NIEUWE J No. 826. Donderdag 28 Augustus 1884 9e Jaargang De nederlaag van het libe ralisme in België. II li IT I, L A lü SWSmmrsnJ Het zware kruis. llü lil, ABONNEMEWTSPBIJS Per 3 maanden voor Haarlem Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. Voor het Buitenland Afzonderlijke Nummers Dit blad verschijnt Eiken WOENSDAG en ZATERDAG. BUREAU: St. Jansstraat Haarlem. AGITE MA NON AGITATE. COURIIT. PRIJS DER ADVERTENTIÈN Van 1—6 regels30 Cents. Elke regel meer5 Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant. Advertentiën worden uiterlijk Dinsdag- en Vrijdag avond voor 6 uur ingewacht. Uitgevers KÜPPERS LAUB.EY. Groote ontsteltenis heerscht er onder de liberalen in België, sinds de Katholieken onlangs op zulk eeue schitterende wijze bij de stembus hebben gezegevierd. Deze ont steltenis is verklaarbaar, want de uitslag der jongste verkiezingen is de grootste ne derlaag, welke het liberalisme ooit in België heeft ondervonden en een zegepraal voor de Katholieken, die zelfs de stoutste ver wachtingen heeft overtroffen. Volgens de Belgische wet worden de afgevaardigden voor de Kamer voor den tijd van 4 jareu gekozen, waarvan elke twee jaren de helft aftreedt. Den lOden Juni 11. moesten in de provinciën Antwerpen, Brabant, Luxemburg, Namen en West- Vlaandereu de verkiezingen plaats hebben van 69 afgevaardigden, waarvan er 40 tot de liberale en 29 tot de Katholieke partij behoorden. De uitslag der verkiezing is be- O O kend. De Katholieken verkregen in de Ka mer eene schitterende meerderheid. De bur gemeesters van Brussel, Antwerpen, Brugge» Nameu en Osteude, alsmede twee Minis ters, waarbij de sdoodgraver van het Ka tholicisme,de beruchte Minister van on derwijs Van Humbeek, hebben hunne zetels verloren, zoo ook de voornaamste woord voerders der linkerzijde, Jauson, de president der liberale vereeniging te Brussel, Vau- Kindern, de rector der vrije universiteit aldaar, Bergé, de grootmeester der Belgische loges enz. enz. In een woord de 10de Juni was voor het Belgische liberalisme een dies nefastus, een ongeluksdag, zooals zelfs de Indépendance erkent. Aangezien er in België een streng con stitutioneel systeem heerscht, was de val van het liberale Ministerie Frère-Orban, door de nederlaag der liberalen onvermijde lijk. Er kwam een Katholiek Ministerie met Malou als hoofd van het Kabinet. Malou, een der oudste staatslieden, een man van 74 jaren, was reeds van 18451847 Mi nister van Financiën en van 18701877 Minister-president; bij vriend en vijand staat hij als een der bekwaamste bewindslieden aangeschreven. Vele Katholieken houden hem slechts voor iets te gematigd. Ook de buitengewone bekwaamheid der overige Ministers, met name Beernaert, Woest en Jacobs wordt zelfs door hunne tegenstan ders erkend. En er zijn dan ook niet geringe krachten noodig om de taak te volbrengen welke aan het nieuwe Ministerie is opge dragen, namelijk om de schade, die door de liberale Regeering op elk gebied is aange richt, weder goed te maken, te arbeiden aan de intellectueele en materiëele welvaart FEUILLETON. Vervolg.) Braak ging oogenblikkelijk heen, en wenschte ziehzelven geluk, terwijl hij onderweg over de dwaasheid van Hamers lachte, die hem de huis huur zoo gemakkelijk kwijtschold. Hij was nog nooit zoo vroolijk thuis gekomen; hij wist niets af te keuren, en de hond kwam aan zijne voeten zitten, zonder dat hij er aan dacht, hem die vrijpostigheid kwalijk te nemen. Daar hij, binnengekomen zijnde, onmiddellijk was gaan zitten, had zijne