N I E U W E No. 828. Donderdag 4 September 1884 9e Jaargang De nederlaag van het libe ralisme in België. Zinsbegoocheling Heer en boer. H1AR1IH ABONNEMENTSFB1JS Per 3 maanden voor Haarlem t Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. Voor het Buitenland Afzunderljjke Nummers Dit blad verschijnt Eiken WOENSDAG en ZATERDAG. BUEEAÜ: St. Jansstraat Haarlem. 0,85 1- 1,50 0,06 (04 AGITE MA NON AGITATE. PBIJS DEB ADVEBTENTIÉN Van 16 regels30 Cent» Elke regel meer5 »- Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant. Advertentiën worden uiterlijk Dinsdag- en Vrijdag avond voor 6 uur ingewacht. Uitgevers KÜPPERS LAUREY. {Vervolg en Slot.) De Belgeu, voornamelijk de Vlamingen, hadden eertijds een groote mate vrijheid en zelfstandigheid bezeten, welke hun ook door de grondwet wordt toegekend en ver zekerd. De provinciën en gemeenten hadden een tamelijk zelfstandig bestuur. Toen echter de strijd om de school een aanvang nam en verschillende provinciën en gemeenten aan de eischen der Regeeriug, weerstand boden, begon de vrijheidlievende Regeering ook den strijd tegen de vrijheden der provinciën en gemeenten en zocht zij die zooveel mo gelijk te beperken. Zij werkte met alle middelen, waarbij zij alles behalve kieskeu rig te werk ging, aan de centralisatie, om alle draden in hare hand te krijgen, geld, ambtenaren en alle hulpmiddelen van het land aan haar partij-belang dienstbaar te maken. Het leger, waarvan wij de noodzakelijk heid eener uitbreiding nooit hebben kunnen inzien, werd elk jaar vergroot, terwijl on langs ook nog tot de vorming van een groot reserveleger werd besloten en de ver plichte militaire dienst als een ideaal werd voorgesteld, dat door alle mogelijke mid delen tot werkelijkheid moest worden ge bracht. Niettegenstaande ook de Koning eene bizoudere voorliefde voor een groote leger macht heeft, willen toch de meeste Belgen er de noodzakelijkheid niet van inzien; zij verhelen dan ook op geenerlei wijze den afschuw, welken zij tegen de kazerne hebben opgevat. Aangezien de landbouw drijvende bevol king, als overal zoo ook in België, meer conservatief en godsdienstig is, zoo was zulks voor de liberale Regeering reden genoeg, aan den landbouw niet de minste zorg te wijden. Men had veel meer op met de industriëelen, op wier stemmen men bij de verkiezingen kon rekenen. De landbouw kon te niet gaan, want de liberale man nen van het gezag bekommerden er zich niet om en zoo doende geraakten de land bouwers in den treurigsten toestand van achteruitgang. Eindelijk komen we tot de zaak, waar door het liberale Ministerie zich onder alle klassen der bevolking zonder onderscheid FE U1LLETON. Chineesche geneesheeren. De Chineesche geneesheeren hebben eene zon derlinge manier van hunne patiënten te behan delen. Zij gaan van de leer uit, dat elk lid een afzonderlijke pols heeft, en dat alle kwalen ver bonden zijn met vuur, lucht of water. En in het prikken met eene naald in elk pijnlijk deel stel len zij een groot vertrouwen. Zoo gebeurde het eens dat, toen er een man kwam, om een van de „faculteit" te consulteeren over pijn in zijn been waarschijnlijk van rheu- matischeu aard de geleerde, na hem eene poog door een grooter bril aangekeken te hebben, er toe overging om zijn „enkelpols" te voelen, die tot zijn genoegen eenige wonderbare feiten aan toonde. De man leed, volgens den geneesheer, aan „vuur" in het been, en moest met eene naald gestoken worden. Na deze operatie haalde de geneesheer eene dunne pleister van omstreeks anderhalven duim in 't vierkant, voor den dag, en zeide den pa tiënt dat hij die 's nachts op zijn been moest leggen. De patiënt, die het volste