N I E TT W E
No. 845.
Zondag 2 November 1884.
9e Jaargang
Een ontzettend gevaar.
BUITENLAND.
Vijgen.
Oude tunnels.
Muziekfeesten.
De oudste.
HAARLEMSflBI
ABOÏÏNEMENTSPBIJS
Per 3 maanden voor Haarlem
Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p.
Voor het Buitenland
Afzonderlijke Nummers
Dit blad verschijnt
Eiken WOENSDAG en ZATERDAG.
BïïfiEAU: St. Jansstraat Haarlem.
t 0,85
1
1,50
0,06
AGITE MA NON AGITATE.
PBIJS DEB ADVEBTENTIEN
Van 16 regels30 Cents.
Elke regel meer5
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant.
Advertentiën worden uiterlijk Dinsdag- en Vrijdag
avond voor 6 uur ingewacht.
Uitgevers KÏJPPEItS L A U R E Y.
Wegens het feest van Allerheiligen verschijnt
dit nummer een dag vroeger.
Wij maakten dezer dageu kennis met
eene beschouwing, welke uit de pen was
gevloeid van den bekenden Darwiu. Zooals
men weet is die geleerde eeu voorstander
van de leer, dat al wat leeft uit één grond
vorm voortkwam; dat alles langs den weg
der ontwikkeling tot zijn tegenwoordige ge
daante is gekomen. Principieel verschil be
staat, er volgens Darwin, zelfs niet tusscheu
meusch en dier; het onderscheid tusscheu
beiden is slechts van gradueelen aard.
In het betoog, waarop wij doelden, von
den wij dan ook de merkwaardige uitdruk
king, dat de mensch voor zijn »mededier«
het gevaarlijkste »dier« moet heeteD.
Die aanduiding werd gebezigd om te doen
uitkomen, dat het dier nog aan groot-er
gevaren voor zijn leven bloot stond van de
zijde der menschen, dan van den kant zijner
gradueel gelijke natuurgenooteu.
Het ligt niet in onze bedoeling om in
bizonderhedeu te komen omtrent de uit
spraak van Darwiu, welke wij citeerden.
Deden wij dat, dan zouden wij zeer ernstig
moeten protesteereu tegen zijne voorstelling,
alsof het dier door den mensch werd be
dreigd in den zin, als het dat door zijn
medediereu wordt gedaau. Wel worden en
kele dieren, tot voedsel van den mensch
gedood, doch dat geschiedt niet op wreed
aardige wijze. De meeste menschen lijden
zeker voor en door hun sterven grooter
smart dan de koe, het kalf of het varken,
die in één oogenblik tijds worden afge
maakt. Eu nu weten wij ook wel dat er
dierenmishandeling wordt gepleegd, doch
dat is niet de regel, het is een uitzonde
ring, waartegen ieder weldenkend mensch
opkomt.
Gelijk wij reeds zeiden, willen wij thans
niet in een uitvoerige bestrijding van Dar-
wins gewraakte stelling treden. Yoor het
oogenblik bepalen wij ons tot het cousta-
teeren van de hoofdgedachte, welke de re-
deneeriug van den materialistisehen denker(?)
beheerschte.
De mensch een dier dat is het groote
en verheven resultaat, waarheea de mo
derne wijsheid ons voert. Yoor de 19de
eeuw was het bewaard, die verheffende uit
komst van de wetenschap der meuschheid
aan te bieden. Onze voorvaderen waren dus
beklagenswaardige stumperds en de Gewijde
Schrijvers zouden ons allen op een jammer
lijk dwaalspoor hebben geleid. De groote
Darwin zal het ons een anders vertellen;
hij zal den slagboom doen vallen, welke
den mensch scheidt van het dier. Langs
dieu weg wordt het terrein der mensch-
heid (of der dierheid) ontzettend veel groo
ter. De meuscbelijke familie wordt niet wei
nig uitgebreid.
Schert3 ter zijde zettende, kunnen wij
FEUILLETON.
De ouden zeiden, dat het een groot geluk was
vijgen te kunnen eten, eu de wijsgeer Zeno maakte
er veel gebruik van met het doel zich onge
voelig te maken voor al het leed, dat het mensch-
dom kwelde.
De Grieken uit den tijd van het Gemeenebest
maakten er zooveel werk van, dat zij, volgens de
dichters, als zij aan den eenen kant goud eu aan
den anderen kant vijgen zagen, het goud zonden
hebben laten liggen om de vijgen te grijpen.
In Rome waren zij het voornaamste voedsel
der athleten, en van Keizer Albinus wordt ver
meld, dat hij er bij zijn middagmaal vijfhon
derd at.