vrouw niet terstond het witte kruis, dat op zijn jas, stond, opge merkt; maar toen ze achter haar man omgegaan was, om de gewichten van de klok op te trek ken, riep ze eensklaps bits uit: «Wel, Heer in den hemel! Braak, waar ben je geweest? Je hebt een kruis, wel van een voet lang, op uw rug staan, je komt ongetwijfeld uit de kroeg, waar de een of andere dronkaard der natie, zich door gematigdheid en beslist heid de algemeene achting te verschaffen en de zegepraal van het liberalisme voor altijd onmogelijk te maken. Dat is de gebeurtenis van den lOden Juni, die niet slechts de Belgische Katho lieken, maar ook de Katholieken van alle landen neet recht tot blijdschap stemt, om dat zij de valschheid bewijst van het mo derne liberalisme, welks wezen leugen, huichelarij, despotisme en egoïsme is, dat op elk gebied, waar het vrij spel heeft, slechts puinhoopen aanricht, welks heer schappij tot een algemeenen materiëelen en intellectueelen oudergaug moet leiden. Diezelfde gebeurtenis toont ons echter ook de onuitputtelijke kracht van het Katholicisme, om welks banier de Katholieken zich slechts eendrachtig hebben te scharen, om ten slotte, zij het ook na veel strijd en offers, zeker te zijn van de overwinning. Om de beteekeuis van de overwinning der Belgi sche Katholieken en hare waarschijnlijke gevolgen te kunnen beoordeelen zal een korte terugblik op de thans verloopen zes jareu van het liberale régime noodig wezen. Wij zulleu daardoor in de gelegenheid zijn aan te toonen, dat de verkiezingen van den lOden Juni een protest der natie is tegen het onverantwoordelijk wanbestuur, tegen het despotisme en de verachtelijke politiek der liberalen op 't gebied van Kerk en school. Wij zullen opnieuw zien, dat de liberalen in alle landen, waar zij er de macht toe hebben, de vrijheid voor zich zeiven in beslag nemen en de vrijheid van alle an deren schaamteloos met voeten treden. Een Engelsch staatsman, die met de Belgische toestanden zeer goed bekend is, schreef kort geleden aan een vriend, die hem eeuige ophelderingen had gevraagd Gij hebt tot heden steeds in dwaling ver keerd. Als Engelschman, als burger van een land, waar billijkheid en gezond men- schenverstand de staatslieden bij de behan deling der openbare aangelegenheden be zielt, waart ge in de meening, dat in België, het land der constitutioneeie vrij heden en van het parlementair régime, ditzelfde ook het geval is. Dat was vroeger zoo, doch zulks is veranderd. »In België bestaan twee partijen; men heet ze gewoonlijk de Katholieke en de liberale. In het jaar 1878, om niet hooger op te klimmen, was het bestuur in handen der Katholieken, die het gedurende acht jaren behielden. Het conservatieve Minis terie regeerde verstandig en gaf geen aan leiding. tot moeilijkheden. Het kende 't be staan eener grondwet en meende verplicht te zijn, deze te eerbiedigenhet achtte de vrijheid van allen en maakte het noch den van uw vrienden u die poets gespeeld heeft, om je als een gek door de straat te laten loopen, alsof je nog zoo'n kenteeken daarvoor noodig hadt. Sta even op, opdat ik het er af borstel!" „Terug," riep Braak, terwijl hij haar achter uit stiet, „blijf van mijn jas af; ga je kousen stoppen, en houd de handen var. mijn lijf." „Dat zal ik niet doen," schreeuwde vrouw Braak; „ik wil niet hebben, dat mijn man door het geheele dorp uitgelachen wordt, en al moest ik u ook de jas van 't lijf scheuren, dat kruis zal er niet opblijven.' En zoo sprekende, wilde de vrouw het er met alle geweld