NIEUWE
No. 840.
Donderdag 16 October 1884
9e Jaargang
Een merkwaardige brief.
BUITENLAND,
10^-^ jf
Vader Matthias.
HiiRLEMSfH! C01R11T.
ABONNEMENTSPBIJS
Per 3 maanden voor Haarlem r 0,85
Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. 1,—
Voor het Buitenland 1,50
Afzomlerljjke Nummers0,06
Dit blad verschijnt
Eiken WOENSDAG en ZATERDAG.
B ÜEE AU; St. Jansstraat Haarlem.
wEöiS*!
AGITE MA NON AGITATE.
PRIJS DEK ADVEETENTIÊN
Van 16 regels30 Cents.
Elke regel meer5
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant.
Advertentiën worden uiterlijk Dinsdag- en Vrpdag
avond voor 6 uur ingewacht.
Uitgevers KÏJPPERS LAUREY.
In onzen verlichtentijd, waarin de
zucht tot algemeeue, hoogere ontwikkeling
zich ook op belachelijke wijze openbaart
bij de opvoeding der vrouw, die men tot
eene geleerde, niet tot eene goede huis
vrouw en moeder wil vormen, kan het zijn
nut hebben van tijd tot tijd met hoogen
ernst op die dwaasheid te wijzen. Daartoe
komt ons de volgende brief, die Graaf
Joseph de Maistre eenmaal aan zijne doch
ter Adèle schreef, bizonder geschikt voor.
Moge dit schrijven, dat ook in onze dagen
groote actualiteit bezit, door de voorstanders
der moderne opvoeding terdege behartigd
worden, en er iets toe bijdragen om hen
van hunne dwaze begrippen betreffende de
opvoeding der vrouw terug te brengen. De
geestvolle deuker schrijft:
Dit, mijn dierbaar kind is, zoo
ik meen, het eerste sermoen, dat ik in
mijn gansche leven voor u gehouden heb.
Ik verheug mij inderdaad over uwen leeslust,
doch, daar ik vermoed, dat gij er u al te
hartstochtelijk aan overgeeft, moet ik u
noodzakelijk wijzen op de nadeelige gevol
gen, die uit uwen overmatigen ijver in het
lezen volgen kunnen. Verneem dus, wat
ik u over dit gewichtig onderwerp zeg
gen zal:
Gij hebt waarschijnlijk in de heilige
Schrift gelezen: »De sterke vrouw onder
neemt den moeilijksten arbeid en hare hand
grijpt naar het spinrokkenMaar wat
zult gij van Pénélon zeggen, wiens oordeel
bij al zijne goedheid luidt: »de sterke
vrouw spint, verbergt zich, gehoorzaamt
en zwijgt.Hoor ook eene andere auto
riteit, die met de zooeven genoemde weinig
homogeen is. Deze autoriteit is Molière,
die een blijspel onder den titel van »de
geleerde vrouw* geschreven heeft. Meent
ge, dat die beroemde dichter dit onderwerp
zou behandeld hebben, als hij niet had
begrepen dat de titel: geleerde vrouw,*
inderdaad belachelijk is?
Het grootste gebrek in eene vrou w is, wan
neer zij den wil heeft aan den man gelijk te
zijn. Gij weet het immers al te goed, dat ik
geen vriend van domheid en onwetendheid
beu; doch in alle dingen der wereld is er
iets, dat men met ernst moet beschouwen
en in acht moet nemen. Lust en liefde voor
werkzaamheid en beschavingdat is ook
het gebied der vrouwen. Maar zij moeten
zich niet tot geleerden verheffen of zulks
trachten te doen. Bij de ontwikkeling en
vorming der vrouw moet men met groote
voorzichtigheid te werk gaan.
FEUILLETON.
Vervolg en slot.)
De vrouw trekt een selieef gezicht, de oude
wandelende jood fluistert haar eenige woorden
aan het ooreindelijk zei me de houthakker
toch maar te gaan zitten. Toen lei ik mijn
ransel af, maakte het mij gemakkelijk, streek
mijne knevels wat op, en schoof een weinig bij
het vuur. 't Was niet om mij te warmen, want
ik zweette als een vochtige muur, maar ik wilde
wel eens inspectie maken in dien pot, die ziedde
en kookte, dat het water uit mijn mond liep.