Eene der beweegredenen tot den oorlog van
Xeries tegen de Grieken was ook, zegt men, de
begeerte om zich meestor te maken van een
land, dat zulk eene voortreffelijke vrucht op
leverde.
Zonder nu den smaak voor vijgen zoo ver te
drijven als de ouden, kan men zeggen dat zij
eene geschikte vrucht is te allen tijde, op eiken
leeftijd eu voor elk gestel.
Men heeft vijgen altijd beschouwd als eeu ge
niet nalaten eene eeuw te beklagen, waarin
zulke onhoudbare theorieën, als Darwin ver
kondigt, voor goede, wetenschappelijke munt
worden opgenomen. Tegenover al de stof-
vergodende voorstellingen van Darwin, heb
ben wij, wat den mensch eu zijn wording
betreft, een dood nuchtere opmerking te
stellen, om het onzinnige van de leer van
dien wijsgeer te doen gevoelen.
Als het namelijk waar is, dat de mensch af
stamt van het dier ('t schijnt nog niet zeker of
een aap of een varken onze stamvader is),
waarom is dan die ontwikkeling van dier
tot mensch op een goeden dag geheel ge
staakt
Er bestaat, naar onze opvatting, toch
geen enkel argument, dat tot verklaring
van dat bevreemdend verschijnsel met
eenig succes kan worden aangevoerd. Zoo
immer de wet tot ontwikkeling, welke tot
steeds hooger volmaking leidt, het dier in
zijne organisatie beheerscht, dan kan die
wet vau het standpunt van hen, die aan
eeu blinde natuurwet gelooven, niet worden
opgeheven. Hetgeen nu niet bestaat, als
natuurwet, moet in 't eigeu systeem dei-
naturalisten, nooit bestaan hebben. Altijd
moet dus het dier een mensch kunnen
worden of het is nimmer tot die hoogte
kunnen opstijgen.
Yolgens ons verstand, maar dat is geen
Darwinistisch-materialistisch verstand, zon
digt dus de leer van den natuuronderzoe
ker tegen haar eigen groudstelling. Zelfs
al geloofden wij aan geen Almachtigen
Schepper van hemel eu aarde, zouden wij
geen Darwinisten kunnen zijn, maar moeten
hechten aan eeu audere leer van het ont
staan der dingen, daa welke Darwin aan
de wereld opdischte. Onder de ongeloovige
natuuronderzoekers zijn er dan ook velen,
die volstrekt niet met Darwin meegaan.
Het feit, dat de theorieën van Darwiu
bijval vonden en met grooten ophef als de
verklaring van het wereldraadselwerden
aangeprezen, moet den geloovige tot na
denken stemmen. Te meer mag het aan
de opmerkzaamheid vau den Christen niet
ontgaan, nu de begrippen, door Darwiu
verkondigd, de meeste leerboeken over de
natuurwetenschap volkomen beheerschen.
Darwinist wil ieder zoogenaamd weten
schappelijk man thans zijn, dat staat nu
eenmaal deftig. Men kan dus veilig aan
nemen, dat op de staatsinrichtingen van
onderwijs bijua alle onderwijzers (vooral
op de middelbare scholen) vau den modernen
zuurdesem doortrokken zijn. Alleen uit dat
oogpunt zijn alzoo de staatsscholen on
bruikbaar voor de kindereu van geloovige
ouders.
Zeer merkwaardig is het, dat wi) meer
malen van ouders, die persoonlijk besmet
waren met de ongodistische leerstellingen,
de betuiging vernamen, dat zij niet gaarne
hun kroost bij de denkbeelden zagen groot
gebracht, welke zij zeiven omhelsden, 't Be
hoeft wel geen betoog, dat zulk een houding
neesmiddel tegen magerheid, en men heeft be
weerd dat zij op zichzelven alleen het lichaam
genoegzaam kunnen voeden. Cato vermeldt, dat
hij in het vijgenseizoen het rantsoen brood zijner
slaven verminderde. Linnaeus verzekert ons, dat
de armen, die ter bewaking van de vijgeboomen
op schildwacht stonden, dik en sterk «orden
door net eten van vijgen.
De scheikundige samenstelling vau de vijg ver
klaart in zekere mate deze eigenschap. Rij che
misch onderzoek vindt men op de honderd deelen:
bij gedroogde vijgen, 92 deelen stikstof34 kool
stof; 25 water; 40 deelen vet, en sporen van
verschillende stoffen; bij versche vijgen; 41
deelen stikstof; 16 koolstof; 66 water; 23 ver
schillende stoffen.