afborstelen. Braak, die wel wist, dat alle tegenstand vruchteloos zou geweest zijnj vluchtte ijlings de deur uit, en trok deze met geweld achter zich toe. „Welk een helsch wijf," mompelde hij, zich verwijderende; „als ze wat zachtzinniger was geweest, zou ik haar verteld hebben, welk geluk mij overkomen was; maar zij verdient het niet te weten." burgers noch den ambtenaren lastig; het was verzoeningsgezind, gematigd, voor allen dienstvaardig, spaarzaam m6t zijn gezag en zijn invloed, even oplettend op de wen- schen zijner vrienden als op de gevoelig heid zijner tegenstanders; het leefde zonder glans. Bovendien was het zuinig in het beheer vau 's lands penningen, zoodat het, 't behoort voorzeker tot de zeldzaamheden, geen nieuwe belastingen noodig had: de staatskas was niet leeg. »Deze zuinigheid was zonder twijfel zijn verderf. Besparingen maken is goed voor diegenen, welke betalen, doch slecht voor hen, die ontvangen; de laatstgenoemden nu zijn in België in grooteu getale aanwezig en noemen zich daar te lande liberaal »De liberalen zijn verdeeld in doctrinairen of gematigden en in ultra's of radicalen. Eerstgenoemden bekleeden openbare amb ten en deuken die te behouden, de anderen zijn daarvan uitgesloten en trachten ze te verkrijgen. Overigens werken beiden om het hardst aan den ondergang van de Ka tholieke Kerk. Geen wonder dat onder zulke omstandigheden handel en industrie kwij- den en dat op den betaaldag de landman en de neringdoende voor den landheer en den fabrikant met leege handen verschijnen en zeggen: »wij brengen u onze beste wen- schen en onzen goeden wil, de Ministers hebben ons niets anders overgelaten. »Maar ik moet u alles zeggen, het Bel gische volk is niet geheel en al verlaten. Bij gebrek aan brood, voedt men het met wetenschap; men bouwt scholen, vermeer dert het aantal onderwijzers en maakt allen tot geleerden. De scholen zijn tamelijk leeg, maar om ze te vullen, heeft men er reeds aan gedacht, den schooldwang in te voeren, natuurlijk in naam der vrijheid. Een ge lukkig land, zoo ge ziet, een land van den vooruitgang, waar weldra ieder burger, graag of niet graag, door de genade der Regeering öf leerling, öf onderwijzer, öf gepensioneerd zal zijn. Men zou wel zeer ondankbaar moeten geheeten worden, als men zulke weldaden wilde miskennen. »Eu toch zijn er zulke ondankbare we zens: dat zijn namelijk de Katholieke af gevaardigden. Zij verzuimen niet het Mi nisterie aan te vallen, maar het liberale bewind snauwt hen dan toegij zijt dom pers en reactionuairen en staat ons bij de leiding der zaken in den weg.« En dat is ook niet meer dan billijk, want wat zou de macht der Ministers beteekeneu, als zij van hun bewind rekenschap moesten geven? Zij laten dan ook niet na, door het votum eener wel gedisciplineerde meerderheid alle ontevredenen den mond te stoppen.* Deze drastische en ironische beschrijving „Ho, Braak, ho!" riep de oude Cox, toen Braak langs den hoek van zijn huis wilde af draaien, „wat beteekent dat witte kruis op uw rug?" „Bemoei je met je eigen rug, naaldridder, lappendief„, schreeuwde Braak, terwijl hij zijn weg vervolgde. „Braak," riep Betje van den kruidenier, „blijf een oogenblikje staan dat ik dat witte kruis van uw rug veeg." „Ga je haringen maar verkoopen, en geef den meuschen hun gewicht, babbelkous," zei Braak, „en laat degenen, die hier voorbijkomen maar ongehinderd doorgaan." Het meisje werd verlegen, en vluchtte in den winkel van haar vader. Op dit oogenblik kwam Braak aan het huis van