N I E U W E
No. 801.
Zondag 1 Juni !8£4
9e Jaargang.
Onderwijs-vragen.
BUITENLAND,
0,06
H4ARL1RSCII C8UKAIT.
ABONNEMENTSPB IJS
Per 3 maanden voor Haarlem
Buiten Haarlem franco per post.
Afzonderlijke Nummers
1 0,85
1-
Dit blad verschijnt
Eiken WOENSDAG en ZATERDAG.
BUREAU: St. Jansstraat Haarlem
LAKTE!
O»
eSsËeJ*
AGITE MA HOW AGITATE.
PRIJS DER ADVERTENTIÊE
Van 16 regelsc 30 Cents
Elke regel meer5
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant.
Advertentiën worden uiterlijk Dinsdag- en Vrijdag
avond voor 6 uur ingewacht.
Uitgevers KÜPPERS LAUREY.
De debatten, welke in de afgeloopen week
in de Tweede Kamer werden gevoerd over
de zaak van het lager onderwijs waren iu
menig opzicht hoogst belaugrijk.
Door de Staatsschool-mannen werden we
der oude lofliederen gezongen op hun onder
wijs. Nieuws viel daarbij niet op te merken.
Toch moet worden geconstateerd dat dezelfde
vergoders van het neutraal ouderwijs, door
den nood gedrongen, eene belangrijke con
cessie moesten doen. De Minister Heemskerk
verklaarde dat artikel 24 der wet van 1878
niet kon worden uitgevoerd, omdat de ouder
wijzers ontbraken, welke, krachtens dat ar
tikel, in de school zouden moeten aanwezig
zijn. Gemeld artikel schrijft namelijk voor,
dat voor elke dertig leerlingen één onder
wijzer moet worden aangesteld; doch de
wetgever kan gemakkelijker zoo iets decre-
teeren dan de Gemeentebesturen het kunnen
nakomen. Van de onmogelijkheid der uit
voering van de wet op dit punt overtuigd,
waren de liberalen genadig genoeg, uit eigen
beweging een vermindering van het wets-
miuimum der onderwijzers, die in de school
onderricht moeten geven in overweging te
geven. Om toch vooral liberaal te blijven,
gingen zij iets minder ver dan de Minister
in zijn ontwerp had gemeend te kunnen gaan.
Gelijk wij reeds opmerkten kwamen de
libertijnen met het bewuste amendement
voor den dag met een gezicht, als een boer,
die kiespijn heeft; zij begrepen echter dat
zelfs een liberaal kiezer op zijn beurt kiespijn
krijgt, als hij zulke liooge belastingen moet
betalen tengevolge van het ontzettend op~
voeren der onder wijs-uitgaven.
Door den heer Lieitinck, die trouwens
toch ook behoorde tot de concessie-doende
liberalisteu werd beweerd dat veel onder-
derwijzers iu een school uoodig zijn, om
het onderwijs tot zijn recht te doen komen.
Die redeneering is evenwel volkomen in
strijd met de ervaring. Wij zijn er zelfs
zeker van dat die eigen mijnheer Lieftinck
die zulk een eminent verstand heeft, die met
zooveel talent* eenmaal de moderne leer
op den Protestantschen kansel verkondigde,
zijn opleiding ontving op eene school, waar
volstrekt niet het aantal ouderwijzers aan
wezig was, bij de wet vau Kappeyue ge
vorderd. En wij willen het iu 't algempen
FEUILLETON.
Een paar schoenen.
(Vervolg.)
Het voorjaar is nog ver; de kou neemt dag
aan dag toe. God zij den arme genadig en tem-
pere hem zulke harde winters, evenals Hij den
wind voor de gesehoren lammeren verzacht.
Wees gezegend, mevrouw; dat de vrede op u
en uw huis nederdale! De vinnige koude, die
buiten heerscht, weerhield u niet, het raam uwer
wel verwarmde kamer te openen, om een armen
jongen in te roepen, die blootsvoets voorbij
kvvam, en hem een paar splinternieuwe schoenen
te geven, dat voor een van uwe kinderen was
bestemd, die reeds zoo vele anderen paren be
zitten.
