N I E W E No. 802. Donderdag 5 Juni 18ë4 9e. Jaargang. Het Program der Belgische Katholieken. jst HA1RLEU ABONNEMENTSPRIJS Per 3 maanden voor Haarlem0,85 Buiten Haarlem franco per post. 1, Afzmderljjke Nummers0,06 Dit blad verschijnt Eiken WOENSDAG en ZATERDAG. BUREAU: St. Jansstraat Haarlem. (ALMif AGUTE MA NOK AGITATE. PRIJS DER ADVERTENTLËN Van 16 regels30 Cents Elke regel meer5 Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant Advertentiën worden uiterlijk Dinsdag- en Vrijdag avond voor 6 uur ingewacht. Uitgevers KOPPERS LAUHEY. Sinds deu herfsttijd van bet vorige jaar werd door de Katholieke bladen in België de vraag geopperd, of het niet verkieslijk ware, een program vast te stellen, volgens hetwelk de Katholieke Afgevaardigden in de toekomst zouden gekozen worden. Deze vraag werd door het grootste gedeelte der Belgische Katholieke pers met vreugde be groet door een gedeelte echter zeer fel be streden. Er ontstond eene hevig6 polemiek, welke gevaarlijk dreigde te worden voor de eenheid der Katholieke partij. Dit gevaar is echter gelukkig geweken. Beide partijen hebben iets toegegeven er is geen program tot stand gekomen zooals het door de ont werpers was voorgesteld men is het echter in de voornaamste punten eens geworden en men zal, getrouw aan het Belgisch devies: Vunion fait la force vereenigd tegen de libertijnen te velde trekken. Omtrent deze program-quaestie dieue bet volgende. Van 1870 tot 1878 had België, zooals bekend is, een Katholiek Ministerie, aan welks hoofd Malou stond. De verkiezingen van 1878 verschaften den liberalen de over winning, het Katholieke Ministerie nam zijn ontslag en in zijne plaats kwam het liberale, waarbij nog heden Frère-Orban de eerste viool speelt. Het Katholieke Ministerie heeft gedurende zijn heerschappij van zijde der Katholieken veel vijandschap moeten verdragen, men verweet het gebrek aan vastberadenheid, laakte de vele benoemin gen van liberale ambtenaren en beweerde, dat de door het Ministerie ontworpen kieswet meer den liberalen dan den Katholieken ten goede kwam. Al bezweek ook het Mini sterie Malou ouder de mokerslagen der libertijnentoch dient te worden vermeld dat ook de ontevredenheid der Katholieken tot ziju val had bjjgedragen. In hoe verre het Katholieke Ministerie, hoofdzakelijk zijn aanvoerder Malou, de gemaakte verwijtingen verdiende, valt moeilijk te beslissen, daar voor zou men alle draden van het politieke weefsel nauwkeurig moeten kennen. Men zegt dat de Koning bet dikwerf in zijne maatregelen gehinderd heeftomdat hjj de ontevredenheid der liberalen vreesde. Onder deze omstandigheden was het wel licht eervoller geweest, de bijl er bij neer te leggendan zonder succès te regeeren, FEUILLETON. Een paar schoenen. Vervolg en slot.) De overmaat van blijdschap deed Toon voor de tweede maal wakker worden, en't was bittere teleurstelling toen hij merkte, dat hij van die mooie schoenen slechts gedroomd had. Om 't even, dacht hij, toon de morgen gekomen was; men zegt toch, dat wat men in den voornacht droomt altijd zeker uitkomt. Ik wil eens naar de haven gaan kijken, of er ook Groenlandsvaarders zijn aangekomen. Toon Heintjes ging werkelijk naar den wa terkant, waar hij nochtans geen nieuw aange komen schepen, maar wel een menigte schaat senrijders en arresleden op het ijs zag. 