den slachter, die met zijn buurman, den smid, aan de deur stond te praten. „Ha, gij zijt juist de man, dien wij moesten hebben," zei de eerste, terwijl hij B raak staande hield, en hij begon hem over zaken te spreken; doch nauwelijks was hij hiermede begonnen, of de der Belgische toestanden onder de heer schappij der liberalen, verklaart de verbit tering, welke zich bij de jongste verkiezin gen onder de Katholieken openbaarde. Wordt vervolgd.) Bij Keizerlijk rescript, gericht aan het Pruisisch Staatsbewind, wordt bepaald, dat voortaan de Staatsambtenaren geen bijbe trekkingen mogen aannemen dan met toe stemming van de Regeerinc. O O Te Portsmouth is dezer dagen door Engelsche couservatieven eene groote ver gadering gehoudeu, waarop o. a. de ex- Minister Hicks Beach gesproken heeft. Hij betoogde, dat het Hoogerhuis steeds bereid was geweest aan de wenschen der bevolking te voldoen, wanneer zij duidelijk en op wettige wijze werden uitgesproken, en dat het in dien zin ten opzichte van het ontwerp tot wijziging van de kieswet zou handelen. Hij geloofde, dat het Hoogerhuis veilig op het volk kon vertrouwen, en de beweging verachten, die door sommige personen op touw gezet was. De beroemde Afrika-reiziger Stanley, die zich tegenwoordig te Londen ophoudt, heeft aan de pers eenige meededeelingen gedaan, die in 't kort hierop neerkomen. Zijn on derhandelingen met den Koning der Belgen staan zeer bevredigend. Het voorname doel, dat men nu het allereerst wenscht te be reiken,is de aanleg van een spoorweg aan het punt van de Congo, waar zij voor de scheep vaart onbevaarbaar wordt, over een lengte namelijk van 147 mijlen. Yoor het kolonisee- reu van zekere gebiedsdeelen langs de Congo zijn in den laatsten tijd weer toebereidselen genomen. Zoowel uit Frankrijk als uit Duitschland komeu daartoe aanbiedingen van werkkrachten. Lavas maakte het telegram uit Shang hai bekend, dat de Frausche vloot bij het bombardement van het arsenaal te Foochow ongedeerd is gebleven. Aan de Times wordt uit Foochow ge seind, dat Chineesche soldaten in uniform, het Fransche consulaat aldaar geplunderd hebben. Gedurende het bombardement ga- ven de Franschen geen pardon aan de zin kende schepen, die niet bij machte waren zich te verdedigen. Het bombardement is tot vijf uren voort gezet, ofschoon de verdediging van de bat terijen aan den oever om drie uren had op gehouden. Den volgenden dag werd het bombarde ment hervat. Het was gericht tegen de barakken, die geen tegenstand boden. De Fransche scheepsmacht voor Foochow oude baker Lijsbet kwam er bij en riep ver wonderd uit, terwijl ze haar voorschoot in de hand pakte: „Braak, 't is toch schandelijk, iemand zoo'n kruis op den rug te zetten!" Braak keerde zich om, en verzocht haar hem maar met rust te laten, doch toen bemerkte de smid het teeken ook. „Sapperloot," zei hij lachende; „nu zoudt gij goed als uithangbord voor de herberg „'t Witte Kruis" kunnen dienen." „Ik geloof," voegde de slachter er bij, „dat zijne vrouw dat teeken op zijn rug zal ge zet hebben, om hem niet te verliezen." Braak begreep, dat er maar één middel was, om aan het voorschoot van Lijsbet en de spotter nijen van den slachter en den smid te ontkomen: hij haastte zich om heen te gaan, schold echter de baker eerst nog uit voor eene oude toover- heks, en zijne twee buren voor leegloopers; doch het kruis begon opzijn rug al zwaarder te wegen, dan hij had kunnen deuken. (Slot volgt.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1884 | | pagina 1