vertrouwen in •den dokter scheen te stellen, hinkte heen, en nu kwam de beurt aan het volgende slachtoffer. Hij thad hoofdpijn, waarschijnlijk doordat hij te veel opium geschoven, of te veel samtschu gedron ken had. De dokter wist er wel raad op. Hij van gezindheid, vijanden heeft gemaakt, wij bedoelen de vermeerdering der belastin gen. Wij gelooven, dat b. v. in Brussel de ontevredenheid over de verkwisting vau 's lands penningen en de daardoor gevolgde vermeerdering der belastingen, de hoofdoor zaak was van de glansrijke overwinning der Katholieken. Op den dag der verkie zingen zag men een aantal mannen door de stad loopen, die een houten bord droegen waarop geschreven stond: Kiezers beschouwt uwe belasting-biljetten Te Ni- velles had men biljetten aan doen plakken, waarop het volgende stond gedrukt: »Ge- dureude de zes jaren der liberale Regeering is het budget met 47 millioen franks ver meerderd geworden. Het budget voor 1885 voegt er nog drie millioen bij, maakt te zamen 50 millioen, welke gekapitaliseerd een milliard 250 millioen voor hl/t mil lioen inwoners vertegenwoordigen; per hoofd alzoo 225 frauks. De Pruisen ver langden van de 38 millioen Franschen slechts 5 milliard, dus 132 franks per hoofd. De oorlog tegen de vrijheid van het onder wijs en der gemeenten heeft meer gekost dan de inval van een zegevierenden vijand. Stemt derhalve voor de liberalen, opdat zij het verplichte onderwijs invoeren, een re serve-leger oprichten, nieuwe enquêtes kun nen doen plaats vinden, dan zijt ge op die wijze er zeker van, spoedig en totaal te worden geruïneerd Deze publicatie werd ook op andere plaatsen verspreid en deed goeden dienst. Cijfers sprekenen cijfers bewijzen duidelijk dat de aanklacht tegen de grenzenlooze verkwisting van het Mi nisterie zeer gemotiveerd was. De centra lisatie, de winstgevende betrekkingen voor vrienden en verwanten, de eigen benoo- digdheden, de enquêtes, de vermeerdering van het leger en bovenal de onzinnige schoolwoede, hadden fabelachtig groote som men verslonden, die elk jaar het budget deden stijgen en nieuwe leeningen en be lastingen noodig maakten. Na het hier aangevoerde is het niet te verwonderen, dat de openbare meening, voor zooverre zij onafhankelijk was, zich tegen de verkwisting en tirannie der Re geering verklaarde en haren val trachtte te bewerken. Men staat er verbaasd van dat zij haar doel zoo spoedig bereikte, als men bedenkt, wat de Regeering al heeft gedaan om de publieke opinie te onder- greep zijn slachtoffer bij het hoofd, nam eene kleine ijzeren roede, en wreef zijn hals totdat hij er de huid minstens een duim in 't vierkant had afgeschaafd. Toen wreef hij op eene andere plek, en daarna weer op een andere, totdat op drie plaatsen het vel van den hals was. Nu kon de patiënt heengaan. Hij leed ook aan „vuur". Maar hij pruttelde volstrekt niet tegen. De ge neesheer werd blijkbaar een zeer kundig man geacht. In het hospitaal schenen de verpleegden in een uitmuntenden toestand te zijn. De patiënten hadden naar een Europeesch hospitaal kunnen gaan als zij gewild hadden; maar zij wilden lie ver door een dokter uit hun eigen volk behan deld worden, die, naar alles wat men er van gehoord heeft, zeer knap moeten zijn in het her stellen van gebroken of ontwrichte ledematen. De meeste geneesmiddelen, die zij gebruiken, zijn kruiden. Oranjeschillen zijn zeer gezocht. Maar alles is vrij onschadelijk, en als de patiënten sterven is het aan de ziekte en niet aan de ge neesheeren te wijten. Om zich te overtuigen hoe weinig men met gesloten oogen op zijn gehoor vertrouwen kan, neme men de volgende proef. Men laat iemand op een stoel