't Woei evenwel zoo koud op het Hoofd, dat hij 't er in zijne schamele plunje niet lang kon uithouden en al naar huis keeren wou, toen hij eensklaps bij den schouder werd vastgehouden. Ha, daar betrap ik je eindelijk, riep de kleik Mosch, want deze was het, die hem staande hield; ik heb je een eeuwigheid lang gezocht; waar hebt ge u toch al dien tijd ver stopt, vriend Toon? Ik mij verstopt! antwoordde Toon eenigs- zius onthutst; mij verstopt en waarom? gelijk er velen zeggen, doch de mannen van het Katholieke Kabinet, aan wier talent en goeden wil uiemaud twijfelen kon, meen den op deze wijze het vaderland op de beste wijze te dienen zij verhinderden ten minste veel kwaads. De gansche toestand veranderde, toen de libertijnen aan het roer kwamen en de troonrede bij de opening der Kamers in den herfst van 1878 de afschaffing der schoolwet van 1842 aankondigde. De Ka tholieke Afgevaardigden bestreden op 't vurigst de nieuwe schoolwet, die God en Godsdienst uit de school verbant en een ont zettende ellende over gansch België brengt, zoodat zij met recht den naam ongeluks wet* (la loi de malheur) verdient. Ten gevolge van de vastberaden houding der Katholieke partij kwam er in de publieke opinie een ommekeer te haren gunste, de vroegere ontevredenheid verdween voor het oogenblik geheel en al. Het libertijusche Ministerie der zeven logebroeders, gesteund door eene radicale kamermeerderheid, pleegde intusschen de eene daad van ruw geweld na de andere. De kiesbevoegdheid werd be perkt, duizenden kiezers van het platte landvoor wie men vrees koesterde, van de kiezerslijsten geschraptde autonomie der gemeenten op elke wijze beperkt, het staande leger elk jaar vermeerderdde ge- zaut bij den H. Stoel onder de smaad- volste voorwendsels teruggeroepengods dienstige stichtingen voor liberale scholen in beslaggenomen, testamenten willekeurig veranderd en vernietigdhet honorarium van Geestelijken in het buitenland inge houden, eindelijk eenige houderden Vica riaten opgeheven, omdat de Minister van Justitie broeder* Bara en de liberale meer derheid van meening warendat er te veel Geestelijken waren. Tegen alle punten nu, welke direct tegen deu Godsdienst en de vrijheid gericht waren, trad de rechterzijde krachtig op, natuurlijk zonder het minste gevolg, daar de libertijnen over de meerder heid hadden te beschikken. Iu vele andere quaesties toonde de rechterzijde zich tegen over het Ministerie minder vijandig, zij zocht, waar het mogelijk was de libertijnen te verschoonen en meer dan eenmaal werd het Ministerie Frère-Orban, dat ook aan de aanvallen der radicalen bloot stond, door de houding der Katholieke minderheid gered. Deze handelwijze, alsmede de aan houdende nederlagen, welke immers steeds Zijn bizonder nauwgezet geweten belastte zich echter al schielijk met de beantwoording dier herhaalde vraag. Hij herinnerde zich, dat hij eens een pen en een blad wit papier van het kantoor had meegenomen, om te zien, of hij met behulp daarvan zich zelf thuis 't schrijven niet zou kunnen leeren. 't V\ras maar een oude pen, mijnheer Mosch, een geheel oude, en 't papier was toch al heelemaal bemorst. Wie vraagt je naar pennen en papier, vriend Toon? Er is heel wat anders gaande. En nog al geen schoenen aan de voelen? 'k Wil toch hopen, dat je van morgen ontbeten hebt? 