is thans ïuspectrice der meisjesscholen te Parijs en woont op den boulevard St. Germain.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1884 | | pagina 1