Ook op uw grijs hoofd ruste Gods zegen,
brave mensehenvriend, die daar op straat een arm,
bijna barrevoets loopend meisje ontmoetende,
bij den schoenmaker aanging, om hare ver
kleumde voeten te dekken, en haar bij het
he m gaan nog een geldstuk in de hand te drukken,
om brood te koopen en zich de noodige klee
ding te verschaffen.
O ja, er zijn nog goedertierene zielen!
Ze zijn er; maar ze zijn dun gezaaid, en Toon
Ruintjes had het geluk niet, er een te ontmoeten.
Zoo was het budget der arme familie dan op
een kwartje per dag teruggebracht. Op de
schaarschheid volgde de honger. Indien de aard-
gevraagd hebben of de mannen en vrouwen,
die onder de wet van 1806 en 1857 ge
vormd werden, zoo weinig ontwikkeld zijn,
zoo stumperachtig zich voordoen, dat zij
getuigen tegen de meer bescheiden eischen,
bij die wetten voor de onderwijskrachten
gesteld? Gaan wij nog veel vroeger terug,
iu de dagen toen het ouderwijs nog on
eindig primitiever was, dan ontmoeten wij
een energiek geslacht, hetwelk den haudel
en scheepvaart van ons vaderland tot een
standpunt van bloei opvoerde, dat de ja-
loerschheid van de destijds beschaafde wereld
verwekte. Reeds iu de middeleeuwen een
tijdperk waarvan het verwaten 19de-eeuwsch
liberaal menschdom met minachting pleegt
te gewagen werd een geestkracht ge
openbaard welke terecht de bewondering
van alle oupartijdigeu nog opwekt. De toen
levende generatie genoot geen onderwijs in
zeer ruime schoollokalen (ook al een eiseh
van dezen tijd) en vermoedelijk waren er
minder onderwijzers dan één voor elke
dertig kinderen
De Leeuwarder Afgevaardigde wil iu de
moderne school tucht zonder ruwheid. Slaan
wij echter de kindertjes gade, die in de
zeer ruime, moderne school, met haar ideaal-
tucht zijn gevormd, dan kunnen wij niet
ontdekkendat die moderne lievelingetjes
zoo uitblinken door onderworpenheid, be
scheidenheid en gezeggelijkheid. Het wil
ons wel eens voorkomen dat uit de moderne
school een erg revolutionair luchtje ons
tegenstroomt. Desinfectatie schijnt ons aller
noodzakelijkst toe.
Bedriegen wij ons niet, dan moet men
niet iu de quantiteit der onderwijzers, maar
in hunne qualiteit de ware onderwijskracht
zoeken. Een degelijk gevormd ouderwijzer
vermag veel. De scholen, welke door de
Katholieken werden gesticht, doen treffend
uitkomen, hoe ijver en toewijding, gelouterd
iu het vuur des Geloofs, veel meer uitwerken
dan overdreven kennis en theorie-vergodiug.
Rekenden wij het niet overbodig dit punt
eens te releveeren, er is nog een incident
voorgevallen, waarop wij met allen nadruk
de aandacht willen vestigen.
Tusschen de heeren Lieftinck en Van
Wassenaer Catwijck ontspon zich namelijk
een debat, naar aanleiding der bewering
van eerstgeuoemden Afgevaardigde, dat de
onderwijsquaestie enkel als een geldquaestie
appelen dat jaar al ziek geweest waren, zou
'i er nog slimmer hebben uitgezien en waren
misschien zes arme wezens van honger, koude,
en ellende omgekomen. Vreeselijk voorwaar! Maar
gelukkig waren de aardappelen nog goed,ze kwamen
volop aan de markt en 'l arme gezin kon zich nog,
althans eens op een dag,om het turfvuurtje scharen,
de handen warmen en luisteren naar het prettig
pruttelen van den pot. Ik ken het spreekwoord,
dat een hongerige maag geen ooren heeft, maar
Toon en zijne broertjes en zusters reikhalsden
niet minder ongeduldig naar het oogenblik,
dat de aardappels gaar waren, dan zij met iunig
welgevallen, voor de honderdste maal misschien,
naar het relaas van de avonturen van hun oom
Berend, hun moeders broer, luisterden die nu al
voor ruim vijftien jaren op een walvischvaarder
het zeegat was uitgegaan.
Maar jelui hebt dat al zoo dikwijls ge-
hootd, zei de arme weduwe.
Dat doet er niet toe, antwoordde kleine
Kaatje, ik hoor het nog altijd met pleizier.