Nu, die inspectie liep naar wensch af; de ketel
bevatte rijst en melk, en het zag er goed uit. Ik
speel wat met de kinderen, geef een pijp tabak
aan den houthakker, en blijf den ketel maar
aankijken, mijne tanden waren wel twee ellen
lang. De wandelende jood keek mij altijd schuins
aan, en dat beviel me niet erg. Kortom, men
dekt de tafel.
De huisvrouw was niet haastig; men kon wel
zien, dat ze geen twaalf uren zonder eten was
Gij zult mij wellicht vragen, nadat gij
dit sermoen gelezen hebt, waarom de vrou
wen tot middelmatigheid veroordeeld zijn?
Doch gij vraagt mij dan naar iets, dat in
derdaad niet bestaat en wat ik geenszins
gezegd heb. De vrouwen zijn niet tot mid
delmatigheid veroordeeld, ja, zij kunnen
zelfs op het verhevene aanspraak maken,
maarop het vrouwelijk verhevene.
Ieder ntensch moet op zijn plaats blijven
en mag niet naar andere dingen streven,
dan naar die, waarop hij redelijker wijze
mag aanspraak maken. Ik heb een hond,
die ons veel genoegen verschaft, maar als
hem de lust bekroop zich te laten zadelen
en toornen, om mij in 't vrije veld te dra
gen, dan zou ik evenmin tevreden met hem
zjju als met het Engelsche paard van uwen
broeder, als dit namelijk op mijne knieën
zou willen springen of met mij aan den-
zelfden disch zou willen zitten en koffie
met mij drinken. Menige vrouw verbeeldt
zich ten onrechte als zij zich wil onder
scheiden, dat zij dit naar de wijze der
mannen moet doen. Niets is bespottelijker.
Denk maar aan den hond en het paard.
«Gij vergist u schromelijk, als ge zegt dat
het eene zeer alledaagsche verdienste is,
kinderen op te voeden. Integendeel, kinde
ren goed op te voeden kost zeer veel moeite
het is inderdaad een onschatbare groote
eer menscheu te vormen en dat verstaan
de vrouwen oneindig beter dan wij. Meent
gij dat ik uwe moeder meer dank zou
verschuldigd zijn, als zij een roman ge
schreven had, inplaats van zooveel zorgen
te hebben besteed aan de opvoeding en ont
wikkeling van uwen broeder En uw broe
der op te voeden, dat heteekent hem tot
een braaf man te vormen, die aan God ge
looft en geen vrees heeft voor het kanon.
De verdienste der vrouw is: haar huis te
besturen, haren man gelukkig te maken,
hem te troosten, hem moed in te spreken
en hare kinderen op te voeden, dat wil
zeggen, ze tot brave en rechtschapen chris
tenen op te leiden. Overigens mag men
niet overdrijven, ik beweer niet dat de
vrouw in 't algemeen niet naar kundig
heden mag streven, ik wil niet, dat zij
gelooven zal dat Peking de hoofdstad is van
Frankrijk, of dat Alexander de Groote eene
dochter van Lodewijk den zooveelsten ten
huwelijk heeft gevraagd. Geenszins, maar
ik verlang ook geen overdrijving in de
aankweeking van wetenschappen bij de
vrouw. Voltaire heeft gezegd, zooals gij
mij mededeelt (want ik zelf weet er niets
van, ik heb hem nooit gehoord en sinds
geweest. Ik hield het oog op al hare bewegin-
giugen. Zij plaatste acht couverts, dat is te zeg
gen, acht diepe borden op de tafel, met een
tinnen lepel naast elk. „Kijk," dacht ik in mij
zelven, „het schijnt, dat wij met ons achten zijn;
en toch, als ik goed tel, de vader, de groot
vader, de moeder, de drie kinderen en ik, dat
is toch nooit meer dan zeven. Misschien is er
nog wel iemand in dat andere vertrek." Ein
delijk neemt men den ketel van het vuur, en
de huisvrouw schept met een groeten houten
lepel de borden vol. Men riep niemand, terwijl
de wandelende jood me maar altijd scheel bleef
aankijken.