zitten en de oogen dicht doen, liefst ze met de handen dicht houden. Dan neemt men twee geldstukken in de rechterhand, en wel zoo drukkeD, welke pressie zij uitoefende op een groot aantal kiezers, hoe veel kiezers vau de genade der liberalen leefden, hoe velen er door schitterende beloften gewonnen werden. Hoofdzakelijk is de ijver en offer vaardigheid van velen te prijzen, die zich voor de verkiezingen interesseerden. Ook verdienen de Katholieken en de Katholieke pers lof en hulde dat zij, alle verschil van opinie op zij zettende, in vast gesloten rijen streden. Het Belgische nationale devies, l'union fait la force, is bij hen bewaarheid geworden en heeft hen tot de overwinning gebracht; en slechts dan wanneer zij deze eendracht behouden, zullen zij de vruchten hunner schitterende overwinning kunnen plukken. Aan het nieuwe Ministerie zij boven alles beslistheid en energie toege- wenscht; het moet op de liberalen indruk maken en hen eerbied inboezemen; het mag zich door bedreigingen niet laten veront rusten. Bovenal betooue het geen vrees voor de straatschaudalen der liberalen, zoo als die onlangs zijn voorgevallen; derge lijke wanordelijkheden worden kunstmatig in 't leven geroepen en worden tegenover eene energieke Regeering onmogelijk; als het liberale canaille en de liberale studenten eenmaal vreten dat men dergelijke demon straties, die de rust en orde storen, niet, gelijk tot dusver, ongestraft zal laten, dan zullen zij voortaan wel kalm en rustig blijven. Als het Ministerie echter vrees betoont voor de bedreigingen der liberalen, dan maakt het dezen des te stoutmoediger, het verliest de sympathie der Katholieken en zal ten slotte het lot deelen van het Mi nisterie van 1878. Dat het Ministerie te ver zal gaan, dat men het gematigdheid zal moeten aanbevelen, is niet te vreezen, daar voor is de naam Malou een goede borg. Zelfs the Globe, een Protestantsch blad, dat te Londen verschijnt, gelooft, dat de Ka tholieken van hunne overwinning met ge matigdheid zulleu gebruik maken, en dat deze overwinning de godsdienst-ver volging, die tot dusver in België heeft gewoed, zal doen ophouden. »De Protes tanten kunnen gerust zijn, »zegt genoemd blad, »zij hebben zich nimmer over eene Katholieke Regeering te beklagen gehad. Een Katholiek Ministerie toonde zich te genover liberalen steeds liberaler, dan eene Regeeriug van vrijdenkers. Welken weg moet nu het nieuwe Minis- dat zij door duim en middelvinger vastgehouden worden, zoodat de wijsvinger er tussehen ge klemd is. Daarop brengt men, zonder den per soon, met wien de proef geuomen wordt, met den arm aan te raken, de geldstukken langzaam voor het gezicht, boven of achter het hoofd, in de borststreek, voor den schoot van dengeen, die niet zien kan, en trekt op eene bepaalde plaats den wijsvinger tussehen de gcldstukkeu uit, zoo dat zij tegen elkander slaan. Vraagt men nu „waar was het?" dan zal de gevraagde, wanneer hij werkelijk niet gezien heeft, geregeld eene ge heel andere plaats dan waar het geluid van daan kwam noemen, en rechts wijzen als het links was, of naar zijn hoofd als men de geldstukken in de richting van zijn ellebogen liet klinken. Nog kluchtiger wordt het als men die proef neemt met twee personen, die naast elkander zitten. Zij zullen vast en zeker in twee tegenoverge stelde richtingen raden. Voor 't overige moet vermeld worden dat het gehoor ons, met ge sloten oogen of in 't donker, niet anders in den steek laat dan ten opzichte van de klanken die in onze nabijheid te hooren zijn. Opmerkelijk is het nog, dat vele personen, die de eerste maal juist raden, zich bij herhalingen des te zekerder vergissen. Graaf