En ik ook, verzekerde Toon.
Ach ja, vertel, vertel, lieve moeder! riepen
Klaas en Steven uit een mond.
Wat de kleine Mie aangaat, die alleen mengde
zich nog niet iu het gesprek, om de eenvoudige
reden, dat ze nog te jong was, om mee te
praten.
Vertel ous de geschiedenis van oom Be
rend, en laat ons de levende naald zien, lieve
moes! herhaalden de vijf kinderen.
door de rechterzijde werd behandeld.
Tegen die voorstelling der zaak kwam
de heer Van Wassenaer, met het volste recht,
op zeer nadrukkelijke wijze in verzet. Met
een veerkracht en welsprekendheid die een
luid applaus der anti-radicalen uitlokten,
betoogde de heer Van Wassenaer, dat de
geldquaestie, met betrekking tot de lagere
school, alleen aan de zijde van de voor
standers der bizondere school bestaat. Zij
toch moeten hunne school met hun eiqen geld
betalenterwijl de Staatsschoolmannen voor
hunne school uit de Staatskas puttenalzoo
uit de beurs van allen.
Die taal veroordeelt in korte woorden ge
heel het Staatsschooldrijven der liberalen.
Het is de onbeschaamdheid zelve, wanneer
de liberalisteu zulk een koogen toon aan
slaan iu de onderwijs-zaak. Feitelijk komt
toch hun onderwijs-politiek neder op het
doen betalen door allenwat niet door allen
wordt begeerd of (erger nog) hetwelk door
zeer velen wordt verfoeid. Eu nu willen
wij het gevraagd hebben, of het met het
begrip van vrijheidvan eerlijkheid zelfs, is
overeen te brengen, dat een fictieve volks
meerderheid zich meester maakt van het
geld der werkelijke volksmeerderheid, om dat
geld te besteden voor een onderwijs, het
welk beter voor een heideustaat dau vooreen
Christelijk volk moet worden gerekend. Er
bestaat nu een gemengde Schoolgodsdienst,
welke zulk eene chemische bewerking heeft
ondergaan, dat hetgeen voor een Christenvolk
het dierbaarst moet zijn, de naam en de ver
kondiging van het Verlossingswerk des Hei-
latids, er uit verdampte. Het is eene stellige
waarheid, dat een onderwijs, waaraan de
Christelijke wijding ontbreekt, geen waar-
achtigen zegen voor het gansche leven van
het kind kan kweeken. Kennis zonder Ge
loof is eene macht, o ja, maar eene de
monische. Alleen het Geloof doet de kennis
eene levensmacht worden.
Voor dat Christelijk onderwijs worden
door de Katholieken de grootste offers ge
bracht. Wat geven de modernen voor hun
onderwijs uit hun eigen beurs? Geen cent!
Dat moeten de Katholieken en de geloovige
Protestanten maar betalen. En dat noemt
men dau, God betere het! recht, en dan
durft men nog iu 's Lauds Raadzaal de
verdedigers van het Christelijk onderwijs
brutaal te beleedigen.
Die levende naald was een klein zakkompas.
Toen je oom Berend naar zee ging, zeide
de goede vrouw, het kompas uit eene oude kast
voor den dag halende, gaf hij dit aan mijn
man en zeide: Heiu, kijk, dit stomme ding zal
je zeggen waar ik ben. Als je soms ereis aan
me denkt, keer je dau naar den kant waar de
magneetnaald heenwijst, dat is te zeggen, naar
de noordpool; daar zijn we, op de kust van
Groenland, en we hopen er een goede lading
spek vandaan te halen.
Wijst do naald, waar oom Berend tegenwoor
dig nog is?.-vroeg Toon; als het er maar zoo
koud niet is, als hier bij ons!
Het is er nog vtel kouder, kinderen. Een
matroos, die van de vangst terugkwam, heeft
mij verteld, dat men er enkel ijsbergen ziet; de
zee is bevroren en op de drijvende ijsschotsen
ziet men groote witte ijsberen, die soms de
sloepen aantasten. Op zekeren dag was oom
Berend alleen met een rijken vreemdeling, een
Deensch heer op een eiland, om vogels te
schieten, toen zij door een troep van die leelijke
dieren overvallen werden. Hij had mans werk
om hen met bijlslagen van zich af te houden en
de boot vrij te krijgen. Die Deensche heer heeft
hem sedert bij zich gehouden en, naar ik ge
hoord heb, is hij tegenwoordig een rijk man.