't Zou me anders een pleizier wezen, je een glaasje bier en een varkensribbetje te presenteeren. Dank-je zei Toon, die, nog wel wetende hoe men hem op het kantoor dikwijls geplaagd had, in dit onvriendelijke aanbod slechts een nieuwe fopperij zag, Dankje; tot weerziens, mijnheer Mosch. Wat, tot weerziens? Neen, neen, zoo laat ik je niet los, mijn jongen. Ik heb order, en al mijne kameraden hebben order, om je zoodra we je vonden bij onzen patroon te brengen. Mij! zei Toon; en wat heb ik dan gedaan? Wees maar gerust; 't is tot je eigen best, want er is goede tijding voor je gekomen. ontevredenheid doen ontstaan, veroorzaakten allengs bij vele Katholieken een zekere malaise, oneensgezindheid en een hoogeu 'O O graad van outvredenheid tegen de Katho lieke Afgevaardigden. In het belang dei- goede zaak en uit toegevendheid zweeg men langen tijd, doch langzamerhand gaven enkele stemmen der pers uitdrukking aan hunne ontevredenheid. In het vorige jaar kou men bespeuren dat de eenheid tusschen kiezers en gekozenen niet meer volmaakt was. Zoo schreef b. v. de Constitutionnel de Hasselt: »Er heerscht ontevredenheid onder de Katholieken. De ijver wordt minder, want steeds blijft de met veel moeite ver kregen overwinning zonder het geringste succes. De beste dienst, dien wij onzen Afgevaardigden bewijzen kunnen, bestaat daarin, dat wij openhartig met heu spreken, het zou hen kunnen schaden, als zij niet gewaarschuwd worden, en het vertrouwen hunner kiezers verspelen. Onze parlemen taire vrienden hebben allengs al hunne posities verlaten. Hun gansche politiek was slechts eene reeks capitulaties voor het zegevierende liberalisme. Zoo zijn zij van zwakheid tot zwakheid, van compromis tot compromis er eindelijk toe gekomen, dezeu toestand van moedeloosheid en van wantrouwen in 't aanzijn te roepen die alle veerkracht verlamt, elke beweging belet, elke ontwikkeling van het politieke leven in den weg staat. Duidelijker kou men nauwelijks aan de heerscheude moedeloos heid en aan het wantrouwen tegen de Katholieke Afgevaardigden uitdrukking ge ven. Wij willen niet beweren, dat de rechter zijde dit scherpe oordeel verdient, doch de confidenties van deu Constitutionnel waren zeker de gevoelens van een groot aantal Katholieken; hij sprak in't openbaar, wat velen slechts in 't geheim dachtendat er iets gebeuren moest, om uit den neteligen toestand te komendaaromtrent waren de meesten het eens. Daar kwam in den herfst van het vo rige jaar de Program-quaestie voor deu dag. Men meende de oorzaak van de be narde positie gevonden te hebben in het gemis van een bepaald program. Om dat wij geen bepaald progam hebben, zoo heette het, was het verleden zoo on vruchtbaar; omdat wij geen program hebben, is de toekomst onzeker. Tot nu toe hebben wij steeds toegegeven, in het vervolg zal het evenzoo gaanals er niet Toon liet zich gezeggen en ging mee. Daar is hij! riep Mosch bij het betreden van het kantoor, 't Verloren schaap is gelukkig gevonden. Ge hebt ons een grooten dienst gedaan, Mosch, zei de oude procureur en zette zijn bril op. Die beste jongen! hij heeft nog geen schoenen aau de voelen. Loop gauw en haal hem een paar: maar zie toe, dat ze zacht en rekbaar zijn opdat ze hem de teenen niet schaven. Misschien zal hij liever een paar laarzen willen? 't Zal dus best zijn, dat de jongeheer meegaat, om zelf te kiezen. Laat mij de rekening maar zonden. Ga dan ook met hem in 't huis op den hoek: hij zal wel een stuk ham lusten, of een karbonade of waar hij anders trek in heeft. Daar is een daalder; de helft zal wel genoeg ziju, want gij hebt zeker al ontbeten, Mosch? 