Stackelberg werd eens als buitengewoon gezant door Keizerin Catharina naar Polen ge telde inslaan, om zijne taak te volbrengen? liet tegendeel doen, van betgeen het liberale Ministerie beeft gedaan. Vooral blijve het getrouw aan de door Minister Beernaert uit gesproken beginselen, namelijk; minimum. van Regeeriug en maximum van vrijheid. Dientengevolge moet er gedecentraliseerd worden. Provinciën en gemeenten moeten de autonomie verkrijgen, die hun door de grondwet is verzekerd. Door een wijze spaar zaamheid moeten de financiën verbeterd worden en de onlangs ingevoerde belastingen zoodra de omstandigheden het veroorlooven, worden afgeschaft, 't Is thans een tijd om zich minder met politieke diseussiën in te laten dan wel om middelen te beramen tot verbetering van de nationale welvaart en van den toestand der landbouwende bevol king. Een eerste schrede op deze baan is reeds gezet door de oprichting van een Ministerie voor handel en landbouw. Voorts moet het verleeuen van ambten en waar digheden naar verdiensten geschieden, op dat het geschokte vertrouwen in de onpartij digheid der gerechtshoven terugkeere. Het Ministerie moet zich wel wachten in de in 1878 begane fout te hervallen, verdien stelijke Katholieken bij het begeven van ambten te passeeren, ten einde de mis noegdheid der liberalen te voorkomen, 't Is dwaasheid te gelooven dat men de liberalen door het schenken van ambten en waardig heden kan winnen. Het tegendeel is waar; zi) gebruiken den verkregen invloed om de Regeering tegen te werken. Men late toch in 's hemels naam een systeem varen, waardoor men zijne vrienden krenkt zon der zijne vijanden te verzoenen. Zulk een ellendig, onzalig systeem heeft, zoowel in hoogere als lagere kringenheel wat onheil veroorzaakt en vele harten gebroken. 't Is van de tegenwoordige Regeering wel te verwachten dat zij de noodige her vormingen in België zal tot stand brengen. De energie en bekwaamheid der mannen, waaruit het tegenwoordig bewind is samen gesteld, doen ons het beste verwachten. De Regeeriug beschikt in de Kamer en Senaat over eene zoo groote meerderheid, als tot dusver geeue partij heeft bezeten. De Ka tholieken van het gansche land hebben het grootste vertrouwen in haar beleid en zulleu haar met alle krachten ondersteunen. Met God en het Katholieke volk kan zij hare taak volbrengen en, ondanks het geschreeuw zonden. Bij dezelfde gelegenheid kwam Thurgut daar als gezant van den Keizer van Duitschland. De beide afgezanten kenden elkander niet. Op den ochtend van de audiëntie werd Thurgut een prachtige zaal binnen gelaten, waar hij een man van een statig voorkomen zag zitten, in gezel schap met eenige Poolsche edelen, die eerbiedig om hem heen stonden, zoodat de Duitsche ge zant (Thurgut) niet anders dacht of het was de Koning en hem met de gebruikelijke formali teiten toesprak. Het bleek echter, dat dit statige personage Stackelberg was, die met trotschheid de onverwachte hulde stilzwijgend aannam. Kort daarop trad de Koning de audiëntiezaal binnen, en nu Thurgut zijne vergissing ontdekte, ver wijderde hij zich beschaamd en geërgerd. Des avonds trof het, dat die twee gezanten aan de zelfde tafel kaartspeelden met Zijne Majesteit. De Duitsche gezant speelde eene kaart op, zeggende: "Schoppenheer." "Gij vergist u", sprak de Koning, „'t is de boer." „Neem mij niet kwalijk, Sire," zeide Thur gut, met een veelbeteekenenden blik op Stackel berg, „dat is vandaag de tweede maal dat ik een boer voor een heer aanzie." Stackelberg, die anders niet om een antwoord verlegen was, beet zich op de lippen en zweeg.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1884 | | pagina 1