Dat het bouwen van groote tuunels niet uit
sluitend in den nieuwereu tijd thuis behoort,
blijkt uit eene ontdekking van den tegeuwoordigen
gouverneur van Samos. Hij heeft den ingang tot
een ongeveer 5000 voet lange tunnel weder ge
vonden, waarvan Herodotus reeds gewag maakt,
en die volgens dezen Griekschen schrijver in de
tiende eeuw voor onze jaartelling geoouwd is,
zoodat zij omstreeks drie duizend jaar bestaat.
Het doel van die tunnel was de oude haven
stad van drinkwater te voorzien, dat door aarden
een ongezocht bewijs opleverde voor de
onzekerheid, waarin die ongeloovige lieden
tegenover hun eigen hart en hoofd verkee-
ren; doch zij hebben er geen rust bij. Zulke
vaders sturen hunne kinderen niet naar de
staatsschool. Het ontzettend gevaar, dat
op de scholen dreigt schrikt hen zelfs af.
Wat ntoeten geloovige vaders dan wel doeu,
waar het aankomt op de keuze van eene
school voor hunne kindereu.
Zeer dikwerf echter zenden Katholieke
ouders hunne kinderen naar de staatsschool,
omdatdie goedkooper is. Nu, dat
laatste is waar, de Staat kan tegen zeer
civielen prijs onderricht geven, daar hij put
uit de beurs der belastingschuldigen. Het
is altijd goed riemen snijden van een ander
mans leer. De ouders, die, wegens stoffelijk
voordeel, hunne kindereu brengen in een
bedorven atmosfeer of, in 't beste geval, in
eeu zedelijkeu dampkring, waarin bepaalde
elementen ontbrekendie onmisbaar moeten
worden geacht voor de geestelijke gezond
heid van het kind, maken zich schuldig
aan een groote zoude. De gevolgen vau
hun afkeurenswaardig beurijf komen voor
hunne rekening,
Ieder, die ook maar eeuigszius met den
loop der publieke zaken bekend is, weet,
dat die veel kostende staatsscholen, als het
ware kunstmatig worden aangekweekt. De
wet vau 1878 is, ook in dit opzicht,
een ware ramp. Overal worden nog meer
scholen gesticht, hoewel het bizouder on
derwijs een groot aantal kinderen, buiten
bezwaar der openbare fondsen, tot nuttige
burgers vormt.
Het gevaar voor ontaardiug van de goede
eu geloovige begrippen wordt bijna overal
geboren. Wat daarentegen te doen? In de
eerste plaats natuurlijk geen kinderen naar
de openbare school zenden. Alle ouders, die
nog hechten aan het Geloof der Kerk, moe
ten trachten hun kind op een Katholieke
school te krijgen. Door de offervaardigheid
van vele geloovigeu, vermeerdert in vele
gemeenten niet weinig het aantal vau die
scholen, waarop de naam des Heilands mag
worden genoemd en Zijn Geest het onder
richt doortrekt. De eenvoudigste kan dus
voor zijne kinderen van het Katholiek
onderwijs genieten.
Dankbaar moet de bereidwilligheid van
vermogende Katholieken worden geroemd,
waarmede zij belangrijke giften voor Katho
liek onderwijs afstaan. Doch de voorstan
ders van de vrije school hebben nog meer
te doen dan, voor zoover zij daartoe in de
gelegenheid zijn, hunne kindereu op Katho
lieke scholen te zenden of die scholen gel
delijk te steunen. Ook bij het kiezen van
mannen, aan wio zij het mandaat van volks
vertegenwoordiger opdragen, bekooreu zij
er op te letten of de candidaten verklaarde
voorstanders van het eenzijdig staatsonder
wijs zijn. Op modernen en vrienden van
een alles overheerscheud staatsonderwijs
mag geen Christen ooit stemmen. Elke ver
huizen, van ongeveer 25 centimeters in doorsnede,
geleid werd. Om de andere buis is een voorzien
van eene opening, die dienen moet om de binnen
zijde rein te houden. De tunnel is niet recht
maar loopt 1300 voet van den ingang met een
hoekdie waarschijnlijk door eene vergissing in
de berekening van den bouw ontstaan is. Dat
de tunnel door die duizenden jaren onbeschadigd
is gebleven, is aan de zorgvuldigheid der bouwers
te danken, die op elke verdachte plaats sterke
gewelven in het muurwerk hebben aangebracht.
Reeds eeuwen geleden waren er muziekfeesten
op groote schaal. De keurvorst Johauu George
van Saksen liet den 13en Juli 1615 te Dresden
een monsterconcert geven, bij welke gelegenheid
een soort van oratorium, Holophernes, werd op
gevoerd. De tekst van dat groote werk was van
der. dichter Pflaumerkern, de muziek van Grund-
macher. Yoor dat feest kwamen niet minder dan
1495 Dnitsohe, Italiaansche, Poolsche en Zwit-
sersche muzikanten of zooals men toeu zeide
speellieden te Dresden. Uit Krakau kwam de
contrabassist Rapotsky, met een bas meer dan
zeven voet hoog.