'k Vraag excuus, mijnheer; ik heb nog niets gehad. Nu, ontbijt dan maar met hem al zou 't den ganschen daalder kosten. Dat komt later wel weer te recht. Toon Heintjes wist niet, wat van dat alles te denkeu. Zoodra hij gekousd en gelaarsd was. bracht Mosch hem bij den gaarkok op den hoek der straat. Beiden smulden als prinsen, vooral onze Toon, die honger had voor tien. Ik mag wat wezen, als ik er iets van iets geschiedt; wij zullen kiezen en daarmee zal alles gedaan zijn. Ja 't is zelfs te vreezen, dat vele Katholieken niet naar de stembus zullen gaan, omdat ze niet inzien waarvoor liet dieueu zal; in 't kort wij moeten een program hebben. Dit denkbeeld vond bij de meeste Ka tholieken een goed onthaal en werd door verreweg de meeste Katholieke bladen met vreugde begroet. Men verlangde onmiddel lijk een program, geen algemeen, maar een goed gedetailleerd, dat alle klachten, wen- schen en eischeu der Katholieken omvatte. Vermits de zaak niet vlug genoeg van de hand ging, ontwierp de Constitutionnel de Hasselt een program, dat tamelijk uitvoe rig was en geheel en al den bijval der Katholieke pers verkreeg. De meeste Ka tholieke bladen verklaarden zich bereid het program van den Constitutionnel bij het redigeereu van een defiuitief program als basis te nemeu. De vergaderingen in vele steden gehouden spraken iu denzelfden geest. Het tot stand komen van het program kwam een stap nader toen den 4den Fe bruari 11. eeu groot aantal Katholiekeu te Brussel vergaderden, om over de vaststel ling ervan gezamenlijk te beraadslagen. Nadat de redacteur van den Bién public, de heer Verspeyer uit Geut en de advocaat Collinet uit Luik de noodzakelijkheid van eeu program hadden aangetoond, en ver klaard, dal de vrees voor eene scheiding ouder de Katholieken ongegrond was, werd er eene vereenigiug opgericht onder den titel van 1' Union nationale pour le re- dressement des griefs (nationale vereeniging voor het herstellen van grieven) die de verdere stappen tot het opstellen vau het program zou doen. De grondtrekken daarvan werden vermeld iu het mani fest, dat door het voorloopig comité was bewerkt, hetgeen luidt als volgt: Sinds 1830 heeft ons land niet zulk eene moeilijke crisis te doorstaan gehad, dan de tegen woordige. Haar einde kan verderfelijk zijn. De liberale Regeering heeft den weg van despotieke regeeriugen ingeslagen. Slechts bezorgd om rekening te houden met de wenschen en hartstochten harer aanhangers richt zij slechts puiuhoopen aan en België heeft ongetwijfeld te verwachtenalles wat in het verleden zijne macht en zijn roem uitmaakte, de onontbeerlijke elementen voor zijn geluk en zijn bestaan, iu de toekomst begrijp, zei bij eindelijk; voor veertien dagen wou mijnbeer Slokker geen borg voor mij blij ven bij den schoenmaker en beeft bij mij de deur uitgezet, en daar vandaag laat bij mij opzoeken om mij de schoenen te geven en me een maal voor te zetten van belang. Wat is er dan toch gebeurd, mijnbeer Mosch? Haad eens: Och, lieve tijd! ik begrijp 't al. Droomeu komen uit. Ik heb van nacht gedroomd, dat oom Berend weerom kwam. Hoezee! Oom Berend ia er! Wat eeu geluk! Oom Berend is dood, antwoordde Moscli; maar gij gaat van hem erven. Bij deze onverwachte tijding barstte Toon zoo hevig in tranen uit, dat hij daarin en in zijn laatsteu mondvol dreigde te stikken. Oom berend dood? oom Berend, die van nacht in mijn droom nog zou wel was! Wat een ongeluk! Zoo'n erfgenaam heb ik nog van mijn leven niet gezien! mompelde Mosch en dronk hoofdschuddend het glaasje likeur uit, dat hij zich had laten voorzetten. Daar komen hem een ronde dertig duizend gulden uit de lucht vallen, en hij noemt dat een ongeluk! Er zijn toch rare snuiters in de wereld!

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1884 | | pagina 1