„Wel," riep ik nieuwsgierig, verwacht gij
nog iemand?"
"Neen vriend, maar ik moet u bekend
maken met een huiselijk gebruik," antwoordde
de houthakker.
„Vertel maar gauw, want de rijst wordt
koud, en dat zou, op mijn woord van eer, jam
mer zijn."
"Ja, het zal u wellicht vreemd voorko
men, maar gij weet de gewoonte
„Drommelsniets verwondert me, spreek
op
dertig jaren heb ik geen regel van hem
gelezen) dat de vrouwen in staat zijn alles
te doen, wat de mannen doen enz.; dit is
een compliment, aan het adres eener schoone
vrouw, maar het is tevens een van de dui
zenden en duizenden dwaasheden, die hij
in zijn leven reeds geschreven heeft. Het
tegendeel is waar. De vrouwen hebben nim
mer een meesterstuk op welk gebied ook,
geleverd. Zij hebben noch »de Ilias«,noch
«Jerusalem verlost« gedicht, noch het Pan
theon, noch de St. Pieterskerk gebouwd
zij hebben noch de algebra, noch den te
lescoop uitgevonden, maar zij leveren iets
grootscher dan dit alles; op hare knieën
wordt het voortreffelijkste gevormd, dat er
in de wereld is: een rechtschapen man
en eene rechtschapen vrouw. In een woord:
de vrouw kan zich slechts als vrouw on
derscheiden, zoodra zij met den man wil
wedijveren, is zij aan den aap gelijk.*
Aldus Graaf Joseph de Maistre.
Zaterdag heeft te Laeken de gebruikelijke
godsdienstplechtigheid plaats gehad ter na
gedachtenis van de eerste Koningin der
Belgen, Louise Maria van Orleans. Ondanks
het zeer ongunstig weer waren talrijke no-
tabiliteiteu opgekomen uit Brussel en
Laekeu. De Kouing en de Koningin wer
den met eerbiedige toejuichingen begroet
door eenige honderden personen, die voor
de kerk geschaard waren, waar HH. MM.
werden ontvangen door de Geestelijkheid.
De Koning, in klein uniform, droeg een
rouwstrik. De Koningin en haar staatdames
waren in diepen rouw. Met bizonder veel
eerbied en sympathie ontvingen de kerk
bezoekers HH. MM. Vijf Ministers met
hun dames woonden den dienst bij; vele
leden van het corps diplomatique waren
aanwezig. Ook bij hun vertrek werden
IIH. MM. met warmte toegejuicht.
Op de Fransche begrootiug voor het
volgend jaar ziju ontvangsten en uitgaven
in evenwicht. Maar dit resultaat is ver
kregen door eenvoudig sommige zeer be
langrijke posten als b. v. de kosten
voor de expeditie naar China in het
geheel niet op de begrooting te brengen.
Er had dezer dagen te Parijs in de Salie
Rivoli eene vergadering van Belgen plaats,
om eene ligue républicaine beige te stichten.
Er werden door Alfred Defuisseaux en
Marchi heftige redevoeringen gehouden
tegen den Kouing der Belgen en tegen
het vorige en tegenwoordige Kabinet in
„Welnu dan eiker, maaltijd zetten wij één
bord meer op tafelen wijl lichaamsoefening zeer
gezond is voor den eetlust, weet ge? hebben wij
de gewoonte, om de portie, die er te veel op
staat, te spelen."
„Hahaen hoe legt ge dat aan
„Ziehier," hernam de houthtkker. De kin
deren zetten de oogen open als schuurdeuren,
en de moeder, onder voorwendsel van ze eens te
omhelzen, fluisterde hun wat in. „Wij maken
met krijt eene witte streep op den vloer. Zie, op
deze wijze. Dan neemt ieder een aanloop, be
gint aan de streep en springt zoo ver als hij
kan. Die het verst springt, heeft twee porties, iu
plaats van één."
„O, heerlijk! heerlijk 1"
„Dat ontwikkelt de kinderen, begrijpt ge?"
„Drommels, of ik het begrijp. Maar men
speelt toch niet valsch?"
„Die valsch spelen, krijgen niets."
„In orde!"