Maar waarom zendt hij ons dan geen hulp
toe, moeder? vroeg Toon.
Hij weet zeker niet, dat ik weduwe ben.
Toen hij weggiug, leefde vader nog en die was
Zou de heer Lieftinck soms ook behoo-
ren tot dat genootschap der duisternis, dat
vrijmetselarij wordt genoemd en dat in alle
lauden arbeidt (God zij dank natuurlijk te
vergeefs) aan den ondergang van het Chris
tendom Wie weet maar hoe het zij,
wij zouden den heer Lieftinck wel willen
verzoeken, voortaan hen met rust te laten
die ook den Jinanciëelen moed hebben om te
betalen waarvoor zij strijden, terwijl de libe
ralen een hoog woord voeren maar laag ge
noeg handelen om van andermans geld mooi
onderwijs-weer te spelen.
Met genoegen mag dus daarom wor
den geconstateerddat bij monde van
den heer Van Wassenaer, den liberalen
eens duchtig de waarheid gezegd is. Dat
juichen wij met warmte toe. Al hadden de
beraadslagingen van deze week geen andere
uitkomst gehad, dan deze generale afreke
ning, dan zouden wij wegens dit resultaat
het jongste parlementair verslag reeds zeer
merkwaardig noemen.
Het wordt meer dan tijd dat men aan 't
overmoedig radicalisme eens doe gevoelen,
dat het auti-radicalisme er ook nog is!
Bij den Duitscbeu Bondsraad is een wets
ontwerp ingekomen tot wijziging van het
toltarief. Daarbij wordt eene verhooging
voorgesteld der bestaande rechten op kant,
borduurwerk, proukveeren, brandewijn, arak,
rum, kunstbloemen, mousseerenden wijn,
andere wijusoorten op flessclien, cacao, eho-
colade, zijden, horloges, horlogestandaards,
enz. enz.
Van deze verhooging is voor Nederland
het belangrijkste die van de cacao-rechten.
Op ruwe cacaoboonen blijft het recht per
100 KG. onveranderd op 35 Mark. Daar
entegen zal voortaan geheven worden: van
gebrande cacaoboonen 45 Mark, en van
gemalen cacao, chocolade en chocolade
surrogaten 70 Mark (tot dusver 60).
Een nieuwe regeling der loterijzaak, door
Pruisen den Bondsraad voorgesteld, werd
verworpen. Saksen en Brunswijk oordeelden,
dat 't maar het best was om de zaak te
laten zooals zij was; het bestaande was, nu
men de loterij toch behouden wilde, nog
zoo slecht niet.
De invoer in Fraukrijk van het te
een goed werkman, die geen hulp noodig had.
Lieve hemel! als de witte beren oom
Berend maar uiet hebben opgegeten! riep kleine
Kaatje.
Of als de walvisschen hem maar uiet
hebben ingeslokt, voegde kleine Klaas er bij.
Hij zal weerom komen, zeide Toon, hij
zal weerom komen eu ous ieder een paar nieuwe
schoenen koopen. Kijk moeder, de aardappels
hebben al voor do tweede maal overgekookt:
zal ik ze afgieten?
Dikwijls benam de koude Toon 's nachts alle
rust. Dien nacht ook was zijn slaap bizonder
onrustig, en als hij dan nog eens de oogen sloot,
deed hij niets dan van witte beren en walvis
schen, van sneeuwbergen en drijvende ijsschotsen
droomen. Hij zag oom Berend en dien vreemden
heer in hunne boot door de beren besprongen.
Dau op eenmaal werd hij zelf vervolgd en
door een walvisch verzwolgen. De schrik doed
hem ijlings opspringen. Toen hij weer insliep,
was het tooneel veranderd. Een fraai vaartuig
stuurde de haven binnen en voorop, onder de
matrozen, ontdekt hij zijn oom, die een koste-
lijken berenpels aanhad. Oom Berend liet zich
dadelijk aan wal roeien, en zoodra hij zijn neef
maar omhelsd had, haalde hij een paar fonkel
nieuwe schoenen uit den zak, die hij hem zelf
aantrok.
(Slot volgt.)