De voornaamste zangpartij zong een Witten-
berger student, Ruuder genaamd in plaats van
pauken gebruikte men eeu grooteu mortier, die
sterking, welke de vrienden der staatsschool
in 's Lands Raadzaal ontvangen, doet het
gevaar voor eeu geheele ontchristelijking
der school ontzaglijk toenemen, daar de
schooikliek, de jongste volkskeuze heeft het
ook geconstateerd, nog op veler sympathie
(al neemt zij langzamerhand af) kan staat
maken.
Werden die voorstanders van de staats
school weder geroepen het bestuur des lands
te helpen voeren, dan zouden zij de be
staande bepalingen handhaven en deD toe
stand van het vrije onderwijs zeker niet
verbetereu.
Aan dieu eisch der vaderlandsliefde zij
ieder kiezer gedachtig, ook al mocht hjj
persoonlijk niet instemmen in de motieven,
op grond van welke door onze geestver
wanten verandering op het gebied van het
onder wijs wordt voorgestaan.
Ook daar waar tusscheu twee voorstan
ders van het staatsonderwijs moet worden
gekozen, is zeker ieder der candidaten niet
in gelijke mate tegen de wenschen der
voorstanders van het vrije ouderwijs ge
kant. Men informeere zich in zulk een ge-
val, met groote nauwgezetheid naar de
inzichten der candidaten ten aauzieu dezer
gewichtige quaestie.
Thuis blijven is een politiek misdrijf,
hetwelk niet mag worden bedreven door
hen, die door de Goddeljjke genade inzicht
erlangden van de hoogere waarheid. Van
die hoogere waarheid moet kunnen worden
getuigd ook op de lagere school. Deze kan
niet zijn de staatsschool, maar die behoort
te wezen de bizoudere. Ieder werke dus
mede om te voorkomen dat de openbare
school nog meer aan den Staat zou gaan
kosten. Men stemme die candidaten af, die
geen vrijheid voor allen begeeren. Het ont
zettend oudenvijs-gevaar kan dan nog van
zeer velen worden afgewend.
De Fransche Regeering zal 7000 man
versterkiug naar Tonkin zenden. Nog 3000
man zullen volgen, wanneer de Chineesche
Regeering niet toegeeft. Mislukken de on
derhandelingen tot bemiddeling, dan zullen
20,000 man worden gezonden.
De Minister van biuuenlandsche zaken
ia Frankrijk zal 50,000 fr. naar Lyou zen
den tot ondersteuning van de arbeiders zon
der verdienste.
De quaestie der broodprijzen te Parijs
krijgt met den dag een ernstiger aanzien.
Toeu de werklieden eergisteren van hun
weekloon de wekelijksche rekening der bak
kers zouden betalen, is het op verscheidene
punten in de arbeiderswijken tot twist
en vechtpartijen gekomen. Het is namelijk
eene uitgemaakte zaak, gelijk reeds gemeld
is, dat de broodprijzen bij lange niet in
verhouding staan tot de zoozeer gedaalde
graanprijzen. Vaudaar dat iu den gemeen
teraad het voorstel is gedaau om de brood-
op het gegeven oogenblik door de keurvorstelijke
constabels werd afgeschoten.
Nergeus neemt men het met het eerstgeboorte
recht zoo nauw als in Schotland. Nooit zou het
daar een tweeden zoon iu de gedachten komen
aanspraak te maken op de plaats vau den oudsten
broeder; bijv. aan tafel de plaats van den afwezigen
of overleden vader in te nemen eu de eer te
willen genieten, die met het voordienen van visch,
gebraad, enz. verbonden isnooit zou een jongere
broeder zich verstouten de moeder, of, als er
gasten zijn, de dame, wie de meeste eer bewezen
moet worden, in plaats van den oudsten broeder,
den arm aan te bieden. De voorrechten van óe
zusters boven de broeders zijn iu alle opzichten
van het familieleven groot, maar zelfs de doch
ters houden zich, bij alle onderlinge liefde, streng
aan den voorrang van de oudste; dat blijkt daar
uit, dat deze alleen den familienaam voert met
Miss er voor, terwijl de audere Miss Edith, Miss
Mary, enz. zijn. Het thee zetten en thee schenken
is uitsluitend hare taak, die eer zou zij zich tot
geen prijs ter wereld laten ontnemen. Eerst wan
neer zij trouwt, gaat die waardigheid over op de
zuster, die na haar de oudste is.