Ge kunt begrijpen, jongens, dat ik, met mijn
schrikkelijken honger, bij mijzelven al de kleine
berekening maakte; „Ik zal 't van allen winnen,
ik zal voor twee man eten en voor vier slapen."
Het spel begon eere wien eere toekomtde
België. Er is voorts een voorloopig comité
van uitvoering benoemd.
In de algemeeue raad der Seine is eeu
motie aangenomen, waarbij de afschaffing
van de orde der advocaten gevraagd wordt
als zijude een monopolie.
De grappenmaker, die deze motie voor
gesteld had, wilde ook de procureurs af
geschaft zien.
De London Gazette kondigt de Ko
ninklijke bekrachtiging af van de inlijving
van eenige Britsche bezittingen in Transkei,
bekend als Temboeland, Emigrant-Temboe-
laud, Galekalaud en Bomvanaland bij de
Kaapkolonie.
Aan de Times wordt uit Shanghai be
richt, dat gedurende het oproer te Wen-
chow de huizen der vreemdelingen, mee-
rendeels behooreud aan zendelingen, werden
geplunderd, zoomede het tolkantoor, waar
de papieren werden verbrand. Het Britsch
consulaat ontsnapte aan de verwoesting.
Menschenleveus gingen niet verloren, en de
rust is thans hersteld.
Daily News verneemt uit Varna dat de
Porte haastig 2000 man uit Bagdad heeft
laten uitrukken wegens een opstand, welke
onder de Kurden is uitgebroken.
De toenemiug der sterfte te Napels
is voornamelijk te wijten aan overmatig
gebruik van den jongen wijn.
De berichtgever van Daily News zegt,
dat ook de veranderde weersgesteldheid
(zware regen) het hare heeft bijgebracht
tot het weder toenemen der epidemie.
Het Weener Tageblatt meldt, dat men
te Orsowa (Beneden-Donau) een komplot
ontdekt heeft, gesmeed tegen Koning Milau
van Servië, die zich te Weenen bevindt.
De aanlegger der samenzweering is aan
gehouden en naar Pesth gebracht.
Aan de Standard wordt uit St. Peters
burg bericht dat de Regeering de hooge-
school te Kieff tot Nieuwjaar heeft ge
sloten, wegens de jongste troebelen onder
de studenten, Deze zijn allen weggezonden
en voortaan wordt niemand toegelaten zon
der onderzoek van eene bizondere commis
sie, welke daartoe wordt aangesteld, nopens
het karakter en de antecedenten der can
didates
In eene buitengewone vergadering van
den Kabinetsraad heeft de Khedive mede-
deeling gedaan van een brief, door hem
zelven aan Nubar Pacha geschreven, waarin
wordt verklaard dat de Egyptische Regee
ring zich verplicht acht Nubar Pacha en
den Minister van financiën schadeloos te
stellen in geval de internationale rechtban-
eerste springer was ae grootvaderhij sprong
één meter ver. Ik begon te lachen, dat ik mijn
buik vast moest houden. Na den wandelenden
jood, ging het heele huisgezin volgens ouder
dom, de jongsten eerst en vervolgens de oudsten
aan 't springen. Onderwijl had ik het bord met
rijst maar in 't oog, dat er zoo lekker uitzag.
De kleinste sprong 80 centimeter, de tweede 1
meter, de oudste en de vrouw 1 meter 50 cen
timeter, en de houthakker sprong als een tijger,
bijna twee meters, en kwam juist aan den drem
pel van de deur. Nu was het mijne beurt, en
ofschoon ik sedert dien morgen niet gegeten
had, en het water mij uit den mond liep op 't
gezicht van de rijst, neem ik, aangezet door de
begeerte om te winnen, een fermen aanloop en
spring 60 centimeter buiten de deur.
Patrata, flap! daar wierp men de deur toe. Die
schurk van een Pruis opende een klein dakvenster,
smijt me mijn ransel toe, gelijk men een been aan
een hond toewerpt, laat me den loop van een
geweer zien, en raadt mij aan, om maar verder
te gaan.
Ik ben heengegaan, maar ik heb er toch een
eed op gedaan, dat ik nooit meer, voor het eten
zou springen.